• No results found

Toelichting van het verschil tussen de rekening 2015 en de actuele begroting van 2015

(alleen bij verschillen in baten of lasten > 250 duizend euro)

1.1 Werk V 670 duizend euro

Uitvoering Wet Sociale werkvoorziening (WSW) (N 0,7 miljoen euro)

Binnen de uitvoering van de WSW onderscheiden we de onderdelen SW detachering en begeleid werken en SW beschut. De SW wordt langzaam afgebouwd. Dat zien we niet alleen terug in dalende aantallen SW medewerkers, maar ook in een dalende omzet (N 1,2 miljoen euro). Dit nadeel wordt veroorzaakt door de terugloop van het aantal SW medewerkers, waar in de begroting nog onvoldoende rekening mee is gehouden.

Verder zien we dat 85 % van het aantal gedetacheerde medewerkers (in totaal 675 fte) daadwerkelijk omzet realiseert. Ongeveer 10% van dit totaal is tijdelijk niet gedetacheerd wegens ziekte of andere redenen.

Overigens lag het werkelijke aantal SW medewerkers 17 fte hoger dan waarvan in de begroting is uitgegaan (N 0,4 miljoen euro). Dit is een direct gevolg van het alsnog aangaan van een dienstverband met een aantal mensen dat op de wachtlijst stond. Verder hebben we meer subsidie ontvangen voor mensen die in andere gemeenten wonen (V 0,6 miljoen euro). Tenslotte hebben we over 2013 nog een bonus begeleid werken ontvangen waarmee in de begroting geen rekening was gehouden (V 0,3 miljoen euro).

Participatiebudget (V 0,4 miljoen euro)

Binnen het P-budget valt bijna 2,2 miljoen euro vrij. De vrijval kunnen we splitsen in een deel overhead van 1,2 miljoen euro en een overig deel van 1 miljoen euro. De vrijval van

45

ten laste het Participatiebudget. Dit betekent dat we zelf mogen bepalen welke kosten er gedekt worden met middelen uit het Participatiebudget.

Het overige deel bestaat uit:

een vrijval op projecten op het terrein van Maatschappelijke participatie (0,3 miljoen euro);

een vrijval van 0,4 miljoen euro op de inzet voor nieuwe doelgroepen. Deze vrijval wordt veroorzaakt door aanloopproblemen - waaronder wetstechnische - bij de plaatsing van mensen op een afspraakbaan of een ‘nieuw beschut baan’;

lagere uitgaven aan gesubsidieerde banen (0,3 miljoen euro) als gevolg van het dalende aantal seniorenbanen.

Met behulp van de vrijval op het P-budget hebben we voor een bedrag van 1,8 miljoen euro een aantal nadelen kunnen dekken. Dit betreft de volgende onderdelen:

restant taakstellingen van de diensten ‘oud iederz/SOZAWE’ voor een bedrag van 0,8 miljoen euro;

niet ontvangen ESF subsidie 0,75 miljoen euro;

derving van inkomsten door beëindiging bijdrage bedrijfsvoering arbeidsintegratie 0,25 miljoen euro.

Restant taakstellingen van de diensten oud iederz/SOZAWE (N 0,8 miljoen euro)

Bij de omvorming van oud iederz/SOZAWE naar de directies Werk, Inkomensdienstverlening en Maatschappelijke Participatie is een tekort zichtbaar geworden van ongeveer 800 duizend euro. Een deel van dit tekort wordt veroorzaakt door nog niet gerealiseerde taakstellingen. In 2016 wordt van deze taakstelling 50% gerealiseerd. Voor het resterende deel is door uw raad extra beleidsgeld beschikbaar gesteld. Invulling in 2015 bleek niet mogelijk, vandaar de incidentele dekking uit het overschot op het Participatiebudget.

Terugraming ESF subsidie (N 0,75 miljoen euro)

Namens de Arbeidsmarktregio Groningen heeft centrumgemeente Groningen op 25 oktober 2014 een aanvraag ingediend voor een ESF subsidie. In de periode 2014-2016 komt

maximaal 5,1 miljoen euro aan subsidie beschikbaar voor de gehele arbeidsmarktregio waarvan 2 miljoen euro voor Groningen. In de begroting is voor dit bedrag een voorschot opgenomen. Achteraf gezien is dit echter niet toegestaan. De middelen kunnen pas worden ingezet nadat is komen vast te staan dat aan alle subsidievoorwaarden is voldaan. Daarover ontvangen we op z’n vroegst eind 2016 uitsluitsel. Voor 2015 betekent dit dat we de geraamde inkomsten niet gaan realiseren in 2015. Het verlies aan geraamde inkomsten dekken wij uit het overschot op het Participatiebudget.

