• No results found

Het Transatlantic Trade and Investment Partnership

In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de achtergrond van TTIP. Vervolgens komen de inhoud en motivaties achter TTIP aan bod. Tenslotte wordt gekeken naar de huidige staat van de onderhandelingen.

2.1. Een voorgeschiedenis van trans-Atlantische economische samenwerking De EU en VSA hebben een lange gezamenlijke voorgeschiedenis op het vlak van

onderhandelingen over handel. Samen stonden ze aan de wieg van het GATT in 1947 en de Uruguay Ronde in 1986 die uiteindelijk leidde tot de oprichting van de WTO (Stokes, 2005, p.

39). Al in de jaren 1960, toen de Koude Oorlog op een hoogtepunt was, deed de VSA een voorstel tot een Noord Atlantische Vrijhandelszone (North Atlantic Free Trade Area / NAFTA) om de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie te versterken. De motivatie achter dit voorstel was eerder van geopolitieke dan economische aard, waardoor het voorstel niet van de grond kwam (Meyer & Barber, 2011; Sapir, 2013; Van Ham, 2013). Tijdens de politieke EU-VSA top in 2007 werd door toenmalig EC-voorzitter Barroso, toenmalig voorzitter van de Raad Merkel en toenmalig VSA president Bush de Transatlantic Economic Council (TEC) opgericht. Binnen dit raamwerk wordt benadrukt dat de EU en VSA zoeken naar transatlantische economische integratie met als doelen het verbeteren van de competitiviteit en de welvaart van de mensen in de EU en VSA. Verlagen van regulatorische handelsbarrières staat hierin centraal. Onder voorzitterschap van officials uit het kabinet van de president van de VSA en een Europees Commissaris moet de TEC de doelstellingen uit het raamwerk uitvoeren (Birchfield, 2015; EEAS, 2007). Op aanvraag van politiek leiders van Europa en de VSA in november 2011 heeft de TEC een High-Level Working Group for Jobs and Growth (HLWGJG) opgericht, onder leiding van toenmalig Europees Commissaris voor Handel Karel de Gucht en VS Trade Representative Ron Kirk (Hayes 2015). De opdracht van de HLWGJG was om beleidsmaatregelen te identificeren om handel en investeringen tussen de EU en VS te bevorderen en economische groei, groei van banen en internationale competitiviteit te vergroten (EC, 2011). In februari 2013 kwam de HLWGJG met een finaal rapport. Toenmalig EC president Barroso, toenmalig voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy en VSA president Obama kondigden vervolgens de

onderhandelingen van TTIP aan (EC, 2013). Op 14 juni 2013 werd het onderhandelingsvoorstel van de EC goedgekeurd door de Raad van Ministers en in juli 2013 was de eerste

onderhandelingsronde in Washington in de VSA.

2.2 Wat, waarom en huidige staat

De Europese Commissie (2014, p. 30) schrijft in haar nieuwe handelsstrategie ‘Trade for all’ dat TTIP de meest ambitieuze en strategische handelsonderhandelingen zijn die de EU tot nu toe heeft ondernomen. De handelsrelatie tussen de EU is de grootste ter wereld (EC, 2013). De economieën van de EU en VSA samen tellen voor circa de helft van het mondiale BBP (bruto binnenlands product) en voor 30%van de mondiale handel (Birchfield, 2015).

Het doel van de onderhandelaars is om van TTIP een breed handels- en investeringsakkoord te maken, gericht op handelsliberalisering en zoeken naar een hoge mate van convergentie van standaarden (Europese Raad, 2013). Aangezien tarieven over het algemeen al laag zijn wordt verwacht dat de meeste economische winst komt van het verlagen of verwijderen van de niet-tarifaire barrières en ‘behind-the-border issues’ (Draper & Meléndez-Ortiz, 2014, p. 16; Pelkmans, 2015). De onderwerpen waarover in TTIP wordt onderhandeld zijn verdeeld over 24

hoofdstukken en vallen uiteen in drie delen: markttoegang, regulatorische samenwerking en regels. In Figuur 4 is dit schematisch weergeven:

Figuur 4: Waarover gaat TTIP?

