• No results found

Indicatoren voor niet-acute curatieve zorg

Beter worden: niet-acute zorg

5.2 Indicatoren voor niet-acute curatieve zorg

Voor de niet-acute curatieve zorg zijn 30 indicatoren geselecteerd. Voor de indicatoren die betrekking hebben op kosten en doelmatigheid wordt verwezen naar hoofdstuk 8 omdat deze voor acute, niet-acute en geboortezorg moeilijk zijn te scheiden. In hoofdstuk 8 worden de indicatoren over kosten en doelmatigheid voor de curatieve zorg in zijn totaliteit beschreven.

Toegankelijkheid

Financiële toegankelijkheid

• Percentage mensen met een zorgverzekering dat ten minste zes maanden hun zorgverzeke- ringspremie niet heeft betaald

• Percentage zorgconsumenten dat vanwege de kosten afziet van zorg • Eigen bijdrage voor zorgkosten als percentage van het besteedbare inkomen Geografische toegankelijkheid

• Percentage mensen dat met de auto langer dan 10 minuten moet reizen naar de dichtstbij- zijnde huisartspraktijk of apotheek

• Percentage mensen dat met de auto langer dan 30 minuten moet reizen naar het dichtstbij- zijnde ziekenhuis

Tijdigheid

• Percentage huisartspraktijken dat niet binnen twee minuten telefonisch bereikbaar is voor niet-spoedeisende oproepen

• Percentage ziekenhuisafdelingen met wachttijden langer dan de Treeknorm • Aantal wachtenden op een donororgaan

Kwaliteit

Effectiviteit

• Mate waarin huisartsen conform richtlijnen voorschrijven aan de hand van 20 indicatoren • Percentage Farmacotherapeutisch Overleg-groepen dat op niveau 3 of 4 functioneert • Percentage patiënten met een bepaalde vorm van kanker (borstkanker, baarmoederhalskan-

ker en dikkedarmkanker) dat na 5 jaar nog in leven is, vergeleken met het percentage personen uit de algemene bevolking dat na 5 jaar nog in leven is

• Aantal ziekenhuisopnamen per 100.000 inwoners per jaar voor aandoeningen waarvoor preventie en behandeling primair ambulant plaatsvinden

• Percentage behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg waarbij het behandeleffect met ROM is gemeten

• Percentage kortdurende behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg met een positief behandeleffect

• Percentage patiënten dat problemen heeft ervaren met coördinatie en afstemming van zorg Patiëntveiligheid

• Percentage patiënten dat tijdens hun opname in het ziekenhuis zorggerelateerde schade opliep

• Percentage patiënten dat een medische, medicatie- of diagnostische fout heeft ervaren • Gestandaardiseerde ziekenhuissterfte tijdens ziekenhuisopname

• Percentage patiënten dat een zorginfectie kreeg tijdens hun opname in het ziekenhuis • Percentage ziekenhuizen dat het minimale aantal vereiste hoog-complexe chirurgische

ingrepen uitvoert

• Aantal vrijheidsbeperkende interventies per 1000 opnamen in de geestelijke gezondheidszorg

• Percentage patiënten in behandeling in de geestelijke gezondheidszorg dat zich suïcideert Vraaggerichtheid

• Mate waarin zorggebruikers aangeven of zij zorgverlener(s) vragen konden stellen • Mate waarin zorggebruikers aangeven of zorgverlener(s) beleefd tegen hen waren

• Mate waarin zorggebruikers aangeven of zorgverlener(s) dingen op een begrijpelijke manier uitlegden

• Mate waarin zorggebruikers aangeven of zorgverlener(s) eenduidige informatie gaven • Mate waarin zorggebruikers aangeven of zij konden meebeslissen over de behandeling • Mate waarin zorggebruikers aangeven of zorgverlener(s) voldoende tijd voor hen hadden • Percentage patiënten dat ontslaginformatie heeft ontvangen bij ontslag uit het ziekenhuis • Percentage cliënten dat gebruik maakt van kortdurende ambulante geestelijke gezondheids-

zorg dat tevreden is over de afstemming en uitvoering van de behandeling

5.3 Stand van zaken

5.3.1 Toegankelijkheid

Eind 2013 waren er ruim 316.000 wanbetalers van de zorgverzekeringspremie

Wanbetalers zijn mensen die wel een zorgverzekering hebben maar de premie ten minste zes maanden niet betaald hebben. Tabel 5.1 toont dat er op 31 december 2013 meer dan 316.000 wanbetalers waren. Ten opzichte van 2010 is dat een stijging van bijna 50.000 wanbetalers. Wel is het aantal wanbetalers in 2012 iets gedaald ten opzichte van 2011. Dit komt door een uitstroom van een grote groep wanbetalers waarvoor niet langer sprake was van

verzekeringsplicht (VWS, 2012a).

