• No results found

3.1.1 // Cokesfabriek Maastricht, 1912

De cokesfabriek in Maastricht, waar steenkool omgezet werd in cokes, werd opgericht als

gemeentelijke gasfabriek. De cokesfabriek is de oudste nog bestaande cokesfabriek in Nederland. Desondanks moet een deel daarvan, de monumentenstatus ten spijt, wijken voor het nieuwe Noorderbrugtracé.41 Tegelijkertijd wordt er van de gelegenheid gebruik gemaakt om het te handhaven gebouwdeel te consolideren.42 Dat dit eerder noodzaak dan luxe is, is te zien op

afbeeldingen acht en negen. De plattegrond van de gasfabriek was vrij simpel. Het bestond louter uit een drietal rechthoekige volumes. Er was plaats voor een stokerij, het bunkergebouw en de

kolenloods. In het terrein van de gasfabriek werd door middel van grondverzet niveauverschil aangebracht. Het niveauverschil was wel zes meter tussen de kolenloods en het bunkergebouw, die met elkaar verbonden werden door een hellende dam. De daken van de fabriek zijn betonnen schaaldaken. Dit type dak kon gebruikt worden, omdat het geheel uitgevoerd is als een in het werk gestort betonskelet, samengesteld uit betonnen kolommen, balken vakwerkliggers en vloeren en dwarsbalken.43 Deze betonskeletconstructie is ingevuld met holle betonstenen.

40 http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php [geraadpleegd 11-11-2015] 41 http://www.belvedere-maastricht.nl/start-sloop-gasfabriek/ [geraadpleegd 12-11-2015] 42 http://www.castermans.nl/project16.html [geraadpleegd 12-11-2015]

Dit is duidelijk te zien op afbeelding acht. De vensters van de gasfabriek zijn gemaakt van staal.44

Bijzonder om te vermelden is dat de fabriek oorspronkelijk is ontworpen als een staalconstructie door de firma Klönne uit Dortmund, maar de Industriële Maatschappij F.J. Stulemeijer waar

Wiebenga werkzaam was, trok door onder andere een voordelige prijsstelling de opdracht naar zich toe.45

3.1.2 // Wiebengahal Maastricht, 1912

In 1912 is de aardewerkfabriek Société Céramique gereedgekomen onder leiding van Wiebenga als constructeur. Een groots hallencomplex, helder en lineair van opzet, voor de productie van sanitair meubilair, voornamelijk wastafels en toiletpotten.46 De plattegrond van de aardewerkfabriek was T-vormig en omsloot in 1912 een hoofdgebouw met kelder, begane grond en drie verdiepingen. Het hallencomplex had een basis van een in het werk gestort betonskelet, die op zijn beurt weer bestond uit kolommen, balken en dwarsbalken. Op afbeelding tien is een detail van het dak te zien. Het dak van het complex was een gewelfd betonnen schaaldak met daarin overkoepelende glazen

lichtkappen opgenomen. De profielen van de lichtkappen én die van de ramen in de gevels waren vervaardigd uit staal. De glazen lichtkappen in de daken kunnen door de mate van repetitie bijna als een decoratief element beschouwd worden. Dit effect is duidelijk te zien op afbeelding elf waarin een overzicht van het complex kort na oplevering te zien is. Vandaag de dag staat nog maar slechts een gedeelte van het hallencomplex, namelijk het productie- en ovengebouw, voor het Bonnefanten Museum in Maastricht.47 Het geheel is gerestaureerd door BiermanHenket architecten, een

architectenbureau met aan het roer H. J. Henket die onder leiding van architect A. van Eyck afgestudeerd is.48 Afbeelding twaalf laat het resultaat zien.

3.1.3 // Koepel Cenakelkerk Heilig Landstichting-Nijmegen, 1913-15

De architect van deze kerk, de Cenakelkerk, was niet Wiebenga zelf, maar tijdgenoot J. Stuyt. Stuyt stond in Nederland bekend als groot kerkenbouwer binnen de katholieke leer. Wat betreft de stilistische kenmerken kan de kerk zo geplaatst worden in een stad in het Midden-Oosten. De Cenakelkerk combineerde een centraliserend deel met een axiale opzet en had een met een koepel overwelfd schip. En juist voor die koepel was Wiebenga, als specialist op het gebied van beton vanuit de firma Stulemeijer, bij het project betrokken. Samen met de hiervoor besproken Wiebengahal,

