• No results found

5. Sociale contacten

5.1 Sociale contacten in de lage inkomensbuurt

5.1.4 Huidig contact in de lage inkomensbuurt

Respondenten stellen dat het huidige contact met andere bewoners van de buurt goed is. Ze geven aan dat de meeste sociale contacten zich op straatniveau bevinden. Dit kan een gevolg zijn van het contact dat is opgedaan in de aanloop naar de bouw van de huizen. Hierbij zijn in sommige gevallen hechte banden ontstaan tussen buurtbewoners.

“Dat «goed contact» hebben we eigenlijk nog steeds met ons straatje. Dat we een keer in de drie/vier maanden bij mensen thuis afspreken en dat heet het Marsstraatavondje. En dan komen we bij elkaar en horen we hoe het met iedereen gaat. We hadden dat in januari ook weer. En toen hebben we een taart gemaakt met: 'Vijf jaar Marsstraat' erop. En ik had op Facebook van alle bewoners uit onze straat alle hoogte en dieptepunten opgezocht. Van kinderen die geboren zijn en alles huisdieren die er kwamen en overleden zijn. Die had ik allemaal hier op tafel gelegd. Dus toen kon je zien wat er eigenlijk in die vijf jaar dat we hier samen wonen al hebben meegemaakt. Dat was heel leuk!” Vrouw, 34

Respondenten stellen dat ze hun directe buren het meest regelmatig spreken. Contact met andere buren komt voort uit gemeenschappelijke activiteiten in de buurt. Het hebben van kinderen wordt vaak genoemd als een factor om in contact te komen met andere ouders. Aan de andere kant stellen sommige respondenten dat het hebben van kinderen ervoor zorgt dat men minder sociale contacten heeft met buren. Men geeft aan “in een bubbel te leven” door de volle agenda’s van de kinderen. Volgens de respondenten zijn er ook bewoners die zich volledig onttrekken aan de sociale contacten in de buurt. Zo wist een respondent te vertellen dat in hun blok al vier verschillende wietplantages zijn ontdekt. Bij een van de directe buren was een wietplantage gevonden en met deze reden is het contact verbroken.

“De hele buurt heeft dat natuurlijk kunnen zien. In dit hofje zijn het er vier die hier zijn opgerold. Maar ja, dat hoort ook bij een nieuwbouwwijk. Maar die mensen spreek ik dus niet met de buurtfeesten.” Vrouw, 32

Verdachte situaties worden in de lage inkomensbuurt gedeeld in een buurtapp. Bij meldingen van serieuze aard wordt er door sommige bewoners actie ondernomen door aan de desbetreffende verdachte persoon te vragen wat zijn reden is om in de buurt te zijn. Dit geeft aan dat de sociale controle in de buurt hoog is.

Er is echter een duidelijk verschil merkbaar tussen bewoners van het Cupidohof en de bewoners die op ‘het brede veld’ wonen. De bewoners van ‘het brede veld’ kennen naast hun directe buren nauwelijks andere omwonenden van hun blok. In het Cupidohof heerst er wel een saamhorigheidsgevoel onder bewoners. De gemeenschappelijke activiteiten in het Cupidohof zijn hier mede de reden van. Activiteiten in beide blokken zullen in de volgende paragraaf worden besproken.

46

Afbeelding 5.1 De lage inkomensbuurt onderverdeelt in de verschillende blokken waar men contact mee heeft.

Activiteiten

Uit de interviews met respondenten blijkt dat men elkaar het best heeft leren kennen door gemeenschappelijke activiteiten. Er is echter wel een verschil tussen de twee verschillende hofjes. In deze paragraaf zullen eerst de activiteiten van het Cupidohof besproken worden. Hierna zal het hofje van ‘het brede veld’ worden behandeld.

Cupidohof

Het Cupidohof kent een groep bewoners die samen het veldje waar alle huizen van het Cupidohof aan grenzen hebben bebouwd. Hier hebben zij onder andere een zithoek, een speeltuin en een moestuin gemaakt. De mooie bebouwing van het veldje heeft ervoor gezorgd dat er meer contact is ontstaan tussen bewoners.

Het hofje was volgens gebiedsaanjager Bastiaan van Schaijk eerst als vrije kavel op de markt gebracht. Er was echter lange tijd geen aanvraag voor de bebouwing van dit hof. Een actieve bewoner vertelde dat de gemeente de mogelijkheden onderzocht om een kinderdagverblijf te bouwen. Als bewoner was zij hierop tegen, omdat er volgens haar te weinig parkeerplaatsen zouden zijn voor de auto’s van ouders die hun kinderen kwamen halen en brengen. Zij is vervolgens met enkele buren die aan het hofje wonen naar de gemeente gegaan om te kijken of ze zelf iets konden ondernemen. Hier werd duidelijk dat de plannen nog niet duidelijk waren zolang er niemand