Bron: Herdrukt van Rule-Takers or Rule-Makers? (p. 10), door D. S. Hamilton & J. Pelkmans, 2015, London, UK: Rowman & Littlefield International, Ltd. Copyright 2015 Centre for European Policy Studies en

Center for Transatlantic Relations

De regels die in TTIP worden neergezet zijn niet strikt, maar staan open voor ambigue

interpretatie, reproductie en verandering (Meunier & Morin, 2014). Deels moeten de regels nog geschreven worden, maar er worden procedures en instituties opgezet om dit te doen. De EC heeft voorgesteld om hiervoor een nieuw orgaan op te richten, een Regulatory Cooperation Body (EC, 2015; Pelkmans, 2015). Hierdoor is sprake van een continue proces van diepere integratie.

TTIP is daarom een levend akkoord, een ‘living agreement’ (Corporate Europe Observatory [CEO], 2013; De Gucht, 2013b). De reden hiervan is dat TTIP onderdeel is van een handel-en-investeringscomplex, waarin regels constant worden vernieuwd en uitgebreid naar nieuwe thematieken en geografische gebieden (Meunier & Morin, 2014). Door de doelstellingen om handel te liberaliseren, regulatorische samenwerking via een nieuw orgaan en een

arbitragemechanisme voor investeringsgeschillen (ISDS) past TTIP in de lijn van het gedachtegoed en de beleidsdoelen die kenmerkend zijn voor het neoliberalisme. (Cardoso, Mthembu, Venhaus & Verde Garrido, 2014; Mot, 2014). TTIP is een logisch gevolg van recente ontwikkelingen in handelsbeleid. De verbreding van de handelsagenda naar meer onderwerpen en binnenlandse reguleringen is al decennia aan de gang (De Ville & Siles-Brügge, 2016, p. 65;

Ghibutiu, 2015; Winslett, 2016). De brede waaier van onderwerpen wijkt niet af van handelsakkoorden die de EU recent onderhandelde met Zuid-Korea, Singapore en Canada (Pelkmans, 2015).

Het onderscheidend element van TTIP ten opzichte van andere akkoorden is de grootte van de betrokken economieën. De EU en VSA zijn in tegenstelling tot eerdere RTAs die ze

onderhandelden niet de grootste speler maar kunnen elkaar als gelijke zien (Pelkmans, 2015;

Ullrich, 2016). Dit maakt de onderhandelingen volgens Young (2016) empirisch relevant.

Daarnaast is ook de aandacht voor verregaande regulatorische samenwerking een vernieuwend element ten opzichte van eerdere vrijhandelsakkoorden, hoewel dit niet enkel voor TTIP opgaat maar ook voor andere mega-RTAs (De Bièvre & Poletti, 2016; Ghibutiu, 2015). Zoals altijd bij internationale akkoorden zullen overheden een stukje soevereiniteit inleveren ten bate van gedeelde standaarden. Maar de oprichting van een regulatoire bureaucratie en ISDS zijn gevoelig bij de publieke opinie wat heeft geleid tot een ongeziene publieke mobilisatie rond TTIP (De Ville & Siles-Brügge, 2016; Juutinen en Kakonen, 2016, pp. 46-47; Ullrich, 2016, p. 36).

Motivaties achter TTIP vallen grofweg uiteen in een economische en geopolitieke rationale (Birchfield, 2015). In een gezamenlijk rapport van de EU en VSA over de voortgang van de onderhandelingen wordt gesteld dat de economische en strategische rationales voor een akkoord

zelfs zijn toegenomen (EC, 2017). TTIP is door voormalig Europees Commissaris voor Handel De Gucht neergezet als goedkoopste manier om de economie op gang te brengen na de economische crisis (De Gucht, 2013a). Tegelijk kan TTIP gezien worden als geostrategisch antwoord op de relatieve achteruitgang van de EU en VSA ten opzichte van onder meer de BRICS-landen, met name China (Ghibutiu, 2015; Heron & Quaglia, 2015).

