• No results found

naar de geneeskunde men kan zich zelfs afvragen of de verspreiding van de röntgenbuis net zo snel was

gegaan als röntgen zich beperkt had tot een technisch

betoog.”

wordt. gaarenstroom bericht over deze methoden uit- voerig in 1914 naar aanleiding van zijn studiereis door europa ter voorbereiding op zijn werkzaamheden als radioloog voor het nieuw op te richten nederlandsch Kankerinstituut [38].

een groot probleem was het geven en vaststellen van de juiste stralendosis [39]. Dat speelde niet al- leen bij bestralingen, maar ook bij het vaststellen van de deugdelijkheid der diverse radiumprepara- ten. In vertrekken waar radium ook maar enige tijd aanwezig was geweest, kon het interieur besmet raken door emanatie, een gasvormig radioac- tief vervalproduct van radium, dat we nu radon noemen. Voor stralen gevoelige instrumenten, zoals de elektroscoop, waarmee straling wordt gemeten, konden daardoor onbruikbaar raken. Die emanatie was reeds in 1899 door rutherford en madame Curie beschreven en komt in de tweede helft van het eerste decennium van de 20e eeuw

plotseling in de belangstelling voor geneeskundige behandelingen. Het zijn vooral badplaatsen met geneeskrachtige bronnen die hun werking gaan toeschrijven aan die emanatie. er worden zelfs emanatoria ingericht, vertrekken gevuld met gas- vormige radioactiviteit ter leniging van het lijden van de aanwezige zieken.

maar ook worden preparaten voor thuisgebruik op de markt gebracht. Van Breemen, naar wie het Jan van Breemen Instituut te amsterdam is vernoemd, geeft in 1909 een opsomming van bad- en drinktabletten [40,41] die in de handel waren.

Dit alles krijgt een extra accent in de rede van Deelen [42] als voorzitter van de nederlandsche maatschappij tot Bevordering der geneeskunst bij de opening van de 62e algemeene vergadering [43]. zijn hele rede is gewijd aan de toepassing van emanatie en de heilzame werking ervan. Het indica- tiegebied is zeer breed, maar de werking is vooral gunstig bij jicht en reumatisme. Hij eindigt zijn rede met de woorden: “Mijne heeren, de Hollander

is sceptisch, de Hollandsche geneesheer is het dubbel; maar al mogen niet alle onderzoekers mee- zingen in het koor, al mogen er nog zijn die aan den invloed der emanatie twijfelen, na de gepubliceerde resultaten schijnt het vertrouwen niet vermetel dat in haar, ook in de kunstmatige, een gewichtige genezingsfactor is gevonden.”

Het is met deze achtergrond dan ook niet toevallig dat een van de weinige kuuroorden die ons land telde, rockanje, in 1913, bij de opening van een nieuwe badinrichting, meldt dat hun modder niet alleen zwavelhoudend is maar ook radium bevat [44]. Bad

Walesteyn, zoals het wordt genoemd, wordt een aan- trekkelijk toevluchtsoord voor jicht en reumalijders, vooral in de jaren van de 1e Wereldoorlog, als bui-

tenlandse kuuroorden onbereikbaar worden. In 1918 ontstaat hierover een schandaal, als de monsters die genomen worden van de modder evenveel radioacti- viteit blijken te bezitten als ‘gewone tuinaarde’ [45]. maar ook in de ‘reguliere’ geneeskunde wordt het radium gebruikt als panacee en schiet het zijn doel voorbij [46-48].

Zwaardemaker en zijn hypo- these over radioactiviteit en het hart

In het wetenschappelijke discours over radium en andere radioactieve stoffen is geen direct aankno- pingspunt te vinden voor de hypothese van zwaarde- maker. ook bij Wenckebach, die zijn sporen verdiend heeft zowel in de radiologie [49] als de cardiologie en gepromoveerd is bij engelmann, de voorganger van zwaardemaker in utrecht, vinden we geen directe aanwijzingen. Wel heeft Wenckebach het over de ritmische dans der elektronen [50] en spreekt zwaar- demaker over kalium dat

β

-stralen uitzendt, waarbij negatief geladen elektronen voortdurend de aangren- zende weefsels treffen [51]. maar het is de vraag of er een verband is tussen deze uitspraken. zwaardema- kers hypothese houdt in dat de vervangbaarheid van kalium in de vloeistof van ringer niet zozeer in termen van equivalentie der moleculairgewichten gezien moet worden, maar in de zin van radio-equivalentie. Dit lijkt op de woorden waarmee madame Curie haar nobellezing van 1911 eindigt:

“This means that we have here an entirely separate kind of chemistry for which the current tool we use is the electrometer, not the balance, and which we might well call the chemistry of the imponderable.”

Dit zal allemaal onderwerp van verdere studie zijn.

Conclusie

De introducties van radium en röntgenstralen in de geneeskunde tonen overeenkomsten en verschil- len. De translaties naar de geneeskunde werden in beide gevallen gemaakt door fysici, in casu de ontdekkers zelf. Beide technieken pasten binnen bestaande concepten: voor röntgenstralen de anatomie en het Finsenlicht (uV-licht), voor radium de röntgentherapie. röntgenstralen werden direct na hun ontdekking toegepast, voor radium is er een duidelijke vertragende factor. ook de snelheid van diffusie in de kliniek was verschillend ten nadele van radium. Dit heeft te maken met verschillen in beschikbaarheid van middelen en kennis, verschil in kosten en verschillen in toepassingsgebieden.

In de beschreven tijdsperiode wordt vooral het gebruik van radium overschat als panacee voor vele aandoeningen, ook in de reguliere geneeskunde.

een duidelijk aanknopingspunt voor zwaar- demakers hypothese werd vooralsnog niet gevonden.

n

K.J. Simon

Op NetRad vindt u dit artikel met de complete lijst van literatuurreferenties en annotaties. Tevens kunt u op NetRad het vervolg op dit verhaal vinden, de scriptie van Kees Simon over ‘Hendrik Zwaardemaker en zijn bioradioactiviteit. Een wetenschapshistorische verkenning van een experiment’.

artikelen

Rick Prevo, 1992 (Leiden)

Tumours of the brainstem - clinical & radiological aspects

Als de huisarts niet meer thuis komt bij zijn patiënten, verliest hij het recht zich huis-arts te noemen.