• No results found

De pogingen om de vredesbeweging in diskrediet te brengen, gingen gepaard met een grootschalige campagne die erop gericht was het geschonden vertrouwen in de Amerikaanse strategie te herstellen. Regeringsfunctionarissen hielpen het Committee for Peace with Freedom in Vietnam op te richten, ogenschijnlijk een private organisatie die erop gericht was meer steun voor de oorlog te genereren. Verder vroeg Johnson de ambassade in Saigon en de MACV om zoveel mogelijk bewijs te presenteren dat de oorlog niet verzand was geraakt in een patstelling, zoals werd beweerd. Een stroom statistieken en ‘body counts’ was het gevolg. Er werden voorbereidingen getroffen om invloedrijke figuren naar Zuid-Vietnam te laten gaan om hen met eigen ogen te laten zien dat er vorderingen waren. Ook werd Westmoreland

147

48

teruggehaald uit Vietnam. Volgens Herring was het slechts een voorwendsel dat de generaal teruggekeerd was voor beraadslagingen over de oorlog. De echte reden van zijn terugkeer was het geruststellen van de natie.148 Westmoreland sprak op 21 november de verzamelde pers toe in Washington. Hij erkende dat het een erg moeilijke oorlog was, die op een manier gevoerd werd waar de VS weinig ervaring mee had. Toch, zo zei hij, was de VS de uitdaging met succes aangegaan. Waar bondgenoot Zuid-Vietnam er in 1965 nog erg slecht voorstond, was de situatie daar nu zowel militair als economisch veel beter. De vijand was daarentegen verzwakt, de legers uitgedund en de bevolking ontevreden. “We are making progress. [T]he enemy's hopes are bankrupt. With your support we will give you a success that will impact not only on South Viet-Nam but on every emerging nation in the world.”149

Het zou anders lopen dan de generaal voorspeld had. In oktober en november had de NLF een aantal legerbasissen aangevallen in een offensief dat uitmondde in een grootschalige aanval op de Amerikaanse marinebasis van Khe Sanh. Johnson deelde Westmoreland mee dat de basis tegen elke prijs verdedigd moest worden en de generaal stuurde versterkingen. Het bleek een afleidingsmanoeuvre van Noord-Vietnam. In de nacht van 30 januari 1968 lanceerde de NLF een groot aantal goed gecoördineerde aanvallen op vrijwel alle Zuid- Vietnamese steden, die het Tet-offensief zijn gaan heten. Ook de Amerikaanse ambassade in Saigon werd aangevallen en tot de ochtend bezet. In de meeste steden werd binnen enkele dagen de orde hersteld, dus tactisch gezien had de VS een volledige militaire overwinning behaald.150 Toch waren Johnson en zijn adviseurs bijzonder terneergeslagen. In de media was er namelijk wel veel ophef over het offensief, dat voor veel mensen het bewijs was dat de VS niet aan de winnende hand was. Critici vroegen zich af hoe effectief de bombardementen op Noord-Vietnam, de militaire strategie in Zuid-Vietnam en de pacificatie geweest waren, als de NLF een dergelijke aanval kon opzetten. De situatie was blijkbaar absoluut niet onder controle.151 Ook Rusk zelf begon te twijfelen aan het nut van de bombardementen en adviseerde Rolling Thunder alleen voort te zetten op plekken die directe militaire relevantie hadden, zoals langs de grens. Johnson begon hier ook gevoelig voor te worden, deels vanwege de onvrede in de publieke opinie.152 Ook op de legitimeringstrategie van de regering van Johnson had het Tet-offensief grote invloed. Door de grote schaal van de Noord- Vietnamese aanvallen was het argument van militaire noodzaak niet meer vol te houden.

148

Herring, America’s longest war, 182-183.

149 Bulletin 57, 785-788.

150 Herring, America’s longest war, 186-190. 151 Hammond, Reporting Vietnam, 109-111. 152

49

Bombardementen hadden het einde van de oorlog blijkbaar niet dichterbij gebracht en Johnson en zijn ambtenaren probeerden ook niet meer te beargumenteren dat dit wel zo was.