Om de groei van het aantal wanbetalers aan te pakken is per 1 september 2009 de wet ‘Structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering’ ingevoerd. Deze wet voorziet er in dat zorgverzekeraars in een vroeg stadium een betalingsregeling bieden, over kunnen gaan tot automatische incasso en wanbetalers wijzen op de mogelijkheden van schuldhulpverlening. Op 15 maart 2011 is de wet ‘Opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering’ in werking getreden. Deze wet heeft tot doel het aantal onverzekerden terug te dringen. Het Zorginstituut Nederland spoort mensen zonder zorgverzekering op. Als ze na twee

waarschuwingen en boetes nog steeds geen verzekering hebben, sluit het Zorginstituut een zorgverzekering voor ze af.

Tabel 5.1: Aantal wanbetalers en onverzekerden op 31 december 2010-2013 a (Bron:

Zorginstituut Nederland, 2014a).

Jaar Aantal wanbetalers op

31 december Aantal onverzekerden op 31 december

2010 266.587 290.000

2011 303.782 57.965

2012 299.775 31.681

2013 316.378 28.740

a De cijfers van voor 2010 zijn verzameld door het CBS. Er golden toen andere definities

waardoor die cijfers niet te vergelijken zijn met de cijfers in deze tabel

De invoering van deze regeling en een administratieve opschoning hebben geleid tot een aanzienlijke daling van het aantal onverzekerden. Veel mensen konden aantonen dat zij niet Zvw-verzekeringsplichtig zijn omdat zij niet AWBZ-verzekerd zijn. Het ging bijvoorbeeld om mensen die in Nederland woonden maar in het buitenland werkten, mensen die naar het buitenland waren verhuisd maar zich niet hadden uitgeschreven en buitenlandse studenten. Eind 2013 waren er 28.740 onverzekerden, eind 2010 waren dat er nog 290.000 (zie tabel 5.1). Het aantal wanbetalers is wel toegenomen. Mensen die voorheen om financiële redenen onverzekerd waren, zijn nu wel verzekerd. Ze betalen echter de zorgpremie niet. Wanbetaling van de zorgpremie staat niet op zichzelf. Vaak zijn er ook andere schulden. Uit onderzoek van Social Force (2014) blijkt dat deze groep moeilijk te bereiken is. Herhaaldelijke telefonische en schriftelijke oproepen leveren vaak niets op.

De overheid heeft een aantal maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de

zorgverzekering voor iedereen betaalbaar is. De belangrijkste is de zorgtoeslag. Deze biedt een financiële tegemoetkoming voor de nominale premie voor verzekerden met een inkomen onder een bepaalde inkomensgrens. Daarnaast is een aantal fiscale maatregelen getroffen (VWS, 2012a). Ook zijn er in een wetsvoorstel nieuwe maatregelen voorgesteld. Zo kan de wanbetaler zelf een betalingsregeling met de zorgverzekeraar afspreken in plaats van een wettelijk vastgestelde premie die aan het Zorginstituut betaald moet worden. Zo keert de wanbetaler sneller terug naar de zorgverzekeraar.

In 2013 zagen meer mensen vaker af van zorg vanwege de kosten dan in 2010

Uit de Health Policy Survey die in 11 landen werd uitgevoerd, blijkt dat 22% van de Nederlandse volwassenen in 2013 één keer of vaker heeft afgezien van zorg vanwege de kosten (Faber et al., 2013; Schoen et al., 2013). Het gaat dan om een bezoek aan een arts, een onderzoek of

behandeling die door een arts werd aanbevolen of de aanschaf van medicijnen. In de Verenigde Staten lag dit percentage beduidend hoger (37%) maar in alle andere landen lager

Tabel 5.2: Percentage a personen van 18 jaar en ouder dat problemen met de betaalbaarheid

van de zorg heeft ervaren, gemeten in 2013 (Bron: Faber et al., 2013; Schoen et al., 2013).

Land NL DU FR NO VK ZWE ZWI AU NZ CA VS

Aantal personen 1000 1125 1406 1000 1000 2400 1500 2200 1000 5412 2002

Is het de afgelopen 12 maanden voorgekomen dat u …

 

… een medisch probleem had, maar vanwege de kosten geen arts heeft bezocht?

12 8 8 5 2 3 7 9 16 5 28