• No results found

FINANCIERING

In document Jaarstukken 2019 (pagina 97-103)

In deze financieringsparagraaf beschrijven we in hoeverre de plannen en acties, die we in de begroting 2019 hebben beschreven, zijn uitgevoerd. Naast enkele onderwerpen die verplicht deel uit maken van de financieringsparagraaf, gaan we ook in op een aantal ontwikkelingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie.

In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op:

 Wettelijke kaders en treasurystatuut

 Rentevisie en rentebeleid

 Renterisicobeheer

 Liquiditeitsplanning en Financieringsbehoefte

 Renteomslag

 Schatkistbankieren

 Kas- en relatiebeheer

Wettelijke kaders en treasurystatuut

De kaders voor de uitvoering van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de financiële verordening en uitgewerkt in het treasurystatuut. Hierbij is de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) van toepassing. Deze wet stelt de kaders voor een verantwoorde en professionele inrichting van de treasuryfunctie bij decentrale overheden. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is het beheersen van risico’s. De kaders zoals vastgesteld in het treasurystatuut zijn door ons in 2019 gehanteerd.

Rentevisie en rentebeleid

Rente speelt een belangrijke rol in de begroting. Vooral door de omvang van deze bedragen, is het gewenst dit onderdeel van de begroting voor uw raad inzichtelijk te maken. Daarbij gaat het om factoren die invloed op de rente hebben en om inzicht te geven in de keuzemogelijkheden. Dit alles vatten wij gemakshalve samen onder de term ‘rentebeleid’.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen korte rente en lange rente. We spreken van korte rente bij termijnen tot maximaal 1 jaar en van lange rente bij termijnen van 1 jaar of langer.

Renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zijn belangrijk vanwege de risico’s die ze voor ons in kunnen houden. Wij volgen de renteontwikkelingen daarom ook nauwlettend. We maken hiervoor gebruik van de informatie van een aantal geldverstrekkers, waarbij we op ieder moment van de dag de

ontwikkelingen kunnen volgen en online op de hoogte worden gehouden van belangrijke veranderingen.

Zowel de korte als de lange rente zijn het afgelopen jaar laag gedaald ten opzichte van 2018. In

onderstaande grafiek geven wij u inzicht in het renteverloop van leningen met een looptijd van 20 jaar in de jaren 2018 en 2019. De oranje lijn geeft de renteontwikkeling van het jaar 2019 weer. Vanaf maart is de rente flink gedaald door macro economische ontwikkelingen. Daarmee is de rente een stuk lager dan eind 2018.

- 92 -

Renterisicobeheer

In dit onderdeel krijgt u inzicht in de renterisico’s van de gemeente. De rente-risiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar en de kasgeldlimiet op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar. Deze twee normen zijn een verplicht onderdeel van deze paragraaf. Het doel van deze normen is om de budgettaire risico’s als gevolg van rentestijging te beperken.

Renterisiconorm

De renterisiconorm benadrukt vooral het belang van een goede spreiding van de leningenportefeuille en van de renterisico’s. De renterisiconorm houdt in dat niet meer dan 20% van het begrotingstotaal voor herfinanciering en/of renteherziening in aanmerking mag komen. Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt

aangepast. Herfinanciering bestaat uit het totaal aan aflossingen van langlopende leningen.

Het renterisico dat de gemeente in een jaar loopt, is onder andere afhankelijk van nieuw aan te trekken financiering in de komende jaren. In 2019 zijn nieuwe langlopende leningen afgesloten (zie toelichting bij onderdeel leningenportefeuille). In het volgende overzicht geven we u een beeld van de renterisico’s voor de vaste schuld in relatie tot de renterisiconorm. Ook dit jaar zijn we onder de renterisiconorm gebleven.

- 93 - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de vlottende schuld weer. Met de kasgeldlimiet is een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren.

Wanneer in drie opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet dit gemeld worden bij de toezichthouder.

Voor kasgeldleningen is het hele jaar sprake geweest van een negatieve rente, waardoor we bij het afsluiten van een kasgeldlening rente ontvingen in plaats van dat we rente moesten betalen. Het was voor ons daarom gunstig om zo lang mogelijk gebruik te maken van kasgeldleningen.

In het overzicht is de toetsing van de kasgeldlimiet voor het jaar 2019 opgenomen. In het eerste en tweede kwartaal van 2019 voldeden we niet aan de kasgeldlimiet. In het derde en vierde kwartaal is dit hersteld en zijn we binnen de kaders van de wet FIDO gebleven.

De liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte

Algemeen

De financieringspositie wordt bepaald door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het investeringsniveau en -tempo, wisselende baten in de grondexploitaties en mutaties in de

geldleningenportefeuille. We houden een liquiditeitsplanning bij om structuur aan te brengen over de te verwachte inkomsten en uitgaven.

