• No results found

Het Rijksmuseum opende in 1800 voor het eerst zijn deuren in Den Haag en verhuisde acht jaar later naar Amsterdam. Het gebouw waar het museum nu is gevestigd, werd in 1885 in gebruik genomen.161 Van 2003 tot 2013 vond er een grootschalige verbouwing plaats, waarna de toenmalige directeur Wim Pijbes ervoor koos om de nadruk te leggen op de nationale successen, zoals de Gouden Eeuw, de Hollandse koopmansgeest en schilders als Rembrandt van Rijn, Jan Steen en Johannes Vermeer. Hij zag het Rijksmuseum als ‘de schatkist van Nederland’. De huidige directeur, Taco Dibbits, breekt echter met die visie. Hij stelt: ‘De collectie van het Rijksmuseum vertelt de geschiedenis van Nederland die verbonden is met vele landen’.162 Het Rijkmuseum presenteert zichzelf tegenwoordig als ‘het museum van Nederland’ en besteedt meer aandacht aan de sociale en de maatschappelijke rol van een nationaal museum.163 Eind 2015, vlak voor het aantreden van de Dibbits, startte een werkgroep die zich systematisch bezighoudt met de terminologie in het museum. In 2017 was de tijdelijke tentoonstelling Goede Hoop te zien waarin de relatie tussen Nederland en Zuid- Afrika centraal stond.

Op dit moment werkt het Rijksmuseum aan een tentoonstelling over het Nederlandse koloniale slavernijverleden van de 17de tot en met de 19de eeuw die wordt geopend in 2020. In de tentoonstelling zal aandacht worden besteed aan slavernij in verschillende gebieden zoals de trans-Atlantische driehoek, Zuid-Afrika, Nederland en de eilanden in de Indische Oceaan.164 ‘Het is relevant dat het Rijksmuseum daarover een tentoonstelling maakt. Slavernij zit in onze vezels’ laat Dibbits weten in een interview met de Volkskrant.165 Het conservatorenteam van het Rijksmuseum is samengesteld op basis van expertise en diversiteit. Het conservatorenteam bestaat uit vijf conservatoren en wordt begeleid door een breed wetenschappelijk netwerk, een internationale Raad van Advies en een Denktank. Daarnaast organiseert het museum in de aanloop naar de tentoonstelling ‘een aantal bijeenkomsten waarin overleg en meedenken vanuit de samenleving centraal staat.’166 Zo organiseerde het

161 Geschiedenis van het Rijksmuseum, https://www.rijksmuseum.nl/nl/organisatie/geschiedenis (geraadpleegd 1

februari 2019).

162 Wieteke van Zeil, ‘Nieuwe directeur Rijksmuseum breekt met verleden en maakt tentoonstelling over

slavernij,’ de Volkskrant (10 februari 2017).

163 Visie en missie van het Rijksmuseum, https://www.rijksmuseum.nl/nl/organisatie/visie-en-missie

(geraadpleegd 30 januari 2019).

164 Tentoonstelling Slavernij, https://www.rijksmuseum.nl/nl/slavernij (geraadpleegd 30 januari 2019).

165 Michiel Kruijt en Rutger Pontzen, ‘Directeur: het Rijksmuseum gaat een volgende fase in,’ de Volkskrant (7

april 2017).

63

Rijksmuseum in mei 2018 een middag die in het teken stond van samenwerking met ‘Wikipedianen’ met als doel een meer inclusieve representatie van het slavernijverleden op Wikipedia. Welke rol speelt shared authority bij een toename van maatschappelijke betrokkenheid van het museum? In dit hoofdstuk staan twee samenwerkingsverbanden centraal, namelijk het samenwerkingsverband tussen het Rijksmuseum en de Denktank en tussen het Rijksmuseum, het publiek en Wikipedia.

