• No results found

6. Conclusie

6.1. Beantwoording van de deelvragen

De bovenstaande centralevraag wordt beantwoord en verklaart door een literatuurstudie en een onderzoek, waarvoor van 40 Nederlandse en 40 Amerikaanse bedrijven is onderzocht of ze over de jaren 2007 en 2008 een maatschappelijk verslag hebben gepubliceerd en met de verslagen waarin een GRI index is opgenomen is onderzocht in welk land de bedrijven meer sociaal-maatschappelijke- en milieu-indicatoren opnemen in hun verslag, wat de verschillen zijn in de verslagen over 2007 en 2008 en welke van deze verslagen het meest gedetailleerd zijn. De beantwoording en verklaring van de deelvragen volgt hieronder.

1. Wat is de definitie van een maatschappelijk verslag?

De definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft gedurende de afgelopen 60 jaar verschillende veranderingen ondergaan. Echter vanaf 1990 zijn er weinig unieke bijdragen geweest aan de definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De laatste grote bijdrage kwam van Carroll. Hij kwam aan het einde van de jaren 70 met een vierdelige definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De maatschappelijke verantwoordelijkheid van een bedrijf omvat volgens hem economische, wettelijke, ethische en discretionaire verwachtingen die de maatschappij heeft van een bedrijf op een bepaald moment (Carroll, 1979). In de begin jaren 80 past Carroll zijn definitie aan. Maatschappelijk ondernemen is dat een bedrijf zich op een manier gedraagt dat het economisch winstgevend is, zich aan de wet houdt, ethisch is en sociaal ondersteunend is (Carroll, 1983).

2. Wat zijn de verschillen in maatschappelijke verslaggeving in de verslagen over 2007 en 2008 tussen Amerikaanse en Nederlandse bedrijven?

Uit de resultaten van deze studie blijkt ten eerste dat Nederlandse bedrijven wel vaker een maatschappelijk verslag hebben gepubliceerd dan Amerikaanse bedrijven, maar dat dit verschil niet significant genoeg is, zodat geconcludeerd kan worden dat niet meer Amerikaanse bedrijven een maatschappelijk verslag publiceren dan Nederlandse bedrijven.

Vervolgens zijn er onderzoeken gedaan met een steekproef die bestond uit alleen die bedrijven van de 40 geselecteerde Amerikaanse en Nederlandse bedrijven die ook een GRI index in hun verslag

hebben gepubliceerd. Hieruit blijkt ten eerste dat de Amerikaanse bedrijven uit de steekproef over 2007 en 2008 significant meer milieu-indicatoren rapporteren dan de Nederlandse bedrijven. Als er gekeken wordt naar de core indicatoren laat dit eenzelfde beeld zien, echter is het verschil alleen significant genoeg als er wordt gekeken naar de verslagen over 2007. Over 2008 rapporteren Amerikaanse bedrijven uit de steekproef ook meer core milieu-indicatoren, alleen is het verschil met de Nederlandse bedrijven niet significant genoeg. Amerikaanse bedrijven besteden in hun verslagen over 2007 en 2008 dus meer aandacht aan de effecten van het bedrijf op het milieu dan Nederlandse bedrijven doen.

Ten tweede is er gekeken naar de sociaal-maatschappelijke indicatoren. Uit dit onderzoek blijkt dat Amerikaanse bedrijven uit de steekproef ook meer sociaal-maatschappelijke indicatoren rapporteren over 2007 en 2008, met uitzondering dat de Nederlandse bedrijven uit de steekproef iets meer indicatoren rapporteren over 2008 wanneer de indicatoren betrekking hebben op productieverantwoordelijkheid. De Amerikaanse bedrijven uit de steekproef rapporteren echter alleen significant meer indicatoren met betrekking tot samenleving in de verslagen over 2007 en 2008. Als er gekeken wordt naar alleen de core sociaal-maatschappelijke indicatoren laten de resultaten zien dat de Amerikaanse bedrijven over 2007 iets meer van deze indicatoren rapporteren en de Nederlandse bedrijven over 2008 iets meer. Echter zijn beide verschillen zeer klein en niet significant genoeg om te mogen concluderen dat dit voor de hele populatie geldt. Amerikaanse bedrijven besteden in hun verslagen over 2007 en 2008 meer aandacht aan de productieverantwoordelijkheid dan Nederlandse bedrijven doen. Met betrekking tot de andere deelgebieden van het sociaal-maatschappelijke deel uit de GRI index verschilt de aandacht die de bedrijven uit beide landen hieraan besteden niet veel.

Tenslotte is er gekeken naar het totaal aantal gerapporteerde indicatoren. Ook laten deze resultaten zien dat de Amerikaanse bedrijven uit de steekproef over 2007 en 2008 significant meer indicatoren rapporteren dan de Nederlandse bedrijven. Als alleen de core indicatoren worden onderzocht laten de resultaten eenzelfde beeld zien, alleen zijn de verschillen niet groot genoeg meer om te mogen concluderen dat dit voor de hele populatie geldt. Amerikaanse bedrijven zijn dus vollediger in het opstellen van een maatschappelijk verslag, of een maatschappelijk deel in hun jaarverslag over 2007 en 2008.