Naar de economische effecten van TTIP zijn meerdere studies gedaan, met verschillende uitkomsten. Dit is schematisch weergegeven in Figuur 5 (Puccio, 2016, 38):

Figuur 5. Overzicht van resultaten naar studies over TTIP’s economische impact op de EU en VSA.

Herdrukt van “EU-US negotiations on TTIP. A survey of current issues” door L. Puccio. 2016, p. 7.

European Parliament Research Service.

De verwachtte economische opbrengsten van TTIP zijn in objectieve zin groter dan die van welk ander handelsakkoord. Echter, relatief gezien vallen de baten mee en zal TTIP niet het

groeimirakel kunnen zin dat commissaris De Gucht heeft voorspeld (Messerlin, 2014; Pelkmans, 2015; Ullrich, 2016). Het door de Europese Commissie veel aangehaalde cijfer van 0,5%

economische groei komt volgens Moody (2015) overeen met een kop koffie per persoon per week. Daarbij is het ook niet waarschijnlijk dat eventuele economische groei evenredig over de bevolking verdeeld gaat worden (Defraigne, 2014; Juutinen & Kakonen, 2016, p. 52). De studie

van Capaldo (2014) is opmerkelijk want daarin wordt geconcludeerd dat er sprake kan zijn van een daling van het BBP in de EU. Naast econometrische studies zijn ook studies verschenen die ingaan op kwaliteiten en beperkingen van economische studies over TTIP. Daaruit blijkt dat de economische groei overschat lijkt te zijn en dat er te weinig aandacht is voor de economische baten van bestaande reguleringen (Capaldo, 2014; De Ville & Siles-Brügge, 2014; Raza, Grumiller, Taylor, Tröster, Von Armin, 2014).

Vanuit de VSA gezien paste TTIP samen met TPP in een strategie om de groeiende invloed van China te beperken (Griffith, Steinberg & Zysman, 2017; Kirisci, 2014; Tellis, 2014). Voor de EU past TTIP ook in een draai naar Azië, samen met geplande akkoorden met Japan en ook juist China. De strategische doelen van de EU en VSA dus niet meteen dezelfde (Hadfield & Fiott, 2014; Messerlin, 2014). De rol van China in de wereldeconomie is ondertussen zo groot is dat het niet meer gaat om isolatie van China, maar meer om de manier waarop China integreert in de globale economie (Defraigne, 2014; Hamilton (2014, p. XVII). Bovendien kan TTIP ook worden opgevat als een signaal van ‘West against the rest’, waarmee geopolitieke instabiliteit wordt vergroot (Defraigne, 2014; Dieter, 2014; Kirisci, 2014). Volgens Griffith, Steinberg en Zysman (2015) is het mogelijk dat TTIP (en TPP) handel tussen de leden ervan zal liberaliseren maar de tijd van trans-Atlantische hegemonie is voorbij. Zowel binnen als buiten de WTO is de macht van het Westen te gefragmenteerd. TTIP (en TPP als de VSA er niet uitgestapt was) zijn niet in staat om de voortgaande economische machtsverschuiving tegen te gaan (Juutinen & Kakonen, 2016, p. 52). Volgens Mann (2013, p. 355) is de financiële sector sinds de crisis in 2008 onvoldoende gereguleerd. Daardoor zijn meer financiële crises te verwachten waardoor de machtsverschuiving versterkt zal worden.

In januari 2017 brachten de EU en VSA een gezamenlijk rapport uit over de voortgang van TTIP-onderhandelingen tot dan toe. Daarin wordt gesteld dat er op sommige vlakken veel

overeenstemming is. Onderwerpen waar nog significant werk te doen is zijn gevoelige tarieven, markttoegang voor bepaalde dienstensectoren, sanitaire en fytosanitaire regels, kwalificatie en erkenning van professionals, toegang tot markten voor publieke aanbestedingen, standaarden in testprocedures, investeringsbescherming, bescherming van arbeidsrechten en milieu, data transfers en privacy, energiemarkten, intellectuele eigendom van onder andere handelsmerken, generische namen en geografische indicaties (EC, 2017).