De Denktank

De Denktank bestaat uit een groep experts die het conservatorenteam ondersteunt bij de tentoonstelling over slavernij in 2020 en komt in totaal vier keer samen in de aanloop naar deze tentoonstelling. Op het moment van schrijven is de tentoonstelling nog in ontwikkeling en hebben er twee bijeenkomsten plaatsgevonden. Wat betreft de inhoud van de tentoonstelling is er weinig informatie vrijgegeven. Hierdoor is het niet mogelijk om volledig in te gaan op de inhoud of de resultaten van dit samenwerkingsverband. Deze vorm van samenwerking, waarbij sleutelfiguren vier tot zes keer bij elkaar komen tijdens het proces is volgens Bijnaar zeer kenmerkend en is te zien bij zowel het Tropenmuseum als het Rijksmuseum. Experts bespreken tijdens deze bijeenkomsten de legitimiteit van de gekozen kaders, concepten en thema’s. Ze geven advies over welke thema’s niet mogen missen, bespreken welke argumenten verdedigbaar zijn, welke terminologie respectvol en accuraat is en welk perspectief het meest verantwoord is.167 Het betreft hier een samenwerkingsvorm die Simon beschrijft als collaborative projects: ‘Participants may be chose for specific knowledge or skills, associated with cultural groups of interest, age, or representations of the intended audience for the outputs of the project. In some collaborations participants serve as advisors or consultants.’168 De Denktank geeft advies gedurende de hele voorbereidingsperiode van de tentoonstelling, maar komt in totaal slechts vier keer bijeen.

Hoofdconservator Eveline Sint Nicolaas stelt: ‘In de Denktank ontstaat een gesprek en mensen reageren onderling op elkaar. Zo halen we ook echt het maatschappelijk debat naar binnen. Wij proberen vooral te luisteren en niet teveel te zeggen.’169 Op deze wijze probeert het Rijksmuseum de kloof tussen het museum en de maatschappij te verkleinen. Niet alleen wordt het museum zo bewust van de maatschappelijke discussie, ook kan participatie volgens

167 Bijnaar, ‘Only team work makes a dream work’. 168 Simon, The Participatory Museum, 232.

64

Simon musea opnieuw in contact brengen met de bezoeker.170 Het Rijksmuseum neemt niet deel aan het maatschappelijk debat, maar kan een rol spelen bij het faciliteren van het publieke debat.

Tijdens de eerste bijeenkomst van de Denktank in november 2018 hebben de conservatoren het concept voorgelegd. Het gaat om een biografisch concept, waarbij tien persoonlijke verhalen centraal staan van personen die zelf in slavernij leefden of op een andere manier onderdeel waren van het systeem. Door de blik te richten op de persoonlijke kant van het verhaal tracht het museum deze geschiedenis invoelbaar te maken: ‘De tentoonstelling zal geen compleet overzicht geven van de Nederlandse slavernijgeschiedenis, maar zal door de biografische opzet de bezoeker aan het denken zetten over vragen als: Hoe gingen mensen in slavernij met hun situatie om? Welke tegenstemmen waren er? Wat wisten mensen in Nederland over slavernij?’171 Volgens Jouwe draagt het tonen van deze meerstemmigheid bij aan een dekoloniale representatie van het slavernijverleden. De biografische aanpak van de tentoonstelling in het Rijksmuseum is daar een voorbeeld van.172 Door de aandacht te vestigingen op de persoonlijke kant van het verhaal betwist het Rijksmuseum het master narrative. Dit is in lijn met een verschuiving in de representatie van erfgoed in musea die Smith waarneemt, waarbij musea meer aandacht besteden aan de persoonlijke kant van het verhaal.173 Door het invoelbaar maken van deze geschiedenis kan het museum een brug slaan tussen de zakelijke wetenschappelijke benadering waar vanuit het slavernijverleden vaak door historici wordt beschreven en het maatschappelijk debat, waarin emotie een grote rol speelt. Zo kan het museum aan de hand van een historische tentoonstelling over het slavernijverleden een platform bieden voor een gesprek over de erfenis van dit verleden.

