• No results found

Het veiligheidsbeleid van de Verenigde Staten

Hoofdstuk 4: Veiligheidsbeleid: VS versus EU

1. Het veiligheidsbeleid van de Verenigde Staten

De VS is een federale staat, waarbij wetgeving betreffende veiligheidsbeleid in drie niveaus kan worden opgedeeld, federaal, staat en lokaal. Indien het gaat om een beleidsterrein als veiligheid, wordt voornamelijk beleid gemaakt op het hoogste oftewel federale niveau. De organisatorische structuur, besluitvormingsprocessen en verdeling van bevoegdheden binnen het

veiligheidsbeleid van de VS worden bepaald door de president, waardoor deze in meer of mindere mate varieëren per ambtstermijn. Er bestaan echter wel een paar vaste organen binnen het veiligheidsbeleid, namelijk de ‘National Security Council’ (NSC), de President en de ‘National Security Advisor’(NSA). Tevens is de problematiek die op dat moment aan de orde is van belang

binnen het ontwikkelen van veiligheidsbeleid. Daarnaast is in het geval van defensie het ‘Department of Defense’ (DoD) van belang.158

1.1 Besluitvorming, organisatorische structuur en bevoegdheden binnen het VS veiligheidsbeleid

De besluitvorming, organisatorische structuur en verdeling van bevoegdheden binnen het veiligheidsbeleid zijn zoals eerder genoemd een resultaat van voorkeuren van de President, er bestaat dus geen wetgeving hiervan. Er bestaat echter wel wetgeving over wie betrokken horen te zijn bij het proces van ontwikkelen van veiligheidsbeleid. Zo is een formele nationale

veiligheidsstructuur vastgelegd in de ‘National Security Act’ van 1947. De meest belangrijke actoren binnen het proces zijn behalve de President de NSC, de ‘Homeland Security

Council’(HSC) en de NSA.159

Het NSC staat centraal binnen het ontwikkelen van beleid en het besluitvormingsproces, welke wordt voorgezeten door de President. De leden van het NSC zijn de President, de

vicepresident, de secretariaten van de Staat, Defensie en Energie en de voorzitter van de ‘Joint Chiefs of Staff’(CJCS). Onder de Obama-administratie heeft het NSC de taak om de doelen en dreigingen vast te stellen voor de VS. Daarnaast functioneert het NSC als cooërdinerend orgaan indien er sprake is van problematiek welke verspreid is over meerdere departementen en agentschappen. Tevens is het haar taak om de president te adviseren en assisteren bij het integratieproces van alle aspecten van het nationale veiligheidsbeleid.160

Het NSC kreeg in 2001 versterking op het gebied van cooërdinatie in de vorm van het HSC.161 Zij kregen de taak om elke activiteit van uitvoerende departementen en agentschappen welke ‘homeland security’ gerelateerd was te cooërdineren. Het NSC en HSC zouden gezamenlijk ondersteund worden door een ‘National Security Staff’ (NSS), welke als taak heeft het

beleidsvormingsproces tussen verschillende agentschappen in goede banen te leiden.

Een laatste belangrijke actor is de NSA. De NSA is verantwoordelijk voor het leveren van de juiste informatie aan de President, welke een onuitputtelijk overzicht geeft van opties binnen het veiligheidsbeleid die zowel legislatief als economisch mogelijk zijn. Tevens moet de NSA mogelijke uitdagingen binnen dit beleid identificeren. De President is hiermee vrij afhankelijk

158Alan G. Whitaker, Shannon A. Brown, Frederick C. Smith, Elizabeth McKune, ‘The National Security Policy Process: The Nationale Security Council and Interagency system’

http://www.ndu.edu/es/outreach/publications/nspp/docs/icaf-nsc-policy-process-report-08-2011.pdf, geraadpleegd op 02-05-2013

159Ibidem

160 Ibidem

161 De leden van de HSC betreffen de President, de vice president, de ‘Secretary of Homeland Security’, de ‘Secretary of the Treasury’, de SoD, de ‘Attorney General’, de ‘ Secretary of Health and Human Services’, de ‘Secretary of

Transportation’, de ‘Director of the Federal Bureau of Investigation’, de ‘Director of National Intelligence’, de ‘Director of the Office of Management and Budget’, de ‘Assistant to the President for Homeland Security and Counterterrorism (APHS/CT)’, en de ‘Chief of Staff’ van zowel de president als de vice-president.

van de NSA, er moet dan ook wederzijds vertrouwen bestaan tussen de twee personen.162

Indien men het heeft over besluitvorming, bestaat er geen daadwerkelijke wetgeving die het besluitvormingsproces vastleggen. Daarmee is het besluitvormingsproces voornamelijk afhankelijk van de persoonlijkheden en de bijbehorende zwaktes en sterktes van de personen die voor de president werken en de President zelf. Laatstgenoemde is degene die alle

beslissingen neemt, maar deze worden echter wel gebaseerd op de nodige informatie geleverd door de NSA.163

