• No results found

Hogere onderwijsresultaten op alle gebieden: brede vorming

In document Alle Rotterdamse peuters naar school (pagina 40-43)

Omdat in Rotterdam relatief veel leerlingen uit lagere sociaal economische milieus komen, is de Rotterdamse onderwijs opdracht extra groot. De opdracht van de scholen verschilt bovendien per sector en omvat naast het behalen van hoge onder-wijsresultaten ook dat scholen hun leerlingen die vaardigheden bijbrengen, om zich goed te kunnen redden in een samenleving van een stad als Rotter-dam. We willen eventuele leerachterstanden op taal en rekenen wegwerken. Met Beter Presteren zijn successen op dit terrein geboekt door onder andere meer leertijd, vakantiescholen, weekendscholen en schakelklassen. Deze succesvolle instrumenten kunnen de scholen binnen het maatwerk ook de komende jaren blijven inzetten. Ditzelfde geldt voor de leerlijn erfgoededucatie, waarbinnen aandacht wordt besteed aan de geschiedenis en cultuur van Rotterdam. We zetten de komende jaren ook in op het versterken van sociale vaardigheden van leerlingen, om goed te kunnen functioneren in de maatschappij; aandacht voor het zelfbewustzijn, cultureel bewustzijn en de identiteitsontwikkeling van leerlingen. En worden bijvoorbeeld de maat-schappelijke stages gehandhaafd. Deze vormende kant wordt opgenomen in de onderwijsprogramma’s van de scholen in Rotterdam. Ook de zogeheten 21ste-eeuwse vaardigheden en cultuur horen daarbij.

We willen Rotterdamse jongeren immers zó toerusten, dat zij opgeleid worden voor een baan.

De huidige arbeidsmarkt verandert vanwege technische, demografische en conjuncturele ontwikkelingen snel. Door voldoende aandacht voor toekomstbestendige vaardigheden, bijvoorbeeld op het gebied van techniek, robotisering en digitale maakindustrie, stomen we jongeren zo goed

mogelijk klaar voor de arbeidsmarkt van nu en die van de toekomst.

Een veilig en gezond leerklimaat maakt ook onderdeel uit van de totale schoolontwikkeling.

In dit kader zijn soms duidelijke gedragsregels nodig. Er komt een proef met een speciale Rotterdamse onderwijscode op schoolniveau, voor gewenst gedrag op en buiten de school.

Resultaten

actielijn 1:

Onderwijskwaliteit en schoolontwikkeling is maatwerk

• Elke school heeft vanaf 2015 in het schoolplan, jaarplan of kwaliteitsplan schoolontwikkeling als integraal onderdeel opgenomen, waarbij op maat via een arrangement geput kan worden uit (externe) expertise en interventies.

• Alle leerlingen zitten op een school die het oor-deel voldoende of hoger verdient van de Inspectie van het Onderwijs22; scholen die een (zeer) zwak oordeel krijgen, of een attendering of waarschu-wing (is risicovol) van de Inspectie van het Onder-wijs, kiezen een kwaliteitsarrangement passend bij hun verbeterplan.

• De schoolplannen, jaarplannen en kwaliteitsplan-nen en de te ontwikkelen Onderwijsindex gelden als verlenings- en verantwoordingsdocumenten richting de gemeente, mits ze voldoende aanslui-ting vinden bij de doelen van Leren Loont! 2015 - 2018.

actielijn 2:

doorgaande leerlijn: op elkaar aansluiten

• De kwaliteit van de schooladviezen voor vervolg-onderwijs neemt toe. Er is vanaf 2016 minder afstroom naar een lager niveau in het voortgezet onderwijs, meer opstroom, studiesucces en een hoger diplomarendement in mbo en hbo.

• Er is meer en betere samenhang in de program-ma’s van aanleverende en ontvangende scholen voor loopbaanleren, taal en rekenen.

• De scholen betrekken ouders bij alle onder-wijsovergangen in de schoolloopbaan van hun kind(eren).

actielijn 3:

Hogere onderwijsresultaten op alle gebieden

• Hogere onderwijsresultaten op de kerndoelen taal en rekenen.

• Vanaf 2016 is het zelfbewustzijn, cultureel bewustzijn en de identiteitsontwikkeling van leerlingen opgenomen in de onderwijsprogram-ma’s van de Rotterdamse scholen.

