• No results found

dat de inkomens- en vermogens­ verdeling in de jaren tachtig en

In document van de Europese conventie (pagina 31-35)

negentig in de Westerse landen

een stuk ongelijker is geworden

beloond; de rest moet het met minder stellen, in het besef nu eenmaal onvoldoende talent te heb­ ben. Een harde samenleving is het resultaat. Door een andere visie op talent en (on)gelijk- heid, nl: voor uiteenlopende resultaten van uit­ eenlopende mensen waardering opbrengen, voorkomt men dat jaloezie de samenleving in haar greep krijgt; en werkt men de nieuwe meri­ tocratische tweedeling tegen: die tussen een elite die vindt dat zij recht heeft op haar privileges, en een massa die tegelijkertijd beschaamd en rancu­ neus tegenover die elite staat.

Sennett's benadering is overigens verwant aan wat de Britse socialist Richard Tawney al in

de j aren twintig en dertig aan de orde stelde. In 31

boeken als Equality en The acquisitive society com­ bineerde hij een verdediging van het streven naar materiële gelijkheid met een kritiek op de sterk op individueel gewin gerichte, ‘schraperige’ samenleving van zijn tijd. Bij de toenmalige libe­ rale gelijke kansen-ideologie tekende hij bijvoor­ beeld aan: ‘Het geluk van mensen is er niet alleen bij gebaat dat ze carrière kunnen maken en zo rijkdom en aanzien kunnen verwerven, maar ook dat ze een henzelf en hun culmur waardig

Wat de PdvA te doen staat Paul Kalma Ouergelijkheid

leven kunnen leiden — of ze nu carrière maken of niet.’

Overwegingen als bovenstaande hebben betrek­ king op gelijkheid als cultuur, en zijn voor het voeren van beleid niet direct bruikbaar. Dat maakt ze echter niet minder belangrijk. Boven­ dien bevatten ze voor de richting waarin dat be­ leid zich moet bewegen, weldegelijk aanwijzin­ gen. Zo ligt het voor de hand om de 'betrokken samenleving’ waarvoor gepleit wordt, mede te bevorderen door een grotere participatie van burgers in hun werk- en leefomgeving en in de voorbereiding en uitvoering van het beleid (meer dan in spectaculaire hervormingen van het politiek systeem). En zo leidt Sennett’s visie op gelijkheid en afhankelijltheid in de verzor­ gingsstaat al gauw tot een beleid dat het eigen initiatief van uitkeringsgerechtigden benadrukt (en niet tot een beleid van gedwongen tewerk­ stelling en zwaar aangezette sancties).

Ook hebben opvattingen als van Sennett en Tawney implicaties voor het inkomensbeleid — in het bijzonder voor de 'onderkant’ en voor de ‘top’ van de inkomensverdeling. Worden gelijk­ heid en (zelf)respect niet bevorderd door voor laaggeschoold, vaak in slechte omstandigheden verricht werk meer maatschappelijke waarde­ ring op te brengen — en die ook in de beloning van dat werk rot uitdrukking te brengen? En ver­ dient het daarnaast geen overweging om, in een samenleving die minder beoordeeld wil worden op ‘what it owns’ en meer op ‘what it is and how ituses its possessions’ (Tawney), topinkomens aan duidelijk grenzen te binden — resp. inko-

32 mens die boven die grens uitgaan veel zwaarder

dan totnutoe te belasten?

T O T s l o t:

‘k l e i n e’ e n ‘g r o t e’ (o n)g e l i j k h e i d

Het debat over gelijkheid raakt de kern van de so- ciaal-democratische identiteit. Het belang dat aan dat beginsel wordt toegekend, de uitleg die er aan gegeven wordt: ze bepalen het gezicht van de sociaal-democratie en zijn direct van invloed

op, bijvoorbeeld, de mate waarin de sociaal-de­ mocratie zich als een internationale beweging opvat; en op haar visie op maatschappelijke voor­ uitgang. Een PvdA die, zoals de commissie-De Boer heeft vastgesteld, met haar identiteit wor­ stelt, dient de gelijkheidsopvattingen die in ei­ gen kring in omloop zijn, dan ook te expliciteren en te bediscussiëren — en daaruit vervolgens conclusies te trekken.

