• No results found

Informatievoorziening richting gemeenten

Informatievoorziening vooraf

De eerste informatie over de bestuurlijke strafbeschikking overlast en de bestuurlijke boete overlast kwam van de VNG en via internet. Het voormalig Servicecentrum Handhaving van het ministerie van Justitie heeft in aanloop naar de bestuurlijke strafbeschikking overlast een handreiking voor gemeenten opgesteld. Toen het Servicecentrum Handhaving ophield te bestaan, werd het CJIB gevraagd de voorlichting voor de bestuurlijke strafbeschikking overlast over te nemen van het Servicecentrum en de ‘uitrol’ van de bestuurlijke strafbeschikking overlast in gemeenten op zich te nemen. Er is ook voor de bestuurlijke boete overlast een handreiking opgesteld door de ministeries van BZK en Justitie en de VNG.

In de drie maanden voordat de G4 in januari 2009 begonnen met de bestuurlijke strafbeschikking overlast kwamen het CJIB en de vier gemeenten elke twee weken bij elkaar. Voor de andere gemeenten zijn handboeken en werkinstructies gemaakt op basis van de ervaringen in het eerste jaar. Drie maanden voordat een arrondissement aanhaakte, werden de gemeenten op de hoogte gebracht door het CJIB. Daarvoor werden regionale voorlichtingsdagen georganiseerd waar naast de gemeenten ook de politie en het openbaar ministerie aanwezig waren. Elke gemeente moest tien stappen doorlopen voordat de bestuurlijke strafbeschikkingen overlast rechtstreeks bij het CJIB konden worden aangeleverd en elke gemeente kreeg maandelijks een overzicht hoe ver ze gevorderd waren. Sommige gemeenten konden de tien stappen in een week doorlopen, één gemeente deed er twee jaar over (maar dat was een uitzondering). Drie maanden na de start vond altijd een regionaal samenwerkingsoverleg plaats om ervaringen uit te wisselen en eventuele ‘hobbels’ te bespreken.

Informatie na de invoering

Het CJIB is op werkdagen beschikbaar voor vragen via telefoon en mail. Verder verstuurt het CJIB een zeswekelijkse nieuwsbrief met tips op basis van de vragen die de voorgaande weken zijn binnengekomen bij de Invoer Unit. Verder kunnen gemeenten inloggen op Infoweb

Bestuursorganen waar informatie als nieuwsbrieven, werkinstructies en maandelijkse managementrapportages te vinden zijn. Ook zijn er online-videoinstructies voor de Transactiemodule (waarmee strafbeschikkingen rechtstreeks aan het CJIB kunnen worden aangeleverd). Jaarlijks worden regionale samenwerkingsoverleggen georganiseerd voor het uitwisselen van ervaringen tussen betrokken partijen. Tot slot is er een gebruikersraad

Noot 68 In een eerdere tabel stond dat 214 gemeenten de bestuurlijke strafbeschikking hebben ingevoerd. Maar niet elke vervolgvraag is door elk van die 214 gemeenten beantwoord. In dit geval waren er nog 209 gemeenten over die de vraag wél beantwoordden. Dit geldt ook voor andere tabellen in de rest van dit rapport; daarom wordt per tabel het aantal responsgemeenten weergegeven.

samengesteld met vier gemeenten, de CVOM en een aantal andere aanleverende instanties. Deze raad komt vier keer per jaar bijeen.

Tabel 3.6 Wat vond u van de informatieverstrekking vanuit het Rijk (CJIB) en de VNG over de mogelijkheden en beperkingen van de bestuurlijke boete overlast en bestuurlijke strafbeschikking overlast voordat de regelingen werden

ingevoerd? (n=285) Oordeel Aantal % Zeer goed 18 6% Goed 165 58% Neutraal 79 28% Slecht 9 3% Zeer slecht 2 1% Geen mening 12 4% Totaal 285 100%

Bron: Enquête onder gemeenten

De meerderheid van de responsgemeenten geeft aan dat ze tevreden waren over de

informatievoorziening: 64 procent vond de informatie goed of zeer goed. Eén op de 25 gemeenten (4%) vond de informatievoorziening (zeer) slecht. De rest is neutraal (28%) of heeft geen mening (4%). Gemeenten die met de bestuurlijke strafbeschikking overlast werken zijn positiever over de informatievoorziening dan gemeenten die niet met de bestuurlijke strafbeschikking werken.

Uit de enquête blijkt dat het in het begin voor veel gemeenten onduidelijk was wat de bestuurlijke strafbeschikking overlast precies inhield en wat er van hen verwacht werd. Volgens het CJIB kwam dat doordat dezelfde termen voor verschillende zaken werden gebruikt en door verschillen in definities. Het bleek voor gemeenten ook moeilijk om vooraf in te schatten hoeveel gebruik ze zouden maken van de bestuurlijke strafbeschikking overlast. De G4 hadden bijvoorbeeld verwacht 40.000 bestuurlijke strafbeschikkingen overlast aan te leveren, maar het waren er in het eerste jaar 9.000.

De informatiebijeenkomsten van het CJIB boden veel duidelijkheid. Dit werd in de diepte-interviews beaamd door de gemeenten Helmond, Dordrecht, Putten en Leeuwarden. De vertegenwoordigers uit Amsterdam en Rotterdam waarmee wij spraken konden hier geen oordeel over vellen omdat ze toen nog niet in hun huidige functie werkzaam waren. Wel gaf de gemeente Putten aan dat de bijeenkomsten te vroeg waren: pas toen de invoering aanstaande was bleek welke stappen de gemeente moest nemen en daarover was onduidelijkheid. Maar overleg met buurgemeenten en het CJIB nam de onduidelijkheid weg. De gemeente Leeuwarden is het meest positief: de gemeente is naar eigen zeggen ‘uitgebreid geïnformeerd door het CJIB dat toevalligerwijs in dezelfde stad is gevestigd’.

4 Praktijk

In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de huidige stand van zaken met betrekking tot de bestuurlijke strafbeschikking overlast. Hoeveel bestuurlijke strafbeschikkingen zijn er aangeleverd door gemeenten? En hoeveel door de politie? En voor welke feiten? Ook gaan we in op de vraag of de huidige feitenlijst alle vormen van overlast bevat waar gemeenten op willen handhaven. We sluiten af met een antwoord op de vraag of de politie minder op overlast is gaan handhaven sinds de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking overlast.