• In 2016 wordt een proef met een speciale Rotterdamse gedragscode uitgevoerd.

indicatoren

indicator 1: Het aantal zwakke en zeer zwakke scholen, opleidingen en afdelingen daalt het aantal risicovolle scholen daalt.

indicator 2: Scholen voldoen aan de inspectie-indicatoren met betrekking tot kwaliteitszorg.

indicator 3: De doorgaande leerlijn tussen de verschillende onderwijssectoren verbetert.

indicator 4: Instellingen, scholen en afdelingen behalen de in hun schoolplan of kwaliteitsplan verwoorde doelstellingen voor schoolontwikkeling.

schoolbesturen, onderwijs-instellin-gen voor mbo en hbo, welzijnsorgani-saties en de gemeente zijn gezamen-lijk opdrachtgevers én eigenaren van Leren Loont! 2015 - 2018. Zij vullen de randvoorwaarden in, denk aan tijd, geld en capaciteit, en bewaken deze.

daarnaast dragen zij gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het bereiken van de gestelde doelen en het behalen van de resultaten.

Schoolbesturen, onderwijsinstellingen voor mbo en hbo, welzijnsorganisaties, kinderopvang en de ge-meente hebben hun gezamenlijke manier van rug-gespraak en samenwerking uitgewerkt in een nieuw Rotterdams overlegmodel voor het onderwijs. Een structuur die onder andere gestoeld is op alignment en co-creatie op elk niveau. En op door alle partijen onderschreven betrokkenheid en draagvlak binnen alle sectoren, ook op de lange termijn. Samen-werking die nadrukkelijk recht doet aan autonome verantwoordelijkheden van de betrokken partners.

En waar transparantie en wederzijds vertrouwen de basis vormen. Ingrediënten die leiden tot een brede en intensieve samenwerking en die vorm geven aan maatwerk op scholen. De sturing en organisatie van dit nieuwe onderwijsbeleid is dan ook logischerwijs in dit kader ingebed.

Overleg volgens Rotterdams model23

Een belangrijk onderdeel binnen dit nieuwe Rotter-damse overlegmodel voor het onderwijs vormt het sectoroverleg. In vijf sectorkamers (vve, po, vo, mbo en hbo) voeren de afzonderlijke sectoren bestuurlijk overleg en wordt verdere invulling gegeven aan het onderwijsbeleid. De gemeente neemt ook deel aan deze sectorkamers. Intersectoraal overleg wordt pe-riodiek georganiseerd door gezamenlijk vergaderen

van sectorkamers. Leden van de sectorkamers kun-nen tegelijkertijd portefeuillehouder van een thema of project zijn.

ROF: sector-overstijgend overleg

Naast het sectoroverleg is het Rotterdams Onder-wijs Forum (verder ROF) een onderdeel van het nieuwe Rotterdamse overlegmodel voor het onder-wijs. Het ROF is het wettelijk op overeenstemming gericht overleg tussen gemeente en onderwijsveld onder voorzitterschap van de wethouder onderwijs.

Het ROF wordt gevoed vanuit de sectorkamers, afstemming en besluitvorming over het onderwijs-beleid en kinderopvang en het naar aanleiding van de in dit beleid genoemde uitwerking van de actie-lijnen (tezamen het uitvoeringsprogramma), vinden hier plaats. De voortgang van zowel de uitvoering als beleidsdoelen worden in de sectorkamers en sector-overstijgend in het ROF besproken. Twee keer per jaar agendeert de programmamanager een voortgangsrapportage in deze overleggen, waarbij voor de inhoudelijke voeding hiervan wordt aange-sloten op de bestaande verantwoordingssystema-tieken in het onderwijsveld. De ontwikkelingen en resultaten bepalen of op onderdelen bijsturing nodig of gewenst is. Dit wordt in het ROF gezamenlijk besloten. Het ROF en het sectoroverleg staan niet in een hiërarchische verhouding tot elkaar.

Van beleid naar uitvoeringsprogramma

Leren Loont! geldt voor de periode 2015 – 2018 en is opgebouwd uit vijf thema’s. Elk thema heeft 3 à 4 actielijnen die zijn vertaald in concrete inspan-ningen en resultaten. Die werken we verder uit in een uitvoeringsprogramma. De uitvoering gebeurt vervolgens zoveel mogelijk binnen de staande orga-nisaties en waar nodig binnen projecten. Sommige actielijnen lopen door meerdere thema’s en secto-ren, denk dan aan doorlopende leerlijn, ouderbe-trokkenheid en professionalisering in het onderwijs.

sturing op het uitvoeringsprogramma De programmamanager neemt de regie op het uitvoeringsprogramma en de programmaorganisatie en bewaakt de samenhang. Met de schoolbesturen, onderwijsinstellingen mbo en hbo en welzijnsorga-nisaties, voert de programmamanager gesprekken over het in praktijk brengen van gemaakte afspra-ken, het behalen van de resultaten en in hoeverre dit bijdraagt aan de hoofddoelen van Leren Loont!,

In document Alle Rotterdamse peuters naar school (pagina 40-43)