Dat debat mag zich — uiteraard — niet tot Nederland beperken. Het hangt ook rechtstreeks samen met de controverses binnen de Europese sociaal-democratie over de zg. ‘Derde W eg’. Daarbij staan meer tradioneel georiënteerde sociaal-democratische partijen op het Europese continent tegenover Blair’s ‘New Labour’(en in de V S de ‘New Democrats’), dat, zeer globaal geformuleerd:

> het oude streven naar Keynesiaanse beïnvloe­ ding van de economie resp. van ‘smring’ van het bedrijfsleven achterhaald acht en een pro-

business oriëntatie kiest;

> de consumentensoevereiniteit ook op de pu­ blieke sector van toepassing verklaart en ruimte wil scheppen voor een markt-gerichte en meer bedrijfsmatige benadering van deze sector;

> ‘volledige werkgelegenheid’ als een onhaal­ baar geachte collectivistische doelstelling ter­ zijde schuift en verruilt voor het streven naar individuele ‘employability’, via scholing, fi­ nanciële prikkels, verregaande verruiming van het begrip ‘passende arbeid’, etc. Herverdeling van inkomen (bijvoorbeeld via be­ lastingheffing) is daarbij niet meer aan de orde, terwijl ook het woord ‘gelijldieid’ door Blair c.s. zelden of nooit meer in de mond wordt genomen.

Deze opsomming is erg schematisch en doet geen recht aan andere aspecten van het beleid van New Labour (zoals het beleid op besmurlijk gebied; veiligheidsbeleid; immigratiepolitiek) en aan de verhouding tussen theorie en praktijk — zowel in Engeland zelf (waar de regering-Blair meer heeft herverdeeld dan ze eigenlijk wil toe­ geven) als in zusterpartijen als de s p d en de Parti

Wat de PdvA te doen staat Paul Kalma Ouergelijkheid

Socialiste (waar de praktijk een hoger Derde Weg-gehalte heeft dan de theorie voorschrijft). Toch is met de (stille dan wel openlijke) devalua­ tie van het gelijkheidsbeginsel door New Labour en geestverwanten elders, een essentieel aspect van het sociaal-democratisch gedachtegoed ter discussie komen te staan.

Hoe ver New Labour daarmee gaat, blijkt uit een recente publicatie van Derde Weg-theoreti- cus Anthony Giddens. Deze stelt, naar aanleiding van de suggestie (alweer!) om welvarende bur­ gers desgewenst publieke goederen particulier te laten inkopen, voor om het begrip ‘gecontro­ leerde ongelijkheid’ een belangrijke plaats in het sociaal-democratisch programma te geven.^^ Dat Idinkt uit de mond van een sociaal-democraat in­ derdaad heel erg nieuw!

Wouter Bos gaat in zijn aangehaalde toe­ spraak niet zo ver als Giddens, maar kiest wel voor een typische Derde Weg-benadering door individuele keuzevrijheid, ook in de publieke sector, voorop te stellen; en door participatie op de arbeidsmarkt voorrang te willen geven op het gelijkheidsbeginsel.

Maar er zijn ook verschillen. Zo kritiseert hij de bij New Labour favoriete bedrijfsmatige bena­ dering van de overheid. We moeten, zei hij in Arnhem, in Nederland wegblijven van een ‘veel te gedetailleerde afrekencultuur’, die nu bijvoor­ beeld in prestatiecontracten met de politie en ook in het onderwijs gestalte krijgt. ‘Het is cen­ trale sturing in een modern jasje en zal om de­ zelfde reden falen.’ Daar tegenover verdedigt Bos een benadering waarin ‘geïnvesteerd wordt in de professionaliteit van de uitvoerenden’; waarin

hen meer ruimte voor eigen beslissingen wordt gegeven en ‘de controle niet primair wordt gere­ geld door 0 bureaucratische afrekencontracten, maar door openbaarheid, informatievoorziening en zeggenschap van de burger en onderlinge vi­ sitaties’.

