• No results found

WAT HOUDT DE NET STABLE FUNDING RATIO IN HET KADER VAN BASEL III IN?

Liquiditeitsrisico is ‘het risico dat de rechtspersoon loopt als zij niet de mogelijkheid heeft om aan de benodigde financiële middelen te komen om aan de verplichtingen uit hoofde van financiële instrumenten de voldoen’ (DNB, Open Boek Toezicht).

Het liquiditeitsrisico is onlosmakelijk verbonden met de transformatiefunctie van banken: banken trekken geld met een korte looptijd, bijvoorbeeld spaargeld, aan en zetten deze om in leningen met een langere looptijd, bijvoorbeeld hypotheken (Smolders, 2010). Om aan de kortlopende verplichtingen te kunnen voldoen heeft de bank voortdurend voldoende liquide middelen nodig omdat spaarders hun spaargeld tussentijds kunnen opvragen. Deze thesis probeert antwoord te geven op de vraag welke antecedenten van de coöperatieve identiteit kunnen worden ingezet om het risico van tussentijds overboeken van spaargeld te mitigeren en zoekt dus naar antecedenten van coöperatieve participatie die tevens leiden tot klantloyaliteit.

Tot de recente financiële crisis van 2008 waren eisen die aan financiële instellingen werden gesteld met betrekking tot de liquiditeit binnen Europa niet geharmoniseerd. Door het tekort aan liquiditeiten werd de noodzaak hiertoe plotseling duidelijk. Het bleek dat het liquiditeitsbeheer bij veel banken tekort schoot.

Binnen Basel III zijn er twee typen liquiditeitsrisico gedefinieerd. Het eerste type liquiditeitsrisico doet zich voor als een bank vanwege een marktbrede crisis niet in staat is om haar liquide activa snel en tegen lage kosten om te zetten in geld. Dit wordt het marktliquiditeitsrisico genoemd en wordt in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Het tweede type liquiditeitsrisico is het risico dat partijen die de bank korte termijn financiering verschaffen, deze middelen terugtrekken of niet willen herfinancieren. Dit heet het financieringsliquiditeitsrisico. De meest extreme voorbeeld van dit risico is een bank run waarbij spaarders massaal hun spaargeld opvragen, zoals dat in de recente financiële- en economische crisis een aantal keren is gebeurd. Vanuit het perspectief van de internationale financiële markt en de toezichthouders op de financiële instellingen is het de hoogste prioriteit een bank run te voorkomen vanwege het hoge besmettelijke karakter en het risico van verspreiding over meerdere financiële instellingen. Dit risico wordt binnen Basel III gemitigeerd door banken te dwingen te voldoen aan de Net Stable Funding Ratio.

De Net Stable Funding Ratio zal per 1 januari 2018 worden ingevoerd als minimum standaard.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 72 Appendix B: Enquête en resultaten

ENQUETE

Deze enquête wordt gehouden als onderdeel van een onderzoek in het kader van de studie Master of Science (MSc) Bedrijfskunde - General Management aan de Rijksuniversiteit Groningen. Mijn naam is Giljam Wartena, Manager Zakelijke Relaties bij Rabobank Enschede-Haaksbergen. Als het onderzoek door de universiteit voldoende wordt beoordeeld is de studie afgerond.

Ik wil u graag uitnodigen deze enquête in te vullen en op die manier een bijdrage te leveren aan de afronding van mijn studie. De verwachte tijdsbesteding bedraagt ca. 15 minuten. De titel van mijn eindscriptie is:

De coöperatieve identiteit van de Rabobank en het realiseren van de Net Stable Funding Ratio (NSFR) van Basel III.

Toelichting onderzoek:

Door de recente financiële crisis is de kwetsbaarheid van het bankwezen en het financiële stelsel gebleken. Vanwege het grote belang van een goed functionerend financieel stelsel worden banken, naast een aantal andere regels, gedwongen in de toekomst meer liquiditeiten aan te houden. De liquiditeiten die banken moeten aanhouden worden uitgedrukt in een kengetal: de Net Stable Funding Ratio (NSFR). Een belangrijk onderdeel van de liquiditeiten die banken aanhouden is spaargeld van klanten. Voor banken is het van belang dat het gaat om spaargeld van loyale klanten en leden anders lopen zij het risico dat het spaargeld van het ene op het andere moment wordt overgeboekt naar een andere financiële instelling. Als dit in grote mate gebeurt, is dit slecht voor de stabiliteit van het financiële stelsel.

