• No results found

Bezinning rondom bevrijdingspastoraat in de PKN. Is dat nodig?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bezinning rondom bevrijdingspastoraat in de PKN. Is dat nodig?"

Copied!
103
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bezinning rondom bevrijdingspastoraat in de PKN

Is dat nodig?

(2)
(3)

Inhoud

Voorwoord ... 5 1 Aanleiding en uitwerking ... 7 1.1 Aanleiding ... 7 1.2 Probleemstelling ... 8 1.3 Vraagstelling ... 8 1.4 Doelstelling ... 8

1.5 Definitie van begrippen ... 8

1.6 Kader van de scriptie ... 9

1.7 Opzet van de scriptie ... 9

1.8 Inventariserend onderzoek ... 9

1.9 De zoektocht naar gemeenten ... 10

2 Het literatuur- en cursusaanbod ... 11

2.1 Inleiding ... 11 2.2 Literatuur ... 11 2.2.1 Dr. N.T. Anderson ... 11 2.2.2 P. Horrobin ... 12 2.2.3 W. van de Kamp ... 13 2.2.4 Dr. M.J. Paul ... 13 2.2.5 D. Prince ... 15 2.2.6 J. Verduijn ... 16 2.3 Cursussen ... 17

2.3.1 Stichting ‘Arbeiders in de oogst’... 17

2.3.2 Aan de ‘Christelijke Hogeschool Ede’ ... 18

2.3.3 Stichting ‘Cleansing Stream Nederland’ ... 18

2.3.4 Bij ‘Ellel Ministries Nederland’ ... 19

2.3.5 Module van het ‘Evangelisch Werkverband’ ... 20

2.3.6 Stichting ‘Geboren om vrij te zijn’ ... 21

2.4 Conclusie ... 22

2.4.1 Algemene indruk ... 22

2.4.2 Relatie met de reformatorische traditie ... 23

2.4.3 Literatuur voor de bezinning ... 24

2.4.4 Cursussen voor de bezinning ... 25

3 De bezinning in gemeente I ... 27

3.1 De context ... 27

(4)

2

3.4 Een persoonlijke terugblik ... 33

3.4.1 De tussenstand ... 33

3.4.2 Nieuwe bijbels-theologische elementen ... 33

3.4.3 Open en eerlijke bezinning ... 33

3.4.4 Pastoraat los van de gemeente ... 34

4 De bezinning in gemeente II ... 35

4.1 De context ... 35

4.2 De ontwikkeling van het bevrijdingspastoraat ... 35

4.2.1 Van gemeenteavond naar studiegroep ... 35

4.2.2 Van studiegroep tot visie ... 35

4.2.3 Van visie tot bezinning ... 36

4.2.4 Van bezinning tot toestemming... 37

4.2.5 Van toestemming tot vorming team ... 37

4.2.6 Het team in de praktijk ... 37

4.2.7 Minder methodisch, meer pastoraat ... 38

4.2.8 Integratie met het reguliere pastoraat ... 38

4.2.9 De bezinning gaat door ... 39

4.3 De bezinning in perspectief ... 39

4.3.1 Van de kerkenraden ... 39

4.3.2 Van de studiegroep en het team ... 40

4.4 Een persoonlijke terugblik ... 41

4.4.1 De tussenstand ... 41

4.4.2 Delen van de geloofsbeleving ... 41

4.4.3 Vertrouwen in God centraal ... 41

4.4.4 Betrokken en concreet ... 41

5 De bezinning in gemeente III ... 43

5.1 De context ... 43

5.2 De ontwikkeling van het bevrijdingspastoraat ... 43

5.2.1 Een vreemde vraag ... 43

5.2.2 Op zoek naar een antwoord ... 44

5.2.3 Een passend (eenmalig) antwoord? ... 44

5.2.4 Studieavond voor belangstellenden ... 44

5.2.5 Van tweetal naar team... 45

5.3 De bezinning in perspectief ... 45

5.3.1 Van de centrale kerkenraad ... 45

5.3.2 Van de predikant en het team ... 47

5.4 Een persoonlijke terugblik ... 48

5.4.1 De tussenstand ... 48

5.4.2 Informeren of confronteren? ... 48

5.4.3 Verdieping geeft afstand ... 48

5.4.4 De persoonlijke geloofsbeleving ... 49

6 Conclusies en aanbevelingen ... 51

6.1 Conclusies ... 51

(5)

Bijlage 1: Artikel n.a.v. een bezinningscongres ... 55

Bijlage 2: Artikel n.a.v. een boek over het congres ... 57

Bijlage 3: Artikel m.b.t. de visie van prof. dr. Glas ... 59

Bijlage 4: Artikel m.b.t. een reactie op prof. dr. Glas ... 65

Bijlage 5: Interview voor een kerkenraad ... 67

Bijlage 6: Interview voor een werkgroep of team ... 69

Bijlage 7: In gesprek met teams voor bevrijdingspastoraat ... 71

Bijlage 8: Gemeente II – Notitie voor de wijkkerkenraden ... 79

Bijlage 9: Gemeente II – Wat is occultisme? ... 83

Bijlage 10: Gemeente II – Bevrijdingspastoraat in de kerkelijke structuren ... 85

Bijlage 11: Gemeente II – Doel en methode van het bevrijdingspastoraat ... 87

(6)
(7)

Voorwoord

Met deze eindscriptie wordt voor mij een hoofdstuk afgesloten.

De studietijd aan de Christelijke Hogeschool Ede heb ik als bijzonder waardevol ervaren. Het heeft mij persoonlijk gevormd. Daarom wil ik God bedanken voor de mogelijkheid om deze opleiding te volgen. Ook wil ik mijn vrouw en kinderen bedanken voor hun steun en geduld. Verder wil ik langs deze weg allen bedanken die op welke wijze dan ook bijgedragen hebben aan de totstandkoming van deze scriptie. Zo denk ik bijvoorbeeld aan de open gesprekken met leden van kerkenraden en teams voor bevrijdingspastoraat.

Ik hoop dat deze scriptie mag bijdragen aan de inhoudelijke bezinning rondom bevrijdingspastoraat. Eventuele vragen kunt u richten aan: Sjaak.van.Schie@gmail.com.

Kockengen, augustus 2009 Sjaak van Schie

(8)
(9)

1 Aanleiding en uitwerking

1.1 Aanleiding

Bevrijdingspastoraat is geen nieuw begrip meer in christelijk Nederland. De Nederlandstalige publicaties en recente artikelen1 konden bijna niet over het hoofd gezien worden. Op diverse studiedagen, seminars en cursussen2 is te merken dat er nu óók vanuit traditionele kerken meer interesse bestaat. De artikelen – met de discussies over en weer - laten, naast de (pastorale) hulpvraag, de verlegenheid met en de gevoeligheid van deze vorm van pastoraat zien.

De genoemde verlegenheid en gevoeligheid heb ik persoonlijk opgemerkt tijdens gesprekken met predikanten of gemeenteleden, al dan niet betrokken bij bevrijdingspastoraat. Hier volgt een compilatie:

- Een paar maanden na een toerustingsavond in de wijkgemeente wordt in de wijkkerkenraad een initiatief tot het opzetten van een werkgroep besproken. De meerderheid vindt deze verdere aandacht onnodig of ervaart het toewerken naar bevrijdingspastoraat als bedreiging van het reformatorische gedachtegoed en de identiteit van de gemeente.

- Een gemeente gedoogt de activiteiten van een team, want verbieden kan eigenlijk niet. Dit gaat goed, totdat gemeenteleden sessies bezoeken zonder de wijkouderling op de hoogte te stellen. De ambtsbroeder voelt zich buitenspel gezet.

- Een wijkpredikant wordt tijdens een pastoraal gesprek geconfronteerd met de ernst van occulte belasting bij een gemeentelid. Samen met een ambtsdrager gaat hij, na gedegen studie, over tot handelen. Zijn verzoek tot het vormen van een pastoraal team voor bevrijding leidt tot partijvorming binnen de wijkkerkenraden en gemeente. Bevrijdingspastoraat roept veel vragen op. De wijkpredikant mag nu alleen nog mensen doorverwijzen.

1

Hieronder een aantal artikelen uitgelicht.

- Het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad: Enkele krantenartikelen naar aanleiding van het bezinningscongres in Kampen (april 2008) (zie bijlage 1, 3 en 4).

- Het boek Bevrijdingspastoraat (2008): De bijdragen van deze congresdeelnemers (zie bijlage 2). - Het maandblad CV•Koers: Een serie artikelen over het thema bevrijdingspastoraat (maart-juni 2008). - Het weekblad De Waarheidsvriend (Gereformeerde Bond): Serie van 4 artikelen getiteld ‘Duiveluitdrijving’

(10)

8

De vraag naar – of aanwezigheid van – pastorale teams voor bevrijding roept blijkbaar weerstand op. Weerstanden en emoties worden bijna voelbaar in de vorm van: onbekendheid, onmacht, angst of frustratie. Met mogelijk tot gevolg dat de bezinning niet van de grond komt, moeizaam gaat of zich buiten de reikwijdte van de kerkenraad afspeelt. De stap van visie naar beleid lijkt momenteel in veel gemeenten een stap te ver.