47

interesse had om de kavel te kopen. De plannen van bewoners aan het hofje werden door de gemeente positief ontvangen. Het contact bij de gemeente werd vergemakkelijkt door haar eerdere werk voor de gemeente Almere en kennis van het gemeentelijk apparaat. De bewoner geeft ook aan dat zij tijd hiervoor kon vrijmaken, omdat ze nog geen drukke baan had. Een andere actieve bewoner is vervolgens langs de deuren gegaan om alle bewoners bij elkaar te brengen voor een bijeenkomst in een bouwkeet. Bij deze vergadering waren ongeveer 15 tot 20 huishoudens aanwezig en werden ideeën voor het hofje bedacht. Dit waren enkel bewoners die woonden aan het Cupidohof. Deze samenkomst in de bouwkeet wordt door meerdere respondenten omschreven als een bijeenkomst waarbij men elkaar leerde kennen en men gaf aan “een klik” te hebben met elkaar. Deze bijeenkomst vond een jaar nadat alle huizen waren gebouwd plaats. De respondenten uit het Cupidohof geven aan dat het tijdsbestek van een jaar na de bouw van cruciaal belang is geweest, omdat iedereen net klaar was met de bouw van zijn huis. Na de bijeenkomst had iedereen zin om het hofje te bebouwen. Door het bouwen van een huis middels particulier opdrachtgeverschap zagen de bewoners in dat ook de rest van hun leefomgeving maakbaar was.

Bij de bouw van het hofje werd gebruikt gemaakt van de verscheidenheid aan kwaliteiten van de omwonenden van het Cupidohof. Zo waren sommige buurtbewoners bezig om bouwmaterialen, bomen en plantjes gratis op te halen uit andere delen in Almere. Een beeldend kunstenares heeft het ontwerp van het hofje gemaakt. Later zorgden andere buurtbewoners, die contact hadden met de gemeente, voor shovels die het terrein vlak maakten. De gemeente had tijdens de bouw van het hofje een faciliterende rol. Financiële steun kon er niet geboden worden, omdat de gemeente niet wilde investeren in een hofje waarvan de grond mogelijk kon worden verkocht. Desalniettemin gebruikte de gemeente het hofje wel als promotiemiddel voor de IbbA-regeling. Een voorbeeld hiervan was de opening. Dit viel samen met de Floriade die in 2012 in Almere werd georganiseerd. De wethouder knipte het lint door en Omroep Flevoland deed verslag. Een anekdote over de opening geeft goed weer hoe de kwaliteiten van de bewoners en de verdeling van taken ervoor heeft gezorgd dat het hofje er is gekomen:

“De wethouder was aanwezig op het hofje. Toen spraken we met een buurman over de toespraak die gehouden moest worden voordat het begon. Deze man antwoordde dat hij alleen verantwoordelijk was voor het vlees en voor de rest er niets mee te maken had. Dus dat maakt duidelijk dat iedereen hier zijn eigen taak heeft. En het vlees was perfect geregeld! Mensen kennen elkaar hier en daar profiteert iedereen van.” Man, 58

Tegenwoordig worden er veel activiteiten in het hofje georganiseerd. De activiteiten worden voor een groot gedeelte georganiseerd door dezelfde bewoners die de drijvende kracht waren achter de komst van het hofje. Eén respondent zegt echter dat ze na enkele jaren haar activiteiten voor het hofje heeft beëindigd omdat haar prioriteiten veranderden. In het Cupidohof hebben weinig verhuizingen plaatsgevonden. Veel bewoners die er vijf jaar geleden kwamen wonen, hebben inmiddels kinderen gekregen waardoor het merendeel van de huishoudens bestaat uit gezinnen met jonge kinderen. Met deze reden zijn veel activiteiten in het hofje gericht op kinderen. Zo wordt er met Pasen naar eieren gezocht en met Halloween wordt het hele hofje omgetoverd tot een spooklandschap waarbij iedereen zich verkleedt. Het feit dat het hofje al vier jaar bestaat heeft ervoor gezorgd dat men bepaalde activiteiten is gaan zien als een traditie. Door de respondenten wordt voornamelijk gesproken over “ons hofje”. Er zijn daarnaast activiteiten om het hofje te onderhouden, zoals het oogsten van de moestuin en het maaien van het gras. Bewoners kunnen zelf

48

bepalen of ze mee doen aan een activiteit. Speeltoestellen worden gefinancierd door sponsorlopen en de bewoners kunnen gebruik maken van de €500-motie als er extra geld nodig is voor activiteiten. Deze motie kan bij de gemeente worden aangevraagd ter bevordering van sociale binding in de buurt. De gemeente bepaalt of het aangevraagde bedrag wordt uitgekeerd. Het onafhankelijk zijn van vaste inkomsten, past bij het open en ongedwongen karakter van het Cupidohof. De bewoners van het Cupidohof wilden het beheer van het hofje niet in een stichting onderbrengen, omdat de taakverdeling en de beslissingen dan door een kleine groep zouden worden bepaald. Deze vrijheid kan echter soms wel tot problemen leiden tussen bewoners:

“Ja soms zijn er weinig mensen tijdens een werkdagje. En dan wordt er weleens gemopperd. Bij leuke activiteiten komen er meer mensen kijken. Als er een keer hard gewerkt moet worden in de tuin komen er minder mensen. Dat levert soms wel een beetje frustratie op, maar we dwingen bewoners dus niet om mee te helpen.” Vrouw, 27