3. Wat zijn de verschillen in maatschappelijke verslaggeving tussen de verslagen over 2007 en 2008?

Uit het onderzoek blijkt dat Amerikaanse bedrijven uit de steekproef over 2008 vaker een maatschappelijk verslag publiceren dan over 2007, maar dat dit verschil niet significant genoeg is, om te mogen concluderen dat dit voor de hele populatie geldt. Nederlandse bedrijven uit de steekproef

rapporteren juist over 2007 vaker een maatschappelijk verslag dan over 2008, maar ook dit verschil is niet significant genoeg. Ook blijkt dat zowel de Nederlandse als de Amerikaanse bedrijven over 2008 iets meer indicatoren rapporteren dan over 2007. Echter is het verschil is in beide gevallen niet significant. Er bestaan dus geen grote verschillen tussen de hoeveelheid gepubliceerde maatschappelijke verslagen over 2007 en 2008 en tussen de inhoud van deze verslagen over 2007 en 2008.

4. Wat is tussen de Verenigde Staten en Nederland het verschil in benadering van maatschappelijke verslaggeving?

Amerikaanse bedrijven hebben een grote en belangrijke rol gespeeld in het ontwikkelen van steden en gemeenschappen, waardoor er in de Verenigde Staten over het algemeen een positief beeld bestaat van deze bedrijven. Amerikaanse bedrijven voelen zich daarom verplicht om te laten zien dat ze voldoen aan bepaalde normen met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen (Maignan & Ralston, 2002). Ook eisten belangengroepen dat bedrijven de rol van de overheid op zich namen, waar de overheid te kort schoot (De George, 2008).

Europese benadrukken het milieu veel meer wanneer het over maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat (De George, 2008). In Europa is men veel cynischer over de combinatie van moraliteit en kapitalisme of bedrijven in het algemeen. Daar bestaat het idee dat bedrijven er alleen zijn om winst te maken (Maignan & Ralston, 2002). Dit komt doordat het sociale klimaat in Europa veel socialistischer is dan in de meer individualistische Verenigde Staten (De George, 2008). De overheid lost in Europa al veel meer sociale problemen op, dus hoeven bedrijven daar veel minder in bij te dragen.

De regelgeving in Nederland verschilt van die in de Verenigde Staten in de zin dat in Nederland in de wet staat dat grote en middelgrote ondernemingen in hun jaarverslag informatie moeten verstrekken over de niet-financiële prestatie-indicatoren. In de Verenigde Staten bestaat deze verplichting niet.

5. Welke overige relevante cultuurverschillen bestaan er tussen de Verenigde Staten en Nederland?

Belangrijke cultuurverschillen tussen beide landen uitten zich in drie dingen. Ten eerste worden problemen omtrent werknemers in veel Europese landen op een nationaal niveau opgelost. Werknemer regulaties en beschermingen helpen een werknemer al voldoende en acties van het bedrijf zijn dan niet nodig, in tegenstelling tot in de Verenigde Staten (Danko et al., 2008). Ten tweede gebeurt kapitaalverschaffing in de Verenigde Staten vrijwel allemaal door de aandelenmarkt, wat bedrijven dwingt om rapportages op te stellen. Ook zijn er steeds meer investeerders die vragen

om maatschappelijke rapportering. In Europa zijn er kleinere groepen grote investeerders en ligt de focus meer op continuïteit op de lange termijn (Danko et al., 2008). In Nederland zien we meer externe partijen en stakeholders die een lange termijn betrokken zijn bij het bedrijf, welke allemaal invloed hebben op de strategische beslissingen van het bedrijf (McFarlin, 1993; Hofstede, 1998). Ten derde zijn werknemers in Nederland niet in grote mate betrokken bij het identificeren en nastreven van kansen in tegenstelling tot in de Verenigde Staten waar werknemers betrokken worden in het planningproces omtrent de identificatie en nastreven van nieuwe kansen (Kemelgor, 2002).

6. Welk verband laat de huidige literatuur zien tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en de financiële prestatie van een bedrijf?

Volgens de Instrumental stakeholder theory is de tevredenheid van stakeholders bepalend voor de financiële prestatie van het bedrijf (Clarkson, 1995; Cornell & Shapiro, 1987; Donaldson & Preston, 1995; Freeman, 1984; Mitchell et al., 1997). Maatschappelijk verantwoord ondernemen kan investeringen, die de maatschappelijke verantwoordelijkheid van een bedrijf bevorderen, helpen nieuwe competenties, mogelijkheden, structuur en human resources te ontwikkelen (Barney, 1991; Russo & Fouts, 1997; Wernerfelt, 1984) en het kan een extern effect hebben op de reputatie van een bedrijf (Fombrun & Stanley, 1990). Ook laten de resultaten van de studie van Orlitzky et al. (2003) zien dat er een positieve relatie is tussen de mate van maatschappelijke verantwoordelijkheid en de financiële prestaties van een bedrijf. Door al deze positieve relaties is maatschappelijke verantwoordelijkheid ook zeer belangrijk tijdens economisch slechte tijden (ICAEW, 2008).