Ondertussen lieten Rusk en McNamara het lijken alsof er weinig gebeurd was. Op 4 februari verschenen ze bij ‘Meet the Press’, een wekelijks tv-programma van de NBC waarin beleidsmakers toelichting gaven op het Amerikaanse beleid, om de gemoederen tot bedaren te brengen. McNamara gaf toe dat de NLF weliswaar een groot deel van de steden tijdelijk in handen gekregen had en dat dit zeker militaire relevantie had. Een militaire overwinning en een communistische revolutie waren echter uitgebleven. Het Tet-offensief was zelfs niet succesvol geweest als afleidingsmanoeuvre om Amerikaanse troepen uit het noorden weg te lokken. Buiten dat hadden de NLF en Noord-Vietnam grote verliezen geleden. Over de uitgebleven revolutie had Rusk ook nog een opmerking paraat. Volgens hem was de strategie van Noord-Vietnam ingegeven door het totalitaire gedachtegoed dat heerste in de staat. De legertop was zodanig geïndoctrineerd dat men op een gegeven moment echt geloofd had dat de NLF maar in de steden hoefde te verschijnen om de revolutie tegen de regering in Saigon te doen uitbreken. Dat werkte natuurlijk niet zo en Rusk claimde verder dat de VS al een paar maanden wist dat Noord-Vietnam een dergelijk offensief zou gaan proberen. In feite, zo was de boodschap, was er dus niet zoveel aan de hand geweest. Hij sprak dat er vast wat mensen in Zuid-Vietnam nu ‘grumpy’ waren omdat de VS hen niet had kunnen beschermen, maar dat de terreurcampagne van de NLF veel meer kritiek geoogst had.153 Tegen het einde van de persconferentie voegde hij toe dat er in de periode voorafgaand aan Tet wat minder bombardementen waren geweest in een poging te verkennen wat er mogelijk was op het gebied van vrede. Ook ging Tet, het Vietnamese Nieuwjaar, normaalgesproken gepaard met een wapenstilstand, zoals bijvoorbeeld het geval was geweest tijdens Sunflower. Noord- Vietnam had deze keer de wapenstilstand geschonden, nog een voorbeeld van communistische agressie.154

Een kleine week later reageerde Rusk op diegenen die vonden dat een machtig land als de VS risico’s kon nemen in de zoektocht naar vrede, door bijvoorbeeld de bombardementen af te breken. Rusk voerde hiertegen twee argumenten aan. Het eerste was dat de ‘San Antonio Formula’ al duidelijk gemaakt had dat de bombardementen onmiddellijk zouden stoppen als dit tot productieve gesprekken zou leiden. Hij sprak dat “It is hard to imagine a more reasonable proposal from a nation involved in armed conflict.” Ook zou het afbreken van de bombardementen Amerikaanse levens gaan kosten, omdat Noord-Vietnam net wat meer

153 Bulletin 58, 262-264.

154

50

militaire slagkracht de grens over zou kunnen sturen.155 Op 25 februari zou William Bundy ongeveer hetzelfde zeggen. Hij stelde geïnteresseerd te zijn in onderhandelingen met Noord- Vietnam, maar de oprechtheid van de Noord-Vietnamese voorstellen eigenlijk niet te vertrouwen. Hij verwachtte dat Noord-Vietnam door zou blijven gaan met de infiltratie, omdat dit nou eenmaal de vijandelijke doctrine was.156 De boodschap van beide beleidsmakers was simpel. Een stop van de bombardementen was geen effectief middel en zou slechts zorgen voor de dood van Amerikaanse soldaten. Dit is het enige deel van de strategie van militaire noodzaak die het Tet-offensief overleefd heeft. De Amerikaanse beleidsmakers legitimeerden de luchtaanvallen niet meer door een overwinning te beloven in de strijd tegen de ideologische vijand. Er werden nu vooral redenen aangedragen om de bombardementen niet te stoppen, in plaats van argumenten om de bombardementen voort te zetten. Een positieve legitimering van het raken van burgerdoelen en het in gevaar brengen van Noord-Vietnamese burgerlevens, hoe impliciet die in voorgaande jaren ook geweest was, werd niet meer gegeven. Dit wijst erop dat de kritiek op alle facetten van Rolling Thunder dermate groot geworden was, dat een positieve legitimeringstrategie niet effectief meer werd geacht.