De belangen betreffende veiligheid van de VS worden elk jaar vastgelegd in de National Security Strategy (NSS). In de NSS van de VS uit 2010 wordt beschreven dat het verbeteren van het functioneren van internationale instituties een prioriteit is. Met verbeteren wordt in dit geval moderniseren bedoeld, zodat multilaterale instituties in staat zijn om naast de conventionele bedreigingen zoals WMD en interstatelijke conflicten ook de meer ‘fluïëde’ vormen van dreigingen aan te pakken zoals terrorisme, ‘cyberwarfare’, intra statelijke conflicten, pandemieeën,

internationale georganiseerde misdaad en milieuproblematiek. Deze bedreigingen worden niet alleen fluïëde genoemd vanwege het ontbreken van een organisatorische structuur welke de bedreiging heeft ‘georganiseerd’, maar ook omdat dergelijke vormen van bedreigingen moeilijk zijn af te bakenen vanwege de aard van de dreiging en de hoge mate van mobiliteit ten gevolge van globalisering.164

1.2 Department of Defense

Nu duidelijk is hoe het veiligheidsbeleid van de VS over het algemeen geregeld wordt, is het belangrijk om helder te krijgen waar precies het DoD binnen deze structuur staat. Er zal kort worden beschreven wat de organisatorische structuur is.

Het DoD is een gecentraliseerd departement welke de militaire middelen cooërdineren, waarbij de ‘Secretary of Defense’(SoD) de controle uitoefent en de richting bepaald van het defensiebeleid. Tevens is de SoD een lid van het kabinet van de President en de NSC, waarbinnen zij gezamenlijk met de CJCS de standpunten van het DoD vertegenwoordigen. Vaak betreffen deze standpunten adviezen over het gebruik van militaire macht. In hoeverre dergelijke standpunten worden gecooërdineerd hangt af van de aard van de problematiek en het

presidentschap. In het verleden is namelijk ook al meerdere malen gebleken dat de President

162Alan G. Whitaker, Shannon A. Brown, Frederick C. Smith, Elizabeth McKune, ‘The National Security Policy Process: The Nationale Security Council and Interagency system’

http://www.ndu.edu/es/outreach/publications/nspp/docs/icaf-nsc-policy-process-report-08-2011.pdf, geraadpleegd op 02-05-2013

163Ibidem

164 The White House, ‘National Security Strategy 2010’,

http://www.whitehouse.gov/sites/default/files/rss_viewer/national_security_strategy.pdf, geraadpleegd

wenste verscheidene standpunten in overweging te nemen waardoor cooërdinatie niet nodig was.165 Deze adviezen zijn van groot belang want

Most of the civilians at interagency meetings have little or no experience with military operations. They generally do not have an appreciation for what happens “behind the scenes” of any successful military operation. Without getting into the weeds, military officers need to explain what could be accomplished with the use of military forces, as well as the limitations and potential consequences in using such forces.166

Echter, in de praktijk hangen dergelijke beslissingen alsnog af van de politieke interesses en niet zozeer het advies van het DoD waarbij het wederom duidelijk wordt dat uiteindelijk binnen het veiligheidsbeleid de President het laatste woord heeft.167

De bevoegdheidsindeling binnen het DoD is als volgt, de SoD is de hoogste autoriteit waaraan eenieder verantwoording dient af te leggen zoals bijvoorbeeld de secretarissen van de marine, de luchtmacht en het leger. De voorzitter van de CJCS is vervolgens de voornaamste militaire adviseur van de President en de SoD. Dit wordt duidelijk doordat bijvoorbeeld de ‘Combatant Commanders’ ervoor kiezen om eerst hun positie voor te leggen aan de voorzitter voordat zij deze communiceren naar de SoD terwijl het wettelijk is vastgelegd dat zij enkel deze verantwoording dienen af te leggen aan de SoD. Tussen de verschillende agentschappen en departementen binnen het DoD vind tevens een soortdezelfde vorm van communicatie plaats, maar zoals eerder gezegd is het afhankelijk per president en problematiek of deze debatten worden gecommuniceerd naar de President binnen de NSC.

165 Geen auteur, ‘About the Department of Defense’, http://www.defense.gov/about/, geraadpleegd op 02-05-2013

166Alan G. Whitaker, Shannon A. Brown, Frederick C. Smith, Elizabeth McKune, ‘The National Security Policy Process: The Nationale Security Council and Interagency system’

http://www.ndu.edu/es/outreach/publications/nspp/docs/icaf-nsc-policy-process-report-08-2011.pdf, geraadpleegd op 02-05-2013