De bouw van het hofje geschiedde echter wel op de voorwaarde dat de kavel beschikbaar bleef voor eventuele kopers; er is dus geen verandering gekomen in het bestemmingsplan. Hoewel het onwaarschijnlijk lijkt dat de kavel nog verkocht zal worde,n is alle bebouwing officieel van tijdelijke aard. In de interviews geven bewoners aan dat het Cupidohof er niet had gekomen zonder gangmakers. De gangmakers bevonden zich in verschillende straten die grenzen aan het Cupidohof. ‘Het brede veld’

Zo vol als het Cupidohofje staat, zo leeg ziet het hofje van ‘de brede kavels’ er uit. Activiteiten tussen bewoners beperken zich tot gezamenlijke etentjes, verjaardagen van kinderen en een eenmalige buurtbarbecue waarbij de opkomst uitermate laag was. Actieve bewoners van ‘het brede veld’ hebben geprobeerd eenzelfde saamhorigheid te creëren als in het Cupidohof. De gemeente stimuleerde deze plannen en vroeg bewoners van het Cupidohof hen te helpen. Hierop zijn bewoners van ‘het brede veld’ op bezoek gekomen bij het andere hofje om te leren van actieve bewoners uit het Cupidohof. Er is vervolgens een bijeenkomst geweest waarbij bewoners van ‘het brede veld’ ideeën konden geven voor de invulling van hun hofje. Een respondent zegt over deze bijeenkomst het volgende:

“Rommelig, heel rommelig. Mensen hadden niet echt oor voor elkaar. En daar kan je ook wel merken dat er heel veel verschillende niveaus zitten in dit blok. Niet iedereen heeft dezelfde levensbehoefte. Dus ja, het zijn natuurlijk toch starterswoningen. Dat wilt niet per se zeggen dat je een jong gezin bent. Dat kan ook iemand zijn van vijftig met dezelfde woning. Die hebben toch andere prioriteiten. Die willen niet een speeltuin achter hun huis. Ik denk dat daar wel een verschil in zit.” Vrouw, 33

Het verschil in denkwijze van bewoners bleek hier een belemmering te zijn voor het ontstaan van contact. Het zorgde er tevens voor dat bewoners zich na deze bijeenkomst ergerden aan elkaar. Het gebrek aan gezamenlijk contact zorgde volgens een respondent ervoor dat men zich niet meer druk maakte over de uitstraling van het hofje. Dit is te zien aan verschillende tuinen die niet afgemaakt zijn. Er waren in dit gedeelte van de lage inkomensbuurt geen gangmakers te benoemen die anderen op sleeptouw namen. Een andere verklaring voor het ontbreken van daadkracht binnen dit blok kan de korte afstand tot het Cupidohof zijn. Veel ouders geven ook aan dat zij daar kunnen spelen met hun kinderen. Dit wordt volgens de respondenten uit ‘het brede veld’ niet als hinderlijk

49

ervaren door bewoners van het Cupidohof. In de volgende paragraaf zal er ingegaan worden op de relatie die de buurten met lage inkomens hebben met bewoners uit hoge inkomens buurten.

Huidige contacten in de lage inkomensbuurt worden vooral onderhouden op straatniveau. Men gaat naar verjaardagen van de buren en komt bij elkaar voor een kopje koffie. Bewoners hebben contacten met bewoners buiten hun eigen straat door middel van gezamenlijke activiteiten. Het is opvallend dat de activiteiten in de lage inkomensbuurt worden verbonden aan de hoge mate van verschillen in interesses en kwaliteiten van de buurtbewoners. Uit de interviews blijkt dat bewoners uit de lage inkomensbuurt afkomstig zijn uit verschillende lagen van de samenleving. Er is een grote verscheidenheid aan de beroepen die men uitvoert. Het lage inkomen, wat bij de aankoop van de kavel als voorwaarde gold om in de lage inkomensbuurt te kunnen wonen, is de enige overeenkomst tussen bewoners. De diversiteit aan sociale achtergronden en denkwijzen kan als een voordeel worden. Als bewoners samen iets willen ondernemen kunnen zij hun kwaliteiten inzetten voor een gemeenschappelijk doel. Het kan echter ook een obstakel zijn als bewoners een gemeenschappelijk doel willen vaststellen. Het blijkt dat de aanwezigheid van gangmakers van belang is om mensen met verschillende achtergronden en kwaliteiten met elkaar te verbinden. Gangmakers zijn dus nodig om activiteiten, waar buren elkaar ontmoeten, tot stand te brengen. Zij zorgen ervoor dat bewoners enthousiast worden om samen iets in de buurt te ondernemen. Daarnaast kunnen de gangmakers door middel van hun kennis dienen als verlengstuk van de bewoners naar de gemeente. In ‘het brede veld’ ontbraken deze gangmakers waardoor er geen activiteiten plaatsvinden. Binnen de lage inkomensbuurt is er tussen het Cupidof en ‘het brede veld’ een verschil in de mate van contact dat men heeft met de buurt.