• No results found

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR INVESTERINGEN IN VERBAND MET DE VERWERKING

PLAATSING VAN LANDBOUWBEDRIJFSGEBOUWEN

1.1.1.4. FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR INVESTERINGEN IN VERBAND MET DE VERWERKING

VAN LANDBOUWPRODUCTEN EN DE AFZET VAN LAND­

BOUWPRODUCTEN

Dit informatieformulier heeft betrekking op staatssteun voor investeringen in verband met de verwerking van landbouwproducten ( 1 ) en de afzet van land­

bouwproducten ( 2 ), als beschreven in deel II, hoofdstuk 1, afdeling 1.1.1.4, van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (hierna „de richtsnoeren”

genoemd).

1. Zullen de investeringen waarvoor de steun bedoeld is, ertoe leiden dat de productie zal uitkomen boven de productiebeperkingen of de beperkin­

gen op de steun van de Unie die op grond van een uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde gemeenschappelijke marktordening, inclusief de regelingen inzake rechtstreekse steunver­

lening, gelden op het niveau van individuele ondernemingen, bedrijven of verwerkende bedrijven?

ja

neen

Zo ja, dan wijzen wij erop dat de steun niet kan worden aangemerkt als verenigbaar met de interne markt.

2. Wordt de steun toegekend voor biobrandstoffen op basis van voedings­

gewassen?

ja

neen

▼M9

02004R0794 — NL — 22.12.2016 — 010.001 — 194

( 1 ) Onder „verwerking van landbouwproducten” wordt verstaan: elke bewerking van een landbouwproduct die een product oplevert dat nog steeds een landbouwproduct is, met uitzondering van activiteiten op het landbouwbedrijf die nodig zijn om een dierlijk of plantaardig product klaar te maken voor de eerste verkoop.

( 2 ) Onder „afzet van landbouwproducten” wordt verstaan: het in voorraad hebben of uit­

stallen met het oog op het verkopen, te koop aanbieden, leveren of op enige andere wijze verhandelen, met uitzondering van de eerste verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkingsbedrijven en alle activiteiten waarmee een product voor een dergelijke eerste verkoop wordt voorbereid; verkoop door een primaire producent aan eindverbruikers wordt als afzet van landbouwproducten beschouwd indien die ver­

koop plaatsvindt in daarvoor bestemde afzonderlijke lokalen.

Zo ja, dan wijzen wij erop dat de steun niet kan worden aangemerkt als verenigbaar met de interne markt aangezien het de bedoeling is de omschakeling te stimuleren naar de productie van meer geavanceerde vormen van biobrandstoffen, als vastgesteld in de horizontale staats­

steunregels op het gebied van milieu en energie.

3. Wordt de steun toegekend voor investeringen in materiële activa en immateriële activa die verband houden met de verwerking van land­

bouwproducten en de afzet van landbouwproducten, als bedoeld in punt 35, onder 11, en punt 35, onder 12, van de richtsnoeren?

ja

neen

Zo neen, dan wijzen wij erop dat de steun niet kan worden aangemerkt als verenigbaar met de interne markt.

4. De lidstaten mogen steun verlenen voor investeringen in verband met de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten als die steun voldoet aan alle voorwaarden van een van de volgende steuninstrumenten. Geef aan op grond van welk instrument de steun zal worden verleend:

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie (AGVV) ( 1 );

de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020 ( 2 );

de voorwaarden van deel II, hoofdstuk 1, afdeling 1.1.1.4, van de richtsnoeren.

5. Als de steun wordt verleend op grond van Verordening (EU) nr. 651/2014 (AGVV):

Gelieve te vermelden waarom de bevoegde autoriteit toch een kennis­

geving op basis van de richtsnoeren wenst in te dienen. Gelieve in dit geval het desbetreffende deel van het algemene aanmeldingsformulier als vastgesteld in deel I van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 794/2004 ( 3 ) of een bepaling ter vervanging daarvan in te vullen, alsmede het speci­

fieke formulier als vastgesteld in deel III van diezelfde bijlage.

6. Als de steun wordt verleend op grond van de richtsnoeren inzake regio­

nale steunmaatregelen 2014-2020:

Voldoet de steun aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de richt­

snoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020:

ja

neen

Zo neen, dan kan de steun overeenkomstig punt 168, onder b) van de richtsnoeren niet als verenigbaar met de interne markt worden aange­

merkt.

Zo ja, dan wijzen wij erop dat de steun moet worden beoordeeld aan de hand van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020.

Gelieve het desbetreffende deel van het algemene aanmeldingsformulier in te vullen (de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1627/2006 van de Commissie ( 4 )).

▼M9

02004R0794 — NL — 22.12.2016 — 010.001 — 195

( 1 ) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

( 2 ) PB C 209 van 23.7.2013, blz. 1.