Tijdens de twee bijeenkomsten die nog volgen, bespreken het conservatorenteam en de Denktank de randprogrammering en de terminologie van de tentoonstellingsteksten en objectteksten. De woordkeuze in de zaalteksten en objectteksten is een thema waar het Rijksmuseum zich al een aantal jaren in verdiept. Sint Nicolaas is naast hoofdconservator van de tentoonstelling over slavernij ook voorzitter van de werkgroep die zich bezighoudt met terminologie in het Rijksmuseum. Het is volgens haar belangrijk dat bezoekers het gevoel hebben dat wat zij lezen over hun geschiedenis gaat in plaats van dat er over hen wordt

170 Simon, The Participatory Museum, i-ii.

171 Tentoonstelling Slavernij, https://www.rijksmuseum.nl/nl/slavernij (geraadpleegd 30 januari 2019). 172 Nancy Jouwe. Geïnterviewd door Eline Palthe. Utrecht, 17 december 2018.

65

geschreven.174 Volgens van Stipriaan bepalen woordkeuzes de wijze waarop een bepaald verschijnsel wordt benaderd. De geschiedenis bestaat op die manier uit gekozen denk- en interpretatiekaders.175 Ook het Rijksmuseum gebruikt bijvoorbeeld het woord ‘slaafgemaakt’ in plaats van ‘slaaf’.

Aanvankelijk wisselde het museum deze twee woorden af. Het museum wilde laten zien dat zij zich bewust was van de discussie, maar vond het woord ‘tot slaaf gemaakt’ lastig te gebruiken in bijvoorbeeld tekstenborden van slechts zestig woorden. Deze tussenfase waarin het museum de twee woorden afwisselde, kwam het museum op kritiek te staan. In mei 2017 stuurden 57 personen, waaronder wetenschappers, kunstenaars en museummedewerkers van andere (internationale) musea gezamenlijk een brief waarin kritiek werd geuit op de tentoonstelling Goede Hoop:

‘Het veelvuldige gebruik van woorden als “slaven” in plaats van tot slaaf gemaakten, als ook “vermenging” in plaats van verkrachting, is een toonbeeld van koloniale terminologie. Terminologie die, zoals uw museum zelf heeft benadrukt niet acceptabel is. Een later aangevulde wandtekst waarin de bewuste keuze voor een “afwisselend gebruik van slaaf en tot slaaf gemaakte personen” wordt beschreven is paradoxaal en onderstreept de interne verwarring over een juiste omgang met het verleden, en bekrachtigt de ongeloofwaardigheid van uw instituut in deze context.’176

Zeefuik is een van de personen die de brief ondertekende. Zoals vermeld in het vorige hoofdstuk, stelt zij dat het slechts vervangen van termen niet genoeg is om een perspectief te veranderen. Het Rijksmuseum sprak in de tentoonstelling Goede Hoop over ‘tot slaaf gemaakten’, maar deed dit volgens haar vanuit een koloniaal perspectief. Zeefuik maakt nu deel uit van de Denktank voor de tentoonstelling over slavernij in 2020. Over de uitkomst daarvan kunnen nog geen uitspraken worden gedaan, maar het geeft wel aan dat het Rijksmuseum luistert naar haar visie op het taalgebruik in musea.

Niet alleen de gebruikte terminologie vormde een punt van kritiek voor degenen die de brief instuurden. Volgens hen werd de tentoonstelling Goede Hoop als geheel verteld vanuit een wit perspectief:

174 Eveline Sint Nicolaas. Geïnterviewd door Eline Palthe. Amsterdam, 14 december 2018. 175 Van Stipriaan e.a., Op zoek naar de stilte, 30.

