• No results found

Han dhav ing sklimaat

In document Coffeeshops in Nederland anno 2003 (pagina 95-98)

Overeenkomsten en verschillen

7.2. Han dhav ing sklimaat

Door de lokale invulling van het coffeeshopbeleid is het handhavingsklimaat per gemeente verschillend. In enkele gemeenten staan gemeente en politie samen lijnrecht tegenover de coffeeshophouders, terwijl in andere gemeenten een situatie heerst van overleg en gezamen-lijkheid.

Het is niet per definitie te wijten aan de strengheid van de handhaving of in een gemeente een goede sfeer hangt of niet. Wat mogelijk een rol speelt is de communicatie tussen gemeente, politie en coffeeshophouders. Zolang de communicatie goed is en alle partijen niet alleen tegen elkaar, maar ook met elkaar praten komt dit de sfeer in een gemeente ten goede. Natuurlijk kan goede communicatie niet alle problemen binnen een gemeente oplossen, maar het is een goede basis.

In sommige gemeenten is er sprake van een min of meer gemeentegebonden belangen-vereniging of ander soort verband van coffeeshophouders. In de praktijk blijkt dit goed te werken: de gemeente en de politie hebben één aanspreekpunt en de leden zetten zich collectief in voor hetzelfde doel. In enkele verbanden wordt expliciet aandacht geschonken aan naleving van criteria. Doordat een coffeeshop zijn naam verbindt aan een verband of vereniging, wil hij er wel zeker van zijn dat de andere leden hem niet in diskrediet brengen. Op deze manier is er zowel extern (via gemeente en politie) als intern (via het verband) druk op naleving.

88

Hoewel er op lokaal niveau invulling wordt gegeven aan het coffeeshopbeleid, blijken respon-denten zich goed te verdiepen in wat zich op coffeeshopgebied in andere gemeenten afspeelt. De AHOJ-G criteria, die op landelijk niveau vastgesteld zijn, gelden voor iedere coffeeshop, onafhankelijk van de gemeenten waarin deze zich bevindt. Door de lokale invulling van het beleid ontstaat echter onduidelijkheid en onbegrip. Coffeeshophouders, maar ook politiefunc-tionarissen, zien dat wat bij hen niet mag, elders schijnbaar wel is toegestaan of omgekeerd. Dit komt het klimaat niet ten goede.

7.3. De criteria

7.3.1. Kennis, du id elijkh eid, handh aving en naleefbaarheid van criteria

Gemeenteambtenaren, politiemensen en coffeeshophouders hebben voldoende kennis over de criteria. Niet elk criterium is echter even duidelijk. Het afficheringscriterium zorgt in de drie groepen voor onduidelijkheid. Het harddrugscriterum is zeer duidelijk. De gemeenteambte-naren, de politiefunctionarissen en de coffeeshophouders vinden dit criterium geen issue meer. Overtredingen komen nog nauwelijks voor. Het overlastcriterium is voor de gemeente-ambtenaren duidelijk, maar voor de politiefunctionarissen is het vaak moeilijk te bepalen wat nu objectief onder overlast wordt verstaan. In sommige gemeenten is geprobeerd het criterium enigszins te operationaliseren door bijvoorbeeld nadruk te leggen op lawaai,

parkeer-problemen en/of stankoverlast. Dan nog blijft het voor de politie moeilijk om een doorgaans subjectieve klacht objectief te maken. De coffeeshophouders hebben er moeite mee dat er relatief veel klachten van overlast aan hen worden toegeschreven terwijl zij daar niet altijd de oorzaak van zijn. Wat in enkele gemeenten door de ambtenaren en politie wordt aangegeven, is dat het juist de illegale verkooppunten zijn die voor overlast zorgen.

Het jeugdigencriterium geniet een hoge prioriteit. Toch valt dit criterium niet eenvoudig te handhaven en na te leven. De handhavingspraktijk blijkt voornamelijk het controleren op zicht. De politie heeft niet de bevoegdheid een identiteitsbewijs van een bezoeker te eisen. Door-gaans wordt er in de coffeeshop gekeken naar de bezoekers en alleen aan bezoekers die jonger dan 18 jaar 'lijken', wordt om legitimatie gevraagd. Er lijkt zich bovendien een trend te ontwikkelen naar toenemend gebruik van vervalste identiteitsbewijzen.

De maximale daghoeveelheid is een duidelijk criterium voor alle partijen, maar voor politie-functionarissen moeilijk werkbaar. Het is lastig te controleren of bezoekers in een coffeeshop ook daadwerkelijk slechts vijf gram per persoon per dag kunnen kopen. Voor coffeeshop-houders is dit criterium ook moeilijk na te leven.

