• No results found

1 Introductie

3.3 Het gespreksinstrument

In deze paragraaf komt de vraag aan de orde:

Wat voor soort instrument kan ouders en professionals helpen om de aspecten van eigen regie en empowerment rond transitiemomenten inzichtelijk te maken?

In paragraaf 2.2. is een verkenning van instrumenten beschreven die heeft geleid tot een voorlopige keuze, die tijdens de interviews werd voorgelegd aan maatschappelijk werkers en professionals. Bij ouders waren deze instrumenten ook een hulpmiddel om het gesprek te voeren. Deze worden hier vragenlijst FES en Kwadranten schema genoemd. Daarnaast is nog gebruik gemaakt van een variant van Quez, kaartjes met thema’s van eigen regie. Eerst wordt besproken wat ouders en professionals zeggen over wat waardevol is en wat een instrument kan opleveren. Daarna worden de reacties op de FES vragenlijst en het Kwadrantenschema apart besproken en wordt het geheel samengevat.

WAT ZEGGEN OUDERS EN PROFESSIONALS OVER WAT ZE WAARDEVOL VINDEN VAN HET INZETTEN VAN EEN INSTRUMENT.

Professionals:

Er is bij professionals behoefte om als team een taal te ontwikkelen waarmee we uitdrukking geven aan de ontwikkeling en behoeften van ouders als onderdeel van gezinsgerichte zorg.

• Een model om eigen regie bespreekbaar te kunnen maken in het team.

• Bewustwording bij teamleden waar ouders staan, welke begeleidingsstijl ze op dat moment nodig hebben.

• Wanneer het contact met ouders schuurt handvatten om in gesprek te gaan over verwachtingen.

• Het is belangrijk dat de ontwikkeling van ouders ook een onderwerp kan zijn in het kind plan besprekingen. Nu gaat het alleen over het kind.

• Een instrument dat uitnodigt tot gesprek met ouders.

• Makkelijk in te zetten en voldoende informatie kan opleveren waar ouders op dat moment staan.

Ouders:

• Belangrijk dat het helpt om te verdiepen wat ouders nodig hebben om alles te kunnen regelen.

• Het kan helpen om gerichte vragen te stellen.

• Het kan inzicht geven voor ouders en professionals wat lekker loopt en wat niet.

• Je wilt signalen om te voorkomen dat je iets mist, juist de valkuil van ‘goede regelouders’

• Terugkijken is waardevol, want je ziet wat er al is veranderd.

VRAGENLIJST

Ouders is gevraagd de Family Empowerment Scale (FES) in te vullen, toe te lichten waarom ze wat invullen en naderhand de vraag te beantwoorden wat zij vinden van het invullen van de lijst. Professionals is eveneens gevraagd wat zij van deze vragenlijst vinden.

Wat zeggen ouders

De meerderheid (6) van de ouders is neutraal over het invullen van de lijst. Twee ouders zijn positief, geeft hen inzicht. Neutraal wil zeggen dat zij voor zichzelf geen toegevoegde waarde zien, maar wel bereid zijn de lijst in te vullen wanneer het door de professional gewenst is. Eén ouder geeft wel aan de lijst moeilijk te vinden en confronterend, omdat ze vaak soms of zelden heeft ingevuld. Dat gaf het gevoel niet goed bezig te zijn. Aan de andere kant vindt deze ouder het juist wel interessant om door te praten over een aantal thema’s. Een andere ouder noemt de mogelijkheid om te vergelijken met wat de partner heeft ingevuld. Negatieve opmerkingen over de inhoud van de lijst zijn er ook: veel herhaling, niet duidelijk over welke zorg het gaat.

Geven de scores van de lijst interessante aanknopingspunten voor gesprek?

Aan ouders is bij aanvang van het gesprek gevraagd de 24 vragen van de lijst in te vullen en mondeling toe te lichten wat ingevuld wordt. De ouders vulden de lijst in het algemeen vlot in. Bij één ouder zijn de vragen voorgelezen, om het gevoel van examen te verminderen. 8 van de 10 ouders hebben 20 of meer vragen met vaak of heel vaak beantwoord.

over de visie van de ouder op dat aspect van eigen regie. Deze toelichting wordt gegeven, zowel op vragen die met vaak/heel vaak wordt ingevuld gegeven als op vragen die afwijkend worden ingevuld. Door deze opzet van het interview was het meestal niet meer relevant om apart in te gaan op de vraag waarom ze afwijkend hadden ingevuld. Ouders denken bij het invullen van de vragen over de zorgverlening vrijwel altijd aan de revalidatiezorg en een enkele keer aan ziekenhuis zorg. Alleen vraag 23 waar wordt gesproken over het zorgstelsel rondom het kind, dan wordt gedacht aan het regelen van zorg voor thuis en school en voorzieningen. Deze vraag werd door 60% van de ouders afwijkend ingevuld.

