• No results found

Groote broer

In document SHELF NUMBER (pagina 94-97)

2.2 ov. Ruth staat bij me te zeuren om haar mandje, dat bij het schuurtje ligt, waarin booze vader-eend zit pgesloten. "Zelf halen, Ruth." - " ee, moeder, dan pikt booze vader-e nd,

Utte."-"Booze vader-eend zit opg sloten en kan er niet uit." - Ruth kijkt, 177 M-J. u

doet een stapje, maar durft toch niet. Marcus-Jan, die bezig is langs den rand van d box te balanceeren, stapt eraf en zegt:

Kom maar Utte " neemt ze bi)' de hand en samen trotseeren ze

"

,

het gevaar.

Stevig.

22. Nov. Zondag bezochten we de sultansgraven, gelegen op een hoogen heuvel. We moesten een trap op van 440 treden. Marcus-]an stapte voorop en wilde geen hand. Ttboven aan heeft hij het dapper volgehouden - toen nog een stuk heuvel en daar hadden we een prachtig uitzicht over bergland en vlakte. Het viel me op, in vergelijking met een half jaar geleden in S., dat 1arcus-Jan nu Ruth in kracht overtreft, terwijl ze toen weinig scheelden.

Gewoontediertje.

3

%

j. Bij het afdalen van den heuvel der sultansgraven, verleden Zondag, zei Marcus-Jan opeens:" u is Jan moe en wil Jan naar bed." - "Je mag in de auto slapen." - " ee, ik wil naar b d."

_ Het was dan ook precies het uur, waarop hij anders een tijdje in z'n bed wordt opgeborgen.

Doktersbezoek.

22. Nov. Jan is ziek - of liever, ik hoop, dat ik alweer kan zeggen:

ziek geweest. annacht om12 uur werd hij huilend wakker: oorpijn.

Dezelfde klacht dus als 10 dagen geleden. n nu was hij koortsig ook. Het werd weer een tobberige nacht, al~ as h t nietzóó erg als den vorigen keer, wat slapeloosheid betreft. laar vader, die voorname-178

lijk Ol t zoontje optrok, heeft to<;h niet veel slaap g had. Vanmorgen had de jong n 38° en was geheel lusteloos en mat n wilde ni ts ten, klaagd telkens over pijn aan het oortje. Ik liet ter afleiding int rklaas rijden een pop en een prentenboek (al uit Holland ge-stuurd). In het prent nb ekje had hij wel belangstelling, maar ten slotte zei hij: nu hoeft Jan niet m r plaatj s kijken. nt en hij Ruth de pop afstond, begon ik me echt ongerust te maken. Om één uur

k~ am de dokter. Den heelen morgen had d jongen er zich op ver-heugd. "Ik is ziek," z i hij ernstig, toen de dokter bij z'n bed kwam.

Onder het oorspiegelen zat hij doodstil en deed z'n best, het den grooten man naar den zin te maken met z'n hoofd in de gewenschte richting te houden en ernstig te antwoorden op de vragen: doet dit pijn? doet dat pijn? Gelukkig deed ni ts pijn en kon de dokter ter-nauwernood een rood randje aan het trommelvlies ontdekken. Maar Jan had nu 39° koorts. " r zal wat influenza bij zitten," dacht de dokter. Wat lauwe slaoliein 't oortje, wat aspirine, in bed blijven en morgen is hij misschien weer beter. To n de dokter weg was, hoorde vader vanuit de andere kamer een gesprekje.

Ruth (hoog piepend): "Is Jantj nou weer b ter?" - Jan (met een dik geluid van gewichtigheid): "Ja, Utte, de dokter is bij Jan ge-weest." - Ruth (sneu): "Ik heb óók een beetje pijn." - Jan (va-derlijk):"D dokt r zal voor jou terugkomen, Utte."

In den loop van d n middag daalde de koorts en vóór donker was hij koortsvrij enI venslustig. Doodgelukkig met z'n nieuwe prenten-boek en vervuld van de interessantheid van het geval: ,,\ at zal tante Loes zeggen, as ze heurt, dat Jan ziek is? '\ at zal Djonnie (een vriendin van juffie) zeggen?".

Tenslotte móest hij het iemand vertellen en deed het medaillon open met Oma's portret, dat ik om m'n hals draag: "Oma, Jan is ziek.

De dokter is bij ]an gewe st. Ik heb een koekje g had en ook obat."

En na ied re med de ling wa het:"\'qat zègt Oma nou?" en moest ik antwoorden. De avond boterhammen at hij met smaak, na even geprobeerd te hebben te pr06teeren:" ee, Jan wil kr ntenbrood."

- Ik vond na alde ziekte-heerlijkheden het wijs een premie op ge-179

zondheid te stellen en beloofde krentenbrood, zoodra hij weer heelemaal beter was en in de achtergalerij kwam eten.

Hellestraffen.

Vanmiddag fantaseerde hij over straffen. Eergisteren was Ruth het denkbeeldige slachtoffer (zie: Smaadlied op Ruth), nu haar speel-goedhondje Blackie.

"Moeder, Blackie heeft gevráágd bij tante Loes. Nu heeft tante Loes Blackie geen koekje gegeven. Jan heeft Blackie onder de douche gestopt. Blackie moet in een donkere kast. De kat zal Blackie op-eten. Moeder, de kat heeft Blackie opgegop-eten. Blackie mag nooit meer uit. Jan heeft Blackie in bed gestopt." Zoo kwam de eene straf na de andere, soms na even nadenken.

Uitzieken.

7 Dec. Jan is nauwelijks twee dagen ziek geweest, maar het uit-zieken heeft wel twee weken geduurd. 0, wat was het jongetje hui-lerig en overgevoelig. Als ik naast hem zAt, legde hij dadelijk stil zijn handje op het mijne. - En steeds Ruth plagen en als hij dan op zijn kop kreeg, overstuur raken. Het weer werkte ook niet mee:

veel nattigheid en haast geen zon. Ook Ruth zag er bleekjes van. En Jan heeft, watinvele maanden niet gebeurd was, Ruth weer gebeten.

u zijn we gelukkig weer op 't goede pad en speelt hij weer aller-plezierigst met Ruth met het nieuwe speelgoed van Sinterklaas. Hij wordt ook wat minder sentimenteel en eet beter. We hebben dezen tijd de kinderen vaak 's morgens van 8.30-10.30 in plaats van 9-10 in bed gestopt.

Een beetje los zitten de tranen nog wel. Vanmorgen b.v. speelde hij met Ruth in den tuin en kreeg opeens vader in 't oog, die voor 't raam zat. Z'n lipjes begonnen te beven: "vader moet bij Janinden

180

v

tuin komen". En toen dat ni t gebeurde, raakte bij zoo van streek, dat ik hem mee naar de kinderkamer en hem ondanks 't aanvankelijk tegenstribbelen, een poos p schoot nam. Bij ondervinding weet ik, dat hij dan altijd kalmeert. Dan legt hij z'n kopje tegen me aan en steekt den duim in den mond. og een beetje schokt hij na, maar wordt dan gauw rustig. "Stoutigheid mag niet komen. Jan vindt stoutigheid niet prettig," zei hij vanmorgen, toen alles voorbij was.

Hij voelt het dus ook zelf als een bui, die over hem komt en hém de baas wordt. Rust, eten, levertraan en een verblijf boven zullen hem wel meer weerstand ertegen geven.

In document SHELF NUMBER (pagina 94-97)