176 Goede Hoop misleidt bijna honderdduizend bezoekers, https://www.oneworld.nl/achtergrond/goede-hoop-

66

‘De tentoonstelling reproduceert koloniale machtsstructuren door de geschiedenis te presenteren volgens een diepgewortelde koloniale logica: Het is wederom een gemiste kans om een ander dan wit en Nederlands perspectief te tonen, om het verleden te kunnen gaan verwerken en om ons op een solidaire, rechtvaardige en inclusieve toekomst te richten.’177

Volgens Sint Nicolaas is er tijdens deze tentoonstelling echter met ongeveer 400 mensen gesproken, waaronder veel mensen in Zuid-Afrika: ‘Het team dat de tentoonstelling Goede Hoop maakte was wit en vrouw dus daar zag je niet aan af dat er een hele wereld achter zat.’ Sint Nicolaas geeft aan dat het museum sommige kritiek ook ter harte heeft genomen en meeneemt naar de tentoonstelling over slavernij.178 Een van de manieren waarop het Rijksmuseum dit meeneemt is door transparanter te zijn over met wie het museum samenwerkt. De ondertekenaars van de ingezonden brief roepen op een voorbeeld te nemen aan Wayne Modest die ook meewerkt aan de nieuwe tentoonstelling: ‘Niet alleen om de pijnlijke fouten en voortzetting van koloniale structuren een halt toe te roepen en openlijk te erkennen; maar ook om als instituut daadwerkelijk toekomstbestendig te worden. Wij hopen dat u onze overwegingen mee zult nemen in uw toekomstige beslissingen.’179 Deze toekomstbestendigheid verwijst naar de relatie die musea dreigen te verliezen met hun publiek wanneer zij zichzelf op een voetstuk blijven plaatsen en zich onttrekken aan maatschappelijke discussies. De maatschappij wordt steeds meer multicultureel en musea moeten mee met hun tijd. Het Rijksmuseum heeft deze kritiek tot zich genomen en haalt het maatschappelijke debat naar zich toe in de vorm van de Denktank.

Een samenwerkingsverband zoals een klankbordgroep of de Denktank van het Rijksmuseum wordt altijd samengesteld op basis van een vraag vanuit het museum. Het conservatorenteam benadert wetenschappers en activisten die zich verdiepen in het onderwerp en vraagt hen om advies. Dit gebeurt volgens Sint Nicolaas, De Wildt en Jouwe op basis van een eigen netwerk.180 De personen die worden gevraagd voor bijvoorbeeld een Denktank zitten vaak in elkaars netwerk. Volgens Jouwe en Kofi is de groep experts op het gebied van koloniale slavernij in Nederland redelijk klein en leren mensen elkaar daardoor snel

177 Goede Hoop misleidt bijna honderdduizend bezoekers, https://www.oneworld.nl/achtergrond/goede-hoop-

misleidt-bijna-honderdduizend-bezoekers/ (geraadpleegd 30 januari 2019).

178 Eveline Sint Nicolaas. Geïnterviewd door Eline Palthe. Amsterdam, 14 december 2018.

179 Goede Hoop misleidt bijna honderdduizend bezoekers, https://www.oneworld.nl/achtergrond/goede-hoop-

misleidt-bijna-honderdduizend-bezoekers/ (geraadpleegd 30 januari 2019).

180 Eveline Sint Nicolaas. Geïnterviewd door Eline Palthe. Amsterdam, 14 december 2018.; Nancy Jouwe.

Geïnterviewd door Eline Palthe. Utrecht, 17 December 2018.; Annemarie de Wildt. Geïnterviewd door Eline Palthe. Amsterdam 21 november 2018.

67

kennen.181 Dit is ook terug te zien bij de twee adviesgroepen van het Tropenmuseum en het Rijkmuseum. Meerdere personen die bijdroegen aan de tentoonstelling Heden van het slavernijverleden maken ook deel uit van de Denktank van het Rijksmuseum. Als musea advies willen inwinnen bij experts op het gebied van slavernij dan vissen zij al snel in dezelfde vijver, aangezien deze groep experts niet groot is. Zoals besproken in het vorige hoofdstuk stelt Warsame dat het problematisch kan zijn wanneer deze personen vertegenwoordigers worden van een groep.182 Het betrekken van deze mensen is een gebaar van inclusie, maar draagt niet daadwerkelijk bij aan een herverdeling van macht en middelen. Zo wordt de autoriteit gedeeld met een meer diverse groep dan voorheen, maar blijft deze groep exclusief.