Wat zeggen professionals

Professionals zijn aarzelend over de bruikbaarheid van deze lijst. Zij vragen zich af wat ouders vinden. Is het wel duidelijk welke zorg wordt bedoeld? Kan de lijst gebruikt worden om thuis in te vullen of is dat te confronterend voor ouders? Afhankelijk welke ouder men voor ogen heeft zou men het wel of niet doen. Maatschappelijk werkers willen wel een vragenlijst, mits deze uitnodigt tot een gesprek.

Er zijn ook verschillende vragen die interessant worden gevonden, zoals:

• Ik vertel professionals wat ik vind over de zorg die verleend wordt aan mijn kind. • Ik zorg ervoor dat professionals begrijpen welke mening ik heb over de zorg die mijn

kind nodig heeft.( deze vragen worden wel als bijna dezelfde vraag gezien) • Ik heb het gevoel dat ik mijn gezin onder controle heb.

• Ik weet welke zorg mijn kind nodig heeft.

• Ik weet wat ik moet doen wanneer zich problemen voordoen met mijn kind.

Samenvatting

De vragenlijst Family Empowerment Scale wordt door professionals aarzelend ontvangen en door ouders niet afwijzend, maar op twee na ook niet enthousiast. De meeste ouders rapporteren dat het invullen voor hen geen toegevoegde waarde heeft, maar ook geen probleem is. Een enkele ouder ziet wel mogelijkheden tot een waardevol gesprek. (vergelijken met partner, doorvragen op thema’s).

Er zijn geen aanwijzingen dat de toelichting die ouders geven op de afwijkende vragen informatie oplevert die niet ook door open vragen opgehaald had kunnen worden.

Professionals vinden antwoorden op sommige vragen wel interessant en vinden vragenlijsten in zijn algemeenheid wel een prettige manier om inzicht te krijgen.

INSTRUMENT KWADRANTENSCHEMA

Wat zeggen ouders over het gebruik van het kwadrantenschema

Alle ouders hebben de voorkeur voor het kwadrantenschema boven de vragenlijst. Zij noemen als voordeel visueel maken en inzicht geven. Acht ouders geven aan dat ze een gesprek verhelderend vinden en dat het volgens hen belangrijk is te spreken over waar je staat als ouder.

“Het brengt wel in kaart waar iemand op dat moment staat in de zorg. Dus ik denk dat het handig is vooral, nou voor jezelf ook. Maar ook voor de mensen die je begeleiden”

Ouders herkennen zich in de kwadranten die een verschillende ondersteuningsvorm verbeelden:

“het is echt een kringetje, dat is herkenbaar het proces wat je als ouder doormaakt”.

Ouders ervaren het als een positief gesprek. Ze kijken terug op wat ze meegemaakt hebben en wat er nu en toen speelt.

Er worden ook tips gegeven:

• Herhaal een dergelijk gesprek bijvoorbeeld een keer per half jaar. • Maak het concreet en niet alleen ik zit in kwadrant 2.

• Stel een vraag zoals waar wil je straks zitten als je kind naar school gaat.

Hoewel alle ouders positief zijn is er wel twee keer aarzeling of het toegevoegde waarde heeft. De thema’s die besproken zijn waren niet nieuw en waren eveneens aan de orde gekomen tijdens de reguliere maatschappelijk werk contacten.

Wat zeggen professionals over het Kwadrantenschema?

Visueel maken en uitgaan van een speelveld zoals het kwadranten schema is al eerder besproken met een aantal collega’s. Dat wordt al snel als een gewenst uitgangspunt beschouwd. Dat er geen waardeoordeel hangt aan waar ouders staan is daarbij belangrijk. Belangrijk wordt gevonden de thema’s goed te kiezen en een handzame uitvoering. Visualiseren maakt reflecteren makkelijker: “je gaat er boven hangen”.