- 94 - Leningenportefeuille

In de eerste twee kwartalen van 2019 was sprake van een liquiditeitstekort. Op 25 juni 2019 is daarom een langlopende lening afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank van € 7 miljoen met een looptijd van 20 jaar tegen 0,52% rente. Daarnaast is voor 13,6 miljoen euro aan langlopende leningen afgesloten (projectfinanciering) voor de bouw en inrichting van het nieuwe gemeentehuis. Deze aangetrokken hoofdsom is in vier verschillende componenten aangetrokken om de leningen gelijk te laten lopen met de afschrijving van de verschillende onderdelen van het nieuwe gemeentehuis.

Voordat we een langlopende lening aantrekken benutten we eerst de wettelijk toegestane ruimte binnen de kasgeldlimiet door optimaal gebruik te maken van kortlopende leningen met op dit moment een negatieve rente. In onderstaand overzicht is het verloop van de opgenomen langlopende leningen zichtbaar. Het gemiddelde van de rente op langlopende leningen in 2019 (op basis van de stand per 1 januari) is gedaald naar 2,553% ten opzichte van 2,838% in 2018.

Verstrekte leningen

In onderstaand overzicht hebben we voor u de leningen die aan derden zijn verstrekt in beeld gebracht.

De eerste lening is een in 2018 verstrekte lening aan Carnisse Mondzorg B.V. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar. Verder staat de lening aan de BAR nog open ten behoeve van de per 1 januari 2014 overgedragen activa.

Renteomslag

In de paragraaf financiering van de begroting 2019 heeft u inzicht gekregen in de rentelasten en het renteresultaat. Ook de manier waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, programma’s en taakvelden hebben wij daarin beschreven. Dit is conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Doordat de rentekosten aan de programma’s en taakvelden worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag, wordt de manier van verantwoorden van de rente in de begroting

geharmoniseerd. Bij de begroting 2019 is de omslagrente berekend op 1,6%. In de jaarrekening 2019 is het rentepercentage met 0,2% verlaagd. Dit was noodzakelijk omdat anders het verschil tussen de daadwerkelijke rentekosten en de rente die daarvan doorberekend wordt naar de taakvelden groter dreigde te worden dan volgens de voorschriften toegestaan is.

- 95 -

Schatkistbankieren

In verband met de Wet Schatkistbankieren moeten overtollige middelen dagelijks worden afgeroomd naar een rekening bij de schatkist. Het Ministerie heeft een drempelbedrag vastgesteld dat op de rekening courant van de eigen bank mag blijven staan. Met onze huisbankier, de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) hebben we de afspraak dat dagelijks automatisch wordt afgeroomd naar de

schatkist wanneer het saldo hoger is dan € 250.000. Hierdoor is de kans op overschrijding van de limiet minimaal. Conform de nieuwe regelgeving wordt bij de toelichting op de balans verantwoording afgelegd over het totaal aan middelen dat per kwartaal buiten de schatkist is gehouden. Hieruit blijkt dat het drempelbedrag in 2019 niet is overschreden.

Bij de schatkist kunnen overtollige middelen eventueel tijdelijk op deposito worden weggezet. Op dit moment is de rente voor deze deposito’s 0%. Wanneer tijdelijk sprake was van overliquiditeit is daarom geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om dit op een deposito te zetten.

Renteschema

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering € 1.014.375

b. De externe rentebaten (idem) -/- € 86.055

Saldo rentelasten en rentebaten € 928.320

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden

doorberekend -/- € 201.775

c2. De rente van projectfinanciering die aan het

betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- € 3.802 c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien

daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende

taakveld moet worden toegerekend +/+ €

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente € -205.577

d1. Rente over eigen vermogen +/+ €

d2. Rente over voorzieningen +/+ €

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente € 722.742

e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- € 854.556

f. Renteresultaat op het taakveld Treasury € -131.814

c2 e

f Procentuele afwijking t.o.v. de begroting: -18%

Betreft hier rentekosten voor aangetrokken geldleningen voor het Huis van Albrandswaard.

Totale rentekosten staat van Activa minus toegerekende rente investeringen voor het Huis van Albrandswaard.

- 96 -

Kas- en relatiebeheer

Wat betreft het kasbeheer hanteren we al een aantal jaren de volgende uitgangspunten:

 het aantal bankrelaties en bankrekeningen wordt tot een minimum beperkt;

 maandelijks worden liquiditeitsoverzichten opgesteld.

Met onze huisbankier, de BNG, vindt periodiek overleg plaats. Hier worden nieuwe ontwikkelingen besproken. Verschillende kredietverstrekkers geven regelmatig adviezen over het aantrekken en uitzetten van gelden. Ook in 2019 is regelmatig gebruik gemaakt van de verschillende adviserende instanties, om zodoende optimaal te kunnen profiteren van de beschikbare financiële instrumenten.

In ons treasurystatuut hebben wij de administratieve organisatie, interne controle en

informatievoorziening uitvoerig beschreven. Handhaving hiervan en optimalisatie blijven onze aandacht houden.

- 97 -

PARAGRAAF 5 – BEDRIJFSVOERING

In document Jaarstukken 2019 (pagina 97-103)