Weerstanden – rationeel en emotioneel – zijn mij bij het lezen van diverse boeken over bevrijding zeker niet bespaard gebleven. Bevrijdingspastoraat gaat namelijk wél over het zoeken naar (de invloed) en uitdrijven van demonische machten. Er ontstond in mij een geestelijke strijd tussen hoofd en hart, gevoed door vragen als:

- Waarom heb ik de nood dan niet zo duidelijk op mijn netvlies? - Moet ik dan óók de naam van Jezus zó gaan gebruiken?

- Gaat bevrijding écht verder dan bidden om vergeving? - Hebben christenen, inclusief mijzelf, bevrijding nodig?

- Waarom raakt dit mij – een rationeel denkend mens – soms zo diep?

Het thema raakt duidelijk de wortels van de reformatorische traditie en het persoonlijk geloof. Hoe gaat een kerkenraad om met de bezinning rondom bevrijdingspastoraat?

1.2 Probleemstelling

Binnen de PKN ontstaat de behoefte of vraag naar bevrijdingspastoraat. Individuele kerkenraadsleden die bevrijdingspastoraat op de agenda willen plaatsen, stuiten dikwijls op weerstanden. Deze weerstanden lijken een verantwoorde bezinning in de weg te staan, waardoor de thematiek zelf of de hulpvragen van gemeenteleden niet serieus genomen worden.

Hoe kunnen individuele kerkenraadsleden deze weerstanden herkennen en verwoorden?

1.3 Vraagstelling

Hoe land bevrijdingspastoraat in de meer traditionele PKN gemeenten? Deelvragen hierbij zijn:

1) Wat zijn de weerstanden die leven tegen bevrijdingspastoraat,

of tegen bezinning op dit thema bij kerkenraden, in traditionele PKN gemeenten? 2) Hoe gaan kerkenraden hier beleidsmatig mee om?

3a) Welke conclusies zijn er te trekken? 3b) Welke aanbevelingen zijn er te geven?

1.4 Doelstelling

“Kerkenraden enkele beleidsmatige handvatten aanreiken voor het bezinningsproces op het gebied van bevrijdingspastoraat, zodat ze de weerstanden kunnen onderkennen en op een verantwoorde wijze de bezinning kunnen initiëren of bijstellen.”

1.5 Definitie van begrippen

Kerkenraad: Een kerkenraad op wijk, algemeen of centraal niveau.

Bevrijdingspastoraat: Een vorm van pastoraat gericht op het onderzoeken van de invloed

van satan bij de pastorant (hulpvrager) en de bevrijding daarvan in Jezus naam.

Traditionele PKN gemeente: Een gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland welke

veel waarde hecht aan het reformatorische gedachtegoed.

Beleidsmatig handvat: Een aanbeveling bij het realiseren van een korte of lange termijn

(11)

1.6 Kader van de scriptie

Deze scriptie is geschreven vanuit het volgende kader:

1. In deze scriptie gaat het om de plaats van de bezinning en haar proces in de gemeente. Voor de uitwerking van bijbelse lijnen en andere perspectieven wil ik u verwijzen naar de literatuurlijst.

2. Deze scriptie is primair gericht op bevrijdingspastoraat en haar relatie met de gemeente en haar pastoraat.

3. Gebedsgenezing valt zodoende buiten beschouwing van de scriptie. Hoewel er overlap met bevrijdingspastoraat is wordt de relatie met gebedsgenezing slechts geobserveerd. 4. Deze scriptie is geschreven vanuit het perspectief van een traditionele PKN gemeente.

Ondanks het besef dat de situatie bij andere gemeenten binnen de gereformeerde gezindte anders is, wil ik het gebruik in deze gemeenten niet bij voorbaat uitsluiten.

1.7 Opzet van de scriptie

Bij het onderzoeken van de vraagstelling – en kunnen voldoen aan de doelstelling – past zowel onderzoek vanuit de theorie als vanuit de praktijk.

Hoofdstuk 2 richt zich op de theoretische verkenning vanuit de literatuur en het cursusmateriaal om u een indruk te geven van haar aanbod en achtergrond. De relevantie voor de bezinning is dat het ene materiaal mogelijk beter aansluit bij de context van de gemeente dan het andere. Om de praktijk te kunnen accepteren, willen we veelal eerst de theorie kunnen plaatsen. Diverse aandachtspunten zijn meegenomen bij het onderzoek in de gemeenten.

In de hoofdstukken 3 – 5 komen achtereenvolgens 3 traditionele PKN gemeenten aan het woord. Deze gemeenten hebben aan de bezinning vorm willen c.q. moeten geven. Elke gemeente heeft het onderwerp bewust op de agenda van de kerkenraad geplaatst. Vanuit een verschillende context geven ze allen vorm aan de zoektocht die hier bezinning heet. De ‘context van de gemeente’, de chronologische ‘ontwikkeling van het bevrijdingspastoraat’ en de ‘bezinning in perspectief’ worden op een anonieme manier beschreven. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een ‘persoonlijke terugblik’ als voorzet op de conclusies en aanbevelingen.

Tot slot richt hoofdstuk 6 zich op de conclusies en aanbevelingen die vanuit de theoretische verkenning en onderzoeken in de gemeenten te trekken zijn. Diverse aanbevelingen komen rechtstreeks uit de gemeenten.

In de bijlagen staan:

- enkele artikelen n.a.v. een bezinningscongres in Kampen - de gebruikte vragenlijsten

(12)

10

bevrijdingspastoraat (of de werkgroep) en zodoende meer praktijk gericht. De beide perspectieven zijn gescheiden van elkaar onderzocht.

Vanwege de gevoeligheid van de thematiek ligt een kwalitatief onderzoek het meest voor de hand. Naast de diepte van de drie diepteboringen in het traditionele PKN landschap is een zekere breedte nagestreefd. De breedte is te herkennen aan de fase waarin de bezinning zich bevind. De volgende 3 fasen worden onderscheiden:

- de bezinning is gaande

- de bezinning is gestagneerd of uitgesteld - de bezinning heeft geresulteerd in beleid

De onderzoeken hebben de vorm van halfgestructureerde open interviews. Bij ieder interview wordt met twee nauw betrokkenen tegelijk gesproken. Tijdens de gesprekken – thuis bij de geïnterviewden – is doorvragen of vragen toelichten mogelijk. Aanvullend kunnen enkele beleidsstukken worden overhandigd.

In de rapportage ontmoeten beide onderzoeksperspectieven elkaar om per gemeente de bezinning te beschrijven. Deze rapportage is een persoonlijke samenvatting die ter controle aan de betrokkenen is voorgelegd.

1.9 De zoektocht naar gemeenten

Het zoeken van deelnemers die bereid waren mee te werken was niet eenvoudig. Totaal zijn 6 gemeenten benaderd. De eerste contacten zijn gelegd met een ambtsdrager welke nauw betrokken is bij de bezinning. Na verkenning van de situatie kon meestal overgegaan worden tot het indienen van een schriftelijk verzoek. Het verzoek was afgestemd op de context van de gemeente en gericht aan de kerkenraad. Na toestemming is contact gelegd met nauw betrokken mensen voor de interviews.

Ondanks aandrang op anonimiteit, altruïsme en het beperkt aantal mensen dat bij het onderzoek betrokken zouden zijn, sluit de opzet van het onderzoek onvoldoende aan bij 3 gemeenten. De redenen hiervan waren:

a) Slechts éénzijdig onderzoek mogelijk: De predikant gaf aan dat het beleid zodanig is geschreven dat iedereen er achter kan staan. Het ontstaan daarvan kan alleen met het pastorale team voor bevrijding worden besproken. Bij deze korte verkenning is het gebleven, omdat het beleidsmatige perspectief – mijns inziens – niet goed in beeld kon worden gebracht.

b) Het verzoek werd uiteindelijk afgewezen: In een gemeente, waar de bezinning moeizaam verloopt, kwam het antwoord na maanden polsen en wachten. De predikant geeft aan dat een jaar eerder de open gesprekken een stuk gemakkelijker verliepen. Artikelen in diverse christelijke bladen en tijdschriften3 hebben een negatieve bijdrage geleverd.

c) Meewerken aan het onderzoek ligt gevoelig: De wijkpredikanten en wijkkerkenraden van een gemeente liggen – wat betreft bevrijdingspastoraat – niet op dezelfde lijn. De centrale kerkenraad heeft besloten om geen bijdrage te leveren aan het onderzoek. Voor hen geeft het verzoek aan dat de onderzoeker positief staat tegenover bevrijdingspastoraat. Meewerken om valkuilen bij andere gemeenten te ontlopen komt mogelijk niet goed over bij hen die er negatief tegenover staan.

3

Hierbij gaat het om artikelen (2008) uit het Nederlands Dagblad, CV•Koers, De Reformatie en Nader Bekeken (zie voetnoot 1).

(13)

2 Het literatuur- en cursusaanbod

2.1 Inleiding

Op het gebied van bevrijdingspastoraat is in Nederland een scala aan literatuur en cursussen voorhanden. Daarnaast zijn meerdere kleinschalige cursussen te volgen in protestantse of evangelische gemeenten en gebedshuizen. De gemaakte selectie is op basis van actualiteit, waarvan de basis opgeschreven is, met mogelijk een redelijk tot grote invloed onder leden van de Protestantse Kerk in Nederland. Oudere literatuur is minder relevant, doordat deze inhoudelijk door anderen wordt overgenomen. In kort bestek wordt een indruk gegeven van de inhoud en de achtergrond om deze tijdens een bezinning mee te kunnen nemen.