Jouwe werd uitgenodigd voor deelname aan de klankbordgroep van het Tropenmuseum en voor deelname aan de eerste bijeenkomst van de Denktank van het Rijksmuseum. Volgens haar ligt het verschil tussen de Denktank van het Rijksmuseum en de klankbordgroep van het Tropenmuseum in de mate van inspraak. Bij het Rijksmuseum wordt er gevraagd en ongevraagd advies gegeven, maar bepalen de conservatoren welk advies zij tot zich nemen. Het Tropenmuseum neigt volgens Jouwe daarentegen meer naar een co-creatieve samenwerking, waarbij het museum het advies niet zomaar naast zich neer kan leggen.183 Het feit dat het conservatorenteam het advies van de leden van de Denktank naast zich neer kan leggen, getuigt van een top-down verhouding. Volgens Frisch kan een herdefiniëring van hiërarchie alleen plaatsvinden wanneer echt autoriteit wordt gedeeld.184 Dit is wat betreft de Denktank van het Rijksmuseum niet het geval. Over de invloed van het samenwerkingsverband op de representatie van het slavernijverleden in de tentoonstelling kunnen geen uitspraken worden gedaan, want dat ligt in de toekomst. Wel is te zien dat het Rijksmuseum reageert op de kritiek die volgde op de tentoonstelling de Goede Hoop in 2017. Er lijkt binnen dit samenwerkingsverband echter geen sprake te zijn van shared authority in de klassieke vorm, zoals Frisch die beschrijft. Wanneer musea een exclusieve groep experts uitnodigen om een niet-bindend advies te geven, kan dit aan de oppervlakte bijdragen aan een inclusievere representatie van het koloniale verleden, maar verandert dit weinig aan de machtsstructuren die ontstonden tijdens deze koloniale periode.

181 Nancy Jouwe. Geïnterviewd door Eline Palthe. Utrecht, 17 december 2018.; Kofi, Richard. Geïnterviewd

door Eline Palthe. Berg en Dal, November 2018.

182 Hodan Warsame, ‘How to collaborate with anti-oppression activists?’. 183 Nancy Jouwe. Geïnterviewd door Eline Palthe. Utrecht, 17 December 2018. 184 Frisch, A shared authority, xx.

68 Wikipedia

In de aanloop naar de tentoonstelling over slavernij organiseert het Rijkmuseum verschillende bijeenkomsten ‘waarin overleg en meedenken vanuit de samenleving centraal staat’. Een van deze bijeenkomsten was Wikipedia goes Caribbean en vond plaats in mei 2018. Over de Surinaamse en Caribische geschiedenis en cultuur is relatief weinig te vinden op Wikipedia en daar wilde de organisatie van Wikipedia verandering in aanbrengen. Dit evenement was onderdeel van een reeks georganiseerde evenementen van Wikipedia in samenwerking met het Rijksmuseum, het Nationaal Archief, het Wereldmuseum en het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde.185 Waarom zorgt de samenwerking tussen Wikipedia en deze instellingen voor een meer inclusieve representatie van het Nederlandse koloniale slavernijverleden? En welke rol speelt shared authority hierbij?

