• No results found

Voor het interview werd een vragenlijst gebruikt die ook gebruikt is in het

scriptieonderzoek van De Hoo (2014). Deze vragenlijst is waar nodig aangepast aan de doelgroep. Vragen 27 en 28 zijn nieuw toegevoegd in het huidig onderzoek.

Voorstellen en uitleg doel van onderzoek

Uitleg over de bedoeling van het interview: ik stel vragen, maar wil graag de verhalen van ouders zelf horen, dus neem ruimte en tijd om uit te wijden. Het gesprek wordt opgenomen en later uitgewerkt. Verwerking in de scriptie is anoniem. Als er meerdere kinderen zijn, graag aangeven of er verschillen waren. Uitgaan van eerste kind. Zijn er nu vragen?

Informatie deelnemer

1. Naam en telefoonnummer/e-mail (voor latere vragen) 2. Geslacht

3. Leeftijd

4. Opleiding en beroep 5. Waar geboren en gewoond? 6. Hoe lang in huidige woonplaats?

7. Welke talen allemaal geleerd? Beheersing en wanneer/hoe? Inleidend

8. Begin met inleidende vraag over de kinderen: hoeveel, welke leeftijd, wat doen ze nu, waar zijn ze geboren? Achtergrond en situatie

9. Welke talen worden er door de ouders nu zelf gesproken? 10. Waar en wanneer? Ook code-switching of “halve vormen”?

11. Welke taal wordt meestal in de omgeving gesproken (familie, buurt, dorp/stad, werk, vriendenkring)?

Talige opvoeding

12. Is er van te voren nagedacht over de talige opvoeding, of is hier iets specifieks over besloten? Hoe is dat tot stand gekomen? Waarom hier voor gekozen? 13. Hoe heeft de talige opvoeding vorm gekregen vanaf 0 tot nu toe? Wordt er een

aan bepaalde strategie vastgehouden of niet? Wie praten er wat tegen het kind? Waarom? Binnen alle domeinen?

14. Zijn de ideeën over welke talen het kind wanneer en waar moet leren nog veranderd gedurende de jaren? Bijvoorbeeld door de invloed van school, vriendjes, verhuizing etc.? Waarom?

15. Wat hoop/hoopte je te bereiken met deze opvoeding? Waarom? Taalontwikkeling

16. Geschiedenis van de talige ontwikkeling: Wanneer en in welke taal is het kind begonnen met praten? Wanneer is de tweede taal erbij gekomen? Verliep de taalontwikkeling in beide talen hetzelfde (of verwacht je dat?) Tegen beide

84 ouders of familie in dezelfde taal? Waren er bijzonderheden, zoals een tijdje niets zeggen in één taal of een negatieve houding tegenover één taal? 17. Waren er periodes dat kinderen de ene taal meer sprak dan de andere of

andersom? Waardoor kwam dit denk je?

18. Wat is het huidige taalniveau in beide talen van het kind? Verwacht je dat dit nog verandert? Is dit ook waarop gehoopt was? Waarom is het volgens jou wel of niet goed gegaan? Verschilt dit ook in domeinen?

19. Wat beschouw je als belangrijke factoren voor een goede taalontwikkeling in beide talen? Taalbeleid en meertaligheid

20. Wat vind je belangrijk voor je kind met betrekking tot meertaligheid? Waarom? 21. Wat vind je zelf belangrijk met betrekking tot meertaligheid? Waarom?

22. Wat vindt de omgeving van de gekozen talige opvoeding? Waarom? 23. Wat is het taalbeleid op de (voor)school? Wat vind je hiervan? Waarom? Daadwerkelijke talige activiteiten met het kind

24. Welke talige activiteiten worden ondernomen met het kind om bepaalde talen te stimuleren? Waarom? ((voor)lezen, tv kijken, spelletjes, bezoek aan

instellingen etc.)

25. Vinden bepaalde gesprekken altijd plaats in een bepaalde taal? Waarom? 26. Is het soms lastig om je aan de gemaakte talige keuze te houden? Waarom? Hoe

wordt dit opgelost? Informatiebronnen

27. Heb je advies gekregen van het consultatiebureau of andere professionals? Indien ja, wat was dit advies? Wat vond je ervan? Heb je er zelf naar gevraagd of kwam het initiatief vanuit de professional?

