OLGA. Maar
Hans,waarom
niet? [half angstig, half boos)Wat.
. ..wat
wil je dan.HANS.
Nietmet
je zitten vrijen.OLGA
(boos).Hè Hans
hoe vulgair! (staat op)Dan
zal ik gaan.... Ikbegrijp niet
wat
jevanavond
bezielt. .. .moet
ik hierkomen om me lompheden
Ie laten zeggen?... .(pruilend)
Dat
heb ik toch heusch niet verdiend.HANS
(houdt haar tegen, haperend). Olga. ... hoor eens...OLGA.
Nee, nee. .. . -laatme.
... ik begrijp je niet. .. .je bent akelig, daar.
HANS
(smeekend). Olga!OLGA.
Laat me, zeg ik. ...denk
je dat je mij beleedigen kunt alleenomdat
jeom godweetwat
uit jehumeur
bent?HANS
(staat met gekruistearmen
voor haar). Olga....je koketteert
weer met me.
. ..wat moet
dat!.. .. (hape-rend)Wat
is er gebeurd de laatste dagen.... je bent andersgeworden
.... God, jehad me
beloofdmet
mij niet te koketteeren.. .. en je hebt hetook weken
lang niet62
gedaan....
wat was
je toenmooi
en heerlijk....maar
nu,
nu
is 'tweer
anders....nu
speel jemet
mij net alsmet
de anderen, dat zelfde laffe, ziellooze spelletje....OLGA
(dichter ophem
toetredend, trektaan
zijn baard).En waar
je tóchmaar
niet tegen kunt.... Blauwbaard.HANS
(woest). Olga, ikwaarschuw
je.Zóó
stoot jeme
af.. .. zoo zal je
maken
dat... .OLGA
(ineenkrimpend). Zoo.... zoo stoot ik je af?Hans?
HANS.
Ja.. ..godbewaarme.
... 't is of je 't er opaan-legt.
OLGA
(als voren). Of ik 't er op aanleg? (handenwrin-gend) Hans,Hans!
(met inspanning koketteerend-lief).
Och Hans.
.. .m'n
jongetje ....komt
toch 's hier.. ..gauw.
. ..kom nu
naastme
(wijst op haar schouder) Hiermet
je booze koppetje... .gauw?
HANS
(dreigend). Olga. ... dat heeft geen vatmeer
opme....
die lachjes.... dat stemmetje.... die heele ver-vloekte lievigheid.... godvergeefme. ... die verwacht ikvan
een soort fatsoenlijkecokotte. ... nietmeer
vanjou.OLGA
(opstaand, ontdaan, kwasi trotsch). Ik ga.HANS
(dreigend). Je blijft.... ga zitten.... daar!OLGA
(ontdaan, schuchter, gaat zitten, zwijgt, zietHans
verstolen bewonderend
aan
terwijl hij ijsbeert. AlsHans
stilstaatenhaaropneemt, glimlachtzijopeens zonnig)
Hans!
(weer verward, aarzelend, acteerend) Ja....
nou
heb jegewonnen....
zóómoeten mannen
optreden....met
de Peitsche hè? (smeekend). Hans, weesnu
lief, zegme nu wat
je ontstemt. ... of (kwasi sentimenteel)moet
ik er alleenmaar
onder lijden?... .dan
is 'took
goed.... Hans,kom
bijme
.... toe ....Hans
!
HANS
(gaat zitten op de tabouret naast haar, grijpthaar hand, onvast). Olga, hoor eens....OLGA.
JaHans....
ik hoor immers.HANS.
Olga,. ... ik begrijp jou niet.. ..OLGA
(lacht ontwijkend). Da's geen wonder... .kwam
ik niet als een sfinx je tuin binnen
zwermen?
63
HANS.
Nee Olga.... wees even ernstig.OLGA
(zacht). JaHans....
spreek dan maar.HANS
(in het begin moeilijk^ woordenzoekend). Olga. .. .weet je hoe ik leefde vóór ik jou kende. ...
wat
ik toenwas?