In tegenstelling tot wat Rusk en Bundy herhaaldelijk gezegd hadden, besloot de Amerikaanse regering toch de bombardementen boven grote delen van Noord-Vietnam te stoppen. Amerikaanse vliegtuigen zouden vanaf 31 maart voornamelijk nog in het zuiden van Noord-Vietnam en boven de gedemilitariseerde zone bombarderen. Johnson hield op deze dag een toespraak om uit te leggen waarom de positie van de VS ogenschijnlijk zo radicaal veranderd was. Hij stelde dat geen enkele kwestie het Amerikaanse volk zo bezig hield als de mogelijkheid op vrede in Vietnam. Hoewel Noord-Vietnam het aanbod van San Antonio steeds afgewezen had, voelde Johnson zich daarom geroepen deze actie te ondernemen, om aan beide zijden levens te redden. Hij vertelde dat de bombardementen boven 78 procent van Noord-Vietnam, een gebied waarin 90 procent van de mensen leefden, gestaakt waren, maar dat hij niet in goed geweten ook de bombardementen boven de gedemilitariseerde zone af kon breken. Dat zou de levens van Amerikaanse soldaten gaan kosten.157 Johnson haalde hier beide aspecten van Rolling Thunder weer uit elkaar, waar Rusk juist geen enkel onderscheid gemaakt had tussen de strategische luchtaanvallen en de militaire bombardementen net boven de grens. Nu Johnson zichzelf kon voorstellen als redder van onschuldige levens, die enkel

155 Bulletin 58, 302-304.

156 Bulletin 58, 378-380. 157

51

door Amerikaanse bombardementen in gevaar gebracht waren, gaf hij pas weer impliciet toe dat Rolling Thunder ook een component had zonder direct militair effect. Het eerdere argument van Rusk en Bundy diende nu om uit te leggen waarom de bombardementen juist wel gedeeltelijk, maar niet totaal stopgezet waren. De uitspraak over het redden van levens bevestigde het in eerder jaren geconstrueerde narratief van de VS waarin elk leed dat Rolling Thunder veroorzaakte de verantwoordelijk van Noord-Vietnam was.

In dezelfde toespraak deed Johnson nog een belangrijke mededeling. Hij kondigde namelijk aan zich niet opnieuw verkiesbaar te stellen voor het presidentschap. Dit deed hij naar eigen zeggen omdat in deze periode Amerikaanse eenheid cruciaal was. Hij moest zich volledig kunnen richten op de uitdagingen die in het verschiet lagen, zonder verstrikt te raken in partijpolitiek, om zo met onverdeelde aandacht onder andere een eervolle vrede in Vietnam te kunnen bewerkstelligen.158 Herring betwist niet dat dergelijke motieven een rol speelden in de beslissing van Johnson om zich niet verkiesbaar te stellen, maar merkt op dat Johnson later toegegeven had dat het ambt hem vreselijk had vermoeid en hij zijn politieke kapitaal zodanig verbruikt had, dat een nieuwe termijn hem niets meer op zou leveren.159

Het statement van 31 maart was een uiterste poging Noord-Vietnam aan de onderhandelingstafel te krijgen, wat ook lukte. Op 13 mei reisden delegaties van beide partijen naar Parijs om daar te onderhandelen. Herring schrijft dat de onderhandelingen desondanks tot mislukken gedoemd waren. Hij beschuldigt de VS ervan door de harde opstelling geen ruimte te laten voor de noodzakelijke concessies en stelde dat Noord-Vietnam helemaal niet constructief wilde onderhandelen, maar vooral uit was op een einde aan de bombardementen. Boven kleine delen van Vietnam bleven de bombardementen dus doorgaan, maar de periode van geleidelijke escalatie, die Rolling Thunder vanaf het begin gekenmerkt had, was nu officieel voorbij.160

“Calculated barbarism”

Hoe moeizaam de onderhandelingen precies verliepen, was met name zichtbaar in de uitlatingen van Harriman, die de Amerikaanse delegatie in Parijs leidde. De Noord- Vietnamese delegatie had beschuldigingen geuit dat de VS tijdens Rolling Thunder opzettelijk niet-militaire doelen geraakt had. Harriman verwierp deze beschuldigingen in zijn openingsstatement voor de sessie van 18 mei en wilde onafhankelijk onderzoek. Een dergelijk

