• No results found

Gemeente II – Bevrijdingspastoraat in de kerkelijke structuren

De werkgroep Bevrijdingspastoraat in de kerkelijke structuren

106

Inleiding

Voor iedere werkgroep in het kerkelijke leven bestaat er het gevaar dat door weinig of geen overleg een werkgroep op zichzelf komt te staan. In de regel heeft dit in meerdere opzichten zeer nadelige gevolgen. De groep kan een eigen leven gaan leiden, niet meer ten dienste staan van de opbouw van de gemeente en uitgangspunten koesteren en doelen nastreven die geen draagvlak hebben in de breedte van de gemeente.

Wat voor iedere werkgroep in de kerk opgaat, geldt ook zeker voor het bevrijdingspastoraat. Wil deze vorm van pastoraat op een verantwoorde wijze uitgeoefend kunnen worden, ten dienste van de opbouw van de gemeente en tot zegen van mensen, is het absoluut noodzakelijk dat er goede overlegstructuren zullen zijn. Hier hangt nauw mee samen, dat deze vorm van pastoraat altijd onder de directe verantwoordelijkheid van de beide kerkenraden moet blijven functioneren.

1. Verantwoording kerkenraden

De werkgroep functioneert niet alleen direct onder de beide kerkenraden, het verdient aanbeveling dat vanuit beide kerkenraden iemand met ambtelijke verantwoordelijkheid vertegenwoordigd is in de werkgroep. Op deze wijze zijn er korte verbindingen en is het eenvoudig om de kerkenraden op de hoogte te houden van ontwikkelingen. Wederkerig is het dan ook eenvoudig om in kerkenraadverband overleg te plegen.

2. Melding hulpaanvragen

Om meerdere redenen verdient het aanbeveling dat iedere hulpaanvraag uit de gemeente wordt gemeld bij de wijkpredikant en/of sectieouderling.

a. de wijkpredikant blijft altijd eerste verantwoordelijke voor de leden van de gemeente. Het beeld van een herder spreekt hier boekdelen.

b. tevens biedt het moment van melding een gelegenheid voor overleg.

c. in dit overleg kan ook de pastorale nazorg worden overlegd. Onder paragraaf 4. wordt dit nog nader toegelicht.

De werkgroep zal er te allen tijde op aandringen de aanvraag dan ook te melden, vanwege bovengenoemde redenen.

Tevens zal een hulpvraag worden gemeld bij de sectieouderling. Met hem kan de pastorale zorg aan het begin maar ook tijdens de begeleiding ook worden afgestemd. Het verdient aanbeveling dat de sectieouderling in de periode dat het gemeentelid door het team wordt

86

werkgroep past. Na een half jaar vindt er dan ook een evaluatie plaats en de uitkomst wordt gemeld aan de wijkpredikant.

4. Noodzaak pastorale zorg

Het is in toenemende mate onze overtuiging geworden, dat we ons in het bevrijdingspastoraat op de hele mens mogen en moeten richten. Dat betekent, dat we ons in de begeleiding nooit zullen beperken tot bevrijding in engere zin (uitdrijven van demonen). Verschillende gebieden van het leven zullen betrokken worden in de pastorale zorg, zoals uiteraard de relatie met God in Christus, Bijbellezen en gebedsleven, Godsbeeld, mensbeeld, levenswandel, innerlijke verwondingen, etc. We hebben daarom gekozen voor het principiële uitgangspunt dat de confident door het team begeleid wordt, tot het moment dat beiden de indruk hebben dat de taak van het team erop zit. Het kan dan nodig zijn dat de confident met enige regelmaat pastoraal bezoek krijgt in de vorm van nazorg. De wijkpredikant, sectieouderling of andere gemeenteleden die pastoraal bezoekwerk doen, kunnen hier voor worden ingeschakeld.

Wij zetten de volgende aandachtspunten op een rij:

a. de kortste verbinding voor nazorg is een goed overleg in een vroeg stadium met predikant en sectieouderling. Zij kunnen in eerste instantie in overleg de pastorale nazorg op zich nemen.

b. hoewel de nazorg bij de pastorale ouderlingen in goede handen is, kan er bij nazorg na bevrijding wel sprake zijn van een specifieke vorm van nazorg. Daarom is het belangrijk dat de pastoraal begeleider contact houdt met het team. Zo kan de hulp goed op elkaar worden afgestemd en beiden elkaar ondersteunen.

5. Geheimhouding

Het is niet zozeer de vraag of de leden van de werkgroep een zwijgplicht hebben over alles wat ter sprake komt in de pastorale zorg, het is meer de vraag in welke vorm deze gelofte tot geheimhouding afgenomen moet worden.

Tot op heden wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat ook gebruikt wordt bij de vrouwen van de HVD en we zien geen reden hiervan af te wijken.

6. Toerusting

De gemeente kent een georganiseerde vorm van pastorale zorg. Zeker in zo’n grote gemeente als de onze is dat onmisbaar. Het is echter nooit de bedoeling geweest dat deze georganiseerde vorm van pastoraat alle pastorale zorg van de gemeente zal overnemen. Het is een Bijbels gegeven, dat we van een gemeente met pastoraat op weg mogen zijn naar een pastorale gemeente. Toegepast op het bevrijdingspastoraat betekent dit, dat het team naar vermogen zich ook zal toeleggen op de toerusting van gemeenteleden die pastorale zorg verlenen (al of niet in het ambt), maar ook van de gemeente in het geheel.

Het eerste kan heel goed door avonden te beleggen waarin die toerusting wordt gegeven. Het tweede zal vooral plaats kunnen vinden door voorlichting in bijv. het kwartaalblad, het schrijven van een brochure, gemeenteavonden vanuit Vorming &Toerusting, etc.

Wij hopen dat in de realisering van al het bovenstaande, het bevrijdingspastoraat steeds beter geïntegreerd zal worden in de gemeente.

Bijlage 11: Gemeente II – Doel en methode van het