• No results found

Implementatie van de aanbevelingen

In document Thesis Utrechtse Waarden (pagina 46-51)

Deze locatie is hiervoor niet de ideale plek, weinig tot geen kenmerken Absoluut niet mogelijk, kenmerken ontbreken

7. Implementatie van de aanbevelingen

In dit hoofdstuk wordt kort beschreven hoe de implementatie van de aanbevelingen dient te worden uitgevoerd.

Het onderzoek naar de kernkwaliteiten van de Utrechtse Waarden is het eerste onderzoek naar de kwaliteiten van de omgeving. Om de het Streekfonds Utrechtse Waarden een idee te geven van de te ondernemen stappen, wordt in de onderstaande tekst kort omschreven hoe de aanbevelingen geïmplementeerd moeten worden. De aanbevelingen zijn:

1. Richten op locaties met water en hoge bomen

2. Vervolgonderzoek voor aanvullende gegevens

3. In gesprek gaan met lokale ondernemers en belanghebbenden

Stappen van implementatie

1. Richten op locaties met water en hoge bomen

De interessante locaties en de favoriete speeltoestellen van de doelgroep lijken pas op langere termijn van pas te komen. Indien de aanvullende vervolgonderzoeken zijn afgesloten en duidelijk is met welke partijen een samenwerking wordt aangegaan, dient men over een jaar een pilot op te zetten op de daarvoor gekozen locatie. Over de exacte indeling van de natuurspeelplek kan pas worden

gebrainstormd, wanneer de exacte locatie bekend is. 2. Vervolgonderzoek voor aanvullende gegevens

Om een gedetailleerd en realistisch beeld te krijgen van de mogelijkheden van de locaties die

voortgekomen zijn uit dit onderzoek, dienen binnen nu en 5 maanden een vervolgonderzoeken gedaan te worden naar financiële mogelijkheden, restricties, veiligheid, beschikbaarheid en de mobiliteit van de doelgroep. De eerste stappen in dit onderzoek zijn gezet door studenten van de Saxion Hogeschool. Het Streekfonds kan de vervolgonderzoeken wederom laten uitvoeren door studenten.

3. In gesprek gaan met lokale ondernemers en belanghebbenden

Vanwege de merkbare maatschappelijke betrokkenheid onder de inwoners van de Utrechtse Waarden, is het verstandig om te peilen in hoeverre zij zich zouden willen inzetten voor dit project. Het

Streekfonds Utrechtse Waarden moet een campagne in de regio starten waarbij zij hun intenties bekend maken aan het publiek. Na twee maanden campagne voeren dient het Streekfonds een vergadering te organiseren met alle belangstellenden. Tijdens die vergadering kunnen ideeën worden uitgewisseld en zal er meer duidelijkheid zijn over eventuele samenwerkingen.

8. Discussie

In dit hoofdstuk worden de interne validiteit, externe validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek besproken.

Onder validiteit, ook wel geldigheid, verstaat men over het algemeen: de mate waarin de test meet wat het beoogt te meten. De betrouwbaarheid van een test is hoog, indien deze test na herhaald afname van de test bij een bepaald persoon dezelfde waarde/testuitkomst geeft.

8.1 Interne validiteit

Van der Zee (2015) geeft aan dat men zich bij de interne validiteit de vraag moet stellen of, door middel van deze onderzoeksopzet, de te trekken conclusies uit het onderzoek wel valide zijn. Hierbij wordt gekeken naar de onderzoeksopzet, de wijze van het trekken van de steekproef en het meetinstrument.

De steekproef is gedaan onder acht basisscholen die bereid waren om mee te werken aan het onderzoek. Hierbij is de steekproef van de populatie dus gebaseerd op beschikbaarheid en

voorafgaand is er een quotum van 1000 uit te geven vraaglijsten gesteld. De basisscholen hebben de instructiebrieven met daarin een verwijzing naar de online enquête uitgedeeld aan hun leerlingen van de groepen vijf tot en met acht, die vervolgens op eigen initiatief de vragenlijst in konden vullen. Behalve het aansporen op het uitdelen heeft de onderzoeker hier geen invloed op gehad.