44http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php?cAction=show&cOffset=0&cLimit=25&cOBJnr =1000482&oOrder=ASC&cLast=1&oField=OBJ_RIJKSNUMMER&sCompMonNr=&sCompMonName=&sStatus=& sProvincie=Limburg&sGemeente=Maastricht&sPlaats=Maastricht&sStraat=Cabergerweg&sHuisnummer=&sPos tcode=&sFunctie=&sHoofdcategorie=&sSubcategorie=&sOmschrijving=&ID=0&oField=OBJ_RIJKSNUMMER# [geraadpleegd 12-11-2015] 45 Molema en Bak 1987, 36-39. 46 Molema en Bak 1987, 30-35. 47 http://www.biermanhenket.nl/media/1733/BHA-410_WEBFOLDER.pdf [geraadpleegd 13-11-2015] 48 http://www.biermanhenket.nl/en/bureau/organisation/partners/hubert-jan-henket/ [geraadpleegd 13-11-2015]

behoorde deze koepel tot een van de eerste schaaldaken in Nederland. Met een tien centimeter dunne constructie was de koepel voor die tijd zeer gewaagd en bovenal vooruitstrevend.49

3.1.4 // CHV-graansilo Veghel, 1916

De Coöperatieve Handelsvereniging van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond gaf in 1915 de opdracht voor de bouw van een graansilo als onderdeel van een nieuwe mengvoederfabriek.50 De opdracht ging naar Wiebenga die het ontwerp van de silo, op een rechthoekige plattegrond,

wederom in een betonskeletconstructie goot. De platte daken met overstekken zijn ook vervaardigd uit beton.51 De silo is te zien op afbeelding vijftien.

3.1.5 // School voor Nijverheidsonderwijs Groningen, 1922

Wiebenga koos, in samenwerking met architect L. van der Vlugt, voor een rationele bouwmethode voor de school voor Nijverheidsonderwijs. Dit moest een moderniteit worden; dat was Wiebenga, gelet op de wijze van aanstelling, ook wel aan zijn stand verplicht. Het werd een skeletsysteem van gewapend beton als basis, die naast het aanzien, bovenal het voordeel had dat de indeling van de plattegronden veel vrijer in te delen was. Daarbij kwam nog de eis dat de Nijverheidsschool binnen een jaar in gebruik genomen kon worden. De keuze voor materialen als beton en staal was weliswaar vernieuwend, maar moest bovenal een besparing opleveren in tijd. Het gebruik van staal zie je in de Nijverheidsschool, te zien op afbeelding vijf vooral terug in de kozijnen en deuren.52

3.1.6 // Sanatorium Zonnestraal Hilversum, 1926-28

Gebouwd om tuberculosepatiënten een voorspoedig herstel te bieden, is Sanatorium Zonnestraal een ontwerp van architect J. Duiker en associé B. Bijvoet, eveneens architect. Beide heren namen ingenieur Wiebenga in de arm om hun ontwerp te construeren. Opvallend is dat dit sanatorium een gewapend betonskelet als basis heeft gekregen, want de maatschappelijke overtuiging heerste dat de ziekte tuberculose snel zou zijn uitgebannen. Eerder ontworpen sanatoria bestonden daarom uit een houtskelet. Waarom Duiker het nieuwe materiaal toch verkoos boven hout moet waarschijnlijk in het credo, licht, lucht en ruimte gezocht worden, en Wiebenga, die vanaf 1924 dik anderhalf jaar in 49http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php?cAction=show&cOffset=0&cLimit=25&cOBJnr =1015435&oOrder=ASC&cLast=1&oField=OBJ_RIJKSNUMMER&sCompMonNr=523627&sCompMonName=&sSt atus=&sProvincie=&sGemeente=&sPlaats=&sStraat=&sHuisnummer=&sPostcode=&sFunctie=&sHoofdcategori e=&sSubcategorie=&sOmschrijving=&ID=0&oField=OBJ_RIJKSNUMMER# [geraadpleegd 24-11-2015] 50 http://www.regiocanons.nl/noord-brabant/veghel/graansilo [geraadpleegd 24-11-2015] 51http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php?cAction=show&cOffset=26&cLimit=25&cOBJ nr=1013387&oOrder=ASC&cLast=40&oField=OBJ_RIJKSNUMMER&sCompMonNr=&sCompMonName=&sStatus =&sProvincie=Noord-Brabant&sGemeente=Veghel&sPlaats=Veghel&sStraat=&sHuisnummer=&sPostcode=&sFunctie=&sHoofdcateg orie=&sSubcategorie=&sOmschrijving=&ID=0&oField=OBJ_RIJKSNUMMER# [geraadpleegd 24-11-2015] 52 Molema en Bak 1987, 46-55.

Amerika had gewerkt, wilde er graag mee aan de slag. De betonnen draagconstructie werd zeer slank uitgevoerd om esthetische maar ook om budgettaire redenen. Deze slanke uitvoering versterkte daarbij het gevoel van licht, lucht en ruimte. Het sanatorium heeft flinke overstekken, zoals te zien is op afbeelding zestien en een vrij indeelbare plattegrond als gevolg van de constructiemethode.

