• No results found

5. Medisch aansprakelijkheidsrecht in België

5.2. Het civiele aansprakelijkheidsrecht in België

5.2.0. Opmerkingen vooraf

Zoals in Nederland174 het geval was, kan ook de arts-patiëntrelatie in België vier

verschillende juridische vormen aannemen.175 De situatie kan zich voordoen dat de

patiënt geen overeenkomst sluit met zowel de specialist als het ziekenhuis, waarbij de onrechtmatige daad als uitgangspunt wordt genomen. Hij kan een contract sluiten met het ziekenhuis (de medisch specialist is dan in loondienst), óf met de medisch specialist zelf (deze is dan vrijgevestigd). Ten slotte kan de patiënt een contract sluiten met zowel het ziekenhuis, als de medisch specialist tegelijk. Tot 2010 kon de patiënt zijn zorggerelateerde schade via het ‘normale’ civiele aansprakelijkheidsrecht vergoeden. Na 2010 is hier een alternatieve rechtsgang bijgekomen (zie par. 5.3). Ook België kent, net zoals Nederland, een scheiding tussen het contractuele aansprakelijkheidsrecht en het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht.

5.2.1. Geen overeenkomst tussen patiënt, ziekenhuis en arts

De eerste situatie is die waar de patiënt geen overeenkomst sluit met zowel de medisch specialist, als het ziekenhuis. Ook in het Belgische aansprakelijkheidsrecht is sprake van een onderscheid tussen contractuele aansprakelijkheid en buitencontractuele aansprakelijkheid. Wanneer de patiënt zowel met het ziekenhuis als de medisch specialist geen overeenkomst heeft gesloten, zal hij een eventuele schade moeten vergoeden via het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Artikelen 1382 en 1383 van het Belgische BW zijn hierbij de belangrijkste artikelen.176 Diegene die als gevolg

van een daad aan een ander schade toebrengt, dient deze schade te vergoeden.177 Ook

schade dat het gevolg is van nalatigheid of onvoorzichtigheid dient te worden vergoed.

174 Zie paragraaf 2.3.1. 175 Vansweevelt 1994, p. 47. 176 Van Roosmalen 2014, p. 78. 177 Artikel 1382 Belgisch BW.

Daarbij is een oorzakelijk verband tussen het (niet) handelen en de schade noodzakelijk.178

5.2.2. Patiënt sluit overeenkomst met de medisch specialist

In de tweede situatie sluit de patiënt een behandelingsovereenkomst met de vrijgevestigd medisch specialist die via een toelatingsovereenkomst werkzaam is in het ziekenhuis.179 De contractuele aansprakelijkheid in België wordt geregeld in afdeling IV

‘Schadevergoeding wegens niet-nakoming van de verbintenis’ van Hoofdstuk III uit Titel III uit Boek III van het Belgisch BW.180 Zorggerelateerde schade wordt in deze

gevallen vergoed via de tekortkoming van de overeenkomst. De weg die bewandeld wordt om via tekortkoming van de overeenkomst de schade te vergoeden, kan worden vergeleken met die binnen het Nederlandse recht.

5.2.3. Patiënt sluit een overeenkomst met ziekenhuis.

In de derde situatie sluit de patiënt een overeenkomst met het ziekenhuis en zal de behandelende specialist worden gezien als een hulppersoon van het ziekenhuis. De patiënt sluit dus geen overeenkomst met de specialist. Wanneer een fout wordt begaan, dient de patiënt een vordering in te stellen tegen het ziekenhuis op grond van een tekortkoming. De patiënt kan ook kiezen om de specialist aansprakelijk te stellen, maar is dan weer op het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht aangewezen, zoals dat hierboven is beschreven. Daarbij speelt het coëxistentieverbod een belangrijke rol.181 Bij

coëxistentie is sprake van eenzelfde (onrechtmatige) daad, die aanleiding geeft tot meerdere rechtsgevolgen. Het Hof van Cassatie heeft deze regel ingeperkt met het Stuwadoors-arrest uit 1973.182 Daarin werd beslist dat een hulppersoon

