• No results found

Het gaat niet allen om het soort pet, maar om hoe je 'm draagt

Begrijpen Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven.

Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten. Ordent informatie (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip.

Herkent beeldspraak (letterlijk en figuurlijk taalgebruik).

De leerling moet de hoofdgedachte van beide teksten bepalen en hoofd- en bijzaken onderscheiden.

Daarom is dit een voorbeeld van 2F.

Interpreteren Legt relaties tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis.

Kan de bedoeling van tekstgedeeltes en/of specifieke formuleringen duiden.

Kan de bedoeling van de schrijver verwoorden.

Voor het uitvoeren van de opdracht is kennis van de wereld nodig.

Evalueren Kan relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen.

Niet van toepassing.

Samenvatten Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten.

Niet van toepassing.

Opzoeken Kan systematisch informatie zoeken (op bv. het internet of de

schoolbibliotheek) bijvoorbeeld op basis van trefwoorden.

Niet van toepassing.

Toelichting

De voor de eerste klassen vmbo vrij lastige opdracht op 2F wordt voor hen eenvoudig doordat ze de opdracht samen mogen uitvoeren.

identiteit. Een juiste cap steekt net zo nauw als een spijkerbroek. Er zijn eindeloos veel verschillende maten en slechts één size zit als gegoten.

Om voor iedereen een pet te hebben, moeten winkeliers elk petje in twaalf maten bestellen. Dat kost bakken met geld en je moet maar zien of je alles kwijtraakt, zegt Wilco van der Werf van Funkie House in Rotterdam, een speciaalzaak voor hiphoppers, skaters en surfers.

De baseballcap als uitermate gevoelig mode-attribuut bestaat in Nederland al zo'n tien jaar.

Daarvóór was het dragen van een petje echt iets voor lui in de categorie: 'Als ik een pak melk ga halen in de super, dan houd ik mijn brommerhelm gewoon op'. Een petje was voor Willempies, voor halve debielen. Zo zagen de hoofddeksels er ook uit. Een vormeloos katoenen vodje met een kartonnen klep, ingenaaid in de stof. Een fikse regenbui en het ding kon in de vuilcontainer.

De baseballcap was nieuw, was hip. Hoewel baseball honkballen betekent, waren het vooral caps van American football-clubs, die voor de hype zorgden. Je had petjes van alle ploegen, maar de zwarte caps van de Raiders, een ploeg van succesvolle spelers uit de achterbuurten van Los Angeles, waren veruit het populairst. De bekendheid van hiphop onder een breed publiek zorgde voor een definitieve doorbraak van de baseballcap. De wereldweide uitgezonden show 'Yo MTV Raps', waar clips van Niggaz with Attitude, Ice T en Das EFX voor het eerst werden grijsgedraaid, liet zien dat stoere mannen nooit blootshoofds de straat op gaan.

Naast het wapperen met pistolen en biljetten van honderd dollar en de opzichtige gouden kettingen, was ook de pet het visitekaartje van de homeboyz, hiphoptaal voor toffe, zware jongens uit de buurt. 'Yo MTV Raps'-presentatoren Ed Lover en Doctor Dre waren eveneens van de straat en versterkten dat imago nog eens. Naast de clips, liet razende reporter 'Fab Five' Freddy de laatste trends zien, vanuit de hiphop-hangouts in Queens, Brooklyn en Harlem.

Voornamelijk Surinaamse en Antilliaanse jongeren in Nederland pikten de pettenrage op. Maar zoals dat gaat met trends: als de massa er lucht van krijgt, is er voor de ontdekker niets meer aan. De echt trendy jongeren gingen van de cap met sluiting, over op de maatcap. Ook zonnekleppen, mutsen en het 'vissershoedje' dat LL Cool J eind jaren tachtig voor het eerst introduceerde in zijn clip 'I need love', zijn bij tijd en wijle vreselijk in.

Je onderscheidt je echt niet alleen van anderen door merk en kleur. De manier waarop het op je hoofd zit is allesbepalend. Door een hiphopper wordt de vissershoed zo ver mogelijk over het hoofd getrokken, terwijl skaters de voorkant van de rand het liefst speels omhoog hebben staan.

Om het nog een beetje bij te houden, doet Funkie House-eigenaar Wilco de hele dag niets anders dan trendwatchen. Als in de ene clip Puff Daddy een gele New York Yankees-maatcap op heeft, wordt de deur platgelopen. Eer Wilco zulke caps in huis heeft, heeft Puffy in zijn volgende clip alweer een rode opgezet. En al kosten ze, met Yankees-embleem, zeventig piek per stuk, ze vliegen weg. Bij een nieuw blauw shirt horen namelijk een nieuwe blauwe cap, en niet de gele die je al had. No way.

