• No results found

Gezins- en persoonlijke kenmerken die de zoektocht naar werk vergemakke- vergemakke-lijken

Een eerste observatie bij de antwoorden van de niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen is dat zij veel meer en veel vaker belemmeringen hebben genoemd dan kansen. De kansen die de vrouwen noemden hebben te maken met gezinsomstandigheden of persoonlijke kenmerken.

Wat betreft de gezinskenmerken: het gaat dan voornamelijk om de leeftijd en zelfstandigheid van de kinderen. Een kans om weer aan de slag te gaan

ontstaat als de kinderen naar school toe gaan, of als ze oud genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen. Het zijn dan ook hoofdzakelijk de jongere vrouwen die deze kans hebben genoemd.

Kansen die voortvloeien uit persoonlijk kenmerken van de vrouw zelf zijn bijvoorbeeld dat men flexibel is en bereid zich helemaal in te zetten.

Ja ik ben geduldig, ik neem sowieso mijn werk serieus, ik zal me altijd 100%

inzetten voor me werk. Ja…ik durf ook echt dingen aan. Als ze met iets nieuws komen dan vind ik dat heel erg leuk om te doen. Ja, ik hou er wel van om nieuwe dingen te leren eigenlijk en dan pak ik dat op zich ook wel heel snel op. Ja, dus ik ben wel leergierig.

(Surinaamse vrouw met kleine baan, 32 jaar, hoogopgeleid, thuiswonende kinderen).

Enkele hogeropgeleide vrouwen denken dat hun goede opleiding, werkerva-ring en/of cv ze goede kansen zal bieden op de arbeidsmarkt. Ik heb een goede cv en goede referenties. Dat is zeker het probleem niet.

Maar ik heb natuurlijk jarenlang ook herintredende vrouwen begeleid en er kwamen dan vrouwen, die hadden dan tien jaar lang niet meer gedaan dan voor de kinderen zorgen en tennissen of wat dan ook. En ik weet dat me dat altijd erg irriteerde. Dus ik heb mezelf wel altijd, toen ik stopte met werken, voorgehouden dat ik veel vrijwilligerswerk wilde doen.

(Nederlandse vrouw, 42 jaar, hoogopgeleid, thuiswonende kinderen).

Twee respondenten vertellen dat ze bij hun werkgever destijds altijd terug zouden kunnen keren. Tot slot merkt een respondent op dat het gemakkelijk voor haar is om bij haar werkgever om uitbreiding van het aantal uren te vragen, omdat zij toch al (een beperkt aantal uren) werkt.

Gebrek aan relevante opleiding, diploma en recente werkervaring

De niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen hebben dus veel vaker en veel meer belemmeringen dan kansen genoemd. Vaakst genoemd, meestal door de oudere vrouwen, is het ontbreken van een relevante beroepsopleiding, diploma en/of recente werkervaring, hoewel ook de jongere, laagopgeleiden hiermee te kampen hebben.

Ik heb niets anders gedaan, alleen in een slagerij met mijn vader gewerkt als klein meisje, dus ja... voor de rest heb ik geen echte andere baan gehad. […]. Niemand gaat me dan aannemen. Ook heb ik geen opleiding en ook niet de juiste ervaring.

(Marokkaanse vrouw, 48 jaar, laagopgeleid, thuiswonende kinderen).

Interviewer: Zou je weer willen gaan werken?

Ja, ik ben steeds al aan het kijken en ik zit natuurlijk een beetje moeilijk, want ik heb geen papieren. Ik ben nu vrijwilliger in een bejaardentehuis, maar hetzelfde werk dat ik voor een salaris zou doen, zou ik een papiertje voor moeten hebben. En zo gaat het eigenlijk altijd. Ik heb tien jaar lang bij een Turks gezin vrijwilligers-werk gedaan, die hebben een gehandicapt kindje, dus begeleiding, verzorging, alles.

Maar beroepsmatig zou ik het gewoon niet kunnen doen, daar heb je gewoon de papieren niet voor. Als vrijwilliger mag je het allemaal gewoon doen. Dat is allemaal waar je dan tegen aan loopt.

(Nederlandse vrouw, 53 jaar, middenopgeleid, thuiswonende kinderen).

Voor de oudere vrouwen speelt nog een andere kwestie. Zij hebben wellicht wel een beroepsopleiding gevolgd in het verleden, maar deze is sterk verou-derd en /of niet meer (h)erkend door werkgevers.

Mijn diploma’s komen van heel ver. Ze moeten altijd achterhalen wat het nou was.

Ja, omdat het niet meer, omdat het geen opleiding meer is.

(Nederlandse vrouw, 58 jaar, hoogopgeleid, thuiswonende kinderen).

Vrouwen uit meerdere profielen merken op dat het volgen van een opleiding geld kost, en dat zij dit zelf niet kunnen of willen betalen. Tenslotte is het niet zeker of het volgen van een opleiding het gewenste effect sorteert, te weten het vinden van een goede baan.

Nou ja, waar ik ook al aan zat te denken, maar weer eens te kijken van kan ik een opleiding gaan doen, kan ik bijscholen? Want je kunt natuurlijk wel een opleiding gaan doen en daar heel veel geld in stoppen, maar je moet vervolgens wel aan het werk kunnen.

(Nederlandse vrouw, 53 jaar, middenopgeleid, thuiswonende kinderen).

Te oud

Ook leeftijd is vaak genoemd als belemmering bij het realiseren van een wens om (weer) te gaan werken.

Ik heb gesolliciteerd en dan zeggen ze tegen mij van luister: je bent te oud voor dit werk, maar we hebben nog een werk, je kan gaan schoonmaken. Dan denk ik: ‘Ja dag!’ Dat motiveert mij niet als mensen dat zo tegen mij zeggen.

(Surinaamse vrouw met kleine baan, 55 jaar, hoogopgeleid).

Niet alleen de leeftijd, maar de combinatie van een bepaalde leeftijd met andere belemmerende factoren, maakt dat sommige vrouwen hun eigen perspectieven op werk negatief inschatten.

Ondanks mijn leeftijd wil ik toch nog een diploma halen. Of het me zal helpen bij het vinden van een betere baan weet ik niet. Maar toch wil ik het heel graag.

Vanwege mijn leeftijd weet ik niet of ik daarmee wat bereik. Als een werkgever moet kiezen tussen mij en een jonger iemand, dan zullen ze sneller een jonger iemand aannemen. Wat als je gaat solliciteren vragen ze altijd naar iemand tussen 25 en 45 jaar of zo.

(Antilliaanse vrouw, 55 jaar, laagopgeleid, thuiswonende kinderen).

Niet verbazingwekkend noemden vooral de oudere vrouwen leeftijd als een belemmering. Maar ook jonge laagopgeleide vrouwen zien dat als obstakel.

Vermoedelijk komt dit doordat zij dezelfde werkvijver vissen als scholieren en studenten, die door hun leeftijd goedkoper zijn voor werkgevers.

De leeftijd bepaalt ook. Ik zie ook meer van die jongeren beneden de 20 jaar en dan zijn er ook nog studenten. Die zijn goedkoper, ik ben duurder.

(Surinaamse vrouw, 32 jaar, laagopgeleid, thuiswonende kinderen).

Ze zullen eerder een 19- of 20-jarige aannemen dan een 34 jarige, zoals ik.

(Turkse vrouw, 36 jaar, laagopgeleid, thuiswonende kinderen).