• No results found

Hoofdstuk 3. Voorstellen tot herziening van Verordening 261/2004

3.2 Het voorstel tot herziening van de Europese Commissie

De Europese Commissie ziet uiteindelijk in dat een herziening nodig is: in maart 2013 komt zij met een voorstel.132 Ik zal de voor dit onderwerp 4 belangrijkste punten bespreken.

Het eerste punt is waar de Commissie in gaat op de compensatie bij vertraging. In punt 11 van de preambule wordt duidelijk dat de herziene versie van de Verordening expliciet moet gaan voorzien in compensatie bij langdurige vertraging. Dit betekent dat de ‘wet van Sturgeon’ wordt gecodificeerd. Het meest in het oogspringend is dat de tijdsgrens voor compensatie in het voorstel wordt verhoogd. Dit doet de Commissie om rekening te houden

130 Uitgevoerd door Steer Davies Gleave, beschikbaar via

<http://ec.europa.eu/transport/themes/passengers/consultations/doc/2012-03-11-apr-public-consultation- results.pdf> (laatst geraadpleegd op 30 juni 2014).

131 Verslag van Commissie vervoer en toerisme over de werking en toepassing van verworven rechten van

luchtreizigers, 5 maart 2012, A7-0053/2012. De resolutie is goedgekeurd; zie Resolutie van het Europees Parlement van 29 maart 2012 over de werking en toepassing van verworven

rechten van luchtreizigers, 2011/2150(INI),

<http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&language=NL&reference=P7-TA-2012-99> (laatst geraadpleegd op 30 juni 2014).

132 COM (2013) 130 van 13 maart 2013 Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage.

33

met de financiële impact op de luchtvaartmaatschappijen. Het resulteert in het voorstel op het volgende:

 Bij vluchten binnen de Europese Unie, korter dan 3500 kilometer, krijgen passagiers pas compensatie na 5 uur vertraging bij aankomst;

 Bij vluchten tussen 3500 en 6000 kilometer naar niet-Europese landen krijgen passagiers compensatie na 9 uur vertraging bij aankomst;

 Voor vluchten van meer dan 6000 kilometer krijgen passagiers pas compensatie na 12 uur vertraging bij aankomst.133

De financiële impact op luchtvaartmaatschappijen lijkt met dit voorstel inderdaad te worden beperkt. De passagier kan daarmee rekenen op een achteruitgang in de bescherming van haar rechten. Bij vluchten korter dan 3500 kilometer krijgen zij bijvoorbeeld compensatie na 5 uur vertraging. Echter duren deze vluchten vaak niet langer dan 3 uur. Alleen de passagier die bijna drie maal zo laat aankomt kan dan nog aanspraak maken op compensatie. Het offer dat gebracht moet worden om de financiële impact op luchtvaartmaatschappijen te beperken wordt zo wel erg groot.

Het tweede punt is dat de Commissie in gaat op problemen bij handhaving van de Verordening. Zij pleit voor een betere taakomschrijving van de handhavingsinstanties. In de wijziging van lid 2 van artikel 16 schrijft zij dat een handhavingsinstantie alle nodige maatregelen neemt om te zorgen dat de rechten van passagiers gerespecteerd worden. De handhavingsinstanties kunnen de luchtvaartmaatschappijen daarvoor verzoeken om informatie. In lid 3 formuleert de Commissie dat sancties ‘doeltreffend, evenredig en afschrikkend’ moeten zijn.134

Mijns inziens zijn deze bepalingen nog veel te onduidelijk. Wat zijn nu alle nodige maatregelen? En wanneer voldoet een sanctie aan deze normen? In deze vorm biedt deze taakomschrijving helemaal geen houvast. De Commissie had op zijn minst een minimum- of maximumbedrag van een boete kunnen instellen.

Een derde belangrijk punt is dat de Commissie in haar voorstel het begrip ‘buitengewone omstandigheden’ kwalificeert. In de uitleg wordt ingegaan op een prejudiciële vraag over doorwerking van buitengewone omstandigheden op opeenvolgende vluchten.135 Een beroep op buitengewone omstandigheden zal onder het voorstel alleen slagen wanneer ze invloed hebben op de vlucht in kwestie of wanneer de vorige vlucht met hetzelfde vliegtuig is

133

Zie de wijziging van artikel 6.