Het criterium van de maximale handelshoeveelheid is het laatste criterium en wordt ook door alle partijen erg duidelijk gevonden. In het algemeen zijn alle partijen het er in grote lijnen over eens dat de maximale handelshoeveelheid van 500 gram een non-criterium is. Een goed functionerende coffeeshop komt volgens de partijen niet toe met een dergelijke handels-hoeveelheid. Iedereen weet dat de voorraad zich op een andere locatie bevindt.

89 7.3.2. Cont ro les en san ctio nering

Binnen gemeenten blijkt regelmatig een verschil te zijn in de frequentie van controleren zoals deze bekend is bij de gemeente, wordt aangegeven door de politie en gemeld door de coffeeshophouders. Het komt binnen 12 gemeenten voor dat de drie verschillende partijen verschillend antwoorden. Onderstaande tabel geeft hier meer informatie over.

Tabel 7.1. Verschillen in controlefrequentie volgens partijen binnen een gemeente

Gemeente Politie Coffeeshophouder

Twee tot drie keer per jaar - Drie keer in twintig jaar

- Vier keer per jaar

Een keer per week - Eens per maand

Twee keer per jaar Eens per jaar

Alleen op melding Zes keer per jaar - Zes tot acht keer per jaar

Twee keer per jaar Zes keer per jaar - Eén à twee keer per jaar

- Al 1,5 jaar geen controle gehad

Vier keer per jaar - Eens per jaar

Zes keer per jaar - Soms drie keer per week, nooit langer tussen

dan een maand

Drie tot vier keer per jaar - Niet echt controles

Enkele keren per week Eens per twee weken - "Niet echt vaak"

Een keer per jaar - Vier tot zes keer per jaar

12 keer per jaar - Soms drie keer per maand, soms half jaar niet

- Twee tot drie keer per jaar

Drie keer per jaar - Eens per maand, soms twee keer

Twee keer per jaar Eén keer per jaar - Eens per 2,5 jaar

Het overzicht laat in het merendeel van gevallen zien dat coffeeshophouders aangeven dat er minder gecontroleerd wordt dan wat door de politie wordt vermeld. Dit kan duiden op de mogelijkheid dat politiefunctionarissen in de gesprekken 'sociaal wenselijk' hebben geant-woord.

Ook komt het voor dat de gemeente een beeld heeft van controlefrequentie dat niet bevestigd wordt door de politie. Opvallend is dat het ook enkele malen voorkomt dat de politie aangeeft minder vaak te controleren dan de coffeeshophouders zeggen dat dit gebeurt. Dit heeft onder andere te maken met de gebruikte definitie van 'controle'. Een politiefunctionaris spreekt over een controle als dit een officieel moment is (periodieke controle), terwijl een coffeeshophouder elk bezoek van een agent, en dus ook veel informele controles, meetelt. Daarnaast geeft de politie het basisaantal controles aan, terwijl bij sommige coffeeshops extra controles plaats-vinden.

In sommige gemeenten zijn vaste afspraken gemaakt over de controlefrequentie van de politie. Dit is echter niet in alle gemeenten het geval; er zijn ook gemeenten die niet weten hoe vaak de politie controleert. In bijna elke gemeente is er een 'basis' controlefrequentie en wordt

90

er meer gecontroleerd indien zich problemen voordoen of indien er indicaties zijn van over-tredingen.

Controles verlopen in sommige gemeenten in goed overleg, in andere gemeenten gaat het er afstandelijker aan toe. Niet op alle criteria kan door middel van standaard controles goed zicht verkregen worden. Om toch enig zicht op moeilijk controleerbare criteria zoals de daghoeveel-heid van vijf gram te krijgen, hanteert de politie in sommige gemeenten methoden waarvan de wetmatigheid in twijfel getrokken kan worden. Preventief fouilleren is alleen toegestaan in zogenaamde "veiligheidsrisicogebieden" en gericht op het bezit van wapens. Het inzetten van deze methode puur op bezoekers die de coffeeshop verlaten, is niet toegestaan. Ook voor het structureel op touw zetten van afvangacties voor deze specifieke groep, ontbreekt een rechts-grond.

In de meeste gemeenten wordt gebruik gemaakt van een sanctiestappenplan. De sanctie-ernst verschilt van gemeente tot gemeente. In het algemeen zijn gemeenten en politie tevre-den over de bestuursrechtelijke sancties, terwijl de meeste respontevre-denten ontevretevre-den zijn over de strafrechtelijke interventies.

In document Coffeeshops in Nederland anno 2003 (pagina 95-98)