28. Gebruik je wel eens bronnen zoals websites, fora, boeken of artikelen om meer informatie te vinden over meertaligheid of meertalig opvoeden? Indien ja, welke bronnen?

85

7.2 Uitspraken ouders

Tabel 7.1 Lijst met uitspraken van de ouders, op volgorde van frequentie.

frequentie

21 Factoren die belangrijk zijn voor taalontwikkeling: 19 (voor)lezen

11 tv kijken 9 praten 7 les 6 luisteren

4 het kind laten (uit)praten en serieus nemen 3 herhaling

3 tablet/computer 3 spelletjes doen 3 liedjes zingen/ rijmen

2 de omgeving (plek waar je woont) 2 schrijven

1 het zien doen van de ouders 1 hoezeer je in de maatschappij staat 1 positief corrigeren

21 De beheersing van de moedertaal heeft meerwaarde: 18 sociaal (op vakantie, met familie)

8 voor de binding met het land/ identiteit 4 voor het geloof

3 werk

1 zij dragen het weer over op hun kinderen (moedertaal behouden) 1 je kunt je er beter in uitdrukken (humor, specifieker)

14 Meertalig zijn is belangrijk

12 je kunt meer mensen ontmoeten/ met meer mensen communiceren/ meer culturen

11 voor werk/globalisering 8 het is een voordeel/ verrijking 8 hoe meer talen je spreekt hoe beter 6 je kunt makkelijker andere talen leren 4 waarom niet

3 je bent onafhankelijk 1 het is chic/heeft status

17 De beheersing van het Nederlands is belangrijk: 9 hun/ons leven is hier

7 voor zelfstandigheid en onafhankelijkheid 7 voor een goede opleiding/baan

3 om je kinderen te kunnen helpen 2 voor acceptatie als 'echte Nederlander' 2 voor sociale contacten met Nederlanders 2 vanuit praktisch oogpunt (dokter, winkel) 1 opdat we ons echt Nederlanders voelen 1 vanuit het geloof

86 16 Contact met sprekers van de taal zorgt voor een betere beheersing/ minder

contact voor slechtere beheersing

10 Als de moedertaal eerst geleerd wordt, kan daarna de tweede taal makkelijker geleerd worden

10 De dominante talen van mij en mijn partner verschillen 10 Als ik voor makkelijk ga, spreek ik Nederlands

9 Ik spreek moedertaal en Nederlands door elkaar, dat gaat automatisch 8 Duidelijkheid en consequentheid is belangrijk bij het leren van twee talen 8 Nadeel van meertaligheid

1 het is moeilijk om het je kinderen te leren 3 taalachterstand

2 het is verwarrend voor kinderen 1 je haalt de talen door elkaar 1 je moet steeds tolken

8 Als ik wil dat ze me goed begrijpen spreek ik Nederlands

7 Een slecht aangeboden taal zorgt voor een verkeerde beheersing door het kind 7 Voor kinderen is het makkelijker om een andere taal te leren

6 Ik wil zelf ook (beter) Nederlands leren

6 Het is belangrijk dat je interesse en motivatie hebt voor de taal die je leert. 5 De verwerving van het Nederlands kan op school gebeuren.

5 Nederlands staat op nummer 1

5 OPOL houden wij niet vol in de praktijk

5 Als we alleen de moedertaal spreken krijgt ons kind een achterstand in het Nederlands

4 De moedertaal hoeft niet perfect te zijn, als ze zich maar kunnen redden 4 Het is mogelijk om de moedertaal later te leren (na de puberteit)

4 Verwerving van het Nederlands zal vanzelf gebeuren

4 Ik wil mijn kinderen in ieder geval de taal leren, wat ze er later mee doen mogen ze zelf weten

4 Ik vind het niet goed als iemand zijn moedertaal niet spreekt 3 Het spreken van de moedertaal in het openbaar doe ik niet:

1 men denkt dat ik (slecht) over hen praat

2 ik vind het niet netjes, iedereen moet me kunnen begrijpen 3 Als ik wil dat de kinderen me goed begrijpen spreek ik de moedertaal 3 De verantwoordelijkheid ligt bij de ouders

3 De verantwoordelijkheid ligt bij het kind

3 In Nederland wordt het niet gestimuleerd om tweetalig op te voeden 2 Als ik voor makkelijk ga, spreek ik de moedertaal

2 Ik vind het moeilijk vol te houden om slechts één taal te spreken 1 De moedertaal is een intieme taal