134

Zie de wijziging van artikel 16.

34

uitgevoerd.136 In een bijlage bij het voorstel is een lijst opgenomen met buitengewone en niet- buitengewone omstandigheden. Deze lijst is echter niet limitatief.137 Daarbij komt dat de omstandigheden uit de bijlage erg algemeen zijn geformuleerd. Iedere situatie zal dus individueel moeten worden beoordeeld, met rechtsonzekerheid en juridische procedures als gevolg. Eigenlijk kunnen luchtvaartmaatschappijen en passagiers naar mijn mening in de praktijk vrij weinig met de lijst uit de bijlage.

Het vierde en een positief punt van het voorstel is dat de Commissie pleit voor informatieverstrekking aan de passagier over de verstoring van de vlucht.138 Expliciet is bepaald hoe luchtvaartmaatschappijen informatie moeten verstrekken door middel van het doen van mededelingen en het beschikbaar hebben van informatie bij hun balies. Hierdoor kan de passagier beter een oordeel vormen waarom de vlucht vertraagd is en of er dan sprake zou zijn van een buitengewone omstandigheid. De passagier weet met dit voorstel ook beter waar hij zijn klacht in kan dienen, en welke termijn daar voor staat. Ook wordt gesteld dat de luchtvaartmaatschappij binnen 7 dagen de ontvangst van de klacht moet bevestigen en binnen 2 maanden moet behandelen.139

Wanneer ik deze 4 punten beoordeel met de maatstaf rechtszekerheid concludeer ik dat er door de Commissie stappen zijn gezet in de goede richting, maar het zijn wel kleine stappen. Het voorstel is duidelijk in wat er geclaimd kan worden. De tijdsgrenzen zijn weliswaar verhoogd, maar passagier en vervoerder weten wel waar zij aan toe zijn. Met de verbetering van informatieverstrekking kan daarnaast beter een antwoord worden gegeven op de vraag hoe er geclaimd kan worden. Een lastiger vraagstuk is dat van wanneer er geclaimd kan worden. Het voorstel draagt enerzijds bij aan duidelijkheid hierover, nu compensatie bij langdurige vertraging wordt gecodificeerd. Anderzijds blijft het achter in het verduidelijken wanneer er sprake is van een buitengewone omstandigheid: de Commissie verzuimt het begrip te kwalificeren. Een gemiste kans denk ik. Mijns inziens biedt het voorstel nog niet voldoende rechtszekerheid.

Een van de beoogde doelen met dit voorstel is zoals gezegd om de financiële kosten voor de luchtvaartmaatschappijen te drukken. De Europese Commissie zegt dat de kosten één van de redenen zijn dat de passagier niet altijd zijn compensatie krijgt.140 Koning schrijft in

136

Zie sub e van de wijziging van artikel 1.

137 Zie bijlage 1 bij het voorstel. 138

Zie de wijziging van artikel 14.

139

Zie de toevoeging van artikel 16bis.

140

Zie Memo/13/203 van de Europese Commissie, herziening van de rechten van luchtvaartpassagiers, Brussel, 13 maart 2013, p. 2.

35

haar artikel dat het goed is dat met dit voorstel een draagvlak aan de zijde van de luchtvaartmaatschappijen gecreëerd wordt en zij daardoor eerder over zullen gaan tot betaling van de compensatie.141 Ik betwijfel of zij hier gelijk in krijgt. Er is gebleken dat luchtvaartmaatschappijen vaak een beroep doen op buitengewone omstandigheden. Ik zie niet in waarom dit beroep minder vaak wordt gedaan wanneer de termijnen voor vertraging worden verlengd. Er zal weliswaar minder vaak om compensatie worden gevraagd door de passagier, maar dat betekent echter niet dat de luchtvaartmaatschappij zich daardoor eerder geroepen voelt om te betalen. De media lijkt ook niet al te gelukkig met het voorstel.142 In een artikel uit de Volkskrant wordt al gespeculeerd dat het Europees Parlement het voorstel af zal wijzen.143