• No results found

Grond - lucht integratie

vermogen in de landomgeving

Sectie 4 Grond - lucht integratie

Algemeen

3401 Voor het effectief uitvoeren van operaties in de landomgeving is integratie met de luchtcomponent cruciaal. Deze integratie heeft raakvlakken met vrijwel alle aspecten van het optreden in de landomgeving. Het verkrijgen, handhaven en uitbuiten van controle over het luchtdomein is voor de meeste operaties in de landomgeving voorwaardelijk voor succes. De integratie van activiteiten in de lucht en op de grond vereist allereerst een begrip van Air Power.

Air Power

3402 Air power is het vermogen om met gebruik van het luchtruim politieke en militaire doelstellingen te helpen realiseren. Binnen het optreden in de landomgeving spelen de volgende vier rollen van airpower een rol:

· controle van het luchtruim;

· attack;

· luchtmobiliteit;

· ondersteuning bij inlichtingen en situational awareness.

Controle luchtruim

3403 Controle van het luchtruim is een belangrijke, en over het algemeen randvoorwaardelijke rol van air power. Het levert een bijdrage aan de vrijheid van manoeuvre voor het fysieke deel van de operationele omgeving. Controle van het luchtruim helpt commandanten in de landomgeving om het initiatief te nemen en te behouden. In algemene zin wordt controle van het luchtruim verkregen door het uitvoeren van counter air (CA) operaties, gericht op het vernietigen, ontwrichten of reduceren van de capabilities van een opponent

.

Het vaststellen van de mate van luchtoverwicht (control of the air) is een complexe aangelegenheid en kan afhankelijk van het plan, de beschikbare middelen en het dreigingsbeeld anders zijn. Voor de planning en inzet van militaire operaties zijn drie niveaus van luchtoverwicht instrumentaal:

· Favourable air situation betreft een beperkt luchtoverwicht van eigen strijdkrachten, waarbij de vijandelijke luchtstrijdkrachten onvoldoende in staat zijn afbreuk te doen aan eigen land-, zee- of luchtoperaties.

· Air superiority is een plaatselijk en/of tijdelijk luchtoverwicht op de tegenstander, bijvoorbeeld boven een gedeelte van het gevechtsveld, boven een vlootverband of tijdens het uitvoeren van een aanvalsmissie.

· Air supremacy betreft een luchtoverwicht van eigen strijdkrachten, waarbij de luchtstrijdkrachten van de tegenstander gedurende een langere periode niet in staat zijn afbreuk te doen aan eigen land-, zee- of luchtoperaties.

3404 Counter Air (CA)27 betreft luchtoperaties die erop gericht zijn maximale bewegingsvrijheid voor het manoeuvreren te creëren, terwijl eigen centres of gravity, organisatie en militaire middelen gevrijwaard blijven van vijandig militair aangrijpen. CA operaties maken deel uit van het air operations plan van de Air Component Commander (ACC). Het air operations plan is een integraal deel van het campaign plan van de Joint Force Commander (JFC). CA-operaties zijn verdeeld in offensive counter air (OCA) en defensive counter air (DCA).

27 zie AJP-3.3.1 Allied Joint Publication for Counter-Air Operations

3405 Offensive Counter Air (OCA) bestaat uit offensieve operaties die tot doel hebben de vijandelijke lucht- en/of raketdreiging te vernietigen, te ontregelen of te minimaliseren. Het bewerkstelligen van de doelstelling maakt dat het luchtwapen vervolgens voor een aanzienlijk deel beschikbaar is om doelstellingen van de Land Component Commander (LCC) te realiseren.

3406 Defensive Counter Air (DCA) bestaat uit defensieve operaties, veelal uitgevoerd boven eigen gebied, die er op gericht zijn vijandelijke luchtwapens en/of raketsystemen op te sporen, te identificeren, te onderscheppen en te vernietigen. Uiteraard gebeurt dat bij voorkeur voordat deze het eigen gebied penetreren. DCA is onderverdeeld in active en passive air defence.

3407 Air Defence (luchtverdediging) omvat alle maatregelen gericht op het teniet doen of beperken van de effectiviteit van vijandelijke luchtacties. Luchtverdediging kan plaatsvinden vanaf de grond, de zee of met behulp van vliegende platformen. De luchtdreiging stelt hoge eisen aan de luchtverdediging. Een mix aan sensorsystemen moet luchtdoelen kunnen opsporen. Een mix aan wapensystemen, die gezamenlijk alle (soorten) luchtdoelen in alle hoogtebanden afdekken, moet luchtdoelen vervolgens bestrijden. Het opsporen van luchtdoelen vereist een goede coördinatie binnen en tussen luchtverdedigingsystemen en interoperabiliteit van en tussen deze systemen op het gebied van informatievoorziening (CIS), sensoren (luchtbeeldopbouw- en verspreiding) en vuurkracht.

Attack

3408 Optreden vanuit de lucht tegen elementen in de landomgeving genereert en behoudt controle over de landomgeving, enerzijds door het aangrijpen van de opponent of belangrijke infrastructuur, anderzijds door het psychologische effect van een show of force of het creëren van een reële dreiging. Luchtaanvallen ondersteunen daarmee in sterke mate het vormen van de strategische omgeving met Strategic Attack (SA) en Strike Coordination and Reconnaissance (SCAR)28. Ze zijn verder geschikt voor het ondersteunen van operaties of voor steun aan tactische gevechtssituaties. De twee soorten attack die onder grond-lucht integratie vallen zijn: air interdiction (AI) en close air support (CAS).