3.1.7 // Nirwanaflat Den Haag, 1926-29

De Nirwanaflat kenmerkt zich bouwkundig door nieuwe materialen en technieken. Zo is de flat opgetrokken uit gewapend beton, staal en glas. Opvallend aan deze flat is echter de woonvorm, die geïntroduceerd werd door Wiebenga, die dit in Amerika gezien had. Via artikelen vol lof en

enthousiasme over de "Amerikaansche apartmentwoning", had Wiebenga zich voorgenomen zijn ideeën te verspreiden. Of zoals Wiebenga zelf schreef in een wervende folder voor het project: "In de keukens zitten permanent werkende ventilators. Afval verdwijnt in een koker om er niet meer naar om te zien. Waschgoed eveneens, maar in een andere koker. Het gebouw is voorzien van dag en nacht werkende centrale verwarming. Vacuümleidingen maken zware, lawaaiige stofzuigers overbodig."53

3.1.8 // Van Nellefabriek Rotterdam, 1927-30

Aan de bouw van de Van Nellefabriek, uitgegroeid tot het symbool voor nieuwe mogelijkheden in de architectuur, was Wiebenga verbonden als constructeur onder leiding van het architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt. Wiebenga koos voor een skelet van gewapend beton, "wegens snelleren en goedkooperen bouw."54 Ter wille van esthetische redenen werd uiteindelijk gekozen voor de paddestoelvloer, immers de plafonds waren op die manier fraaier, beter te verlichten en de complete hoogte kon ingezet worden voor een glasoppervlak. Als gevolg van die paddestoelvloer, waarbij de kolommen naar binnen werden geplaatst, werd de mogelijkheid gecreëerd om een gevel te plaatsen die van boven tot onder doorliep. En zo ontstond de eerste industrieel geprefabriceerde vliesgevel van de wereld.55

3.1.9 // Naai- en Knipschool voor Meisjes Aalsmeer, 1929

Wiebenga bouwde als architect in dienst van de Gemeente Aalsmeer een school voor "de meisjes van het confectie-atelier."56 De draagconstructie, een skelet van gewapend beton, is in het zicht gelaten. Het is een relatief eenvoudig horizontaal ontwerp en doet wat betreft geleding denken aan de School voor Nijverheidsonderwijs in Groningen. De grote glasoppervlakken, zoals ook te zien is op

53 Molema en Bak 1987, 77. 54 Molema en Bak 1987, 61. 55 Molema en Bak 1987, 60-61. 56 Molema en Bak 1987, 84.

afbeelding zeventien, zijn voorzien van stalen kozijnen. De platte daken, met flinke overstekken, zijn uitgevoerd in beton.

3.1.10 // Woonhuis Wentzel Aalsmeer, 1931

Het moderne en efficiënte huishouden, met als inspiratiebron Amerika, kwam tot uitdrukking in woonhuis Wentzel. Het woonconcept en de hoge mate van moderniteiten in gebruik namen voor Wiebenga als architect zelfs proporties aan van een prototype. Daarentegen is het materiaalgebruik voor de vervaardiging van de woning grotendeels conventioneel te noemen; houten balklagen en gemetselde spouwmuren, die dan wel aan de buitenkant wit werden gepleisterd voor een modern voorkomen.57

57http://zoeken.nai.nl/CIS/project/28929 [geraadpleegd op 18 januari 2016]

Afbeelding 8. De cokesfabriek te

Maastricht. De invulling van de

betonskeletconstructie met holle betonstenen is op deze afbeelding duidelijk te zien.

Afbeelding 9. Doordat er sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw geen onderhoud meer gepleegd is aan de cokesfabriek, is het in het werk gestorte betonskelet duidelijk zichtbaar geworden.

Afbeelding 10. Detail van het betonnen schaaldak van de aardewerkfabriek Société Céramique te Maastricht met daarin opgenomen de

overkoepelende glazen lichtkappen.

Afbeelding 11. De aardewerkfabriek Société Céramique kort na de oplevering in 1912. Op deze afbeelding is duidelijk te zien dat de glazen lichtkappen in de daken door de mate van repetitie als een decoratief element beschouwd kunnen worden

Afbeelding 13. Een bestektekening van de Cenakelkerk ontworpen door Stuyt, waaraan Wiebenga zijn

medewerking verleende als specialist op het gebied van koepels vervaardigd uit het nieuwe materiaal beton.

Afbeelding 12. Vandaag de dag staat nog maar een gedeelte van het hallencomplex

overeind, namelijk het productie- en

Afbeelding 14. De Cenakelkerk te Nijmegen die wat betreft stilistische kenmerken niet zou misstaan in een stad in het Midden Oosten.

Afbeelding 15. De graansilo te Veghel gezien vanaf de Zuidkade.

Afbeelding 16. Sanatorium Zonnestraal te Hilversum als belichaming van het credo licht, lucht en ruimte. De royale overstekken als onderdeel van de draagconstructie zijn duidelijk te zien op deze afbeelding.

Afbeelding 17. De Naai- en Knipschool voor meisjes te Aalsmeer. Goed zichtbaar op deze afbeelding zijn de relatief grote glasoppervlakken voorzien van stalen kozijnen.