Daarnaast lijkt hij het gelijkheidsbeginsel toch wel weer prioriteit te geven, wanneer hij ‘kleine ongelijkheden’ zegt te willen accepteren ‘om grotere ongelijkheden en een totale tweede­ ling’ te voorkomen. Wat dat betreft kan zijn bij­ drage op twee manieren geïnterpreteerd wor­ den. De eerste interpretatie luidt dat Bos het ge- lijkheidsstreven als zodanig wil relativeren — wat de vraag oproept waarom hij een dergelijke relativering (‘gelijlcheid moet een stap terug’) niet aan politici als Balkenende en Zalm, of in het buitenland aan Aznar, Berlusconi en Frau Merkel overlaat. De tweede interpretatie luidt dat Bos zijn partijgenoten van een al te gedetailleerde be­ moeienis met ‘kleine’ ongelijldieden wil afhou­ den, om de grote ongelijkheden des te krachtiger te kunnen aanpakken.

‘Kleine gelijkheid moet een stap terug ten fa­ veure van grote gelijkheid’, als het ware. Maar als die laatste lezing juist is^3_ verplicht dat Bos wel om bij een volgende gelegenheid duidelijk te maken hoe hij die grote ongelijkheden in inko­ men, kennis en macht, zoals hiervoor besproken, denkt aan te pakken; en hoe er steun voor zo’n gelijkheidsoffensief te verwerven valt.

Gelijldieid, zou ik hem dan graag horen zeg­ gen: het is en blijft de core business van de sociaal- democratie.

33

Wat de PdvA te doen staat Paul Kalma Ouergelijkheid

3 4

Noten

1. Zie Vrij Nederland, 28 juni 2003;

Elsevier, 12 juli 2003.

2. De tekst van Bos’ toespraak is te vinden op: wwwt.pvda.nl. 3. J.M.denUyle.a.,Dewegnaarvrij-

heid. Een socialistisch perspectief, PvdA, Amsterdam, 1951. 4. H.A. van Stiphout, Gelijk­

waardigheid (serie WBS-cahiers),

Kluwer, Deventer, 1975. 5. Vgl. bijvoorbeeld een publicatie

van de beginselprogramcom- missie van de PvdA: W.Witte- veen e.a,, De rode draden van de

sociaal-democratie, Partij van de

Arbeid, Amsterdam, 1998. 6. In het PvdA-verkiezingspro-

gramma van de PvdA 20 02-20 o 6 (‘Samen voor de toekomst’) komt het woord ‘ongelijkheid’ eenmaal voor (‘waar in ons land achterstand, ongelijkheid en te­ korten heersten, zijn nu ont­ plooiingskansen, sociale zeker­ heid en welvaart - hoewel nog lang niet voor iedereen’); het woord ‘gelijkheid’ geen enkele maal. De algemene inleiding wekt zelfs de indruk, welbewust om deze laatste term heen te lopen: ‘Met dit programma wil de PvdA de klassieke beginselen solidariteit, democratie, vrij­ heid en gelijkwaardigheid (een) eigentijdse inhoud geven.’ In de aanvulling op dit pro­ gramma ten behoeve van de ver­ kiezingen van januari 2003 (Verkiezingsmanifest 2003- 2007) wordt wel gerept van soli­ dariteit en sterkste schouders die de zwaarste lasten moeten dragen, maar ontbreekt het woord gelijkheid eveneens. ‘Het is de PvdA ernst’, meldt het pro­ gramma, ‘met het streven naar solidariteit, verantwoordelijk­ heid en respect.’