158 Bulletin 58, 486.

159 Herring, America’s longest war, 207. 160

52

onderzoek had de VS tweemaal in 1965 en nog eens in september 1966 al voorgesteld en voor Harriman was dit een ongevaarlijke uitspraak. Alle drie de verzoeken waren ingediend voordat Salisbury zijn beruchte bevindingen presenteerde en bovendien is opzet heel lastig te bewijzen. Harriman stipte verder aan dat de gelimiteerde bombardementen die nog wel uitgevoerd werden, konden stoppen als Noord-Vietnam dezelfde mate van “restraint” zou tonen als de VS deed.161 Het State Department publiceerde een aantal stukken die Harriman indiende tijdens de vredesbesprekingen. In een ervan beschuldigde hij Noord-Vietnam ervan dat onderdelen van het leger recentelijk “shameful” aanvallen uitgevoerd hadden op steden en dorpen in Zuid-Vietnam. Hierbij waren veel burgers gedood, in aanvallen die volgens Harriman geen enkele militaire waarde hadden en lieten de Noord-Vietnamese soldaten een “cynic and inhumane disregard” zien voor het welzijn van de Zuid-Vietnamese burgerbevolking. Dat de VS tot voor kort een luchtoffensief gevoerd had waar eveneens “disregard for [the] well-being” van Noord-Vietnamese burgers uit sprak, liet de ambassadeur achterwege.162 Dat Harriman het stoppen van de strategische bombardementen boven Noord- Vietnam, die bijzonder ineffectief gebleken waren, uitgelegde als een daad van terughoudendheid, was evenzeer cynisch. Harriman sprak alsof de VS eigenlijk het recht had veel meer schade toe te brengen aan Noord-Vietnam, maar uit humanitaire overwegingen anders koos.

Johnson sprak op dezelfde dag als het stuk uitkwam, 28 mei, vergelijkbare woorden. Hij zei dat “(…)we have taken a very major step, as I announced in my march 31 speech, both personally and officially, in connection with the bombing of large segments of their population and territory.” Johnson bedoelde waarschijnlijk niet dat de VS in de voorafgaande jaren grootschalig de populatie van Noord-Vietnam onder vuur genomen had. In dit citaat en elders in zijn toespraak geeft de president echter wel impliciet toe dat de burgerbevolking van Noord-Vietnam in ieder geval niet ver uit de buurt was van de doelwitten die geraakt werden, iets heel anders dan hij en zijn regering tot nu toe voornamelijk beweerd hadden. Ook hij gebruikte het woord ‘restraint’ en stelt dat als Noord-Vietnam dezelfde terughoudendheid zou tonen, de VS verdere beslissingen kon nemen om het geweld te verminderen.163 In de rest van zijn toespraak viel hij Noord-Vietnam voornamelijk aan door te wijzen op de verhoogde infiltratie sinds de stop van Rolling Thunder en de weinig constructieve opstelling van het land in de onderhandelingen. Daartegenover stelde hij de voorstellen van Harriman en diens

161 Bulletin 58, 706-709.

162 Bulletin 58, 774-775. 163

53

team.164 Johnson en Harriman hadden gelijk wat betreft de onwil van Hanoi om te onderhandelen. Lien-Hang Nguyen stelt dat Noord-Vietnam voornamelijk wilde onderhandelen vanwege propagandaredenen en de confrontaties met Harriman haast een toneelstuk waren. De regering in Hanoi hechtte er met name belang aan dat de onderhandelingen de gewapende strijd niet hinderden. Pas vanaf eind september, toen een militaire doorbraak steeds verder weg leek, werden de onderhandelingen serieus genomen.165 Net als in voorgaande jaren werden deze conclusies echter gebruikt om te beargumenteren dat Noord-Vietnam directe verantwoordelijkheid droeg voor Rolling Thunder.

