• No results found

Gerapporteerde milieu-indicatoren in de verslagen over 2007 en 2008

5. Resultaten

5.2. Gerapporteerde milieu-indicatoren in de verslagen over 2007 en 2008

Voor het vervolg van het onderzoek is alleen gebruik gemaakt van maatschappelijke en financiële verslagen waarvan ook een GRI index is gepubliceerd. Het aantal verslagen welke tot de steekproef behoren zijn vermeld in tabel 6.

2007 2008

Amerikaanse bedrijven die gebruik maken van een GRI index in hun verslag 9 12 Nederlandse bedrijven die gebruik maken van een GRI index in hun verslag 19 17 Tabel 6: Aantal maatschappelijke en financiele verslagen met een GRI index

Van alle bedrijven heeft alleen Philips een GRI index opgenomen in haar financiële verslag over 2008. Van alle andere bedrijven zijn de maatschappelijke verslagen gebruikt.

Het aantal gerapporteerde milieu-indicatoren, volgens de door het bedrijf gepubliceerde GRI index staan per bedrijf vermeld in tabel 7. De maximaal haalbare score voor een bedrijf is 30, omdat het GRI 30 indicatoren met betrekking tot het milieu heeft beschreven.

5.2.1. Gerapporteerde milieu-indicatoren in de verslagen over 2007 De alternatieve hypothese 2a, met betrekking

tot 2007, luidt dat Nederlandse bedrijven in hun verslagen over 2007 meer milieu-indicatoren hebben genoemd dan dat Amerikaanse bedrijven doen. Echter het berekende gemiddelde aantal milieu-indicatoren per verslag is voor Amerikaanse bedrijven hoger dan voor Nederlandse bedrijven. Voor Amerikaanse bedrijven is dit namelijk 16,56 indicatoren en voor Nederlandse bedrijven 11,05 indicatoren. In tabel 7 staan het aantal gerapporteerde milieu-indicatoren per bedrijf weergegeven. Dit betekent dat de alternatieve hypothese op voorhand al verworpen moet worden. Het lijkt er zelfs op dat Amerikaanse bedrijven juist

Bedrijf Aantal Bedrijf Aantal

ExxonMobil 15 ING 10 Chevron 12 Ahold 8 Ford 25 Philips 10 CitiGroup 14 Aegon 11 Procter&Gamble 25 Achmea 13 Marathon Oil 6 KPN 12 Dell 16 Heineken 21 Johnson&Johnson 19 TNT 3

Pfizer 17 Akzo Nobel 20

Rabobank 9 DSM 9 BAM 8 Essent 6 NUON 19 Delta Lloyd 11 Friesland Campina 13 Nutreco 6 Wolters Kluwer 8 Océ 13 Totaal 149 Totaal 210

meer aandacht besteden aan milieu-indicatoren in hun verslag over 2007 dan dat Nederlandse bedrijven doen en de berekeningen ondersteunen dit vermoeden. De berekende T-waarde is namelijk -2,41 en het verwerpinggebied is 1,771 (of -1,771). Omdat de T-waarde buiten het verwerpinggebied valt betekent dit dat Amerikaanse bedrijf meer milieu-indicatoren opnemen in hun verslag over 2007 dan dat Nederlandse bedrijven doen.

5.2.2. Gerapporteerde milieu-indicatoren in de verslagen over 2008

De alternatieve hypothese 2a, met betrekking tot 2008 luidt dat Nederlandse bedrijven in hun verslag over 2008 meer milieu-indicatoren rapporteren dan Amerikaanse bedrijven doen in hun verslag. Het beeld van het aantal

gerapporteerde milieu-indicatoren in de verslagen over 2008 laat eenzelfde beeld zien als gold voor 2007. Het aantal gerapporteerde milieu-indicatoren per bedrijf over 2008 zijn opgenomen in tabel 8. Voor de verslagen over 2008 geldt dat het gemiddeld aantal gerapporteerde milieu-indicatoren door Amerikaanse bedrijven 17,50 is. Voor Nederlandse bedrijven is dit gemiddelde 11,18. Dit betekent dat de alternatieve hypothese op basis van de gemiddelden al worden verworpen moet worden. En ook nu lijkt het erop dat Amerikaanse bedrijven in hun verslagen over 2008 meer milieu-indicatoren

rapporteren dan Nederlandse bedrijven doen. De T test ondersteunt dit vermoeden wederom. De berekende T-waarde is -3,30 en het verwerpinggebied is 1,703 (of -1,703). Omdat de T-waarde buiten het verwerpinggebied valt, mag worden aangenomen dat Amerikaanse bedrijven meer milieu-indicatoren in hun verslag over 2008 rapporteren dan dat Nederlandse bedrijven doen.