2.2 Literatuur

2.2.1 Dr. N.T. Anderson

Dr. Neil T. Anderson is hoogleraar Praktische Theologie aan de 'Talbot Theological Seminary’ en stichter van ‘Freedom in Christ Ministries’. Vanuit meer dan 30 jaar ervaring als pastor en leraar heeft hij als (co-)auteur veel boeken geschreven o.a. over: pastoraat, gemeente- en geloofsopbouw. Hij vindt een goede theologie essentieel voor de gemeente én voor de christelijke hulpverlening. De pastorale boeken Overwinning over de duisternis en De

Bevrijder zijn gericht op onze identiteit in Christus c.q. de bevrijding door Gods woord.

Anderson stelt dat God naar onze volwassenheid en vrijheid verlangt. Helaas wordt die volwassenheid bedreigd door geestelijke conflicten welke ons alsnog een slavenjuk willen opleggen. Na uitleg van onze positie in Christus worden we gewaarschuwd voor onze kwetsbaarheid voor demonische invloed. We kunnen zelf stappen nemen terug naar de vrijheid.

Groeien in volwassenheid en vrijheid worden zo met elkaar verbonden. God is ons door een persoonlijke relatie met Hem en het lezen van Zijn woord aan het wapenen voor de strijd. Persoonlijke bevrijding is geen machtsvertoon, maar een confrontatie van satan en zijn demonen met Gods waarheid in Christus. Dit wordt in zeven stappen4 uitgewerkt5:

Stap 1: Echt tegenover vals; verwerpen van betrokkenheid bij dwaalleer Stap 2: Waarheid tegenover bedrog; geloofsbelijdenis

Stap 3: Vergeving tegenover verbittering Stap 4: Onderwerping tegenover rebellie Stap 5: Nederigheid tegenover hoogmoed

Stap 6: Vrijheid tegenover gebondenheid; belijden zondige gewoonten

(14)

12

van kritiek zijn. De pastorale opbouw en evenwichtige bijbelse onderbouwing maken het boek geschikt voor introductie.

2.2.2 P. Horrobin

Peter Horrobin heeft na vele jaren van schrijven en uitgeven, na het proberen te helpen van een ander, een visioen voor de genezingsbediening gekregen. Sinds 1986 staat hij samen met zijn vrouw aan de basis van ‘Ellel Ministries International’. De bediening van bevrijding beschrijft Horrobin in Healing through Deliverance6 als: ‘Bij veel mensen, welke in deze eerste dagen bij ons aanklopten voor hulp, was veelvuldig gebeden zonder enig merkbaar effect – bevrijding was het missende hoofdingrediënt.’7

In 2 delen bespreekt Horrobin uitvoerig en analytisch de theorie (deel 1) en de praktijk (deel 2) van de bediening. In deel 1 wordt allereerst – relatief kort – ingegaan op: de mens, engelen, satan, de zondeval en redding. Vooral het karakter van de boze geesten, de diverse ontmoetingen met satan en het demonische in de Bijbel worden uitvoerig behandeld. Hij sluit af met de lering die vanuit de Evangeliën en de brieven te trekken is.

Deel 2 begint met het fundament voor de praktijk. Daarna krijgt het herkennen van symptomen van demonische activiteit en eventuele toegangspoorten bijzondere aandacht. Tot slot komen de voorbereiding, het gebed om bevrijding en verwante aspecten aan de orde.

Dit gebed is bij Horrobin geen formuliergebed, geen automatisme, maar dient als basis voor gebed om door de pastorant zelf uit te spreken. Onderdelen in de Foundation Payers8 zijn:

- Uitnodigen van Jezus om Heer van elk gebied in het leven van de hulpvrager te zijn - Verbreken van verbindingen met vorige generaties

- Vergeven van anderen voor wat zij ons hebben aangedaan - Vergeven van onszelf

- “Vergeven van God”

- Belijden van persoonlijke zonden welke demonen rechten gegeven kunnen hebben - Berouw hebben van zonde

- Afstand doen van de werken van satan - Verbreken van ongoddelijke banden - Vervulling met de Heilige Geest

Horrobin weet zijn grondige (bijbel)studie en ervaring duidelijk onder woorden te brengen. Voorbeelden uit de praktijk worden zijdelings besproken. Zo wordt deze evangelisch-charismatische9 literatuur uitgebreid en evenwichtig beschreven. Het is – voor hen die de Engelse taal goed beheersen – het lezen waard. Door de hoeveelheid informatie is het meer geschikt ter verdieping.

6

Horrobin, P.J., Healing through deliverance – volume 1. The Foundation of Deliverance Ministry en

volume 2. The Practice of Deliverance Ministry (Tonbridge, 2003) elk 320 pp.

7 Horrobin, Healing through deliverance – volume 2, p. 261 (vrije vertaling). 8

Horrobin, Healing through deliverance – volume 2, pp. 236-243 (vrije vertaling).

(“Vergeving van God” heeft hier niet met God maar met de invloed van het persoonlijke beeld van God te bij de mens maken).

9

‘Evangelisch-charismatische’ kerken en christenen stellen zich meer open voor de bovennatuurlijke werking van de Heilige Geest dan ‘traditioneel-evangelisch’. De geestelijke strijd komt meer in het vizier.

(15)

2.2.3 W. van de Kamp

In Aalten is Wilkin van de Kamp voorganger van de – evangelisch-charismatische – Euregio Christengemeente. Ook geeft hij binnen de gemeente leiding aan de stichting ‘Geboren om vrij te zijn’. In 1999 heeft hij besloten om een praktisch handboek over bevrijdingspastoraat te schrijven. De weg tot vrijmaking en herstel acht hij belangrijker dan het gebed zelf.10 Voor 1999 heeft hij jarenlang in het onderwijs gewerkt.

Het handboek Geboren om vrij te zijn – bijna compleet – is door de opdeling in 4 delen en 40 hoofdstukken zeer toegankelijk. Ieder deel behandelt een bepaald aspect van het kwaad: de oorsprong (beknopt); de ontmaskering; het weerstaan; het overwinnen. Elk hoofdstuk geeft veel achtergrond informatie en heeft veel verwijzingen naar de Bijbel. In de bijlagen staan o.a.: gedragscode; bevrijdingsprotocol (gebedspunten)11; aanmeldingsformulier; question-naire.

Met nadruk wordt er op het komen tot een betrouwbare diagnose gewezen. Deze bestaat veelal uit een combinatie van drie mogelijkheden12:

1. als iemand spontane demonisch begint te manifesteren 2. door de gave van onderscheiding van geesten

3. door het analyseren van ingewonnen informatie

Bij de analyse13 gaat het om aanwijzingen te verzamelen voor een mogelijke gebondenheid. Het handboek is bedoeld als naslagwerk voor teams en kan voor hen door zijn verdieping en aanvullende richtlijnen voor bevrijding goed bruikbaar zijn. De boeken Zeven stappen op weg

naar vrijheid en Hoe behoud ik mijn vrijheid? zijn bestemd voor gebruik in het voor- c.q.

natraject. Nu nog wachten op invulling van ‘Demonie en psychiatrie’.

De leiding van de Heilige Geest staat centraal, want het is niet een methode maar het zijn geestelijke principes. De nadruk op de hiërarchie in de demonische wereld en het toetsen van engelen roept vragen op. Het handboek is geschikt als aanvulling op andere literatuur. Onderwerpen als ‘Meervoudige persoonlijkheden’, ‘Zegenend bidden’, ‘Bewegen in de zalving van de Heilige Geest’ en ‘Bevrijding bij kinderen’ worden elders nagenoeg niet besproken.

2.2.4 Dr. M.J. Paul

Dr. Mart-Jan Paul (1955) is hervormd predikant, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede en hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven. Hij is redacteur van de

Studiebijbel Oude Testament en Geestelijke strijd en auteur van onder andere: Vergeving en genezing en Occulte machten en bevrijding. Zijn verdieping in de invloed van occulte

(16)

14

gebondenheid ontdekte. In de gereformeerde gezindte wordt Paul veelvuldig als deskundige gevraagd om zijn visie en multidisciplinaire benadering14 te onderbouwen.15

Het boek Geestelijke strijd wil vooral de onbekendheid wegnemen door bijbelse, dogmatische16, (vroeg) kerkelijke en culturele grond aan te reiken. Zo richt het zich allereerst op het bespreekbaar maken van het ‘buitengesloten midden’17.

Transcendente wereld van God en

geestelijke krachten (wonderen) Religie Het buitengesloten midden

Empirische wereld van de zintuigen

(natuurwetten) Wetenschap

Met deze term wordt een onbekend deel – althans in het seculiere westen – van het open wereldbeeld aangeduid welke in oosterse en/of animistische religies realiteit is. Een ruimte tussen religie en wetenschap met engelen en demonen – boze geesten – welke (westerse) christenen in het algemeen niet helder voor ogen hebben. Een ruimte waar de geestelijke machten strijden en onze leefwereld beïnvloeden. Deze demonische strijd om de mens en de strijd daartegen wordt vanuit de Bijbel, vroege kerk tot in de reformatie en de dogmatiek uitvoerig behandeld. Zo leert het Nieuwe Testament drie hoofdterreinen18 van demonische invloed:

1) onreinheid (Luc. 4:33);

2) occultisme (bijv. waarzeggerij, Hand. 16:16); 3) valse leringen (1 Tim 4:1)

Demonie in de psychiatrie, het pastoraat en de hedendaagse gemeente worden besproken tesamen met enkele onderlinge relaties. Vier soorten van ziek zijn19 worden onderscheiden:

1) in moreel opzicht, door eigen zonde;

2) in emotioneel opzicht, door zorgen en emotionele kwetsuren uit het verleden; 3) in fysiek opzicht, door ziekte en ongeval;

4) in geestelijk opzicht, door demonische oorzaken

Elke soort ziekte vraagt om een eigen benadering en het boek richt zich vooral op de laatste. Het gebed om bevrijding daarvan is zowel eenvoudig als concreet. Anderson’s benadering voor persoonlijke verantwoordelijkheid wordt gewaardeerd. Een enkele keer wordt direct naar Verduijn’s boek verwezen. Zo wordt bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘exorcisme’ en ‘bevrijdingspastoraat’ overgenomen.