Uit: Trouw, 1 februari 1999

In opdracht 10 staat een aantal meerkeuzevragen bij tekst 2. Op je examen zul je ook meerkeuzevragen krijgen. Ga bij meerkeuzevragen als volgt te werk:

- lees heel precies het stukje tekst waar je vraag over gaat;

- probeer eerst zelf een antwoord te bedenken voor je de antwoordmogelijkheden leest;

- lees de keuzemogelijkheden zorgvuldig;

- als jouw antwoord niet bij de keuzemogelijkheden staat, zoek dan opnieuw in de tekst naar een antwoord;

Vind je het daarna nog moeilijk om een antwoord te kiezen, kies dan het antwoord dat het meeste op jouw antwoord lijkt. Je kunt ook de antwoorden wegstrepen waarvan je zeker weet dat die niet goed zijn. De keuze wordt dan gemakkelijker:

Opdracht 10

individueel

Beantwoord de volgende meerkeuzevragen over tekst 2. Bij elke vraag staan vier antwoorden.

Er is steeds maar één antwoord helemaal goed. Neem de letter die voor het antwoord staat over in je schrift.

1) Hoe komt het dat het dragen van een petje een rage is geworden?

a American football-clubs hebben deze rage veroorzaakt.

b Steeds meer winkels gingen petjes verkopen. Zo werd het vanzelf een rage.

c Veel bekende hiphop-groepen droegen petjes.

d In de tekst staat niet hoe de petjes een rage zijn geworden.

2) Het dragen van een cap hoort bij een bepaalde leefstijl. Maar niet alle pettendragers behoren tot dezelfde groep. Aan welke drie dingen kun je dat zien?

a Aan het merk, de kleur en de maat.

b Aan het merk, de maat en de manier van dragen.

c Aan de kleur, de maat en de manier van dragen.

d Aan het merk, de kleur en de manier van dragen.

3) Hoe bepaalt Funkie House-eigenaar Wilco welke petten hij moet inkopen?

a Hij kijkt de hele dag naar trends.

b Hij gaat regelmatig naar Amerika.

c Hij belt af en toe met de zanger Puffy.

d Hij gaat gewoon op zijn gevoel af.

Algemeen

Naam opdracht De baseballcap Opleiding/leerjaar vmbo kgt, klas 3

Bron Schoolslag vmbo 3/4, ThiemeMeulenhoff 2000, p. 8-10 (Taal)Vaardigheid Lezen Zakelijke teksten

Taken 1. Lezen van informatieve teksten 3. Lezen van betogende teksten Taalniveau

opdracht

2F

Kan informatieve teksten lezen, waaronder schoolboek en studieteksten (voor taal- en zaakvakken), standaardformulieren, populaire

tijdschriften, teksten van internet, notities en schematische informatie (waarin verschillende dimensies gecombineerd worden) en het alledaagse nieuws in de krant.

Kan betogende vaak redundante teksten lezen, zoals reclameteksten, advertenties, folders, maar ook brochures van formele instanties, of lichte opiniërende artikelen uit tijdschriften.

Opdracht

Tekstkenmerken Het is een tekst die niet relatief complex is, die geen al te hoge informatiedichtheid kent en waarbij kopjes niet nodig zijn om de structuur te verhelderen. De tekst voldoet aan de tekstkenmerken op 2F.

Omschrijving tekstsoort

Het is een artikel uit een krant

Typering van de opdracht(en): Wat moet de leerling doen?

Het zijn meerkeuzevragen die niet erg eenvoudig zijn. Met name de tweede vraag twee van opdracht 10 is lastig.

Beoordeling Kenmerken Taakuitvoering

Niveau 2F Opmerkingen

Techniek en woordenschat

Op dit niveau is de woordenschat geen onderscheidend kenmerk van leerlingen meer. De woordenschat van de leerling is voldoende, om teksten te lezen, en wanneer nodig kan de betekenis van onbekende woorden uit de vorm, de

samenstelling of de context afgeleid worden.

'Trendwatchen' is een lastig woord, maar de tekst moet door leerlingen op niveau 2F wel te lezen zijn.

Begrijpen Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven.

Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten. Ordent informatie (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip.

Herkent beeldspraak (letterlijk en figuurlijk taalgebruik).

De drie vragen bij opdracht 10 lijken eenvoudiger dan ze zijn.

Om de vragen goed te beantwoorden, moet je

verbanden leggen tussen delen van de tekst en signaalwoorden gebruiken. Het zijn geen eenvoudige opzoekvragen waarvoor je de tekst niet gelezen hoeft te hebben.

Interpreteren Legt relaties tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis.

Kan de bedoeling van tekstgedeeltes en/of specifieke formuleringen duiden.

Kan de bedoeling van de schrijver verwoorden.

De leerling moet de informatie uit de tekst interpreteren.

Evalueren Kan relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen.

Niet van toepassing.

Samenvatten Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten.

Niet van toepassing.

Opzoeken Kan systematisch informatie zoeken (op bijvoorbeeld het internet of de schoolbibliotheek) bijvoorbeeld op basis van trefwoorden.

Niet van toepassing.

Toelichting

De tekst met opdrachten is een treffend voorbeeld van teksten die leerlingen op niveau 2F aan moeten kunnen. De opdrachten zijn waarschijnlijk tevens bedoeld om de leerlingen te leren werken met multiple choice-vragen. Het zijn geen typische examenvragen: de vragen gaan in op de inhoud van de tekst.

4.1.3 3F