· Air Interdiction (AI) is de air power inzet met als doel het vernietigen, ontregelen, minimaliseren, en/of vertragen van de opponent en de daaraan gekoppelde ondersteunende infrastructuur, voordat deze effectief tegen eigen troepen kan optreden. Air interdiction vindt normaal gesproken op een dermate grote afstand ten opzichte van de eigen troepen plaats, dat gedetailleerde afstemming van de te vliegen missies met eigen grondtroepen niet noodzakelijk is. Speciale eenheden van de eigen grondtroepen kunnen wel zorgdragen voor de eindgeleiding van de aanvallen. (onder andere de Joint Terminal Attack Controller/Forward Air Controller (JTAC/FAC)).

· Close Air Support (CAS) betreft steun vanuit de lucht tegen vijandelijke doelen die zich in de onmiddellijke nabijheid van eigen grondstrijdkrachten bevinden. Deze luchtoperaties vereisen een zeer nauwkeurige integratie en coördinatie om fratricide te voorkomen en de gewenste effecten af te stemmen met gevechts- en vuursteuneenheden. Hierbij is het gebruik van sensoren, markeersystemen en communicatiesystemen essentieel voor succesvolle inzet. CAS voorziet de grondgebonden eenheden van offensieve en defensieve slagkracht d i e dag en nacht inzetbaar is. De mogelijkheid om een breed scala aan letale en niet-letale effecten te creëren en daarnaast de hoge mate van mobiliteit van de wapenplatformen maken CAS een sterke force-multiplier bij het uitvoeren van landoperaties.

28 Zie AJP 3.3 en APD.

Luchtmobiliteit

3409 Luchtmobiliteit ondersteunt ontplooiing, manoeuvre en instandhouding. Luchtmobiliteit faciliteert de, mondiale, regionale en lokale, snelle ontplooiing van personeel en materieel (militair en civiel). Intra- (in het theater) en inter (tussen theaters)-theatre luchtmobiliteit is vaak de enige methode om gewond personeel snel bij een medische faciliteit te krijgen of om troepen af te lossen.

Ondersteuning bij inlichtingen en Situational Awareness

3410 Information, Surveillance & Reconnaissance (ISR) vanuit de lucht, draagt bij aan een beeld over de gehele breedte van het elektromagnetische spectrum. Air power voorziet in sensoren die de commandant de mogelijkheid biedt om in de diepte informatie in te winnen over de opponent, bevolking en het terrein. Deze informatie is ook toe te passen voor het beschermen van de eigen capaciteit. Langdurige ISR met onbemande vliegtuigen kan verschillen in het terrein, troepenverplaatsingen of een 'pattern of life' zichtbaar maken.

Grond-lucht coördinatie

3411 Vanwege de complexe en chaotische aard van conflicten in de landomgeving is het noodzakelijk om zones waar luchtsteun is gepland rondom landeenheden te visualiseren. Rondom landeenheden zijn drie zones. Het bereik van direct vurende wapensystemen bepaalt de dichtstbijzijnde zone. In deze zone vindt het directe gevechtscontact plaats. De tweede zone is het gebied waar landeenheden kunnen observeren en vuur met lange dracht kunnen inzetten. Grondgebonden verkenningseenheden zijn actief in dit gebied. De derde en meest verwijderde zone is het gebied waar landeenheden zich alleen na gedetailleerde specifieke voorbereiding kortstondig kunnen manifesteren of effecten kunnen creëren. Air manoeuvre, de inzet van speciale eenheden of raketten zijn voorbeelden van activiteiten in deze zone.

Interactie tussen lucht- en grondgebonden eenheden vindt in al deze zones plaats. Als minimum vereiste moet tactische grond- luchtsamenwerking geïntegreerd zijn in de binnenste zone, gecoördineerd in de middelste zone en gedeconflicteerd in de buitenste zone29.

3412 Air-Land Integration (ALI) is een concept dat sterke joint samenwerking in de voorbereiding en bij de daadwerkelijke inzet toepast. Dit vergt grondige kennis van elkaars, voor dit doel relevante, doctrine en capaciteiten. Om dit te bewerkstelligen is het noodzakelijk dat commandanten en hun staven tot in detail coördineren en over en weer liaison uitbrengen. Integratie brengt de onderdelen samen in een sterker geheel. Dit geheel ontstaat wanneer de effecten van de grond- en luchtactiviteiten vanaf het begin zijn gepland om elkaar te versterken.

3413 Fire Support. Het incorporeren en synchroniseren van precisie- en/of onderdrukkingsvuur, geleverd door de land- en/of luchtcomponent met inzet op tactisch niveau, is essentieel voor het creëren van ALI. Zowel control als optimaal gebruik van deze capaciteit door speciale stafelementen en JTACs/FACs zijn daarvoor belangrijk. Binnen de context van fire support valt uiteraard ook de integratie met maritieme platformen, die ook in staat zijn om met hun systemen en communicatiemiddelen te integreren met de land- en luchtcomponent. Het is hierbij voor de veiligheid essentieel dat goede afspraken worden gemaakt over gebruik van het luchtruim.

29 De methode waarmee deze integratie, coördinatie en deconflictie wordt uitgevoerd, is air space management (ASM). Dit is onderdeel van battlespace management (zie hoofdstuk 6, sectie 6).