buitencontractueel kon worden aangesproken indien ‘…hem de verweten fout de schending uitmaakt, niet van de contractueel aangegane verbintenis, doch van een iedereen opgelegde verplichting, en indien die fout een andere dan een louter uit de gebrekkige uitvoering van het contract ontstane schade heeft veroorzaakt.’.183 Dat houdt

in dat de ontstane schade en de fout vreemd dienen te zijn aan de overeenkomst. Dit leidt volgens Vansweevelt tot een quasi-immuniteit voor de arts in loondienst, nu de schade bij een medische behandeling vaak niet vreemd van de overeenkomst kan zijn.184

De geneeskundige behandeling houdt in principe een (geoorloofde) schending van de lichamelijke integriteit in en de schade die buitencontractueel ontstaat, zal ook lichamelijke schade inhouden. Het is daarom moeilijk om deze twee soorten schade te onderscheiden. In 2006 is de quasi-immuniteit van de medisch specialist afgenomen, doordat het Hof op 29 september een versoepeling van het foutcriterium heeft

178 Artikel 1383 Belgisch BW. 179 Van Roosmalen 2014, p. 80.

180 Vergelijk Afdeling IX uit Titel I uit Boek VI Nederlands BW. 181 Van Roosmalen 2014, p. 82.

182 Vansweevelt 1994, p. 561.

183 Hof van Cassatie 7 december 1973, R.W. , 1973-1974, nr. 1597. 184 Vansweevelt 1994, p. 561.

toegepast.185 Sindsdien hoeft de fout niet langer totaal vreemd van de overeenkomst te

zijn.

Tevens is in deze situatie de specialist werkzaam in loondienst bij het ziekenhuis. Binnen het Belgische aansprakelijkheidsrecht geldt voor persoonlijke aansprakelijkheid van werknemers op grond van artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet, dat zij immuun zijn voor persoonlijke aansprakelijkheid, tenzij sprake is van bedrog, zware schuld en lichte schuld bij regelmatig voorkomende fouten.186 Dit heeft als gevolg dat Belgische

medisch specialisten in loondienst vaak (quasi) immuun zullen zijn voor persoonlijke aansprakelijkheid. Hier ligt een groot verschil met het Nederlandse persoonlijke aansprakelijkheidsrecht, waarin de cumulatieve aansprakelijkheid het uitgangspunt is.187 Hierdoor blijft de hulppersoon zelf ook persoonlijk aansprakelijk, naast de

werkgever.

5.2.4. Centrale aansprakelijkheid voor het ziekenhuis.

Het Belgische aansprakelijkheidsrecht kent, net zoals dat in Nederland geldt, een centrale ziekenhuisaansprakelijkheid, via artikel 30 van de Ziekenhuiswet.188 Binnen het

Nederlandse recht wordt het ziekenhuis als (fictieve) contractspartij gezien, in de gevallen waarbij de behandelingsovereenkomst zich binnen de muren van dat ziekenhuis voordoet.189 Het Belgisch recht bevat een ontsnappingsclausule, waardoor

het ziekenhuis eventuele aansprakelijkheid kan ontlopen.

‘…tenzij het ziekenhuis in het kader van de informatieverstrekking bedoeld in het derde lid de patiënt duidelijk en voorafgaandelijk aan de tussenkomst van de beroepsbeoefenaar heeft gemeld dat het er niet aansprakelijk voor is gelet op de aard van de in het derde lid bedoelde rechtsverhoudingen.’190

Het artikel blijkt daarom in praktijk niet veel effect te hebben op de aansprakelijkheid van het ziekenhuis.191 Hier is sprake van een essentieel verschil met het Nederlandse

aansprakelijkheidsrecht, waarbij het ziekenhuis vrijwel altijd op contractuele grond aansprakelijk kan worden gesteld via artikel 7:462 BW.