De doelstelling van deze eindscriptie is de Rabobank inzichten aan te reiken of en op welke wijze de coöperatieve identiteit kan worden ingezet om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de NSFR.

Toelichting enquête:

Deze enquête bestaat uit 28 stellingen. Iedere stelling kent 3 antwoordmogelijkheden: mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, en mee oneens. Op iedere stelling is slechts één antwoord mogelijk. U kiest het antwoord dat het dichtst bij uw mening in de buurt komt.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 73

STELLINGEN

Stellingen met betrekking tot coöperatieve participatie

Stelling 1: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de maatschappelijke betrokkenheid van de Rabobank.

Toelichting: Maatschappelijke betrokkenheid bijvoorbeeld door sponsoring van een sportvereniging in uw stad, dorp of wijk, of door het organiseren van cursussen en workshops voor bepaalde groepen leden en klanten (zoals knoppencursus internet bankieren).

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

50% 33% 17% -3,17 / 0,0017 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 2: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank haar klanten centraal stelt.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two

tail probability

Resultaat significant

84% 12% 4% 7,66 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 74

Stelling 3: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank mij in staat stelt om als lid zelf maatschappelijk betrokken te zijn.

Toelichting: Bijvoorbeeld door lid te worden van de ledenraad van de Rabobank of door ledenbijeenkomsten bij te wonen in de wijk of het dorp waar u woont. Hierdoor zou het gevoel kunnen ontstaan een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij en/of (de mogelijkheid van) uitbouw van het eigen netwerk.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

34% 44% 22% -7,75 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 4: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank mij in staat stelt om als lid invloed en zeggenschap te kunnen uitoefenen binnen de Rabobank.

Toelichting: Invloed en zeggenschap kan binnen Rabobank heel ver gaan, zelfs tot inspraak in de samenstelling van de Raad van Commissarissen (voorbehouden aan leden van de ledenraad).

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

44% 38% 18% -4,52 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 75

Stelling 5: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank mij in staat stelt om als lid betrokken te zijn bij het opstellen en verbeteren van beleid waardoor beter kan worden ingespeeld op de behoeften van de klant.

Toelichting: Bijvoorbeeld door in te spelen op de behoeften met betrekking tot openingstijden of vestigingsplaats van een bijkantoor.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

61% 25% 14% -0,11 / 0,9125 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Stelling 6: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank mij in staat stelt om als lid in aanmerking te komen voor bepaalde materiële voordelen.

Toelichting: Bijvoorbeeld het bezit van ledencertificaten met een extra aantrekkelijke rente of korting op entreeprijzen van musea of andere activiteiten.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

62% 27% 11% 0,78 / 0,4361 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een negatieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 76

Stelling 7: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door het milieubeleid van de Rabobank dat gericht is op duurzaamheid.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

53% 32% 15% -2,02 / 0,0445 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een negatieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 8: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de bijdrage die de Rabobank levert aan de sociaal economische ontwikkeling en aan de stabiliteit van het financiële stelsel.

Toelichting: Bijvoorbeeld het bezit van ledencertificaten met een extra aantrekkelijke rente of korting op entreeprijzen van musea of andere activiteiten.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

75% 19% 6% 4,77 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 9: Mijn mening over mijn lidmaatschap van de Rabobank, c.q. over een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Rabobank is/wordt bepaald door de nabijheid van de Rabobank (waardoor een actieve wisselwerking tussen de klant en de bank kan ontstaan.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

79% 15% 6% 5,53 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot coöperatieve participatie) wordt de stelling door de respondenten

ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 77

Stellingen met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit

Stelling 10: Mijn tevredenheid over de Rabobank wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank inspeelt op mijn persoonlijke behoeften en maatwerk dat aan mijn wordt geleverd.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

86% 9% 5% 0,82 / 0,4130 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Stelling 11: Mijn tevredenheid over de Rabobank wordt bepaald door een ‘eerlijke’ prijs die ik bij Rabobank betaal.