De keuze van het meetinstrument bleek de juiste methode om een zo groot mogelijk deel van de populatie te kunnen bereiken. Op deze manier kregen alle deelnemers dezelfde vragen en uitleg voorgeschoteld en waren zij niet afhankelijk van een mondelinge toelichting van de onderzoeker. Alle basisscholen hebben voorafgaand aan het onderzoek de kans gekregen om de vragenlijst te

controleren en hieruit zijn geen onduidelijkheden naar voren gekomen. Ook de keuze voor het plannen van een brainstormsessie bleek de juiste, omdat dit de deelnemers van de groepsbijeenkomst

aanspoorde tot het bedenken van meer verschillende locaties. De experts hebben de gehele lijst met locaties in korte tijd samen kunnen stellen.

8.2 Externe validiteit

Bij de externe validiteit staat de vraag centraal of op basis van de conclusies op basis van de steekproef gegeneraliseerd mag worden.

Hierbij staan twee vragen centraal, namelijk;

∙ Zijn de deelnemers van de experiment afkomstig uit de vooraf bedoelde populatie? ∙ Is de meetsituatie zodanig dat verwacht mag worden dat de respondenten zich

daarin net zo zullen gedragen als in situaties waarheen de resultaten uiteindelijk gegeneraliseerd worden?

De deelnemers van het experiment zijn allen afkomstig uit de vooraf bedoelde populatie, namelijk kinderen van 9 tot 12 jaar uit de omgeving Utrechtse Waarden. De resultaten geven een duidelijk beeld van de gemiddelde beoordelingen die kinderen toekennen aan mogelijke natuurspeeltoestellen. Wel is de groep respondenten achteraf gezien lager dan vooraf werd gehoopt, maar ondanks dat zijn de

resultaten generaliseerbaar. De opdrachtgever wil namelijk weten welke kernkwaliteiten de locaties hebben op basis van het profiel van de doelgroep. Dit profiel, bestaande uit voorkeuren voor

speeltoestellen, kan voldoende omschreven worden met de verkregen resultaten. In de toekomst kan het echter verstandig zijn om een steekproef te doen van een grotere omvang.

8.3 Betrouwbaarheid

Een meetinstrument is betrouwbaarder als deze scores toekent aan kenmerken waarvan de afwijking in de meting zo min mogelijk aan het meetinstrument is te wijten. (Van der Zee, 2015)

De betrouwbaarheid van het onderzoek is gewaarborgd door de grote benadering van de populatie. Daarnaast is er bij de groepsbijeenkomst gesproken met drie verschillende gemeenteleden uit naastgelegen gemeenten en zullen zij hoogstwaarschijnlijk bij een volgend onderzoek dezelfde locaties benoemen. Met betrouwbaarheid wordt nagegaan hoeveel toevallige fouten er voorkomen in het onderzoek. Enkele toevallige fouten die wellicht in het onderzoek voorkomen, zijn:

∙ Wellicht is per ongeluk het verkeerde antwoord aangekruist;

∙ Wellicht had de respondent tijdgebrek en heeft hij of zij de vragenlijst zonder al te goed te controleren ingevuld;

∙ Het is mogelijk dat de respondent zich bij het invullen van de vragenlijst heeft laten beïnvloeden door een ouder of bekenden.

Gedurende de afname van de vragenlijst heeft de onderzoeker geen invloed kunnen uitoefenen op de bovenstaande mogelijkheden. Bij een eventueel vervolgonderzoek onder ander omstandigheden (bijvoorbeeld klassikaal invullen), is het mogelijk dat de resultaten zouden kunnen afwijken. Er is echter geen aanwijsbare reden om dit met zekerheid te kunnen zeggen.