Het biedt aanknopingspunten voor verder gesprek:

• Het nodigt uit tot nadenken over de eigen situatie en dat is belangrijk voor eigen regie en empowerment ontwikkelen

• Je kunt makkelijk doorvragen of opmerken: Hoe zou de gewenste situatie zijn wanneer je kind straks op school zit.

• Nodigt uit tot evalueren door herhalen van het gesprek en vastleggen met een foto.

Het roept ook vragen op:

Geeft het voldoende informatie om met het team in gesprek te gaan? Hoewel ook in het groepsgesprek is aangegeven dat collega’s ook niet al te concrete informatie willen, want dat remt juist het open gesprek met ouders. Het kwadrantenschema geeft veel mogelijkheden tot verder gesprek. Maatschappelijk werkers gaan ervan uit dat dit gesprek met basismethodiek als oplossingsgericht werken uitgevoerd kan worden door maatschappelijk werkers. Toch is er ook een vraag of een eenvoudige tool als een lijstje met hulpvragen behulpzaam zal zijn.

Er is ook een reactie gevraagd op het Quez instrument dat werkt met reflectievragen voor de cliënt en professional. Geeft dit bijvoorbeeld richting voor zo’n aanvullende tool? Er zou dan bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met vier aspecten die ook verwerkt zijn in de Family Empowerment Scale (Singh, et al., april 1995 ): kennis, motivatie, vaardigheden en daarnaast de mogelijkheid hebben (opportunity). Het wordt wel interessant gevonden, maar men vindt het moeilijk om zich een beeld te vormen hoe het in de praktijk werkt.

Het dilemma dat wordt besproken is dat ouders zichzelf inschatten. Dit kan afwijken van de ervaring van de professional. Is het wellicht interessant deze informatie naast elkaar te kunnen leggen zodat daarover met ouders het gesprek aangegaan kan worden?

Samenvatting:

Zowel ouders als professionals zijn enthousiast over een gespreksinstrument dat visueel maakt waar ouders staan. Ouders vinden het gespreksinstrument oproepen tot een gesprek dat hen een positief gevoel geeft, waar zij hun verhaal kunnen doen, dat aan alle relevante thema’s aandacht geeft en de vraag centraal stelt waar sta je als ouder en welke ondersteuning heb je nodig. Daardoor vinden ouders de uitkomst ook interessant voor professionals die hen begeleiden. Mits wel concreet doorgevraagd wordt.

Maatschappelijk werkers en teamleden signaleren dat het weliswaar een instrument is dat verheldert en oproept tot reflectie, maar dat komen tot een doelstelling, de focus houden op doelen en concrete ondersteuning niet vanzelf “uit het instrument rolt”. Evenmin is de output direct bruikbaar om met teamleden te bespreken. Generieke maatschappelijk werk gesprekstechnieken, zoals oplossingsgericht werken kunnen worden ingezet om concreter te maken welke ondersteuningsbehoefte ouders in welke situatie nodig hebben. De vraag is gesteld of er extra tools nodig zijn voor het gebruik en de terugkoppeling naar ouders en team.

3.4 WAT IS ER NODIG OM EEN DERGELIJK INSTRUMENT IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK VAN KINDER - EN JEUGDTEAMS TE IMPLEMENTEREN?

SAMENVATTING VAN DE LITERATUURVERKENNING

Er zijn verschillende modellen om implementatieprocessen te beschrijven. Implementatieprocessen zijn processen waarbij de uitkomsten van onderzoek tot verandering in de praktijk leiden. In de literatuur worden meerdere invalshoeken genoemd (Nilsen, 2015). De twee belangrijksten zijn de invalshoek waarbij implementatie wordt beschreven als een proces in meerdere fases, gericht op de praktische uitvoering. Een voorbeeld in Nederland hiervan is het model van Grol en Wensing (2011). Een andere invalshoek legt de nadruk op de factoren die implementatie bevorderen en belemmeren. De zogenaamde drivers (Bertram, Blase, & Fixsen, 2015) of determinanten (Fleuren, Wiefferink, & Paulussen, 2004).

(Nederlands Jeugdinstituut, 2017) (Bertram, Blase, & Fixsen, 2015). Andere modellen leggen nadruk op een cyclisch proces en voegen een extra fase toe door uitvoering te splitsen of beschouwen borging als een extra fase in de evaluatie.