Toelichting: Onder een eerlijke prijs wordt bijvoorbeeld verstaan (betaalde) hypotheekrente, kosten of provisie, of ontvangen rente op een spaarrekening die in verhouding staat tot de geleverde producten of (advies)diensten.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

70% 23% 7% -3,07 / 0,0024 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 12: Mijn tevredenheid over de Rabobank wordt bepaald door voldoende ruime openingstijden en een goede telefonische bereikbaarheid van de Rabobank.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

83% 13% 4% 0,57 / 0,5692 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 78

Stelling 13: Mijn tevredenheid over de Rabobank wordt bepaald door de kwaliteit van de dienstverlening door de Rabobank.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

94% 4% 2% 3,75 / 0,0002 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 14: Mijn tevredenheid over de Rabobank wordt bepaald door het niveau van de service met betrekking tot de dienstverlening door de Rabobank.

Toelichting: Bijvoorbeeld het snel afhandelen van vragen en klachten.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

91% 8% 1% 3,16 / 0,0018 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de

respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 15: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de aandacht voor mij en betrokkenheid bij mij door de Rabobank.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

78% 17% 5% -1,02 / 0,3087 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 79

Stelling 16: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door bekende aanspreekpunten bij de Rabobank.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

57% 27% 16% -7,43 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 17: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door het beeld dat ik heb van de Rabobank.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

84% 15% 1% 1,49 / 0,1375 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van

stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Stelling 18: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de betrouwbaarheid van de Rabobank als financiële partner.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

90% 8% 2% 2,66 / 0,0083 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot klanttevredenheid en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 80

Stellingen die de relatie leggen tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit

Stelling 19: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de maatschappelijke betrokkenheid van de Rabobank.

Toelichting: Maatschappelijke betrokkenheid bijvoorbeeld door sponsoring van een sportvereniging in uw stad, dorp of wijk, of door het organiseren van cursussen en workshops voor bepaalde groepen leden en klanten (zoals knoppencursus internet bankieren).

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

44% 39% 17% -3,69 / 0,0003 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot de relatie tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 20: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de manier waarop Rabobank haar klanten centraal stelt.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability Resultaat significant 82% 16% 2% % 8,38 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot de relatie tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten ondersteund. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 21: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de manier waarop Rabobank mij in staat stelt als (toekomstig) lid zelf maatschappelijk betrokken te zijn.

Toelichting: Bijvoorbeeld door lid te worden van de ledenraad van de Rabobank of door ledenbijeenkomsten bij te wonen in de wijk of het dorp waar u woont. Hierdoor zou het gevoel kunnen ontstaan een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij en/of (de mogelijkheid van) uitbouw van het eigen netwerk.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

28% 48% 24% -8,13 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot de relatie tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een negatieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 81

Stelling 22: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank mij in staat stelt als (toekomstig) lid invloed en zeggenschap te kunnen uitoefenen binnen de Rabobank.

Toelichting: Invloed en zeggenschap kan binnen Rabobank heel ver gaan, zelfs tot inspraak in de samenstelling van de Raad van Commissarissen (voorbehouden aan leden van de ledenraad).

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

31% 47% 22% -7,42 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot de relatie tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 23: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door de manier waarop de Rabobank mij in staat stelt om als (toekomstig) lid betrokken te zijn bij het opstellen en verbeteren van beleid waardoor beter kan worden ingespeeld op de behoeften van de klant.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

42% 40% 18% -4,24 / < 0,0001 Ja

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot de relatie tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een positieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn significant.

Stelling 24: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door als (toekomstig) lid betrokken in aanmerking te komen voor materiële voordelen.

Toelichting: Bijvoorbeeld het bezit van ledencertificaten met een extra aantrekkelijke rente of korting op entreeprijzen van musea of andere activiteiten.

Eens Neutraal Oneens t-waarde / two tail

probability

Resultaat significant

54% 29% 17% -1,54 / 0,1248 Nee

Conclusie: Op basis van de normaalverdeling en het bepaalde gemiddelde voor deze categorie van stellingen (met betrekking tot de relatie tussen coöperatieve participatie en klantloyaliteit) wordt de stelling door de respondenten verworpen. Vanuit de literatuur is een negatieve stelling geformuleerd. De resultaten van het empirisch onderzoek zijn niet significant.

Master Thesis Giljam Wartena Pagina 82

Stelling 25: Het besluit of ik mijn bankzaken (ook) in de toekomst onderbreng bij de Rabobank wordt bepaald door het milieubeleid van de Rabobank dat gericht is op