• No results found

Hoofdstuk 4: Alternatieven voor de begroting van letselschade bij kinderen

4.4 Herstel in de ontstane toestand als uitgangspunt

4.4.1 Herstelgerichte benadering

Een meer ingrijpende oplossing is om een nieuw schadebegrip te introduceren waarin niet herstel in de oude toestand, maar herstel in de ontstane toestand centraal staat. Deze

herstelgerichte benadering staat in de literatuur ook wel bekend als de ‘wat nu’- benadering (in plaats van een ‘wat als’- benadering, zoals wij die nu kennen), zoals bepleit door onder andere Kremer.173 Die benadering houdt in dat een zo concreet mogelijke begroting wordt gemaakt op basis van de feitelijk te verwachten kosten die nodig zijn om het kind een goede verzorging en een – naar omstandigheden – zo menswaardig en aangenaam mogelijk bestaan te geven, in plaats van gericht te zijn op de situatie waarin het slachtoffer zich had bevonden als de schadeveroorzakende gebeurtenis niet had plaatsgevonden.174 Het kan worden betoogd dat de benadeelde, die nooit in de hypothetische situatie zonder ongeval zal geraken, beter af is als die hypothetische toestand buiten beschouwing blijft en de vergoeding wordt afgestemd op zijn tegenwoordige toestand – op wat heeft hij nodig voor een zo optimaal mogelijke

172 Hartlief, AV&S 2005, p. 168 en Bunt, MvV 2017, p. 93. 173 Kremer 2009, p. 139-152.

41

kwaliteit van leven.175 Het gaat erom dat onderzocht wordt wat het slachtoffer binnen de

ontstane toestand nodig heeft om zijn autonomie te herstellen en een nieuw leven te faciliteren en financieren.176 Herstel betekent herstel op zowel medisch, praktisch, psychologisch,

emotioneel als sociaal gebied. Niet alleen financiële belangen zijn van betekenis, maar ook de emotionele belangen. De omvang van de schadevergoeding wordt aldus bepaald door de behoeften van het slachtoffer.177 Ter onderbouwing van de herstelgerichte benadering wordt in de literatuur verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Zwolle, waarin aan een kind van één jaar oud een bedrag aan immateriële schadevergoeding wordt toegekend waaruit uitgaven bekostigd kunnen worden welke kunnen dienen om het leven van het slachtoffer zoveel mogelijk te veraangenamen.178 Door de rechtbank wordt de begroting van het verlies aan arbeidsvermogen aan de hand van de met/zonder vergelijking losgelaten, omdat dat volgens de rechtbank te speculatief zou zijn. Dit wordt ook wel het Zwolse model genoemd.179

Bij de herstelgerichte benadering wordt de schade begroot door te kijken naar wat het slachtoffer in de werkelijke situatie nodig heeft om een zo goed mogelijk bestaan te kunnen leiden. De vergelijking met de hypothetische situatie zonder ongeval hoeft niet meer gemaakt te worden. Hierdoor lijkt de benadering weg te blijven van speculatieve

vooronderstellingen.180 De herstelgerichte benadering zal hiernaast wegblijven van het maken

van een onderscheid naar geslacht. Voor het antwoord op de vraag wat nodig is voor herstel van het slachtoffer is immers niet het geslacht van de benadeelde bepalend.181 Hiernaast kan

de herstelgerichte benadering ervoor zorgen dat de procedure voor slachtoffers als minder belastend wordt ervaren. In de herstelgerichte benadering kan meer aandacht worden geschonken aan emotionele belangen van het slachtoffer, omdat niet alleen plaats is voor financiële compensatie, maar voor alles wat de benadeelde nodig heeft om een zo aangenaam mogelijk leven te creëren. Bovendien ziet het slachtoffer zich niet constant geconfronteerd met een situatie waarin hij of zij nooit meer volledig gebracht kan worden. Er wordt een letselschadepraktijk gecreëerd waarin het slachtoffer los komt te staan van het verleden en

175 Emaus, Letsel & Schade 2015, p. 21. 176 Nieuwenhuis 2005, p. 94.

177 Emaus, Letsel & Schade 2015, p. 21.

178Rechtbank Zwolle 23 december 1992, VR 1995, 203. 179 Van Dort 2009, p. 120.