Nawoord

Reflectie

In de onderstaande tekst wordt gereflecteerd op het eigen handelen tijdens het thesisproject. Hierin komen de planning en organisatie, de samenwerking en de waarde van de thesis voor de branche aan de orde. Daarnaast wordt kort besproken welke ontwikkeling ik heb doorgemaakt. Tot slot worden er enkele leerpunten gegeven waarbij dingen benoemd worden die ik anders zou doen bij een volgend thesisproject.

Planning en organisatie

Voorafgaand aan het onderzoek is in het projectvoorstel een planning opgemaakt voor de te doorlopen stappen van de rest van het onderzoek. Gedurende het onderzoek is gebleken dat hier achteraf, met name bij de dataverzameling, vaak van is afgeweken. Bij de brainstormsessie is een duidelijk afspraak gemaakt om elkaar op 4 maart te ontmoeten, maar volgens de oorspronkelijke planning had de groepsbijeenkomst al eerder voltooid moeten zijn. Daarnaast was het de bedoeling vlak na de

groepsbijeenkomst de vragenlijsten te gaan afnemen, maar vanwege imperfecties in de vragenlijsten is dit uiteindelijk met meer dan een maand uitgesteld. Hierin had ik mij meer aan de vooraf gemaakte planning moeten houden, aangezien nu vrij onoverzichtelijk werd wat er nog moest gebeuren. Dit heeft dan ook geresulteerd in het missen van een deadline voor het inleveren van de thesis.

Samenwerking

De samenwerking met de medestudenten was aan het begin van het onderzoek aanzienlijk beter dan in de huidige situatie. Ondanks dat het lastig was om afspraken met elkaar te maken door de

verschillende begindata, werd er volop gediscussieerd over de te nemen stappen en gaven wij elkaar tips. Na verloop van tijd leek dit te verwateren en is het contact miniem geworden. Dit heeft deels te maken met het feit dat enkele leden van de groep vertraging opliepen en een andere student al veel eerder klaar was dan de rest.

Daarnaast verliep de communicatie met Wilfrey van der Linden bij aanvang van de scriptie uitstekend. Zo was er voortdurend terugkoppeling over de ondernomen stappen, zowel telefonisch als per mail. Net als het contact met de medestudenten verwaterde dit contact op een gegeven moment. Ik neem mijzelf dan ook kwalijk dat ik op een gegeven moment stopte met het geven van terugkoppelingen aan Wilfrey. De voornaamste reden hiervoor was dat ik begon af te wijken van de oorspronkelijk planning en pas de terugkoppeling wilde geven als ik daadwerkelijk relevante informatie kon tonen. Daarbij was ik afhankelijk van het terugkrijgen van de vragenlijsten, daar ik zonder deze resultaten geen woord kon typen in verband met het doen van de MCA.

Ook de communicatie met Klaas-Hemke van Meekeren verliep bij aanvang van het project beter dan tegen het einde van de thesisperiode. Klaas-Hemke was begrijpelijkerwijs van mening dat het Streekfonds in ons had geïnvesteerd en daar tot op heden weinig resultaten van zag. Dit werd mede veroorzaakt door het feit dat ik Klaas-Hemke maar zelden op de hoogte hield van de ontwikkelingen. Middels een mail is dit destijds opgehelderd en heb ik mijn excuses aangeboden. Ook hierin neem ik mijzelf kwalijk dat ik de opdrachtgever het idee heb gegeven dat de resultaten uitbleven.

Welke ontwikkeling heb ik doorgemaakt?

Als ik kijk naar mijn aanpak in het begin van de thesis ben ik van mening dat ik soms iets te

ingewikkeld heb gedacht over de opzet van het onderzoek. Zo ben ik in het begin wel twee maanden bezig geweest om ervoor te zorgen dat de opzet in orde was. Zelfs na deze twee maanden volgden nog

enkele correcties van mijn begeleider, daar hij van mening was dat ik mij specifieker moest richten op de gebiedskwaliteiten en niet de haalbaarheid, mobiliteit van de doelgroep en andere zaken. Naarmate de thesis vorderde bleek dat er vanzelf structuur leek te ontstaan en dat het vanzelf duidelijk werd welke kant ik op moest gaan met het onderzoek. Ik denk daarom dat dit een enorm wijze les is

geweest voor een volgend onderzoek. Daarin zou ik eerder beginnen met de dataverzameling en zou ik mij minder druk maken of het onderzoek wel interessante resultaten zou vertonen.