De invalshoek van determinanten en drivers benadrukt de noodzakelijke voorwaarden voor een implementatie. Er zijn drie drivers (Bertram, Blase, & Fixsen, 2015) die het implementatieproces aansturen:

• Competentie, gericht op diegene die de nieuwe werkwijze uitvoeren;

• Organisatie, gericht op faciliteiten en mogelijkheid om noodzakelijke veranderingen door te voeren en

• Leiderschap, de motiverende en technische aansturing van het proces.

Een lijst van vijftig determinanten (Fleuren, Wiefferink, & Paulussen, 2004) hebben een soortgelijke verdeling maar legt wat minder nadruk op leiderschap en meer nadruk op de voorwaarden van de innovatie zelf, zoals hoe duidelijk is de te innoveren werkwijze beschreven en in hoeverre sluit zij aan bij de bestaande werkwijze. Deze lijst van vijftig determinanten is dan ingedeeld in de volgende vier categorieën: context, organisatie en facilitair, samenhangend met de professional en samenhangend met de innovatie zelf.

SAMENVATTING VAN HET GROEPSGESPREK

De eerste stap in de implementatie is het maken van een implementatieplan. Daarvoor is het belangrijk om de doelstelling goed voor ogen te hebben en daarover overeenstemming te hebben. Daarom is dat in de vorm van drie op elkaar voortbouwende opties ter informatie ingebracht in het groepsgesprek. (zie bijlage ).

1. Een gespreksinstrument dat toegevoegd wordt aan het arsenaal van de individuele maatschappelijk werker die deze naar eigen inzicht kan gebruiken in aanvulling op generieke basismethodiek. Implementatie houdt vooral in keuzes maken over het instrument zelf.

2. Een gespreksinstrument dat is ingebed is in het teambehandelplan. Afspraken gemaakt over hoe en met welk doel ingezet. Daarover worden afspraken gemaakt. Deze worden gemonitord en geëvalueerd. Implementatie houdt ook in keuzes maken over gebruik en invoering binnen het team en gebruik makend van verschillende ervaringen van maatschappelijk werkers. Implementatie houdt ook een handleiding voor het gebruik van het instrument in.

3. Het gespreksinstrument wordt gezien als een onderdeel van een methodiek voor maatschappelijk werk in het ondersteunen van eigen regie en empowerment van ouders. Naast het maken van de handleiding is het doel toe te werken naar een beschreven en onderbouwde methodiek waarvan ook evaluatie en effectiviteit een onderdeel zijn en in meerdere teams ingezet kan worden.

Figuur 2:model van opbouw in implementatieopties

Feedback vanuit het groepsgesprek:

Ga voor de tweede optie. De eerste optie is te beperkt en al vrijwel bereikt met dit onderzoek. Er ontstaat dan een zelfde situatie als bij een eerder ontwikkelde stressoren lijst, dat nooit tot regelmatig gebruik heeft geleid en nu verouderd ‘in de la’ ligt. Maatschappelijk werkers van het kindteam willen het liefst voor de derde optie gaan, omdat dit de beste mogelijkheden biedt om tot daadwerkelijke verandering van de werkwijze en verdere professionalisering te komen. De tweede optie is als start nu aan te bevelen omdat die gaat voor een implementatie in het kindteam en eventueel jeugdteam waar inmiddels draagvlak is gecreëerd. Deze teams vallen onder dezelfde manager. Op deze manier worden geen stappen overgeslagen. Optie drie kan het doel worden wanneer de werkwijze in het kind en jeugdteam succesvol is geïmplementeerd. Wanneer daarover wordt geïnformeerd heeft het kans van slagen doordat een organisch proces ontstaat. De parallel wordt getrokken met het innovatie project

Instrument is een beschreven interventie.

Instrument is af en heeft handleiding voor gebruik in de kinder en

jeugd teams van de hoogstraat

Instrument is af, inzet naar eigen inzicht van de

geleid. Nu inmiddels twee jaar na het afsluiten van het project ontstaat belangstelling van andere teams.

Er zijn tips gegeven om overleg te hebben met de knowledgebroker van het team en de coördinator van het Cerebrale Parese kennisnet (CP is een aandoening van een grote groep kinderen die in de revalidatie worden behandeld). De knowledgebroker is organisator en aanjager van kennisdelen, de makelaar van ( CP) kennis en het team. Zij kunnen kennis delen over de implementatie werkwijze waarmee ervaring is binnen de organisatie. De manager verwacht leiderschap van maatschappelijk werkers van het kindteam binnen de mogelijkheden van het activiteitenplan.