180 Kremer 2009, p. 151.

42

juist toekomst geeft.182 Toch is het de vraag of de herstelgerichte gerichte benadering ook

daadwerkelijk de volledige schade vergoedt, betrouwbaarder en minder speculatief is. De herstelgerichte benadering is in belangrijke mate afhankelijk van subjectieve behoeften van benadeelden en deze behoeften kunnen sterk per individu verschillen. Het is de vraag aan de hand van welke factoren bepaalt moet worden welke behoeften al dan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ook is de kritische vraag gerechtvaardigd of het slachtoffer in financiële zin steeds beter af is indien bijvoorbeeld de arbeidsvermogensschade buiten beschouwing wordt gelaten, en enkel ‘herstelgerichte’ kosten worden vergoed.183 Critici stellen dat de

herstelgerichte benadering het gelijkheidsbeginsel en het eigendomsrecht van artikel 1 van het Eerste Aanvullende Protocol van het EVRM schendt, doordat bij jonge kinderen wordt

afgeweken van het beginsel van volledige vergoeding.184 Volwassenen krijgen immers wel hun volledige schade vergoed, omdat hun hypothetische situatie wel is vast te stellen of, zo stellen critici, wel wordt geaccepteerd. Jonge kinderen moeten het daarentegen doen met een vergoeding van de te verwachten herstelkosten.185 In de rechtspraak wordt als rechtvaardiging hiervoor genoemd dat het toepassen van de met/zonder vergelijking te speculatief zou zijn.186 Opgepast moet worden voor een mooi ingeklede besparingsmaatregel van

aansprakelijkheidsverzekeraars.187

Het is de vraag in hoeverre de herstelgerichte benadering praktisch uitvoerbaar is. In de herstelgerichte benadering wordt ook ruimte gelaten voor het vergoeden van schade dat niet een direct gevolg is van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Dit behelst het risico van onbegrensde aansprakelijkheid en complexiteit van schadebegroting in zich. Onduidelijk is nog welke factoren een rol moeten spelen bij het vaststellen van de behoeften van het

slachtoffer.188 Er zal nog de nodige inspanning geleverd moeten worden om deze benadering verder uit te werken.

De herstelgerichte benadering lijkt te kampen met problemen die verwant zijn aan de problemen in de huidige manier van begroten. Dit kan voor de nodige discussie tussen partijen zorgen, waardoor het risico op lange en slepende procedures aanwezig blijft.

182 Hartlief, NJB 2015, p. 2791. 183 Jansen WPNR 2017, p. 39. 184 Janssen NTBR 2007, p. 13. 185 Van Dort 2009, p. 137.

186Rechtbank Zwolle 23 december 1992, VR 1995, 203. 187 Jansen, WPNR 2017, p. 39.

43

Voor toepassing van de herstelgerichte benadering is een verandering nodig in het huidige schadebegrip. Herstel in de ontstane toestand komt voorop te staan in plaats van herstel in de oude toestand. Een verandering van schadebegrip stuit niet op veel problemen, doordat het schadebegrip niet nader door de wetgever is geconcretiseerd. De herstelgerichte benadering is vervolgens op verschillende manieren inpasbaar in het huidige aansprakelijkheidsrecht. Het uitgangspunt is en blijft ook bij de herstelgerichte benadering dat de schade concreet begroot dient te worden. Wat nodig is voor herstel is namelijk in belangrijke mate afhankelijk van de individuele benadeelde.189 Een grondslag voor begroting via deze herstelgerichte benadering zou ten eerste gevonden kunnen worden in artikel 6:97 BW. Gezegd zou kunnen worden dat gezien het speculatieve karakter van de schade van zeer jeugdige slachtoffers, de aard van de schade met zich meebrengt dat de rechter ingevolge artikel 6:97 BW de schade moet begroten gericht op herstel van het slachtoffer. Een tweede mogelijke grondslag is artikel 6:96 lid 2 sub a BW, mits onder het begrip schade niet alleen financieel, maar ook psychisch, sociaal en emotioneel nadeel valt. Een derde grondslag is het vergoeden van immateriële schade, zoals gebruikt door de rechtbank Zwolle.190