• No results found

Conclusie en aanbevelingen

NOLDIJK (NAAST 89) BARENDRECHT

2.2 Historische informatie

Voor het historisch onderzoek naar de bodembedreigende activiteiten/objecten en de reeds bekende verontreinigingen op de onderzoekslocatie is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

• Informatie opdrachtgever;

• Bevoegd gezag;

• Rijksoverheid, website www.bodemloket.nl;

• Eigen archief (RSK Netherlands), nabijgelegen uitgevoerde bodemonderzoeken;

• Luchtfoto’s en historisch kaartmateriaal kadaster, website www.topotijdreis.nl.

algemeen

De locatie betreft een aantal grasvelden ten zuiden van de Noldijk. De grasvelden worden onderverdeeld door sloten. Een aantal van deze sloten zijn voor 1956 gedempt (www.topotijdreis.nl). Tussen 1981 en 1987 is nog een sloot gedempt in het oosten van de locatie. Op het midden- en westelijk gedeelte van de onderzoekslocatie hebben kassen gestaan, welke zijn gesloopt in de periode tussen 2005 en 2010.

Op de website www.bodemloket.nl en het bodeminformatiesysteem van de DCMR Milieudienst Rijnmond staan ter plaatse van de onderzoekslocatie twee verdachte activiteiten geregistreerd; een brandstoffentank (ondergronds) en een bestrijdingsmiddelenopslagplaats. Op basis van de beschikbare historische gegevens is vooralsnog onbekend waar deze activiteiten hebben plaatsgevonden.

uitgevoerde bodemonderzoeken

Op de locatie zijn in het verleden twee verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd en een onderzoek in het kader van het bouwstoffenbesluit. De rapportages van de verkennend bodemonderzoeken zijn aangeleverd door de opdrachtgever:

- Verkennend bodemonderzoek, Alex Stewart Environmental Consultancy B.V., rapportnummer 146704, 7 januari 2005

Dit bodemonderzoek is uitgevoerd op hetzelfde terreingedeelte als de huidige onderzoekslocatie. Tijdens uitvoering van het veldwerk is ter hoogte van de noordwestelijke hoek van de kassen, een bovengrondse

brandstoftank en een bergkast voor bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Uit het onderzoek blijkt dat de bovengrond van de locatie plaatselijk licht verontreinigd is met PAK. Tevens is er een licht verhoogd gehalte EOX gemeten.

rapportnummer: 516054.001(02) Noldijk (naast 89) te Barendrecht

RSK Netherlands

Burgemeester de Zeeuwstraat 2 4

2985 AB Ridderkerk 0180-463330

De ondergrond van de onderzoekslocatie is licht verontreinigd met EOX. Het grondwater is licht verontreinigd met chroom en plaatselijk licht verontreinigd met xylenen. Ter plaatse van de bovengrondse brandstoftank en de bergkast voor bestrijdingsmiddelen is een lichte verontreiniging met minerale olie en drins gemeten. Het grondwater is hier licht verontreinigd met xylenen. De onderzoeksresultaten vormden geen aanleiding voor aanvullend onderzoek.

- Verkennend bodemonderzoek, Koenders & Partners Adviseurs en Procesmanagers bv, rapportnummer 80557, 5 november 2008

Dit bodemonderzoek is uitgevoerd op het oostelijk gedeelte van de huidige onderzoekslocatie. In de bovengrond is plaatselijk een zwakke bijmenging met puin waargenomen. In de puinhoudende bodemlaag zijn licht verhoogde gehalten barium, lood, nikkel en PAK aangetoond. In de overige monsters van boven- en ondergrond zijn licht verhoogde gehalten barium, lood, nikkel en PAK aangetoond. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte barium en zink aangetoond. De onderzoeksresultaten vormden geen aanleiding voor aanvullend onderzoek.

algemene bodemkwaliteit

Op basis van de Bodemkwaliteitskaart van de regio Barendrecht-Ridderkerk (november 2014) is de locatie gelegen in zone BA06: Waaloever Zuid. Binnen deze zone voldoet zowel de bovengrond (tot 0,5 m-mv) als de ondergrond (0,5-2,0 m-mv) aan klasse AW. De locatie is gelegen in bodemfunctieklasse natuur/overig.

2.3 Geohydrologie

Voor de geohydrologische situatiebeschrijving wordt verwezen naar onderstaande tabel 1 (bron:www.Dinoloket.nl).

