• No results found

houding ten opzichte van de moedertaal

3 methode

4.3 taalplanning binnen het gezin

4.3.2 houding ten opzichte van de moedertaal

De reden dat ouders hun kinderen de moedertaal willen aanleren, komt in de meeste gezinnen overeen. Iedereen vindt het voorop staan dat de kinderen de moedertaal met hun familie, al dan niet in het land van herkomst, kunnen spreken. Sommigen voegen daaraan toe dat het wellicht in de toekomst voor het kind van belang kan zijn is als hij of zij besluit te gaan werken in het land van herkomst. Tabel 4.5 geeft alle uitspraken weer die over de moedertaal gaan.

46

47 Interessant is dat, met uitzondering van gezin 04 en gezin 06, alleen door de

‘bewuste’ groep andere redenen genoemd worden voor het leren van de moedertaal. De belangrijkste tweede reden die acht van deze ouders noemen, is de binding met het land, de cultuur en het gevoel van identiteit dat voortkomt uit het spreken van je moedertaal.

“Het belangrijke aan dat ze Turks spreken is dat ze zich begrijpelijk kunnen maken. Dat ze weten waar ze vandaan komen, dat ze dus echt gewoon een Turkse achtergrond ook mee krijgen in de taalontwikkeling. Dat ze straks ook uit de voeten kunnen met andere Turkse mensen, als ze in het buitenland zijn en dat ze niet denken van nou, wat wordt hier gesproken? En meer gewoon, ja, dat je toch je eigen cultuur niet kwijt wilt, in

principe.” (m11T)

Vier ‘bewuste’ ouders noemen het geloof als belangrijke reden om de moedertaal aan hun kinderen te leren.

“Als hij goed Arabisch spreekt, dan kan hij zich wat meer en beter verdiepen in het geloof natuurlijk. Als ik de Koran wil lezen dan moet ik dat in het Nederlands lezen, en het is toch een hele andere vertaling dan in het Arabisch. Dus dat, die basis, en vanuit

het geloof, wil ik hem wel meegeven”. (m03M)

“En natuurlijk de religie, die ook een rol speelt. Dat wij als moslims geloven dat als je dan dood bent je ook terug komt, en dat je dan in het Marokkaans of het Arabisch gaat praten. En het Marokkaans legt een basis van het Arabisch. Dus dat het eigenlijk een taal van God is, het Arabisch, daarom geven we het ook mee. Dat dat erin moet

blijven.” (m16M)

Andere redenen die genoemd worden voor het leren van de moedertaal zijn: het behouden van de taal (“Dat ze overdragen naar hun kinderen, dat vind ik wel belangrijk.”, m19T) en het feit dat je in de moedertaal specifieker kan zijn en grapjes kunt maken (“De humor is in het Turks heel erg leuk, in het Turks kun je zo veel dingen zo veel beter uitdrukken.”, m12T).

Zeven ouders deden een uitspraak als ‘de moedertaal hoeft niet perfect te zijn’. Voor veel ouders is de moedertaal vooral een praktisch instrument om te kunnen communiceren met taalgenoten. Natuurlijk zijn er ook ouders die vanwege diepliggender redenen willen dat hun kind de moedertaal leert, maar voor veel ouders is het genoeg als hun kinderen ‘de taal leren, en wat ze er later mee doen, mogen ze zelf weten’.

Vier ouders waren van mening dat men de taal van zijn land van herkomst, of dat van zijn ouders, hoort te spreken. Opvallend genoeg voeden twee van deze ouders hun kind(eren) op met Nederlands als voertaal thuis. Toch hebben deze ouders een

48 negatief oordeel over mensen van hun leeftijd die hun moedertaal niet of slecht spreken.

“Ik ben er heel blij mee dat ik twee talen spreek. Ik kan praten met mensen, met mijn familie, zonder dat accent te hebben en te zoeken naar wat moet ik ook alweer zeggen. (…) Ik ken vrouwen, die zijn hier opgegroeid (…), die hebben een accent als ze

Marokkaans spreken. Hier geboren, wel Marokkaans opgevoed, maar je hoort een accent. Dan denk ik, ze is 33 en dan heeft zij een accent!”

(m09M) “Ik wil dat hij Marokkaans leert. (…) En niet dat je je gaat schamen als ze vragen: ‘Ben je Marokkaans?’, zeg je ‘Ja’, en dan praten ze Marokkaans met je, dan kun je geen Marokkaans spreken. Dan schaam je je wel van: ‘O ja, niet goed’. Ik klets me er wel onderuit, gelukkig. Dat ik me niet hoef te schamen dat ik geen Arabisch kan spreken, nee gelukkig. Dus als iemand me vraagt: ‘Ben je Marokkaans?’, ja, ‘Spreek je

Arabisch?’, ja hoor.” (m10M)

“Ik heb ook wel eens gezien dat sommigen écht alleen voor het Nederlands gingen. En daar ben ik het ook niet mee eens. Want dan kunnen ze dus de tweede taal Turks niet.

Kunnen ze niet. En dat vind ik echt een groot minpunt” (m08T)

Deze ouders verbinden het spreken van de moedertaal aan de identiteit, maar een andere ouder kijkt meer aan het praktische aspect van het spreken van een taal: communicatie:

“Ik heb vroeger op school, op de LTS, Turkse kinderen gehad, die geen woord Turks konden hè? Ja dat vind ik ook weer niet kunnen. Als vader en moeder Turks zijn dan

vind ik dat het kind ook Turks moet kunnen spreken”. (v14T)