• No results found

4 Een marktconform huursysteem

4.3 Individuele huursubsidies

Naast de huurregulering worden er individuele huursubsidies verstrekt die voor rekening van de overheid vallen. De bedragen die gemoeid zijn met deze huursubsidies zijn beschreven in paragraaf 2.3.3. Uit deze cijfers wordt duidelijk dat de bedragen aanzienlijk gestegen zijn. In paragraaf 3.3 zijn de kwetsbaarheden van het huursubsidiesysteem beschreven vanuit een theoretisch perspectief. Dit systeem tracht te stimuleren dat een huurder zoveel mogelijk in een woning gaat wonen dat past bij het inkomen. Het stimuleren om huurders in die woning te laten wonen die voor hun inkomen passend is, wordt bereikt door een aflopend percentage te hanteren voor het bepalen van de subsidie als huurprijs van woningen duurder wordt. Daarnaast, als het norminkomen te hoog is of de rekenhuur boven de liberalisatiegrens ligt, vervalt het recht op huursubsidie. Het Nederlandse huursubsidiesysteem heeft er toe geleid dat een grote groep huurder recht heeft op huursubsidie. De cijfers wijzen uit dat ongeveer eenderde van de huishoudens die in een huurwoning wonen huursubsidie ontvangt. Daarnaast zijn de wettelijke richtlijnen zo ingericht dat een huurder in een relatief dure huurwoning kan wonen en daarbij het recht op huursubsidie blijft behouden.

De doorstroming in de huursector kan daarnaast met één van de drie inefficiënties in het artikel van Haffner en Boelhouwer (2006) onderbouwd worden. Haffner en Boelhouwer noemen het overconsumptie van huizen, hierdoor wonen mensen in te dure huurwoningen en de woning blijft betaalbaar door de huursubsidie. Dit resulteert dat huishoudens in verkeerde woningen wonen. Dit heeft vervolgens invloed op de doorstroming op de woningmarkt. In het artikel van Priemus (2004) wordt dit huursubsidiesysteem omschreven als een open einde, waardoor de beheersing van de overheidsuitgaven verdwijnt. Het aantal huurders dat individuele huursubsidie ontvangt is in de periode 1998 - 2002 stabiel gebleven rond de één miljoen huishoudens. Als er naar het gemiddelde wordt gekeken dat een huishouden ontvangt aan huursubsidie is er een toename te zien. Dit betekent dat er een hogere subsidie wordt uitgekeerd dat niet alleen veroorzaakt wordt door inflatie. Een tweetal redenen kunnen de hogere vergoeding veroorzaken. Huurders wonen in een relatief dure woning ten opzichte van hun inkomen en hebben daardoor recht op een hoge huursubsidie. Daarnaast kan er een groep huurders zijn die een laag inkomen hebben en wonen in een relatief goedkope woning, waardoor ze recht hebben op een hoge huursubsidie. Als het aantal huishoudens dat recht heeft op individuele huursubsidie gelijk blijft, maar dat gemiddeld een huishouding een hogere vergoeding krijgt, lijkt de beheersing van de individuele huursubsidie te zijn verdwenen. Naast de uitgavenpost aan huursubsidies, die voor rekening van de overheid is, is het huursubsidiesysteem zelf volgens Priemus (2004) ook een knelpunt. Het toezicht houden op de inkomensvariabele is moeilijk. Elke Nederlandse burger heeft recht op huursubsidie volgens de Nederlandse wet, maar niet elke burger zal deze subsidie nodig hebben voor zijn of haar levensonderhoud. In termen van Haffner en Boelhouwer

(2006) zijn dit horizontale economische inefficiënties. Het huursubsidiesysteem veroorzaakt daarnaast dat huurders op een verkeerde manier misbruik kunnen maken van de situatie. Zowel Priemus als Haffner en Boelhouwer gaan op dit punt in. Huishoudens zijn minder snel geneigd om werk te vinden, indien ze werkloos zijn, omdat ze altijd steun van de overheid krijgen.