Beëindiging subsidie bedrijfsvoering (N 0,25 miljoen euro)

Bij het opstellen van de begroting 2015 is rekening gehouden met een bijdrage uit het Participatiebudget voor kosten van arbeidsintegratie. In het Participatiebudget is hiervoor echter in de begroting geen rekening meer mee gehouden. Dit betekent een nadeel op de inkomsten. Voor 2015 is een incidentele oplossing gekozen door uit het overschot op het Participatiebudget het verlies aan inkomsten te compenseren. Voor 2016 is een structurele oplossing beschikbaar doordat uw raad daarvoor extra beleidsgeld beschikbaar heeft gesteld.

46

Opzet bestuurlijk samenwerkingsverband "Werkbedrijf" (V 365 duizend euro) De invoering van de Participatiewet brengt met zich mee dat we mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers aan het werk willen krijgen. De arbeidsmarktregio Groningen is verplicht daarvoor te komen tot een regionaal Werkbedrijf. Het kabinet heeft in de transitiefase voor de ondersteuning van deze regionale aanpak per arbeidsmarktregio 1 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2014-2016. Van de tot en met 2015 beschikbaar gestelde middelen (0,6 miljoen euro) is tot nu toe 235 duizend euro ingezet.

Sectorplannen SW (V 478 duizend euro)

In december 2015 heeft het kabinet 2,2 miljoen euro beschikbaar gesteld aan SW organisaties in de arbeidsmarktregio Groningen. Daarvoor waren sectorplannen SW ingediend. Deze plannen zijn nu gehonoreerd. Het sectorplan heeft vooral betrekking op de wijze waarop elementen van de sociale werkbedrijven een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van de Participatiewet. Hierbij ligt de nadruk op de doelgroep van mensen met een arbeidsbeperking. Van de 2,2 miljoen euro heeft bijna 0,5 miljoen euro betrekking op onze gemeente. Omdat de middelen op een laat tijdstip beschikbaar zijn gesteld kunnen de middelen niet meer in 2015 worden ingezet.

Overige (V 157 duizend euro)

Overige kleinere afwijkingen tellen op een voordeel van 157 duizend euro.

1.2 Inkomen V 5,5 miljoen euro

Buig (V 4,8 miljoen euro)

De voordelige afwijking van 4,8 miljoen euro op de BUIG-uitkeringen kan als volgt worden verklaard:

Lasten

prijsontwikkeling N 1,9 miljoen euro

volumeontwikkeling en overige V 0,9 miljoen euro

vrijval budget loonkostensubsidie V 2,0 miljoen euro Baten

bijstelling budget V 3,8 miljoen euro

De bijstandslasten liggen in werkelijkheid per saldo 1 miljoen euro hoger dan begroot. Hierbinnen zijn twee componenten te onderscheiden, namelijk een prijscomponent en een hoeveelheidscomponent. De prijscomponent is vooral het gevolg van het feit dat de invoering van de Wet hervorming kind regelingen (WHK) voor Groningen minder voordelig uitpakt dan door het Rijk is berekend. Een onderdeel van deze wet is namelijk de beëindiging van de alleenstaande oudertoeslag. Het aandeel alleenstaande ouders in het totaal van bijstandontvangers is in Groningen relatief lager dan het landelijk gemiddelde. Dit betekent dat de besparing als gevolg van de beëindiging van de eenoudertoeslag in Groningen ook lager uitpakt. Hiermee is een bedrag gemoeid van 1,9 miljoen euro nadelig.