( 3 ) Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1).

( 4 ) PB L 302 van 1.11.2006, blz. 10.

7. Als de steun zal worden verleend op grond van deel II, hoofdstuk 1, afdeling 1.1.1.4, van de richtsnoeren, hebben de in aanmerking komende kosten betrekking op:

a) de kosten van de bouw, verwerving, inclusief leasing, of ver­

betering van onroerende goederen;

Was het bedrag van de aangekochte grond gelijk aan of lager dan 10 % van de totale in aanmerking komende kosten van de betrokken concrete actie?

ja

neen

Zo neen, dan komt de aankoop van land niet voor steun in aanmerking.

b) de kosten van de koop of huurkoop van machines en uitrusting, tot maximaal de marktwaarde van het actief;

c) de algemene kosten in verband met de onder a) en b) bedoelde uitgaven, zoals voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs en voor advies over ecologische en economische duurzaamheid, met inbegrip van haalbaarheidsstudies; haalbaar­

heidsstudies blijven in aanmerking komen, zelfs wanneer op basis van de resultaten daarvan geen onder a) of b) vermelde uitgaven worden verricht;

d) de kosten van de aankoop of ontwikkeling van computersoft­

ware en van de verwerving van octrooien, licenties, auteurs­

rechten en handelsmerken;

overige kosten (gelieve te omschrijven):

Als met de investering andere doelstellingen worden beoogd dan die welke onder a) tot en met d) zijn vermeld, wijzen wij erop dat de steun alleen kan worden toegestaan voor investeringen in verband met de verwerking en de afzet van landbouwproducten waarmee een of meer van de in die punten vermelde doelstellingen worden beoogd.

8. Omvatten de in aanmerking komende kosten de volgende uitgaven:

a) andere dan de in vraag 6 (punt 169 van de richtsnoeren) be­

doelde kosten in verband met een leasingcontract, zoals de marge voor de leasinggever, kosten van de herfinanciering van rente, overheadkosten en verzekeringspremies;

b) werkkapitaal;

c) kosten in verband met investeringen om aan de geldende Unie­

normen te voldoen.

Als er uitgaven bij betrokken zijn die in de punten a), b) of c) zijn vermeld, dan wijzen wij erop dat de steun niet kan worden aangemerkt als verenigbaar met de interne markt.

9. Gelieve de maximale steunintensiteit te vermelden, uitgedrukt als per­

centage van de in aanmerking komende investering:

a) ... van het bedrag van de in aanmerking komende kosten in de ultraperifere gebieden;

b) ... van het bedrag van de in aanmerking komende kosten op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee;

▼M9

02004R0794 — NL — 22.12.2016 — 010.001 — 196

c) ... van het bedrag van de in aanmerking komende kosten in de minder ontwikkelde regio’s en in alle regio’s met een bruto binnen­

lands product (bbp) per inwoner voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 van minder dan 75 % van het gemid­

delde van de EU-25 voor de referentieperiode, maar met een bbp per inwoner van meer dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU-27;

d) ... van het bedrag van de in aanmerking komende kosten in andere regio’s.

10. Gelieve, als de voor vraag 8 vermelde steunpercentages hoger zijn dan die van punt 171 van de richtsnoeren, toe te lichten of een of meer van de volgende uitzonderingen van toepassing zijn, op grond waarvan een verhoging met 20 procentpunten kan worden toegestaan voor concrete acties:

a) in verband met een fusie van producentenorganisaties;

b) die worden gesteund in het kader van het EIP.

Gelieve, als een van deze uitzonderingen van toepassing is, de docu­

mentatie waaruit dit blijkt, hier of in een bijlage bij dit „formulier aan­

vullende informatie” te verstrekken.

De steun kan slechts als verenigbaar met de interne markt worden aan­

gemerkt als de maximale gecombineerde steun niet meer dan 90 % van de investering bedraagt.

11. Hoe hoog zijn de in aanmerking komende kosten van de individuele investeringssteun voor de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten (bedrag in EUR)?

... EUR

Als dat bedrag groter is dan 25 miljoen EUR (zie punt 37, onder a), van de richtsnoeren), moet de individuele steun overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag afzonderlijk bij de Commissie worden aangemeld.

12. Hoe hoog is het brutosubsidie-equivalent van de individuele investe­

ringssteun voor de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten (bedrag in EUR)?

... EUR

Als dat bedrag groter is dan 12 miljoen EUR (zie punt 37, onder a), van de richtsnoeren), moet de individuele steun overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag afzonderlijk bij de Commissie worden aangemeld.

OVERIGE INFORMATIE

Gelieve hier eventuele andere informatie te verstrekken die u van belang acht voor de beoordeling van de betrokken maatregel op grond van deze afdeling van de richtsnoeren.