Tabel 1: geohydrologie

diepte (m - mv) pakket grondsoort stromingsrichting grondwater kD-waarde

0 m tot -13 m Holocene afzettingen, complexe eenheid

Afwisseling van zandige klei midden en fijn zand, klei en veen en weinig grof zand

niet éénduidig vast te stellen -

-13 m tot -21,5 m Formatie van Kreftenheye, tweede en derde zandige eenheid, eerste watervoerende pakket

Hoofdzakelijk bestaande uit midden en grof zand met weinig zandig klei, fijn zand en grind en een spoor klei en veen

- 100 < kD < 250

-21,5 m tot – 27,5 m Formatie van Waalre, 1e kleiige eenheid

Hoofdzakelijk bestaande uit midden en grof zand met weinig zandig klei, fijn zand en grind en een spoor klei en veen

- -

Ligging van de locatie in een grondwaterbeschermingsgebied voor grondwater: nee Ligging van de locatie nabij oppervlaktewater: ja sloten en rivier

Onttrekkingen van grondwater in de omgeving: nee

2.4 Onderzoeksopzet

Op basis van de (historische) informatie wordt geconcludeerd dat het verkennend bodemonderzoek op de onderzoekslocatie het beste kan worden uitgevoerd op basis van de NEN5740/A1, onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek (februari 2016). Hierbij zal de onderzoeksstrategie voor een niet-lijnvormige onverdachte locatie worden gehanteerd (ONV-NL).

Het asfalt- en funderingsonderzoek in het noorden van de onderzoekslocatie ter plaatse van de twee

asfaltverharding deellocaties zal worden uitgevoerd conform de richtlijnen van de CROW210. Hiertoe zullen met behulp van een diamantboor boringen door de asfaltverharding worden verricht en zal de onderliggende

funderingslaag (indicatief) worden onderzocht op het voorkomen van asbest én op eventuele hergebruiksmogelijkheden als niet-vormgegeven bouwstof.

De watergangen binnen het gebied zullen worden onderzocht op basis van de NEN5720, strategie voor het

uitvoeren van verkennend onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van waterbodem en baggerspecie. Hierbij zal vooralsnog de strategie voor overig water, lintvormig, normale onderzoeksinspanning (OLN) worden

gehanteerd.

rapportnummer: 516054.001(02) Noldijk (naast 89) te Barendrecht

RSK Netherlands

Burgemeester de Zeeuwstraat 2 5

2985 AB Ridderkerk 0180-463330

In tabel 2 is de te totale te hanteren onderzoeksopzet weergegeven.

Tabel 2: onderzoeksopzet

onderzoekslocatie strategie aantal boringen aantal peilbuizen chemisch onderzoek

grond grondwater

VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN ASFALT- EN FUNDERINGSONDERZOEK onderzoekslocatie,

nieuwe asfaltverharding (440 m2) en eventueel onderliggende funderingslagen

CROW210 3 x asfaltboring 3 x doorboren onderzijde fundering

- 3 x laagopbouw

3 x PAK-marker 1 x PAK asfalt 1 x asbest NEN5898 1 x samenstelling org.

parameters 1 x schudproef 1 x eluaatanalyse

-

oude asfaltverharding (100 m2) en eventueel onderliggende funderingslagen

CROW210 2 x asfaltboring 2 x doorboren onderzijde fundering

- 2 x laagopbouw

2 x PAK-marker 1 x PAK asfalt 1 x asbest NEN5898 1 x samenstelling org.

parameters 1 x schudproef 1 x eluaatanalyse

-

WATERBODEMONDERZOEK watergang oostelijke deellocatie, lengte circa 210 meter

NEN5720, OLN 10 steken tot 0,5 m in steekvaste bodem 1 x STAP-s

watergang westelijk deellocatie, lengte circa 230 meter

NEN5720, OLN 10 steken tot 0,5 m in steekvaste bodem 1 x STAP-s

STAP-g standaardpakket grond: droge stof, organische stof, lutum, barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, PCB’s, PAK (som10) en minerale olie

STAP-s standaardpakket waterbodem: droge stof, organische stof, lutum, barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, PCB’s, PAK (som10) en minerale olie

STAP-gw standaardpakket grondwater: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen, naftaleen, VOCl inclusief vinylchloride en minerale olie

Aanvullend onderzoek bestrijdingsmiddelen (OCB’s)

In eerste instantie is bij de uitvoering van het bodemonderzoek geen rekening gehouden met de voormalige kas en de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging met bestrijdingsmiddelen. Om de verontreinigingssituatie met betrekking tot bestrijdingsmiddelen vast te stellen, is in een tweede fase van bodemonderzoek de bovengrond van de onderzoekslocatie aanvullend onderzocht op bestrijdingsmiddelen. Hiertoe zijn de volgens NEN5740 noodzakelijke hoeveelheid grondboringen opnieuw verricht tot 0,5 m-mv en zijn vijf aanvullende

grondmengmonsters geanalyseerd op bestrijdingsmiddelen (OCB’s).

rapportnummer: 516054.001(02) Noldijk (naast 89) te Barendrecht

RSK Netherlands

Burgemeester de Zeeuwstraat 2 6

2985 AB Ridderkerk 0180-463330

3. Veldonderzoek