14

Tot een complete diagnose komen door deskundigen vanuit meerdere disciplines naar te laten kijken.

15

Zie verder: Popkema, B. (2008), Mart-Jan Paul over bevrijdingspastoraat. 'De gemiddelde ouderling weet hier absoluut geen raad mee', www.cvkoers.nl/artikelen/prof_dr_mart-jan_paul_over_bevrijdingspastoraat.php (extra artikel voor abonnees).

16

Het 6e hoofdstuk is online beschikbaar. Zie: Hoek, J. (2008), Duivel en demonen in de dogmatiek, www.cvkoers.nl/artikelen/200804/de_duivel_en_demonen_in_de_dogmatiek.php.

17

Het beeld van ‘buitengesloten midden’ is afkomstig van de antropoloog Paul G. Hiebert die als zendeling in India werkzaam was. Hij wil westerse christenen attenderen op de realiteit van demonen.

18 Siebesma, P.A., ‘Demonie en pastoraat’, in: Paul (red), Geestelijke strijd. Demonie en bevrijding in christelijk

perspectief (Zoetermeer: Boekencentrum, 20022) p. 163.

19

(17)

Het boek Occulte machten en bevrijding is praktischer van aard en richt zich voornamelijk op geestelijke nood ontstaan door vervloekingen en het (sterk opkomende) occultisme. Diverse occulte praktijken en kenmerken van occulte belasting worden besproken. Zo vinden we diagnostische vragen voor artsen en andere hulpverleners. Naast een paar protestantse ervaringen worden enkele tips voor de bezinning gegeven.20

Paul’s bijdrage in Bevrijdingspastoraat21 gaat verder in op de bezinning rondom psychiatrie.

Psychiatrische problemen en demonische binding overlappen elkaar regelmatig. Hij pleit voor samenwerken van diverse disciplines gericht op zowel de theorie als op de praktijk. In de boeken worden voorzichtig stappen gezet om bevrijding binnen reformatorische gemeente te positioneren. De multidisciplinaire benadering lijkt steeds belangrijker te worden. Zorgvuldigheid is gewenst om excessen te voorkomen. Geestelijke strijd kan goed gebruikt worden voor bewustwording en om de bezinning mee te beginnen. Daarbij geeft

Bevrijdingspastoraat enige richting aan de verhouding tussen demonie en psychiatrie.

2.2.5 D. Prince

Derek Prince (1915-2003) heeft een wereldwijde missionaire organisatie opgezet, genaamd ‘Derek Prince Ministries’22. Als bijbelleraar was Prince wereldwijd jaren actief en onderwees mensen door literatuur, conferenties en audio- en videomateriaal. DPM Nederland geeft 40 boeken in het Nederlands uit.

Het boek Zij zullen boze geesten uitdrijven leert ons uitvoerig vanuit 30 jaar ervaring. Allereerst vanuit bijbels fundament voor het uitdrijven van demonen en Prince’ leerschool daarin. Vervolgens wordt gekeken naar: demonen, occultisme, toverij en de noodzaak van reiniging voor christenen in relatie met de wedergeboorte. Het laatste deel besteed aandacht aan het herkennen en verwijderen van demonen. Het uitblijven en behouden van bevrijding wordt kort besproken. De elementen van het korte voorbeeld bevrijdingsgebed23 geeft Prince’ visie kernachtig weer:

Stap 1: Belijd persoonlijk uw geloof in Christus Stap 2: Verneder uzelf

Stap 3: Belijd iedere zonde waar u zich bewust van bent Stap 4: Bekeer u van al uw zonden

Stap 5: Vergeef ieder die u iets heeft aangedaan

Stap 6: Breek met iedere occulte invloed en met iedere valse religie Stap 7: Wees bereid om iedere vloek over uw leven te verbreken Stap 8: Neem uw positie in in God

(18)

16

uitdrijving van demonen lijkt snel genomen te worden. Het boek is beter geschikt als aanvulling, evenals zijn boeken over proclamatie (verkondiging) en vloek24.

2.2.6 J. Verduijn

Joost Verduijn is voorganger van een Vrije Evangelische Gemeente in België. Tevens is hij verbonden aan het ‘Centrum voor Pastoraat Counseling’25. In 1999 verscheen zijn boek

Bevrijdingspastoraat: Hulpverlening aan mensen die door demonen gebonden zijn. Tijdens

zijn opleiding – twintig jaar eerder – was zijn studie over demonische gebondenheid nog taboe.

Het eerste deel van het boek gaat over het rijk van God, satan en de mens om uit te komen bij de strijd om de mens en zijn opdracht om in Christus de boze geesten uit te drijven. Om Gods stem te verstaan is de mens afhankelijk van de Heilige Geest.

Het tweede deel gaat in op de oorzaken, gradatie en symptomen van gebondenheid om af te sluiten met geestesziek zijn. Een grens tussen demonie en mentale afwijkingen of ziekte is moeilijk te trekken. Samenwerken met een christelijke psychiater is ideaal. Verduijn wijst op enkele bijzondere verschillen met een geesteszieke. Een gedemoniseerd iemand:26

- Is mentaal gezond en vertoont af en toe afwijkend gedrag (tegenover doorgaans opgaan in de waanbeelden).

- Is zich er bewust van dat iets niet klopt en zich generen over eigen gedachten.

- Zal verwijzingen naar demonen vermijden zolang degene niet op geestelijk niveau wordt benaderd (tegenover spreken in buitensporige verwoordingen over demonen). - Kan in de derde persoon antwoorden – zoals ‘Nee, dat wil ze niet’ of ‘Laat haar met

rust’ – als gevraagd worden om Jezus Christus als Heer te belijden.

Het laatste deel kijkt naar de praktische kant en gaat in op het werken in teamverband, de weg van de bevrijding en de nazorg. Voor hem is het spreken over het geestelijk leven van de pastorant en een goede diagnose essentieel. Ook sluit hij aan bij Anderson als het gaat om de verantwoordelijkheid van de pastorant. Verduijn neemt het volgende belangrijke onderscheid tussen ‘exorcisme’ en ‘bevrijdingspastoraat’ van Parker over:

Het eerste is volgens hem een specifieke daad van binden en ontbinden van een persoon die geacht wordt gebonden te zijn door een boze geest. De term kan ook worden gebruikt voor het reinigen van een plaats die door een boze geest onveilig wordt gemaakt. Het tweede kan dit ook omvatten, maar is vooral gericht op het verbreken van de bindingen die voortkomen uit een zondig leven. Het is een deel van de genezingsbediening en kan en mag niet uitgeoefend worden los van bekering tot God en het geloof in Jezus Christus.27

Naast enkele voorbeelden wordt er veelvuldig naar de Bijbel verwezen. Verduijn’s boek introduceert het thema op een evenwichtige manier met duidelijke richtlijnen voor het pastoraat. Zo is het geschikt voor bezinning van het pastoraat.

24 Zie hiervoor resp.: De kracht van proclamatie of Zegen of vloek, aan u de keus. 25

Het ‘Centrum voor Pastoraal Counseling’ is gevestigd in België en Nederland (Dordrecht). Deze werkt in Nederland samen met stichting Chris en stichting De Hoop. www.pastoralecounseling.org.

26 Verduijn, J., Bevrijdingspastoraat. Hulpverlening aan mensen die door demonen gebonden zijn (Hoornaar:

Gideon, 19993) p. 117.

27

(19)

2.3 Cursussen

2.3.1 Stichting ‘Arbeiders in de oogst’

Deze onafhankelijke en interkerkelijke stichting heeft als visie: ‘Teaching disciples to disciple’28. Sinds 2007 geeft zij dit vorm door het organiseren van seminars en trainingen rondom evangelisatie, genezing en bevrijding. In Dordrecht of eventueel op locatie. De stichting wil laagdrempelig zijn en de kosten laag houden.

De cursus over genezing en bevrijding beslaat uit 1 dag seminar eventueel gevolgd door 2 dagen training29. Vanuit de Bijbel, concrete voorbeelden en eigen ervaring wordt de basis gelegd. Tijdens de training wordt de basisstof herhaald en met elkaar geoefend. De vier stappen30 (principes) in het proces van bevrijding zijn:

Stap 1: Verbreken van de generatievloeken – van invloed uit een vorig geslacht Stap 2: Bekering – van persoonlijke zonden en levenspatronen

Stap 3: Vergeven – van anderen

Stap 4: Bevrijding – wegsturen van boze machten

Bevrijdingspastoraat wordt zo tot enkele heldere geestelijke basisprincipes gereduceerd. Het evangelisch-charismatisch onderwijs richt zich op de noodzakelijke basiskennis en wordt door vele bijbelteksten ondersteund. Deze principes zijn nodig om satan elke rechtmatige grond te ontnemen. De doorwerking van generatievloeken in het huidig geslacht wordt benadrukt omdat deze menigmaal demonische gebondenheid aanwijst. Bevrijding is een proces waarbij de leiding van de Heilige Geest onmisbaar is. Bekering, berouw en vergeving hebben nauwelijks toelichting nodig, maar zijn ook na het proces essentieel voor het behouden van de vrijheid.