Wikipedia is een van de meest bezochte websites en is vaak de plek waar een zoektocht naar online informatie begint voor veel internetgebruikers. De Nederlandstalige versie is met bijna twee miljoen artikelen een van de grootste Wikipedia’s. Volgens historicus Roy Rosenzweig is Wikipedia ‘the most important free historical resource on the World Wide Web’.186 Een vermelding op Wikipedia geeft het belang aan van het onderwerp. Als een onderwerp daarentegen niet op Wikipedia te vinden is, bestaat er een verhoogd risico dat de algemene kennis hierover verdwijnt.187 Volgens Digital Humanities onderzoeker Henriette Roued-Cunliffe is Wikipedia daarom potentieel een van de grootste bronnen voor alternatieve geschiedenissen op het internet en is het belangrijk dat alle erfgoedprofessionals zich daar bewust van zijn en de inhoud van Wikipedia overwegen als legitieme bron.188

Volgens Roued-Cuncliffe is Wikipedia het ultieme voorbeeld van participatief erfgoed, omdat iedereen die kennis heeft over een bepaald onderwerp hieraan kan bijdragen. In die zin staat het haaks op de totstandkoming van institutionele kennis in de museumsector, waar vooral geaccrediteerde experts bevoegd zijn om kennis over culturele en erfgoedonderwerpen te verzamelen en te delen.189 Op Wikipedia hoef je geen autoriteit te zijn op het gebied van het onderwerp dat je bewerkt. Het hebben van autoriteit kan zelfs een

185 Wikipedia goes Caribbean, https://www.unesco.nl/artikel/wikipedia-goes-caribbean (geraadpleegd 31

januari).

186 Roy Rosenzweig, ‘Can History be open source? Wikipedia and the future of the past,’ Journal of American

History, 93:1 (2006) 117-146, aldaar 119.

187 Leif Isaksen, ‘Pandora’s Box: The Future of Cultural Heritage on the World Wide Web’ Gepresenteerd op de

internationale conferentie ‘Digital Heritage in the New Knowledge Environment: Shared Spaces and Open Paths to Cultural Content,’ Athene 2009. https://eprints.soton.ac.uk/204533/1/PandorasBoxRev1.pdf.

188 Henriette Roued-Cunliffe, ‘Forgotten history on Wikipedia,’ in: Henriette Roued-Cunliffe en Andrea eds.,

Participatory Heritage (Londen 2017) 67-76, aldaar 67.

69

nadelige invloed hebben wanneer twee personen die overtuigd zijn van hun visie in een zogenaamde ‘edit war’ belanden, waarbij ze elkaars teksten blijven aanpassen naar hun eigen visie. Wikipedia kent een geschiedenis van vijandigheid jegens experts, maar op dit moment lijkt deze houding enigszins afgezwakt. Experts worden aangemoedigd bij te dragen, zolang ze zich maar houden aan de Wikipedia-regels.190 Wikipedia is een goed voorbeeld van shared authority zoals beschreven door Frisch, omdat de online encyclopedie is gebaseerd op een gelijke samenwerking tussen professionals en gemeenschappen.191 Het systeem gaat, net als Frisch, uit van het idee dat niet-professionals even goed in staat zijn om bij te dragen aan de geschiedschrijving als professionals. Dit platform, waarbij alle autoriteit gelijk is verdeeld, zou in theorie de oplossing kunnen bieden voor de emancipatie van gemarginaliseerde groepen in de geschiedschrijving, zoals tot slaaf gemaakten.

Toch is er over veel gemarginaliseerde groepen, zoals de (nazaten van) tot slaaf gemaakten, relatief weinig geschreven op Wikipedia. Hoe valt dit te verklaren? Volgens Roued-Cunliffe kleuren de gemeenschappelijke kenmerken van de gemiddelde ‘Wikipedianen’ de inhoud. De gemiddelde ‘Wikipediaan’ op de Engelse Wikipedia is namelijk: man, technisch aangelegd, formeel opgeleid, Engels sprekend, behorend tot de leeftijdscategorie van 14-49 jaar, afkomstig uit een overwegend christelijk land op het noordelijk halfrond en is student of doet bestuurlijk of administratief werk.192 Volgens Roued- Cunliffe is Wikipedia de meest effectieve manier om een systematische historische bias te