Momenteel is het onduidelijk TTIP er ooit nog gaat komen en hoe het er dan uit gaat zien. Dit heeft enerzijds te maken met een nieuwe regering in de VSA en anderzijds met grootschalig protest in de EU (Bartl, 2016). Dit protest is een initiatief van de politiek linkerzijde maar op het sentiment is ingespeeld door rechtse en populistische partijen en politici zoals Trump, Le Pen en UKIP in Groot Brittannië (Dearden, 2016).

De Franse minister voor Handel Fekl heeft in juli 2016 gezegd dat het onmogelijk is om TTIP in 2016 af te ronden. De Duitse vicepremier en minister van Economie Gabriel heeft in augustus 2016 gezegd dat TTIP effectief dood is. Beide ministers waren van mening dat de VSA te weinig toegevingen deed, hoewel de opmerkingen ook kunnen voortkomen uit electorale overwegingen.

Zowel in Duitsland als Frankrijk zijn in 2017 verkiezingen. De opmerkingen kunnen daarom worden opgevat als profilering in aanloop naar die verkiezingen (De Witte, 2017; Euractiv, 2016a;

Gotev, 2016). De verkiezing van Trump tot president van de VSA heeft er aan bijgedragen dat de onderhandelingen momenteel stil lijken te liggen. De VSA hebben zich teruggetrokken uit TPP en in de verkiezingscampagne heeft Trump duidelijk gemaakt dat hij bestaande handelsverdragen wil heronderhandelen (De Witte, 2017; Griffith, Steinberg & Zysman, 2017). Europees

Commissaris voor Handel Malmström heeft verklaard dat TTIP ‘diep in de vriezer zit’ en dat het nu aan de VSA is om aan te geven of en wanneer onderhandelingen worden hervat (Malmström, 2017; Sopinska, 2017). Het is te vroeg om te zeggen dat het definitief afgelopen is. Zowel Europees ambtenaren als mensen uit het middenveld denken niet dat het nu helemaal klaar is (Bartl, 2016). Trump heeft in zijn verkiezingscampagne uitgehaald naar TPP, maar niet tegen TTIP. Daarbij heeft Malmström gezegd dat technische besprekingen doorgaan zodat officiëel hervatten van de onderhandelingen vlot kan gaan (De Standaard, 2016; Sopinska, 2016).

Volgens Novotná (2017) is de beste strategie voor de voorstanders van TTIP om kalm te blijven en gewoon door te gaan zolang TTIP niet onder de radar zit van Trump hoewel dan uiteindelijk wel een sceptisch publiek in vooral de EU overtuigd moet worden. Hierbij kan het helpen om de naam van TTIP te veranderen want het is een metafoor met een slechte connotatie geworden.

Dat is voorgesteld door Frankrijk en Oostenrijk (De Witte, 2017; Euractiv, 2016b). Een andere optie is dat er sectorale akkoorden komen in plaats van één groot akkoord (Bartl, 2016). Een voorbeeld van onderhandelingen die onlangs na lange stilte hervat zijn, zijn die tussen de EU en het samenwerkingsverband van Zuid-Amerikaanse landen MERCOSUR. Het zou dus niet de eerste keer zijn gesprekken eerst stil liggen en jaren later verder gaan (Robert, 2016). Volgens De Witte (2017) is het een tactiek van de voorstanders om nu stil te zijn zodat het protest uitdooft.

In een vraag-en-antwoord met de pers in maart 2017 laat een woordvoerder van de regering van de VSA weten dat er officieel nog geen positie is ingenomen over TTIP (Brady, 2017). De

Republikeinse woordvoerder voor het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden Paul Ryan heeft opgemerkt dat er gewerkt wordt om het pad voor onderhandelingen te heropenen (Donceel, 2017).