Voorafgaand aan het bidden is het raadzaam om een overzicht van de problemen te hebben. Het herkennen van demonische bindingen kan aan de hand van chronisch terugkerende symptomen. Toch is slechts 5% uiteindelijk demonisch. De rest wordt bepaald door ons karakter en/of onze oude manier van denken – vanuit de oude mens. Eventueel biedt de stichting ondersteuning.

Zo krijgen gemeenteleden – individueel of als team – onderwijs en training m.b.t. genezing en bevrijding. Momenteel biedt het seminar beperkt ruimte voor verwerking, omdat het dagprogramma – zeker in combinatie met genezing – tamelijk vol is31. Verdieping vooraf is wenselijk, doordat diverse elementen32 bekent worden verondersteld. De nieuwe cursus geeft wellicht meer aansluiting33.

28

(20)

18

2.3.2 Aan de ‘Christelijke Hogeschool Ede’

In mei 2007 is aan deze hogeschool een studiedag34 over occultisme gehouden. De initiatiefnemers drs. R.J.A. Doornenbal, dr. M.J. Paul en dr. P.A. Siebesma zijn docenten aan deze hogeschool. Zij zijn betrokken bij het besproken boek Geestelijke strijd en het aanvullende boek Gaven voor de gemeente35. Deze studiedag resulteert in het Refaja forum36 en een jaarlijkse cursus.

Het ‘Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie’ organiseert in het najaar de cursus

Occulte belasting in de christelijke gemeente37. Hier wordt in 4 avonden ingegaan op: - het bijbels mensbeeld (als kader)

- praktische en beleidsmatige integratie in de christelijke gemeente - relatie met psychische problemen

- paranormale geneeswijzen

- bespreking van praktijksituaties en casuïstiek

De cursus is bestemd voor de toerusting van leden en leidinggevenden in gemeenten. De initiatiefnemers hebben een reformatorische achtergrond evenals de meeste sprekers. Als kader worden diverse (heersende) wereld- en mensbeelden en meer bijbelse beelden besproken. Dit is zeker een aanvulling op Geestelijke strijd. Vanuit deze bijbelse beelden krijgen de demonische bindingen een plaats. Dit geeft een goede basis voor de rest van de cursus en legt verbinding met de praktijk. De cursus komt evenwichtig en zorgvuldig over met de nodige ruimte voor het stellen van vragen.

2.3.3 Stichting ‘Cleansing Stream Nederland’

De opzet van Cleansing Stream is ontstaan in Amerika n.a.v. de bediening van Dr. Jack Hayford. De evangelisch-charismatische voorganger van ‘The Church On The Way’ heeft meer dan 35 jaar ervaring. De initiatiefnemer – stichting sinds 2002 – typeert het als:

… een bevrijdingsbediening, die eerst een goede basis van discipelschap neerlegt, zodat een komende bevrijding blijvend kan zijn. … een bediening, waarin niet “het bevrijden” centraal staat, evenmin als “kennis over demonen”. Ik zag een bediening waar de mens, de geliefde focus van Jezus, het enige object van groei en meerwaarde is.38

Hayward – een andere voorganger – zet de visie achter het Cleansing Stream-model helder uiteen in het boek Als een stroom die schoonspoelt. Dit model wil de bevrijdingsbediening terugbrengen in de plaatselijke gemeenten en wel als een integraal onderdeel van

gemeenteopbouw.

34

Op deze studiedag waren ongeveer 65 belangstellenden aanwezig.

35

Gaven voor de gemeente gaat in op de betekenis van de Heilige Geest voor de opbouw van de gemeente en via de gemeente op het welzijn van een ieder persoonlijk.

36

Het Refaja forum – interkerkelijk forum voor bezinning op de dienst van genezing en bevrijding – geeft per kwartaal een digitale nieuwsbrief uit. Aanmelden kan via www.refaja-forum.nl.

37 In 2007 en 2008 werd het maximum van 80 deelnemers bereikt. 38

Cleansing Stream (2009), Nederland, www.cleansingstream.nl/Introductie/Nederland (voorganger Henk Rothuizen van The Church On The Way Rotterdam)

(21)

Het boek komt na het bespreken van fundament, noodzakelijke ingrediënten en enkele manieren van falen uit bij de volgende vier principes39:

Principe 1: Wandelen in de Geest – stap voor stap doelbewust op Gods weg wandelen Principe 2: Alles overgeven aan God – toewijding aan God

Principe 3: Woorden van leven spreken – verbreken van invloed negatieve woorden Principe 4: In de reinigingsstroom stappen – reiniging tijdens retraite

Deze hoofdprincipes worden (2x per jaar) tijdens de basiscursus40 in vier delen van 2½ uur onderwezen. Voor zelfstudie wordt een uitgebreid pakket41 aangereikt. Na deze voorbereiding volgt het reinigingsproces42 van genezing en bevrijding in de tweedaagse retraite:

1. Het erkennen van de waarheid en het identificeren van de demonische aanwezigheid.

2. Oprecht berouw hebben over de daden die demonische aanwezigheid voet aan de grond gegeven hebben.

3. Het sluiten van de deur die als gevolg van de zonde opengezet was.

4. Het breken van het juk van gebodenheid en de demonische aanwezigheid opdracht geven te verdwijnen.

5. De persoon in zijn identiteit bevestigingen en zegenen door hem op Gods voornemens te wijzen.

Na de retraite wordt geleerd hoe de ingeslagen weg kan worden vervolgd. Hayward zegt hierover: ‘Bevrijding is geen programma – het is een levensstijl: discipelschap.’43 Uit ervaring geeft hij aan dat leden van de gemeente de visie van de kerk gaan delen en verbreiden. Gemeenteleden gaan elkaar pastoraal ondersteunen en de onderlinge liefde neemt toe. De pastorale belasting van de predikant kan daardoor met meer dan de helft afnemen.44

Het model is ontstaan vanuit de kerk en voor de kerk en gericht op betrouwbaarheid en integratie. Toestemming van de predikant en begeleiding/nazorg door de eigen gemeente zijn sleutelbegrippen. Zelfstandig de bediening uitoefenen is onverantwoord handelen. Naast de beschreven basiscursus is er een coach training van twee jaar voor integratie in de eigen gemeente. Door haar concreetheid neemt het model een unieke plaats in, zowel in visie als uitvoering. De heldere en evenwichtige visie zet, door haar geheel eigen kijk op bevrijding, aan tot nadenken.

2.3.4 Bij ‘Ellel Ministries Nederland’

Horrobin is de oprichter en internationaal directeur van ‘Ellel Ministries International’. Het is een Engelse liefdadigheidsinstelling die zich toewijd aan evangelisatie, genezing, bevrijding, discipelschap en training. Zij geeft sinds 2004 conferenties in Nederland en is sinds 2007

(22)

20

gehuisvest in Baak. In Nederland wordt een uitgebreid cursuspakket en onderwijsdagen aangeboden. In de webwinkel is veel Engelstalige literatuur en dergelijke te bestellen.

Ieder jaar worden diverse cursussen los of in een aantal combinaties gegeven45. Er is gericht aandacht voor het coachen van de individuele cursisten. De cursussen (en scholen) richten zijn achtereenvolgens op: kennen, ondergaan en doen. De 20 dagen school voor de

genezings- & bevrijdingsbediening wordt beschreven als: ‘… een compact programma van

onderwijs en bediening dat discipelen van Christus toerust om de waarheid van het Koninkrijk te verkondigen en genezing en bevrijding te brengen in de kracht en autoriteit van Jezus.’46

Onderwerpen die worden behandeld zijn bijvoorbeeld: - fundamenten van het geloof

- vrucht en wortel (reden) van het lijden en de zonde - werking en kracht van de Heilige Geest

- innerlijke genezing

- relaties en sexualiteit zoals God die bedoeld heeft - bevrijding van demonische gebondenheid

Dezelfde 10 cursussen worden ook afzonderlijk van elkaar in 10 weekenden aangeboden tijdens de Modulaire school – deel A47. Zomer 2010 worden 8 modules in 2 weken aangeboden. Op het gebied van bevrijdingspastoraat worden Deliverance Ministry 1 & 2 aangeboden waar de literatuur van Horrobin aan de orde komt.

2.3.5 Module van het ‘Evangelisch Werkverband’

Het Evangelisch Werkverband48 heeft als missie:

Wij willen biddend zoeken naar en meewerken aan geestelijke vernieuwing binnen de Protestantse Kerk in Nederland, opdat deze, gericht op Gods heerlijkheid, in gehoorzaamheid aan haar Heer Jezus Christus en in de kracht van de Heilige Geest, haar roeping in de wereld kan vervullen.49

Vanaf haar ontstaan in 1995/96 heeft zij de dienst van genezing en bevrijding op het oog. De werkgroep ‘Dienst der genezing en bevrijding’ heeft twee aparte modules ontwikkeld. De module Bevrijding de dienst der bevrijding in de kerk van vandaag50 is recent gepresenteerd51.

