• No results found

Imago van hogescholen per externe stakeholdersgroep

5.2 Wat is het huidige imago van hogescholen?

5.2.3 Imago van hogescholen per externe stakeholdersgroep

Uit de factoranalyse van externe stakeholders kwamen, op de journalisten na, de

stakeholdersgroepen niet naar voren. Vandaar dat iedere stakeholdersgroep apart met de HBO-raad is vergeleken door middel van een factoranalyse. In deze paragraaf wordt per externe stakeholdersgroep gekeken hoe deze zich tot de HBO-raad verhoudt. Gekeken wordt in hoeverre de respondenten van de externe stakeholdersgroepen in hun imago overeenkomen met het imago dat de medewerkers van de HBO-raad van hogescholen hebben. Hoewel het niet mogelijk is, vanwege privacy overwegingen, om het netwerk van stakeholders in kaart te brengen is er wel naar de grootte van de netwerken en de hoeveelheid nevenfuncties van de externe stakeholders gekeken.

Imago van hogescholen onder adviesorganisaties

Van de vijf respondenten van adviesorganisaties hebben er twee een andere visie op

hogescholen dan de medewerkers van de HBO-raad. Deze twee respondenten hebben een groot netwerk en veel nevenfuncties, daarnaast zijn ze bestuurlijk bij (een) universiteit(en) actief. Deze

twee respondenten hebben echter wel een beeld van hogescholen dat dicht bij het gewenste imago ligt. Dat hun imago van hogescholen anders is dan dat van de medewerkers van de HBO-raad en de drie andere adviesorganisaties kan verklaard worden door het feit dat deze twee respondenten een groot netwerk hebben en daardoor van verschillende kanten informatie over hogescholen toegespeeld krijgen.

Imago van hogescholen onder kamerleden

Van de drie kamerleden hebben er twee een ander imago van hogescholen dan de medewerkers van de HBO-raad. Ze vinden hogescholen niet transparant, maar vinden de lectoraten een goede ontwikkeling. Het kamerlid waarvan het imago van hogescholen wel overeenkomt met het imago van HBO-raad medewerkers beschouwt de HBO-raad als het waardevolste informatiekanaal. Hierbij is het opmerkelijk dat een van de kamerleden die een ander imago heeft, dan de medewerkers van de HBO-raad, graag uitgebreidere informatie vanuit de HBO-raad zou willen.

Imago van hogescholen onder journalisten

De vier journalisten hebben als groep een ander beeld van hogescholen dan de medewerkers van de HBO-raad. Dit is opmerkelijk, aangezien de journalisten de enige stakeholdersgroep is die als gehele groep een ander beeld van hogescholen heeft dan de medewerkers van de HBO-raad. De journalisten associëren hogescholen met HBO-fraude, fusies en ontransparantheid. Deze negatief getinte blik van buitenaf kan verklaard worden door het feit dat de journalisten de laatste tijd veel over deze onderwerpen geschreven hebben en dat hun beeld hierdoor beïnvloed is.

Imago van hogescholen onder OCW

Een van de twee respondenten van OCW heeft samen met twee medewerkers van de HBO-raad een ander beeld van hogescholen dan de overige medewerkers van de HBO-raad. Opvallend is dat deze respondenten alle drie financiën in hun portefeuille hebben. Hun imago ligt dichter bij het gewenste imago op het gebied van veelzijdige kenniscentra dan het imago van de HBO-raad medewerkers. Doordat deze respondenten met financiën te maken hebben kan het zijn dat zij een afstandelijker en zo een rooskleuriger beeld van hogescholen hebben.

Imago van hogescholen onder belangenorganisaties

Vier van de zeven respondenten van belangenorganisaties hebben een ander beeld van hogescholen dan de medewerkers van de HBO-raad. Deze vier respondenten zijn weer op te delen in tweetallen met beiden een ander imago van hogescholen. Dat de respondenten zo verdeeld zijn over het imago dat zij hebben van hogescholen valt te verklaren door het feit dat deze respondenten allemaal een andere organisatie vertegenwoordigen met eigen belangen en eigen visies.

Het eerste tweetal respondenten vertegenwoordigt beiden een organisatie voor

beroepsonderwijs. Dat zij vanuit een perspectief vanuit het beroepsonderwijs kijken, komt duidelijk naar voren in het imago dat zij van hogescholen hebben. Zo vinden ze

masteropleidingen van toepassing op hogescholen en het ontwikkelen van praktijkgerelateerde kennis helemaal niet. Het tweede tweetal respondenten heeft als overeenkomst dat zij de HBO-raad als waardevol informatiekanaal beschouwen. Ze vinden hogescholen niet pro-actief, maar ze vinden de kennisuitwisseling van de hogescholen met andere bedrijven en instellingen wel erg kenmerkend. Op dit vlak komt hun beeld van hogescholen meer overeen met het gewenste imago dan het imago van de HBO-raad medewerkers.

Imago van hogescholen onder collegebestuurders hogescholen

Drie van de vier collegebestuurders hebben een ander beeld van hogescholen dan de

medewerkers van de HBO-raad. Deze drie collegebestuurders hebben een groot netwerk en veel nevenfuncties. Dat de collegebestuurders een ander beeld van hogescholen hebben dan de medewerkerkers van de HBO-raad kan verklaard worden door het feit dat de collegebestuurders hogescholen meer vanuit de praktijk (van hun eigen hogeschool) bekijken. De medewerkers van de HBO-raad zijn meer met beleid voor de hogescholen in het algemeen bezig, terwijl de collegebestuurders het beleid in de praktijk toe moeten passen en tegen alle problemen die hierbij horen aanlopen.

De collegebestuurders zijn neutraal gestemd over masteropleidingen en toepassingsgericht onderzoek, terwijl de medewerkers van de HBO-raad negatief gestemd zijn over deze

onderwerpen. Andersom vinden de drie collegebestuurders het kenmerk professioneel bestuur erg van toepassing op hogescholen, terwijl de medewerkers van de HBO-raad hier juist neutraal over gestemd zijn.