7. R.J. In ’tVeld, ‘Onderwijs: bevrij- ding uit de beleidsgevangenis’, in: J.Bussemaker en R. van der Ploeg (red.). Leven na paars?, Am­ sterdam, Prometheus, 2001, 87. 8. M.Rocsrd, T heprospectsfacing so-

cial dem oaa cy in Europe, Stich­

ting Dr J. M. den Uyl-lezing, Am­ sterdam, 1992. Zie ook: M.Wal- zer, Spheres ofjustice. A defence o f

pluralism and equalily, Basic

Books, New York, 1983. 9. Z ie T h .W ö ltg e n s, L o f van de p oli­

tiek, Prometheus, 1992.

10. De uitdrukking is van Jan Bre- man. Zie ook zijn bijdrage el­ ders in dit nummer van S&'D. 11. N.Wilterdink, ‘De steeds rijkere

kant van Nederland', in: M.Bal- tussen/J. van Workum, De rijke

ka n t van Nederland. Armoede staat zelden op zichzelf, Amsterdam,

1998, p.29,30.

12. G.Esping-Andersen, ‘Against so- cialinheritance’, In: A.Giddens e.a., Progressivefutures. New ideas

fo r the centre-left, Policy Net­

Work, London, 2003, p.132-133. 13. R.Cuperus,‘The populist defi-

ciency of European social demo- cracy’, in: Internationale Politik

u n d Gesellschaft, 2003 nr.3, p.83-

109. Zie ook: www.wbs.nl. 14. W.Streeck, ‘Einleiting: Interna­

tionale Wirtschaft, nationale Democratie?’, in: W.Streeck (Hg.), Internationale Wirtschaft,

nationale Dem okratie. Herausför- d eru n g en fü r die Demokrarietheo- rie, Campus, Frankfurt am Main,

1998, p.37.

15. Behalve Bos (ruimte maken voor keuzevrijheid ‘om de wel­ varende middenklasse aan de collectieve sector verbonden te houden') stelde eerder Dick Benschop dit thema aan de orde. Begin 20 02 - Benschop was toen campagneleider van de PvdA - zei hij tegen Vrij Nederland: ‘Als ouders zelf een financiële bij­

drage aan het onderwijs van hun kinderen willen leveren, waarom niet? De Nederlandse burger mag zijn geld wel aan consumptieartikelen en buiten­ landse vakantiereizen besteden, maar niet aan collectieve goede­ ren als het onderwijs en de ge­ zondheidszorg. Dat taboe moet worden doorbroken.’ Geciteerd in: M. van Weezel/M. Zonne­ veld, De onttovering van paars. Van Gennep, 2002, p.107. Zie ook de al geciteerde bijdrage van Roel In ’t Veld aan de bundel leven na paars?; en S.P.M. de Waal, Nieuwe strategieën voor het

publiek domein. Maatschappelijk ondernemen in de praktijk, Sam-

son, Alphen aan den Rijn, 2000. 16. C.J.M.Schuyt,‘Verzorgingsstaat

en verzorgingssamenleving', in:

Op zoek naar het hart van de ver­ zorgingsstaat, Stenfert Kroese,

Leiden, 1991 {1987), p.44. 17. Vgl. P.Kalma, ‘De nieuwe gelijk­

heid’, in: S&'D,jaargang 50 nr.2, februari 1993, p.50-55. 18. R. Sennett, Respect in een tijd van

sociale ongelijkheid, Byblos, 2003.

Oorspronkelijke titel: Respect.

Theform ation ofcharacterin an age ofinequality (2003)

19. C.J.M.Schuyt, De zittende klasse. Balans, Amsterdam, 1992. 20. R.Sennett, Respectin een tijdperk

van ongelijkheid, p.71-105.

21. R.H.Tawney, Equolity, Allen e- Unwin, London, 1983 (1931), p.10 8; dez., The acquisitive society, Wheatsheaf Books, Brighton,

1982 (1921).

22. A.Giddens, ‘The progressive agenda’, in: A. Giddens e.a., Pro-

gressivefutures, p.28.

23. Tegen deze interpretatie pleit Bos’ uitspraak dat ‘gelijkheid wat mij betreft een stap terag doet ten faveure van participatie als nieuwe centrale notie van de sociaal-democratie’.

In document van de Europese conventie (pagina 31-35)