Positief punt

Gedurende de benadering van de basisscholen kreeg ik veelvuldig complimenten over de opgezette vragenlijst en daaraan verbonden buitenspeel-prijs. Buiten het feit dat zij het project in het algemeen interessant vonden, waren enkele schooldirecteuren van mening dat mijn deelproject en de daarbij horende vragenlijst leuk waren uitgezet. Na de loting heeft een 10-jarig meisje uit Montfoort een buitenspelpakket ontvangen en heb ik veelvuldig mailcontact met haar en haar ouders gehad waarin ze me vragen stelden over het project en aantoonden erg blij te zijn met de prijs.

In de toekomst zou ik wederom een prijs willen koppelen aan het invullen van een vragenlijst (mede door de leuke reacties), indien dit als gevolg heeft dat meer mensen reageren.

Leerpunten

∙ Ik moet mij in het vervolg proberen te houden aan de vooraf vastgestelde planningen;

∙ Het belangrijkste leerpunt is dat ik veel meer moeite en tijd moet steken in de communicatie met medestudenten/collega’s en begeleiders. Ik wil dat zij in het gevolg niet achter mij aan hoeven te komen en dat ook ik op de hoogte ben van wat de andere studenten doen.

Waarde van de thesis voor de actuele behoefte van de branche

Naast de waarde van de thesis voor de opdrachtgever, geeft deze thesis tevens antwoord op enkele behoeften uit de hospitality branche. Zo blijkt uit het literatuuronderzoek dat:

∙ Er steeds meer aandacht lijkt te zijn voor duurzaamheid en milieu;

∙ Authenticiteit scoort;

∙ Er een enorme groei te zien is in het plattelandstoerisme.

Deze scriptie levert de branche een kaart van potentiele locaties in Utrechtse Waarden, waar een natuurbuitenspeelplek ontwikkeld kan worden. Dit is de eerste stap van gebiedsontwikkeling, waarbij de kwaliteiten van een gebied worden geanalyseerd.

Het doel van de thesis is om de ideale indeling van een buitenspeelplek te creëren , waar kinderen hun vrije tijd willen besteden. Dit sluit aan op de trend van de wereldwijde bewustwording dat bewegen erg belangrijk is voor de lichamelijke- en mentale gezondheid. De informatie die voortkomt uit deze thesis draagt bij aan het ontwikkelen van een beweeg-app. Deze beweeg-app moet uiteindelijk een positieve invloed hebben op het beweeggedrag van jonge kinderen. De Utrechtse Waarden is een streek, buiten de stedelijke gebieden, welke met name uit polders en bossen bestaat. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat er steeds meer aandacht lijkt te zijn voor duurzaamheid en milieu. Het ontwikkelen van een buitenspeelplek sluit uitstekend aan op de huidige interesses van de toeristische markt.

Een andere trend is dat er een enorme groei te zien is in het plattelandstoerisme. Mensen willen graag het authentieke plattelandsgevoel ervaren. In dit thesisrapport is voortdurend rekening gehouden met het bewaken van de identiteit van de streek. Het Streekfonds Utrechtse Waarden wil niet dat de identiteit van de streek verloren gaat. Deze insteek zorgt ervoor dat het ontwikkelen van een natuurspeelplek en een beweeg-app, inhaakt op de trends in de vrijetijdssector. Tot slot kan de uitvoering van dit onderzoek worden toegepast op elk gebied waar men een natuurspeelplek wil ontwikkelen. Door een koppeling te maken tussen de favoriete speeltoestellen van kinderen en de natuurlijke kenmerken op een locatie, kan de potentie van een locatie eenvoudig bepaald worden.

Lijst met figuren en tabellen

In document Thesis Utrechtse Waarden (pagina 46-51)