45 De cursusmodules van de scholen worden meer en meer in de Nederlandse taal gegeven. Anders kan voor

vertaling worden gezorgd.

46

Ellel (2009), Nederlands – Twintig Dagen School,

www.ellelministries.org/res/nederland/brochures/schools/Nederlands%20-%20Twintig%20Dagen%20School.pdf

47

Aan de cursussen van deze Modulaire school nemen 20 á 30 cursisten deel.

Dit heet Modulaire school omdat de cursussen ook los gevolgd kunnen worden. Modulaire school – deel B gaat dieper op het onderwijs uit deel A. Cursus Deliverance Ministry 1 & 2 zitten resp. in deel A & B.

48

‘Evangelisch Werkverband’ verder te noemen EW.

49

EW (2009), Wat is het EW?, www.ewv.nl/wat_is_het_ewv.

50 Werkgroep Genezing en Bevrijding, Bevrijding. De dienst der bevrijding in de kerk vandaag (Leerhuis Karpos;

Terschuur / Amerongen: Evangelisch Werkverband / Internationale Bijbelbond, 2009).

51

Op de studiedag ‘Verlos ons van de boze’ in mei 2009 waren 150-160 belangstellenden aanwezig. Naast de presentatie werden er workshops gegeven over: historie van denken over bevrijdingspastoraat; spanningsveld tussen psychiatrie en dienst van bevrijding; introduceren van cursus in gemeente; opzetten van bevrijdingsteam in gemeente.

(23)

De cursusmodule bestaat uit drie bijeenkomsten met als thema: 1. tussen hemel en aarde

2. gebonden raken 3. leven in vrijheid

Na een bijbelfragment, filmfragment of informatie wil de cursus d.m.v. enkele gerichte vragen het geloofsgesprek stimuleren.

De module wil bijdragen aan een evenwichtige visie ontwikkeling. De informatie is helder en voor een ieder goed te begrijpen. Het gaat hier om een introductie zodat men naderhand andere literatuur kan raadplegen. Zo kan deze module – zonder verdieping vooraf – in drie avonden de bezinning initiëren, zowel bij gemeenteleden als bij ambtsdragers. Hierin neemt deze module een unieke plaats in.

Daarnaast wil het EW een netwerk leggen van teams voor bevrijding. Een predikant kan een team aanmelden. Zo wil het EW dienstbaar zijn als intermediair om gemeenteleden – via predikant of ouderling – te verwijzen. Het EW wil kerkenraden zo nodig praktisch ondersteunen.

2.3.6 Stichting ‘Geboren om vrij te zijn’

Deze stichting is opgezet door de evangelisch-charismatische gemeente waar Van de Kamp voorganger is. Zij richt zich op onderwijs, training en conferenties. In de webwinkel is veel materiaal over bevrijding en aanverwante thema’s van hun voorganger en anderen52 te bestellen. Op conferenties voor bevrijding53 komen enkele honderden mensen met verschillende kerkelijke achtergronden naar toe.

Zij organiseert in het voor- en najaar interkerkelijke cursussen voor hen die meer willen leren over de dienst van bevrijding. De inleidingscursus54 bestaat uit 5 avonden plus zaterdag en wil inzicht geven in de geestelijke wereld. De lessen gaan in op het ontstaan, ontmaskeren, weerstaan en overwinnen van het kwaad om af te sluiten met het behouden van de vrijheid. Naast eigen materiaal wordt voor de identiteit van de christen Anderson's boek Overwinning

over de duisternis gebruikt.

Na de introductie is een 2e cursus om in teamverband te gaan functioneren. Van de cursisten wordt verwacht dat zij – naast het handboek van Van de Kamp – de boeken van Verduijn en Prince bestuderen. De cursus duurt 7 avonden plus 2 zaterdagen en behandeld:

- Het opzetten van een bevrijdingsteam

- Gespreksvaardigheden binnen het bevrijdingspastoraat - De bevrijdingsprocedure

(24)

22

Verder kan de stichting een coördinator van een team coachen en worden toerustingsdagen georganiseerd. De stichting biedt een gemeente een uitgebreid en compleet pakket van onderwijs en training aan.

2.4 Conclusie

Er is veel literatuur voor verdieping te raadplegen en veel cursus materiaal voor het opzetten van pastorale teams voorhanden. Willekeurig een boek of een cursus kiezen om de bezinning mee te beginnen is niet aan te raden. Verdieping vooraf kan noodzakelijk zijn. Zowel vanuit het perspectief van een kerkenraad of een pastoraal team.

2.4.1 Algemene indruk

Boeken en cursussen werken het thema vanuit een theologisch en pastoraal (of hulpverlenings) perspectief uit. Allen hanteren een open wereldbeeld55. Niet altijd is het duidelijk of er vanuit een tweevoudig (dichotomistisch: lichaam en ziel) of drievoudig (trichotomistisch: lichaam, ziel en geest (ook wel holistisch)) mensbeeld wordt gesproken. Beide worden als (het) bijbels mensbeeld56 verdedigd. Het tweevoudig beeld sluit aan bij de wetenschap. Het drievoudig beeld lijkt duidelijk meer aan te sluiten bij dit thema.

Kennis vanuit de Bijbel wordt aangevuld met kennis vanuit de praktijk om tot een evenwichtige uitwerking te komen. Een systematisch handelen wordt slechts in grote lijnen teruggezien. Het gaat met name om de liefde van God die gedurende het proces de pastorant veranderd. Goede pastorale nazorg is van groot belang om de verandering te behouden. Slechts enkele boeken besteden hier ruim aandacht aan. Menigmaal wordt de pastorale kant en de leiding van de Heilige Geest benadrukt. Samenwerken met de hulpverlening blijft belangrijk.

Regelmatig terugkerende praktische elementen zijn: - niet of nooit zelfstandig handelen

- begin onder begeleiding

- gezamenlijk bidden (twee of drie)

- minimaal één teamlid van hetzelfde geslacht als de pastorant - geheimhouding

- leer de pastorant bijbelse waarheden - volwassen zijn in het geloof

- niet laten intimideren

- niet te snel tot bidden overgaan - actieve betrokkenheid van pastorant - zorg voor goede nazorg

- liefde boven alles, binnen het team en naar de pastorant toe - persoonlijke voorbereiding nodig, zoals gebed

- leiding van Heilige Geest stellen boven stapsgewijs handelen

55

Een open wereldbeeld geeft ruimte aan elementen die niet zintuigelijk waarneembaar zijn. In tegenstelling met het wetenschappelijk geaccepteerd (gesloten) wereldbeeld ontstaat er ruimte voor God, satan, engelen, wonderen, enzovoort.

56

Zie: Doornenbal, R., ‘Mens in drievoud: lichaam, ziel en geest. Pleidooi voor een holistisch bijbels mensbeeld in de hulpverlening’, CV•Koers (maart 2008) pp. 40-43.

(25)

2.4.2 Relatie met de reformatorische traditie

Het uitdrijven van demonen in Jezus naam is duidelijk een onderdeel is van een groter geheel. Het totaal van de bevrijding kan worden gezien als een bewustwording van zondige invloeden en bijbelse waarheden. Er wordt van de pastorant actieve betrokkenheid verwacht om de wortel (geestelijke oorsprong) van zijn hulpvraag te achterhalen. De Heilige Geest helpt bij het herkennen van de vele invloeden, want God heeft een helder zicht op het bovennatuurlijke. Na de bevrijding dient de pastorant alert te blijven en de bijbelse waarheden niet te laten verslappen.

Veel elementen uit de boeken komen overeen met de reformatorische traditie, waaronder: Persoonlijk zonde kennen en belijden

o vernedering voor God o zelfonderzoek

o zonden leren herkennen en erkennen o berouw hebben over zonden

o zonden belijden

o Gods vergeving aanvaarden o anderen vergeven

Verlost zijn in Christus

o Gods beloften in Christus leren verstaan o bekering noodzakelijk voor eeuwig behoud o persoonlijk geloof belijden

o verlossing vinden door Gods genade o Gods Geest ontvangen

Leven uit dankbaarheid (en aansporing daartoe)

o strijden tegen invloed satan en dagelijkse bekering (oude leven) o breken met verkeerde invloeden en levenswijze

o afhankelijk van God leven (nieuwe leven) o God danken voor Zijn genade

o brengen van zegen en zorgen in gebed bij God o antwoord van God verwachten op gebed

Deze bovengenoemde elementen komen veelvuldig aan de orde in preken, bijbelstudie, persoonlijke en pastorale gesprekken. Deze elementen (uit de trits ellende / verlossing / dankbaarheid) komen ook bij bevrijdingspastoraat terug tijdens de voorbereiding, de gesprekken en de nazorg.

In andere elementen blijkt bevrijdingspastoraat beduidend verder te gaan. Het gaat daarbij om elementen die meer evangelisch-charismatisch aandoen en/of minder bekend (of anders) zijn in de reformatorische traditie.