Sinds de stop van de bombardementen deden de Amerikaanse beleidsmakers dus geen moeite meer om te verhullen dat Rolling Thunder effect gehad had op grote delen van Noord- Vietnam. Nu werd het grotendeels stoppen van een dergelijke operatie voorgesteld als een daad van grootschalige de-escalatie, waar de regering van Johnson hiervoor het karakter van de operatie juist had proberen te bagatelliseren. Ook werd Rolling Thunder nu als argument gebruikt om aan te tonen hoeveel oorlogszuchtiger de communistische vijand was. Op 12 juni sprak Harriman de Noord-Vietnamese delegatie in Parijs opnieuw toe en zijn groeiende frustratie was duidelijk merkbaar. Hij beschuldigde Noord-Vietnam ervan alleen deel te nemen aan de gesprekken om de publieke opinie te beïnvloeden, niet uit een wens om daadwerkelijk vrede te stichten. Ook beschuldigde Noord-Vietnam de VS valselijk van escalatie. Om deze beschuldiging te ontkrachten, haalde Harriman Rolling Thunder aan:

“That is not true, you know it is not true, and the world knows it is not true. Since March 31, an area of over 78 percent of the territory and containing almost 90 percent of the people of North Viet-Nam has been entirely free from United States attacks. The people of such cities as Hanoi and Haiphong have been able to carry on their daily activities free from attack. The same cannot be said for the civilian population of Saigon. Just yesterday a particularly vicious rocket attack was executed on downtown Saigon, after daybreak and after the city's public and commercial activities had begun. The rockets fell at random in the heart of the city, killing 19 civilians and wounding at least 67.”166

Harriman vergeleek de Amerikaanse luchtaanvallen met de terreurcampagnes van de NLF, met als grote verschil dat de VS gestopt was met het bedreigen van de Noord- Vietnamese burgers, die het dagelijks leven weer konden hervatten op een manier die door de luchtaanvallen onmogelijk geweest was. Direct hierna wierp hij de delegatie uit Hanoi voor

164 Bulletin 58, 778-779.

165

Nguyen, Hanoi’s War, 120-123.

166

54

de voeten dat de burgers van Saigon nog steeds voortdurend in levensgevaar waren. Met de woorden “particularly vicious” stelde Harriman bovendien dat de verdere escalatie van de kant van de NLF gepaard ging met bijzondere wreedheid. Een week later zou hij op dit thema terugkomen. Noord-Vietnam had geantwoord op de Amerikaanse de-escalatie door in zeven weken tijd honderd Zuid-Vietnamese burgers om te brengen in daden van “calculated barbarism”. Hij gebruikte deze term omdat de NLF gebruikmaakte van geïmproviseerde en inaccurate raketten die willekeurig Saigon ingeschoten werden, waardoor een aantal burgers en slechts een enkele Amerikaanse soldaat het leven lieten. Ook haalde hij aan dat onder andere de Britse regering, die eerder al binnenskamers Rolling Thunder bekritiseerd had, bij monde van de minister van buitenlandse zaken de aanvallen van de NLF afgekeurd had.167 Opvallend aan beide toespraken is dus de rol die Rolling Thunder toebedeeld krijgt, als een ijkpunt om de strategieën van de VS en Noord-Vietnam tegen af te zetten. Waar de VS de weg van vrede gekozen had en de aanvallen op Hanoi en Haiphong stopgezet had, zette Noord-Vietnam de koers van oorlog voort en beantwoorde de opgehouden bedreiging voor de eigen burgers met voortdurende en hevige bedreiging van de Zuid-Vietnamese burgers. Het handelen van Noord-Vietnam was volgens de Amerikanen gespeend van enige militaire en strategische waarde en bijzonder wreed. Op elke mogelijke manier waren de acties van de NLF verwerpelijker dan de Amerikaanse luchtaanvallen geweest waren.

Harriman kreeg bij deze uitspraken uiteraard bijval van Rusk. Op de persconferentie van 21 juni stelde hij dat de Noord-Vietnamese infiltratie na de stop van de bombardementen op recordhoogte gekomen was. Toch liet hij zich niet verleiden zijn oude positie weer in te nemen dat vrede alleen kon worden bewerkstelligd door juist met bombardementen deze infiltratie te ontmoedigen. Dit was heel lang het hoofdargument geweest dat met name Rusk zelf aangedragen had om Rolling Thunder niet te stoppen, maar na drie jaar van bombardementen zonder noemenswaardig effect en met steeds groeiende kritiek in binnen- en buitenland, was dit argument niet meer houdbaar. Rusk besloot daarom, net als Harriman, de aandacht te vestigen op Noord-Vietnam. Waar nu 78 procent van Noord-Vietnam gevrijwaard was van bombardementen, zo sprak hij, gold dit niet voor ook maar een vierkante meter van Zuid-Vietnam. Rusk vroeg hierna retorisch aan de aanwezige journalisten wie er vrede wilde,