Als.... een kluizenaar, eenzaam, vergeten, hier in mijn atelier. .. . werkend, dag in dag uit. ... O, deeen-zaamheid kan
heerlijk zijn, als je iets moois voelt groeien in je.... datvan
zelf komt, dat je niet verwacht en dat jetoch herkent als 't er is. Ja,dan
iseenzaamheid
een heer-lijk geluk.Maar
kijk, als jeliefhebt,dan
wil je 't zien aan....aan een enkelen blik
van
verstandhouding, jewilthethoorenaan
eenenkelaanmoedigend
woord,dat deandervan
jegeheim
weet, alkan
ze het zelf nietmee
doorleven....Waarom, waarvoor
werkt een kunstenaar? Hij weet het niet. ...omdat
hij niet anders kan, niet waar.Maar
je voelt toch in je beste oogenblikken wel dat 't niet voor je zelf is enook
niet uit je zelf.Onze
gedachten, datzijndedroomen van
de menschheid. Olga. ... 'tzijnhun
gedachtendieikuit.. ..en ze zien het niet.... en die ik 't liefste heb zien het ook niet en gelooven het niet.Zieje,
dan
wordtdeeenzaamheid
verschrikkelijk. Voel je
nu
hoe ikmoest
verdorrenmidden
tusschen mijnrijkdommen
.... hoe ikmoest gaan
ver-twijfelen trots al mijn zelfvertrouwen?Hoe
ikmoet ver-lammen. Want
het is tochimmers
een te ongehoordever-waandheid
liever te twijfelenaan
demenschheid dan aan
je zelf? (zich bezinnend, verwonderd, moedeloos) God,waarom
zeg ik dat allemaal?OLGA
(onzeker).M'n arme
Hans.HANS
(trotsch). Nee, niet arm,want
ik zalnietverlam-men. Maar waarom
ontbeer ikwat
ieder kind en iederenhond
gegeven wordt: een blik, nietvan
zelfopofferende toewijding,maar van
begrip en blijmoedig geloof.Waarom
kent
niemand
denweg
in den tuinvan
mijn droomen.(grijpt haar hand) Olga, ik dacht dat jij een
van
dedroo-mende
zielenwas
die tot mijn tuinkwam
vluchtenom
mijn
eenzaamheid
en moedeloosheid en kleingeloovigheidvan
mij tenemen.
Olga, ik heb nooit gesproken zooals6 4
nu, tegen
niemand
.... en 't klinktme
zoo kinderlijk, zoozot, zoo zot. ... Ik
dank
je dat je niet lacht. ... dat geeft mij de kracht erom
te lachen.OLGA
{zijn haren streelend). Hans, ja, lachmaar.
. ..ik geloof
immers
in je.HANS. O
dat verlangen naar een beetje verstandhou-ding, dat uitgroeit tot een verterende liefde voor.... ja,wat
ze een ,,ideaal"noemen,
een vaag, abstrakt ding,den-ken
ze. ...maar
dat je toch zoo onmiddellijk levend ziet in al wie verlangt ensmacht
als je zelf.Wanneer
je eenvrouw
lief hebt, zie je hetdan
niet glanzen uit haar oogen?Is het
dan
geenwerkelijkheidgeworden
?Een
werkelijkheid, die je zoo dicht en innig bij jekunt
voelen als haar geliefde lichaam zelf.. ..Maar dan
die pijn als jemerkt
dat je....je vergist hebt.
OLGA
(smartelijk). Vergist?....arme
Hansje.HANS.
Ik verwachtte zooveelvan
je. Ikwas
als eenschim
in de onderwereld en jij zoume
het bloed latendrin-ken
datme
weer krachtmoest
gevenom
te leven en tewerken. Jij zou
me
leiden als een ster uit den nacht waarin ikwas
verdwaald; jij zoume
koesterenals eenzon, datmijn bevroren hartweer kon gaan
bloeien als een openberstende knop.OLGA
(slaat haararmen om hem
heen, pathetisch,maar
ontroerd).