5.2.3. Gerapporteerde core milieu-indicatoren in de verslagen over 2007 en 2008

Het GRI maakt in de GRI index onderscheidt tussen zogenaamde core indicatoren en additional indicatoren. De core indicatoren zijn relevant voor vrijwel alle organisaties ongeacht de grote, sector of locatie. De additional indicatoren zijn dus niet voor elk bedrijf relevant. Elk bedrijf zou de core indicatoren op moeten nemen, wil ze volledig zijn in haar verslaggeving. In tabel 9 staan de Tabel 8: Gerapporteerde milieu-indicatoren over 2008

Bedrijf Aantal Bedrijf Aantal

ExxonMobil 16 ING 10

Chevron 16 Ahold 9

ConocoPhillips 11 Philips 7

General Electrics 20 Aegon 12

Ford 25 Achmea 13

CitiGroup 16 KPN 13

Hewlett Packard 21 Heineken 22

Procter&Gamble 25 TNT 12

Marathon Oil 7 Rabobank 9

Dell 18 DSM 14 Johnson&Johnson 18 BAM 5 Pfizer 17 Essent 7 NUON 22 Delta Lloyd 11 Nutreco 3 Wolters Kluwer 9 Océ 12 Totaal 210 Totaal 190

gerapporteerde core milieu-indicatoren in de verslagen over 2007 en 2008. De maximale score dat een bedrijf kon halen was 17.

Aantal Aantal

Bedrijf 2007 2008 Bedrijf 2007 2008

ExxonMobil 9 9 ING 10 10

Chevron 7 9 Ahold 5 6

ConocoPhillips - 7 Philips 10 7

General Electrics - 14 Aegon 9 10

Ford 16 16 Achmea 7 7

CitiGroup 8 9 KPN 8 8

Hewlett Packard - 15 Heineken 13 14

Procter&Gamble 16 16 TNT 1 12

Marathon Oil 5 4 Akzo Nobel 11 -

Dell 10 10 Rabobank 9 9 Johnson&Johnson 12 13 DSM 9 14 Pfizer 13 11 BAM 8 4 Essent 3 4 NUON 13 14 Delta Lloyd 7 7 Friesland Campina 6 - Nutreco 2 2 Wolters Kluwer 7 8 Océ 13 12 Totaal 96 133 Totaal 151 148

Tabel 9: Gerapporteerde core milieu-indicatoren over 2007 en 2008

De alternatieve hypothese met betrekking tot 2007 luidt in dit geval dat Nederlandse bedrijven in hun verslagen over 2007 meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Amerikaanse bedrijven. Amerikaanse bedrijven rapporteerden in de verslagen over 2007 gemiddeld 10,67 core milieu-indicatoren, Nederlandse bedrijven rapporteerden 7,95 core milieu-indicatoren. Dit beeld komt aardig overeen met de bevindingen van het totaal aantal gerapporteerde milieu-indicatoren over 2007 in paragraaf 5.2.1. Ook nu rapporteren Amerikaanse bedrijven gemiddeld meer dan Nederlandse bedrijven.

Omdat Amerikaanse bedrijven gemiddeld meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Nederlandse bedrijven moet de alternatieve hypothese verworpen worden. Echter is het nog wel interessant om te onderzoeken of het verschil significant genoeg is om aan te mogen nemen dat Amerikaanse bedrijven meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Nederlandse bedrijven doen. De berekende T-waarde is -1,79 en het verwerpinggebied 1,761 (of -1,761). De T-waarde valt dus buiten het verwerpinggebied wat betekent dat het verschil significant genoeg is om aan te nemen dan Amerikaanse bedrijven ook meer core indicatoren rapporteren over 2007 dan dat Nederlandse bedrijven hebben gedaan.

Met betrekking tot 2008 luidt de alternatieve hypothese dat Nederlandse bedrijven in hun verslagen over 2008 meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Amerikaanse bedrijven. In de verslagen over 2008 rapporteerden Amerikaanse bedrijven gemiddeld 11,08 core milieu-indicatoren en Nederlandse bedrijven rapporteerden 8,71 core milieu-indicatoren. Ook in de verslagen over 2008 rapporteren Amerikaanse bedrijven meer core milieu-indicatoren. Dit beeld komt overeen met de bevindingen van het totaal aan tal gerapporteerde milieu-indicatoren over 2008 in paragraag 5.2.2. Ook nu moet de alternatieve hypothese verworpen worden, omdat Amerikaanse bedrijven gemiddeld meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Nederlandse bedrijven doen, maar ook nu is het interessant om te kijken of Amerikaanse bedrijven significant meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Nederlandse bedrijven over 2008. De berekende T-waarde is -1,69 en het verwerpinggebied is 1,714 (of -1,714). Dit betekent dat het verschil net niet significant genoeg is en dat Amerikaanse bedrijven niet significant meer core milieu-indicatoren rapporteren dan Nederlandse bedrijven in hun verslagen over 2008.

5.3. Gerapporteerde sociaal-maatschappelijke indicatoren in de verslagen over 2007 en