• No results found

Uitbreiding van de eerste modelversie

4 Gesubsidieerde rechtsbijstand

4.3 Gegevens over rechtsbijstand

Vanuit het theoretische kader van de geschilbeslechtingsdelta (Van Velthoven en ter Voert, 2004) kunnen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde rechtsbijstand gedeeltelijk worden gezien als voorstadium van een beroep op de rechter. De achtergrondfactoren die een rol spelen bij de instroom van zaken bij de civiele en bestuursrechter zullen voor een deel dezelfde zijn die het beroep op

rechtsbijstand bepalen. Deze achtergrondfactoren spelen immers niet alleen een rol bij de doorstroming van een geschil naar een gerechtelijke procedure, maar al eerder bij het ontstaan van (potentieel juridische) geschillen. Aanvullend zullen factoren die specifiek zijn voor de organisatie en beschikbaarheid van rechtsbijstandsverlening waarschijnlijk een rol spelen. Aangezien rechtsbijstand een zeer breed veld beslaat waarin een groot aantal instanties actief is, is het goed om eerst te inventariseren in hoeverre gegevens omtrent

rechtsbijstandverlening beschikbaar zijn. Hierbij wordt weer onderscheid gemaakt tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde rechtsbijstand.

32 Voordat rechtsbijstandverlenende advocaten hiertoe bevoegd zijn, moeten ze voldoen aan een aantal

4.3.1 Beschikbaarheid gegevens niet-gesubsidieerde rechtsbijstand

Zoals uit paragraaf 4.2.2 blijkt, is bij het verlenen van niet-gesubsidieerde rechtsbijstand een groot aantal organisaties betrokken. Dit bemoeilijkt de verzameling van gegevens. Informatie over rechtshulp door sociaal raadslieden is slechts voor een beperkt aantal gemeenten beschikbaar, en wordt niet door een centrale instantie geregistreerd. Gegevens omtrent het aantal afgesloten rechtsbijstandsverzekeringen zijn op regioniveau (Noord-Oost-West-Zuid) beschikbaar, terwijl verzekeringsmaatschappijen gegevens over het gebruik van deze verzekeringen niet of slechts zeer beperkt publiceren vanuit

concurrentieoverwegingen. Wat betreft niet-gesubsidieerde rechtsbijstand zijn dus weinig gegevens beschikbaar.

Het volledig in kaart brengen van de organisatie en het gebruik van

niet-gesubsidieerde rechtsbijstand valt overigens buiten de voornaamste doelstelling van PMJ, het gaat immers om werkzaamheden die niet ten laste komen van de Justitiebegroting. Modelleren van niet-gesubsidieerde rechtsbijstand zou met name tot doel hebben de schakel tussen het onstaan van geschillen en het beroep op de rechter in PMJ op te nemen, zodat een ketenconsistent beeld van de doorstroming van zaken ontstaat. Wellicht dat de resultaten van het

onderzoek van Van Erp en Klein Haarhuis (2006) verdere aanknopingspunten bieden voor het opnemen van gegevens omtrent (de filterwerking van) de niet-gesubsidieerde rechtsbijstand in PMJ.

4.3.2 Beschikbaarheid gegevens gesubsidieerde rechtsbijstand

Bij een beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand gaat het om het bezoeken van een (verlengd) spreekuur en het gebruik maken van toevoegingen. Gegevens hierover worden geregistreerd door de Raden voor Rechtsbijstand.

Gegevens omtrent (verlengde) spreekuren

Om het gebruik van de gesubsidieerde rechtsbijstand in kaart te brengen, dienen gegevens over het aantal aangevraagde spreekuren en verlengde

spreekuren te worden verzameld, per zaakstype en per arrondissement. Door de overgangssituatie als gevolg van de stelselherziening is het op dit moment moeilijk om consistente tijdreeksen over het bezoek van spreekuren te vinden. Zo vervalt bij de overgang naar Juridische Loketten het verlengde spreekuur, en worden voor de registratie van zaken bij het Bureau Rechtshulp en zaken bij het Juridisch Loket twee verschillende informatiesystemen gebruikt.