In het kader voor het meedenken aan oplossingen om een gunstigere doorstroming te creëren in de woningmarkt, zijn de individuele huursubsidies ook te beschouwen als knelpunt. Op basis van bovengenoemde inefficiënties, en het knelpunt ten aanzien van de doorstroming op de woningmarkt, dat een verandering van het huidige huurbeleid er toe kan leiden dat de doorstroming bevordert kan worden tussen de koop- en de huursector. In de voorgaande paragraaf is reeds aangegeven dat de verandering van het huidige huurbeleid zich vertaald in een marktconforme huursysteem, waarbij de huurprijs wordt bepaald op basis van een percentage van de WOZ-waarde. Hierbij kan het knelpunt ten aanzien de inefficiënties die ontstaat door het huursubsidiesysteem meegenomen worden met een marktconforme huursysteem. Daarnaast kan terug gedacht worden aan de jaren zeventig, waarin er ook een woningtekort was. De overheid dacht het probleem op te lossen door het invoeren van de objectsubsidie. Sinds de bruteringsoperatie, waardoor de objectsubsidies zijn afgeschaft, is het woningtekort een terugkerend probleem geworden. De uitgaven door de overheid aan objectsubsidies hebben uiteindelijk tot een tijdelijke oplossing bijgedragen. Een oplossing voor de lange termijn is niet bereikt. Door het kunstmatig laag gehouden van de huurprijzen van sociale woningen, en zoals in het theoretisch kader is beschreven, zorgen deze overheidsingrepen er juist voor dat er een tekort ontstaat. De achterliggende gedachte van het ingevoerde huursubsidiesysteem is voor een deel van de huurders van toepassing, doordat hun inkomens niet geheel toereikend zijn om de woonlasten te dragen. Vanwege hoger oplopende bedragen van de individuele huursubsidies is de beheersing teniet. Een gedeelte van de bevolking zal in een marktconform huursysteem de woonlasten niet volledig kunnen dragen. Dit betekent dat er een systeem ontworpen dient te worden, waarbij rekening gehouden wordt met dit punt. In het nieuwe marktconforme huursysteem gaan de huuropbrengsten stijgen voor de woningcorporaties. Als voorwaarde in dit onderzoek is gesteld dat budgetneutraliteit wordt gehandhaafd. Dit betekent, in vergelijking tot de huidige situatie ten aanzien van de huuropbrengsten, dat er extra opbrengsten worden ontstaan. Om de woonlasten betaalbaar te houden, voor zover dat mogelijk is, wordt dit marktconforme huursysteem aangevuld met een huurkorting. Degene die huurkorting ontvangen worden in dit systeem bepaald door het aantal huishoudens dat reeds huursubsidie heeft ontvangen. Dit betekent dat de huurkorting wordt vervangen door de huursubsidies, hierdoor vindt er een taakverschuiving plaats van de overheid naar de woningcorporaties.

4.4 Samenvatting

In dit hoofdstuk is beschreven hoe een marktconform systeem eruit zou kunnen zien. Dit is gebaseerd op het theoretisch kader van de huuropbrengsten. Hierbij is tevens gekeken naar het knelpunt: de uiteenloping van de prijzen in de huur- en koopindex. Uit deze analyse is een marktconform huursysteem ontstaan, waarbij de huurprijs van een huurwoning bepaald wordt door de WOZ-waarde. De jaarlijkse huurprijs is vastgesteld op 5% van de WOZ-waarde. Daarnaast zijn de individuele huursubsidies zelf een knelpunt, omdat de toegankelijkheid te hoog is en daardoor de beheersing verdwenen is. Dit heeft ertoe geleid om de individuele huursubsidie te vervangen door huurkorting, waarbij de woningcorporaties er een taak bij krijgen. Door deze stelselwijziging ontstaat er een marktconform huursysteem, waarbij huurkorting wordt gegeven aan de huurders die in het huidige beleid ook huursubsidie ontvangen.