• No results found

5. Weer thuis

5.5 Gevolgen van de behandeling

Een kleine maag

Door de operatie is de inhoud van uw maag een stuk kleiner geworden of is de maag zelf volledig verwijderd. Daardoor kunt u minder eten per keer/maaltijd. U kunt snel een vol gevoel krijgen en soms verdwijnt het hongergevoel helemaal. Dit is vooral de eerste 6 maanden na de operatie. Een jaar na de operatie ervaart de helft van de mensen weer een

hongergevoel.

Het kost tijd om te wennen aan een kleine maag of een maag die geheel verwijderd is. De weken na de operatie heeft u dan ook nodig om:

-

te ervaren hoe groot de porties zijn die u per keer kunt eten;

-

hoe u uw voeding goed kunt verdelen over de dag en

-

hoe u kunt omgaan met minder eetlust en een sneller verzadigd of vol gevoel.

Veel kleine maaltijden

De meeste mensen kunnen na de operatie minder eten en drinken per maaltijd en hebben sneller een vol gevoel.

Misschien heeft u helemaal geen trek. Eén sneetje brood met beleg of een bakje vla kan al voldoende zijn om een vol gevoel te geven. Het is dan belangrijk dat u wat vaker op een dag iets eet of drinkt, bijvoorbeeld elke 2 tot 3 uur. Als u zes tot zeven kleine maaltijden goed verspreid over de dag gebruikt, krijgt u voldoende voedingsstoffen binnen.

Eet rustig en kauw goed

Dit helpt de voeding beter te verteren. Door rustig te eten voorkomt u klachten doordat u teveel eet. Neem gerust 20 tot 30 minuten de tijd voor een kleine maaltijd. U voelt zo beter wanneer u vol zit. In principe mag u alles eten en drinken.

Dumpingsyndroom

Door de operatie kan de sluitspier van de maag niet of niet goed meer werken. Dan komen het eten en drinken sneller en in grotere hoeveelheden dan normaal in de dunne darm terecht komen. Dit wordt dumping genoemd. U kunt dan last krijgen van misselijkheid, buikpijn, darmkrampen, braken, diarree,

hartkloppingen, zweten, neiging tot flauwvallen en beven/trillen.

Het kan helpen om geen grote porties in één keer te eten, niet teveel te drinken bij uw maaltijd en/of niet te snel te eten.

Uw klachten worden vanzelf minder, maar kunnen wel enkele uren aanhouden. Het kan helpen om na de maaltijd een ½ uur rustig te zitten of even te gaan liggen.

Tips om dumpingklachten te voorkomen:

- Gebruik zes tot zeven kleine maaltijden goed verspreid over de dag.

- Drink niet teveel bij uw maaltijden, anders spoelt het

voedsel te snel naar de dunne darm. Meestal geeft één glas of kopje drinken bij het eten geen klachten.

- Neem voor- en nagerechten een uur voor of na uw maaltijd.

Snel opneembare suikers

Dumpingklachten kunnen ook ontstaan als u te veel 'snel opneembare' suikers heeft gebruikt, zoals gewone suiker en vruchtensuiker. Wanneer u last heeft van de dumpingklachten wees dan matig met limonade, vruchtendranken/sappen, frisdranken, snoep en koek en de hoeveelheid suiker in uw koffie en thee.

Suiker wordt ook verwerkt in voedingsmiddelen als cake, ontbijtkoek, gebak, koekjes en zoet beleg. Vermijd overmatig gebruik van deze producten.

Melk(producten)

Na de operatie mag u melkproducten blijven gebruiken. Dit is ook belangrijk omdat ze veel eiwitten bevatten die goed zijn voor uw herstel. We raden u aan om dagelijks twee tot drie

melkproducten te gebruiken (in totaal 300 - 450 ml).

Gebruikt u meer melk(producten) en heeft u klachten, verminder dan de hoeveelheid melkproducten tot de aanbevolen

hoeveelheden. Blijft u klachten houden, probeert u dan eens (deels) zure melkproducten, zoals karnemelk, kwark en yoghurt.

Meestal worden deze beter verdragen, omdat ze minder lactose bevatten.

Verdraagt u helemaal geen melkproducten meer, overleg dan met uw diëtist. Zij kan u adviseren over een lactosebeperking.

Brandend maagzuur

Bij brandend maagzuur stroomt de maaginhoud in de slokdarm.

Bij de overgang van de slokdarm naar de maag zit een kleine sluitspier. Die zorgt ervoor dat maaginhoud niet omhoog kan stromen in de slokdarm. Als u geopereerd bent vanwege een tumor in het bovenste deel van uw maag, dan is ook het onderste deel van uw slokdarm met die kleine sluitspier verwijderd. Maaginhoud kan gemakkelijk terugstromen in het resterende deel van uw slokdarm. Dit kan klachten veroorzaken zoals oprispingen, pijn in de buurt van het borstbeen, een geïrriteerde keel en hoesten.

Dunne ontlasting

Dunne ontlasting wordt veroorzaakt door veranderingen in uw spijsverteringskanaal. Het vaste voedsel komt sneller in de dunne darm dan normaal terecht en worden minder goed vermengd met spijsverteringssappen.

De diëtiste kan u adviseren en begeleiden bij de bovenstaande mogelijke gevolgen.

Vitamine B12 tekort

Na het verwijderen van (een gedeelte van) de maag kunt u een vitamine B12 tekort krijgen. Het is niet of nauwelijks mogelijk om vitamine B12 op te nemen uit uw voeding. Na een maagoperatie hebben de meeste mensen daarom een vitamine B12 injectie nodig. Dit kan na de operatie met uw huisarts worden geregeld.

Vermoeidheid

Herstellen na een operatie kan veel energie vragen van uw lichaam. Daarom is goede voeding een belangrijk item. Ook het opbouwen van uw conditie na de operatie draagt bij aan

vermindering van de vermoeidheid.

Vermoeidheid kan ook veroorzaakt worden door behandeling met chemotherapie. Vermoeidheid kan na verloop van tijd verminderen, maar kan wel een jaar of langer duren. De vorm van vermoeidheid kan heel wisselend zijn.

Revalidatie kan helpen om vermoeidheid te verminderen. Zie ook de folder over het oncologische revalidatie in hoofdstuk 6.

Seksualiteit

Als u te horen gekregen dat u maagkanker heeft, is de behoefte aan seksualiteit vaak verdwenen. Ook kan eventuele

chemotherapie de behoefte aan seksualiteit doen verminderen.

Nadat behandelingen zijn afgerond, kan deze behoefte na verloop van tijd weer terugkeren.

Heeft u problemen of vragen over seksualiteit, dan kunt u dit bespreken met uw chirurg of oncologieverpleegkundige.

Wilt u hier meer over weten, dan kunt u via de genoemde

websites in hoofdstuk 6, aanvullende informatie verzamelen of in gesprek gaan middels lotgenotencontact.