Gezien het feit dat de informatieverzameling op dit moment nog onvolledig is, zal er van de gegevens omtrent spreekuren op dit moment geen gebruik gemaakt worden voor de modellering van rechtsbijstand in PMJ-CB. Gegevens omtrent toevoegingen

Om aan te kunnen sluiten bij de indeling in zaakstypen van de gegevens over rechtbankzaken in PMJ-CB, dienen gegevens op zaaksniveau omtrent

toevoegingen ook per rechtsgebied te worden verzameld. Voor de

toevoegingenregistratie gebruiken de Raden voor Rechtsbijstand het GRAS-systeem, dat in 1992 is ontwikkeld. De gegevens uit GRAS worden beheerd door

de Stichting IRIS in Deventer.33 Betrouwbare gegevens over toevoegingen zijn beschikbaar vanaf 1994. Gegevens van voor 1994 zijn geregistreerd in een ouder systeem en niet te koppelen met gegevens uit GRAS.

Cliënten zijn in GRAS te volgen door de toekenning van een per ressort uniek cliëntnummer. Het systeem bevat tevens een vrij gedetailleerde bepaling van rechtsgebieden. Er zijn echter ook beperkingen aan het systeem aan te wijzen. Zo wordt niet geregistreerd of de procedure is ingeleid door een dagvaarding of verzoekschrift. Hierdoor valt de indeling in rechtsgebieden in GRAS niet

eenvoudig te vertalen naar de zaaksindeling die in PMJ-CB wordt gehanteerd. In GRAS worden toevoegingen op een aantal verschillende momenten

geregistreerd. Zo wordt een toevoeging ten eerste geregistreerd wanneer deze wordt aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Een tweede

registratiemoment betreft de afgifte van een toevoeging door de Raad, wanneer aan alle eisen voor gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand is voldaan. Ook wordt geregistreerd wanneer de toevoeging wordt vastgesteld, dat wil zeggen wanneer de betreffende advocaat de gemaakte kosten declareert bij de Raad voor Rechtsbijstand.

Idealiter zou bij de modellering van gesubsidieerde rechtsbijstand gebruik moeten worden gemaakt van de vastgestelde toevoegingen. Alle afgewezen aanvragen en afgegeven toevoegingen die alsnog worden ingetrokken, zijn daar al uitgefilterd. Omdat een toevoeging echter een doorlooptijd van enkele jaren kan hebben, zowel doordat een procedure lang loopt als doordat een advocaat soms pas jaren later een declaratie indient, is het beter om een bestand van afgegeven toevoegingen te gebruiken. Afgifte van een toevoeging is bovendien het moment waarop een toevoeging in het justitiële veld geld gaat kosten, en dus onder de begroting van Justitie valt. Wel is het daarbij wenselijk om te onderzoeken hoeveel toevoegingen na afgifte alsnog worden ingetrokken. GRAS biedt de mogelijkheid om gegevens over toevoegingen voor zaken in eerste aanleg te verzamelen per rechtsgebied per arrondissement, en voor zaken in hoger beroep per rechtsgebied per ressort. Bovendien is per afgegeven toevoeging te zien hoe hoog de eigen bijdrage is die uiteindelijk door de rechtzoekende is betaald.

Bij de gegevensverzameling dient rekening te worden gehouden met de

overgang van Bureaus Rechtshulp naar Juridische Loketten. De invloed van deze overgang op het aantal afgegeven toevoegingen, bijvoorbeeld door het vervallen van het verlengde spreekuur en de afstoting van ‘betalende zaken’ is op dit moment niet duidelijk.

4.3.3 Conclusie

Gezien het gebrek aan gegevens over het niet door de overheid gesubsidieerde deel van de rechtsbijstand, de doelstelling van PMJ en de registratieproblemen rond de spreekuren in de gesubsidieerde rechtsbijstand als gevolg van de stelselherziening, beperken we ons bij het modelleren van rechtsbijstand in dit stadium tot gebruik van gegevens over toevoegingen die in het kader van de Wet op de rechtsbijstand worden afgegeven door de Raad voor Rechtsbijstand. Peilmoment is daarbij het moment van afgifte van de toevoeging. Over deze

toevoegingen zijn in principe vanaf 1994 gegevens beschikbaar per rechtsgebied en per arrondissement.