(26)

24 Deze elementen zijn:

- (her)kennen geestelijke strijd

- letterlijke invulling van geestelijke strijd

strijd leveren tegen de geestelijke machten in de lucht - satan zijn legale rechten kunnen ontnemen

- de geestelijke wapenrusting - wegsturen van demonen

- breken van demonische bindingen - God / Christus / Heilige Geest

- meer bovennatuurlijke invulling

bij gave van profetie en onderscheiding van geesten - bidden als gezaghebbend, namens Jezus

- directe leiding verwachten van de Heilige Geest - vernieuwing van het verstand

- kennis van demonische invloeden - kennen van satan en demonen

- de vele wegen waarop satan legale rechten krijgt - ingangs- en uitgangspoorten

- doorwerking van voorgeslacht, gedachten, zintuigen, woorden en daden - breedte en diepte van het occultisme

- hiërarchie aanbrengen binnen satans rijk - benoemen (de geest van …)

- kennis van gebondenheid

- onderscheid plagen / gebondenheid / bezetenheid - mogelijkheid van gebondenheid bij christenen - symptomenlijst van chronische aard

- gebruik van lijsten voor diagnose

2.4.3 Literatuur voor de bezinning

In de literatuur worden geen strakke grenzen getrokken. Zowel voor een scheiding tussen demonie en psychologie als vanuit de leiding door de Geest of kennis. Er worden eerder richtlijnen gegeven. De kaders bij het formeren en handelen van een team en de afspraken daarbij zijn een stuk duidelijker. Inbedding in (het pastoraat van) de gemeente is bij allen gewenst. Helaas zijn beleidsmatige aanbevelingen voor bezinning of inbedding schaars. Goede literatuur bouwt een helder denkkader op en probeert de lezer verder mee te nemen in haar uiteenzetting. Bij het handboek van Van de Kamp ontbreekt dit enigszins – het is een naslagwerk. Daardoor acht ik het – zonder een bijpassende cursus – niet geschikt voor de bezinning. In een later stadium kan het eventueel (in de bezinning) voor het pastoraat van nut zijn. Zij zullen boze geesten uitdrijven van Prince heeft een enigszins onduidelijk of onbegrepen denkkader en sluit niet aan bij het verkennen van bevrijdingspastoraat in een protestantse gemeente.

Toch is andere literatuur bruikbaar voor de bezinning. Hier is het goed om een enig onderscheid te maken in het perspectief van de bezinning. Beide perspectieven kunnen Als

een stroom die schoonspoelt – de uitleg van het Cleansing Stream-model – goed als eerste

boek gebruikt. Ook Geestelijke strijd57 van Paul is door haar breedte goed als eerste boek te

57

(27)

gebruiken en is zo bijzonder geschikt om gezamenlijk te bespreken. Bevrijdingspastoraat (onder redactie van P. van de Kamp) is goed aanvullend te gebruiken.

De Bevrijder van Anderson mag een plaats krijgen in de pastorale (of persoonlijke) bezinning. Bevrijdingspastoraat van Verduijn kan goed na Geestelijke strijd worden besproken. Ook hier

ligt de nadruk op het pastoraat (en hulpverlening). Healing through Deliverance van Horrobin is een bijzonder uitgebreid en evenwichtig werk en kan aanvullend zijn voor het pastoraat. Het Engels brengt wel een hogere leesdrempel met zich mee.

Literatuur vult elkaar aan. Als voorbeeld noem ik het bijbels mensbeeld. Een expliciete benoeming en (uitvoerige) bespreking – zoals bij Anderson (Overwinning over de duisternis) en Horrobin – is op zijn plaats. Deze bespreking is duidelijk een aanvulling op Geestelijke

strijd.

2.4.4 Cursussen voor de bezinning

Bij de cursussen ligt de bezinning enigszins anders. De cursussen van CHE en EW sluiten aan bij algemene visievorming. De CHE reikt in de breedte basiskennis aan en zet in een relatief korte tijd een duidelijk (denk)kader neer. De unieke module van EW is minder concreet, maar maakt een korte en zelfstandige bespreking binnen kerkenraden mogelijk. De unieke visie van Cleansing Stream is gericht op de hele gemeente als integraal onderdeel van het onderwijs.

De volgende cursussen zijn meer voor het vormen van een pastoraal team. Ellel heeft door haar brede cursusaanbod meer aandacht voor toerusting van gemeenteleden – waarbij bevrijding een onderdeel is – en gaat zo richting Cleansing Stream. Arbeiders in de oogst en

Geboren om vrij te zijn richten zich – op een andere wijze, smaller c.q. breder – op het

trainen en ondersteunen van teams voor bevrijdingspastoraat. Geboren om vrij te zijn specialiseert zich meer op bevrijdingpastoraat. Arbeiders in de oogst heeft enkele aanvullende cursussen voor het toerusten van de gemeente.

(28)
(29)

3 De bezinning in gemeente I

3.1 De context

Gemeente I is een gemeente die zich verwant voelt met de modaliteit van de Gereformeerde Bond met enkele duizenden leden, rond de honderd ambtsdragers en meerdere wijken. Hoewel niet ieder lid de kerk kan bezoeken is de helft van de leden meelevend. De kerkbezoekers zijn evenwichtig verspreid over de wijken. Elke wijk heeft zijn eigen kerk, predikant, wijkkerkenraad en beleidsplan. Een wijk is verder onderverdeeld in secties.

Onderlinge beleidsmatige verschillen zijn bijvoorbeeld de liturgische en pastorale invulling. Enkele wijken zingen naast de psalmen in (sommige) diensten ook liederen uit andere liedboeken. De pastorale hoofdlijn is gelijk, waarbij de predikant voornamelijk crisispastoraat doet en de sectieouderling zorg draagt voor het pastoraat binnen zijn sectie, met name door middel van huisbezoeken. In sommige wijken wordt de sectieouderling door een pastoraal team bijgestaan. Daar dragen één of twee sectieouderlingen in teamverband samen met een diaken en enkele bezoekbroeders of –zusters de pastorale verantwoordelijkheid voor hun sectie. In andere wijken wordt het bezoekwerk meer per doelgroep georganiseerd. In een aantal wijken is ruimte voor ziekenzalving.

Ondanks verschillen in beleving wordt de eenheid binnen de gemeente erg belangrijk gevonden. Zo gaan predikanten gaan (volgens een roulatieschema) ook voor in de andere wijken. Ook bestuurlijk is het verlangen naar eenheid merkbaar. Wijken willen elkaar blijven informeren en in gesprek zijn om onoverbrugbare kloven te voorkomen. De algemene kerkenraad, waarin vertegenwoordigers vanuit alle wijken vertegenwoordigd zijn, speelt daarbij een belangrijke rol. In het besef dat besluitvorming bij de wijken ligt geeft zij invulling aan bovenwijkse zaken die centrale organisatie vragen. Zo krijgt het jeugdwerk vorm vanuit de centrale jeugdraad, maar regelen de wijken de catechese zelfstandig.

3.2 De ontwikkeling van het bevrijdingspastoraat

3.2.1 ‘Occult besmet’ door genezing?

Een ouderling en een ander lid van de gemeente woonden zeven jaar geleden een lezing bij. Gerard Feller58 sprak over occulte kanten van diverse

alternatieve geneeswijzen. Volgens Feller lopen relaties met het occulte zowel indirect – via de genezer – als direct. Zo kan iemand bij het zoeken naar genezing – zelfs zonder het te beseffen – in contact komen met het occulte en zo ‘occult besmet’ raken. Dit was voor hen een nieuw inzicht.

Hier moeten we iets mee, want als dit waar is dan konden wel eens veel mensen in onze kerk er last van hebben.

(30)

28

vloek’60 – brengt hen bij een andere methode. De heldere en herkenbare principes bij de methode van McGraw sluiten voor hen beter aan bij de eigen reformatorische traditie dan andere methodieken uit evangelische literatuur61.

3.2.2 Van theorie naar praktijk

Na ongeveer anderhalf jaar volgen ze de trainingschool van McGraw. Een half jaar verder verlangen de leden om na de zomer als team te beginnen. Nog voor de geplande start is de eerste hulpvraag binnen. Ondanks de handvatten van de methode, en begeleiding van een predikant met ervaring, is de eerste stap bepaald niet gemakkelijk. De eerste avond leren ze: ‘Deze duistere machten zijn reëel, onderschat ze niet!’ en zeker ook: ‘We zijn in Hem meer dan overwinnaars’. Spoedig leren ze dat dergelijke hevige manifestaties niet nodig zijn.

Voorafgaand aan het bidden met de pastorant is er een intakegesprek met twee teamleden. Dit gesprek geeft aan de ene kant de pastorant zicht op het vervolg, zoals het inlichten van de eigen predikant of ouderling en de coach62 voor verdere begeleiding. Daarnaast leert het team de hulpvraag beter verstaan. Wanneer de pastorant verder wil dan kan een anoniem profiel naar het ondersteunende gebedsteam.

Door het pastorale karakter en de leiding van de Heilige Geest is elke avond anders. De kennis van de intake werkt aanvullend. De pastorant heeft, bij het zoeken naar (en oplossen van) de geestelijke oorzaak van de klachten, een actieve rol. Naast de bevrijding richten de gesprekken op de een of twee avonden, en de begeleiding daarna, zich op bewustwording. Uiteindelijk is het de pastorant om te breken met verkeerde gedachten, gewoonten of levenswijzen.

3.2.3 Informeren van kerkenraden en gemeente

Het team meldt de start van hun particulier initiatief bij de kerkenraden. Formeel toestemming vragen zou vermoedelijk lang gaan duren. Via een halfjaarlijkse nieuwsbrief en presentaties worden wijkkerkenraden geïnformeerd. Daardoor komt één ambtsdrager uit een andere wijk het team versterken. Verder blijft het bij enkele kritische vragen. Het overgrote deel van het team komt uit de eigen gemeente.