De hoeveelheidscomponent heeft betrekking op het aantal bijstandsuitkeringen. Het aantal bijstandsgerechtigden ontwikkelde zich in Groningen gunstiger dan het landelijke beeld. Het gemiddelde aantal uitkeringen is in 2015 ten opzichte van 2014 gestegen met 1,6% daar waar landelijk ongeveer het dubbele percentage waarneembaar is. Dit is mede een gevolg

47

van onze extra investering in het detecteren van fraude en voorliggende voorzieningen in het zittende klantenbestand. Hiermee is een bedrag gemoeid van afgerond 3 miljoen euro. We hebben echter ook te maken met factoren die ervoor zorgen dat het bijstandsniveau stijgt (1,6%). Hiermee is een bedrag gemoeid van 2,1 miljoen euro. Per saldo resteert een positief effect als gevolg van het meevallende aantal bijstandsuitkeringen van 0,9 miljoen euro.

Aan de batenkant komt het BUIG-budget 2015 ruim 3,8 miljoen euro hoger uit dan begroot. Dit is een direct gevolg van het nader voorlopig budget dat in september duidelijk is geworden.

Overige regelingen (V 0,2 miljoen euro)

Betreft voornamelijk een hogere opbrengst van zelfstandigen ( 0,15 miljoen euro). Sinds 1 januari 2013 moeten wij voor wat betreft deze opbrengsten voldoen aan een landelijke norm. Wij hebben bij de begroting aangegeven voor 2015 nog niet aan de landelijke norm te kunnen voldoen. Daarvoor is 327 duizend euro extra beleidsgeld toegekend. Wij zijn er in geslaagd om meer inkomsten binnen te halen dan geraamd. Het verschil tussen de norm en de werkelijke inkomsten blijft beperkt tot 178 duizend euro. Dit betekent dat een bedrag van afgerond 0,15 miljoen euro vrijvalt. De overige afwijkingen hebben betrekking op de

individuele inkomenstoeslag en een aantal kleine regelingen.

Schuldhulpverlening (V 0,5 miljoen euro)

Het voordelig resultaat op schuldhulpverlening is voor het grootste deel een gevolg van een vrijval binnen de personele budgetten (0,4 miljoen euro). De vrijval wordt veroorzaakt door formatieruimte die gedurende de reorganisatie niet is ingevuld. Aan de inkomstenkant zien we hogere opbrengsten voor het uitvoeren van schuldhulpverlening aan andere gemeenten (0,1 miljoen euro voordeel)

Bedrijfsvoering (V 0,4 miljoen euro)

Betreft een incidentele vrijval van kapitaallasten omdat een deel van de gebruikte

softwareapplicatie binnen het sociaal domein volledig is afgeschreven. De vervanging van de applicatie wordt meegenomen in de sourcingstrategie voor het sociaal domein, welke we in overleg met het programma outsourcing verder gaan uitwerken.

Armoedebeleid (N 0,4 miljoen euro)

Het nadeel op de bijzondere bijstand wordt voor het grootste deel veroorzaakt door:

een tekort op de individuele bijzondere bijstand (1 miljoen euro nadelig);

een voordelig resultaat op de middelen van armoede die vanuit 2014 overgeheveld zijn voor de laptopregeling (0,25 miljoen euro) en een voordelig afwijking op de overige projecten (0,2 miljoen euro);

een voordelige afwijking op de individuele studietoeslag (0,15 miljoen euro). In 2015 hebben wij een fors tekort op het budget bijzondere bijstand. Op alle onderdelen van de bijzondere bijstand zien wij een stijging van de uitgaven. In het oog springen de aanvullende bijstand aan personen jonger dan 21 jaar, de woonkosten en huisraad en de kosten van bewindvoering.

De kosten van bewindvoering zijn de laatste maanden van het jaar verdubbeld ten opzichte van de eerste maanden van het jaar. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal gevallen van bewindvoering maar ook door een stijging van het bedrag dat gedeclareerd kan worden voor mensen met problematische schulden. De vergoeding voor

beschermingsbewind is in de loop van 2015 opnieuw vastgesteld door de rechtbank. Omdat de bijzondere bijstand een open-einde regeling is, is er geen grens aan de verstrekkingen gesteld.

48

hebben ingediend dan eerder is aangenomen. Het budget was voldoende om 1600 aanvragen (dit was de potentiële doelgroep) toe te kennen. Wij hebben in 2015 966 aanvragen gehonoreerd, eind 2015 zijn er nog 54 aanvragen in behandeling. De uitvoering van de laptopregeling is gestart in de tweede helft van 2015.

50