Bij een informatie-avond zijn naast ex-pastoranten, ouders, familieleden en coaches ook enkele gemeenteleden uitgenodigd. Volgens het team kan deze laatste groep – geschoold in pastoraat en/of psychologie – worden ingezet om de nazorg van gemeenteleden op zich nemen. Deze waren niet bepaald enthousiast wat bleek uit de kritische vragen bij de werkwijze.

Pastoranten worden niet actief gezocht. In de gemeentegids is een beknopte verwijzing naar het team te vinden. Een website geeft summier de achtergrond van het team en

60 Naar aanleiding van Prince’ boek Zegen of vloek, aan u de keus. 61

Men vindt de principes bij McGraw heel Bijbels en daardoor herkenbaar binnen de reformatorische gezindte: doorwerking van zonden in de generaties, bekering en vergeving. Later bleken de andere methodes en

principes helemaal niet zo ver uit elkaar te liggen. Zie verder hoofdstuk 2.3.1 Stichting ‘Arbeiders in de oogst’.

62

De coach is de begeleider van de pastorant. Deze neemt de nazorg van de pastorant op zich en bespreekt o.a. Van der Kamp’s boek Hoe behoud ik mijn vrijheid. Zo nodig regelt het team een coach.

Een ander team zei: ‘Ga maar gewoon bij elkaar komen om te bidden en dan zie je dat er mensen op je pad komen’.

We dachten ook: ‘HELP! Daar komt de eerste en hoe doe je dat dan?’

(31)

pastoraat weer. In één van de wijken is een gemeenteavond over occultisme en bevrijding geweest. Verdere voorlichting wordt tot naderhand uitgesteld. Wel getuigen pastoranten van de zegen die zij hebben mogen ervaring.

3.2.4 Van gedogen naar bezinnen

De vragen die opkwamen in de wijkkerkenraden leidden destijds niet direct tot bezinning. De feitelijke aanleiding komt ruim twee jaar na de start van het team. Toen werd in één van de kerkgebouwen een interkerkelijke cursus over bevrijding gegeven. Gemeenteleden hebben, door de locatie en

betrokkenheid van kerkenraadsleden, de cursus als ‘gemeente activiteit’ ervaren. Het heeft, vanuit de breedte van de gemeente, reacties opgeleverd. Zowel positieve als negatieve reacties geven mede aanleiding om het wederzijdse gesprek te zoeken. Beide partijen verlangen naar duidelijkheid. Na informeel contact volgt een gesprek met enkele leden van de algemene kerkenraad. Samen zetten ze een traject uit om, gecoördineerd door de algemene kerkenraad, in de wijken tot bezinning en besluitvorming te kunnen komen.

3.2.5 De bezinningsgroep63

Binnen enkele maanden vormt zich een bezinningsgroep met 10 kerkenraadsleden aangevuld met 3 teamleden.

Beknopt zijn dit de genomen stappen na het eerste contact:

1. Enkele leden van de algemene kerkenraad en het team zetten een traject uit om de (pastorale) band, de werkwijze van het team en het draagvlak te bespreken.

2. Het verlangen naar duidelijkheid leidt tot een bezinningsgroep welke bestaat uit afgevaardigden van de algemene kerkenraad, de wijkkerkenraden en het team. Deze groep krijgt de opdracht mee om de algemene kerkenraad – zowel inhoudelijk als beleidsmatig – te informeren.

3. In drie gespreksronden zijn de bijbels-theologische hoofdlijnen m.b.t. de basis van het bevrijdingspastoraat besproken.

4. Na een eerste (verkennend) gesprek wordt ter ondersteuning van de bezinning een theoloog uitgenodigd. Deze is een avond te gast bij de bezinningsgroep waarbij hij zowel theologisch-inhoudelijke als praktische overwegingen aanreikt voor het bezinningsproces.

5. Van de gesprekken is een rapportage gemaakt om de algemene kerkenraad en de wijken te informeren. Daar is het referaat van de theoloog, enkele gedachten over mogelijke samenwerking en diverse literatuurverwijzingen aan toegevoegd.

Een team staat niet in het ambt, dus die heeft een eigen verantwoordelijkheid hoe ze met de informatie omgaan die ze hebben en die ze krijgen.

Dat is denk ik een puntje wat betreft reacties en emoties die de afgelopen jaren wat opgeborreld zijn.

(32)

30 Tijdens deze gesprekken is gesproken over:

- De betekenis van het werk van de Heilige Geest in relatie met de gemeente, de hulpverlening en onze gebroken wereld;

- De stap van ‘verbreken van generatievloeken’ in de methode;

- De relatie van bevrijdingspastoraat met het reguliere pastoraat en hulpverlening; - De gezamenlijke pastorale verantwoordelijkheid, verkenning van integratie,

onderlinge communicatie;

- Het lidmaatschap en toerusting van de teamleden; - De verdere stappen en rapportage.

De bijbels-theologische en praktische handreikingen van de theoloog worden in grote lijnen overgenomen. Punten van overeenstemming zijn:

1. Een ‘demonische binding’ is niet alleen iets van vroeger, maar kan ook in onze tijd voorkomen.

2. De gaven van de Heilige Geest voor bevrijding en genezing kunnen ook vandaag aan de gemeente worden gegeven. Hierin blijft God soeverein en heeft het gebed een belangrijke rol.

3. Bevrijding en genezing zijn primair gericht op het herstel van de relatie met God. 4. Het gebed om bevrijding en genezing vindt plaats in een gebroken werkelijkheid. 5. De gaven van genezing en bevrijding zijn ten dienste van de christelijke gemeente en

kunnen daarom niet los staan van het reguliere pastoraat.

6. De Heilige Geest werkt ook via de reguliere hulpverlening. Bevrijdingspastoraat is geen vervanging en daarom is afstemming nodig.

Tijdens de bezinning blijft één belangrijk punt van verschil overeind staan, namelijk het ‘verbreken van generatievloeken’64. Hierin laat het team zich mogelijk te veel leiden door Van der Kamp en andere evangelische invloeden. Nu is het woord aan de wijkkerkenraden en zij worden, via de algemene kerkenraad, gevraagd te reageren.

3.2.6 Het rapport voor de wijken

Zo ligt, een jaar na het informele contact, de tussenstand als ingekomen agendastuk bij de wijkkerkenraden. Zij krijgen drie maanden de gelegenheid tot bezinning en aansluitend te reageren.

Vanuit bijbelse en theologische hoofdlijnen geeft het rapport ruimte voor bevrijdingspastoraat. Ze bestempelt het als een specifieke vorm van pastoraat en ziet het als aanvulling op het huidige pastoraat. De rapportage laat zowel de inhoudelijke als beleidsmatige kant zien.

Inhoudelijk geeft zij, naast het doorlopen proces, de bijbelse en theologische hoofdlijnen van bevrijdingspastoraat weer. Deze rapportage geeft nieuwe stof tot nadenken over het pastoraat. Inhoudelijk gaat zij verder dan de huidige pastorale bewegingsruimte die binnen

64

Onder generatievloek wordt hier verstaan dat wanneer begane zonden niet worden beleden de gevolgen kunnen doorwerken in de volgende geslachten (zie o.a.: Jozua 7:24-26, Num. 16:23-33, 2 Sam. 3:27-29, 2 Kon. 5:25-27 en Jer. 32:18). Daarom kan schuldbelijdenis en vergeving nodig zijn van de zonden van het

voorgeslacht (Dan. 9:11, 16 en 20). Bij de verbreking van de generatievloek worden na schuldbelijdenis de aanwezige bindingen losgemaakt in de naam van Jezus.

Het pastorale element maakt de zaak. Als bevrijdingspastoraat niet bijbels zou zijn dan gebeuren er heel dramatische dingen!

In die zin is het van veel grotere importantie dan een heleboel andere dingen waar je over praat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

» Een aanspreekpunt voor geven en vragen (in de popmuziek) zichtbaar maken - zoals een kennispunt of een loket waar makers terecht kunnen voor expertise en

We beoordelen de eerste norm als voldaan: in de gesprekken is aangegeven dat alle relevante organisaties (VluchtelingenWerk, de afdeling inkomen, Werkkracht en werkgevers) door

Het was mooi dat in 2013 Eugene Fama en Robert Shiller samen de Nobelprijs voor Economie kregen, terwijl ze twee tegengestelde marktvisies verdedigen: de eerste zegt dat de

We zoeken mensen die tijd hebben, maar zeker ook mensen die tijd VRIJ willen maken om werkzaam te zijn binnen onze gemeente. Een levende en actieve gemeente zijn gaat niet

dat de jaloezie van de Heere Jezus zich niet tegen u richt, als u wilt dat de wegen van God aangenaam en gemakkelijk voor uw zijn, dat u nooit uw liefde of het Voorwerp daarvan

Mol & Bus (2011) concluderen dat kinderen en jongeren die veel lezen in hun vrije tijd hoger scoren dan niet-lezende leerlingen op toetsen voor ‘woordenschat’, ‘leesbe-

Jesse van ’t Land van aannemer Jos Scholman en golfbaanarchitect Alan Rijks: ‘We hebben Barenbrug-grasmengsels gekozen omdat iedereen in het team goede ervaringen en goede

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende