• No results found

De financiën van de waterschappen

In document Staat van het Bestuur 2018 (pagina 65-68)

19% vrouw gemiddeld 63 jaar

3.3.3 De financiën van de waterschappen

3.4 Organisaties in het openbaar bestuur 3.2.2 De financiën van het provinciale bestuur

3.3.1 Omvang en beheergebieden van waterschappen

3.3.2 De mensen in het bestuur van waterschappen

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Regionale verschillen 3. Het openbaar bestuur in functie

Staat van het Bestuur 2018 65 1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur

3.1.1 De mensen in het lokale bestuur 3.1. Gemeenten

3.1.2 De financiën van het gemeentelijke bestuur

3.2.1 De mensen in het provinciale bestuur

3.3 Waterschappen 3.2 De provincie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

3.4 Organisaties in het openbaar bestuur 3.2.2 De financiën van het provinciale bestuur

3.3.1 Omvang en beheergebieden van waterschappen

3.3.2 De mensen in het bestuur van waterschappen

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Regionale verschillen 3. Het openbaar bestuur in functie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

In tegenstelling tot provincies en gemeenten, die voor de bekostiging van hun taken grotendeels steunen op het Rijk (via uitkeringen uit het Provinciefonds en Gemeentefonds), zijn de waterschappen in hoge mate financieel onafhankelijk van de nationale politiek en economische conjunctuurschommelingen.

Dankzij de opbrengsten van eigen waterschapsbelastingen kunnen de waterschapstaken zelfstandig worden bekostigd en hoeven noodzakelijke investeringen in waterstaatkundige voorzieningen niet te concurreren met andere overheidsuitgaven.

Dit financiële fundament is misschien wel de best mogelijke garantie voor waterveiligheid en een duurzaam waterbeheer.

Belastingopbrengsten

In 2011 hebben de waterschappen in het Bestuursakkoord Water (BAW) met het Rijk, de provincies, gemeenten en drinkwaterbe-drijven, afgesproken de stijging van belastingopbrengst gematigd te houden om ervoor te zorgen dat inwoners en bedrijven het waterbeheer kunnen blijven betalen. De waterschappen zetten vooral in op intensivering van de onderlinge samenwerking en de samenwerking met gemeenten (waaronder afstemming riolering en afvalwaterzuivering en gezamenlijke heffing van belastingen).

De gerealiseerde besparingen kunnen lastenstijgingen echter niet helemaal voorkomen. Daarvoor zijn de opgaven waarvoor de waterschappen staan, te omvangrijk. De grafiek geeft de ontwik-keling sinds het jaar 2000 weer.

Tabel Omvang opgelegde belastingopbrengsten waterschappen 2000-2018

‘00 ‘02 ‘04 ‘06 ‘08 ‘10 ‘12 ‘14 ‘16 ‘18 100

150 200

Indexcijfers

Bron: Unie van Waterschappen

De waterschappen kennen vier belastingen:

• Watersysteemheffing, waarmee de kosten van waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater worden gedekt;

• Zuiveringsheffing, van waaruit de kosten worden betaald van de zuivering van het afvalwater dat inwoners en bedrijven op de riolering lozen;

• Verontreinigingsheffing, die in rekening wordt gebracht als een inwoner of bedrijf afvalwater rechtstreeks in oppervlaktewater loost;

• Wegenheffing, waarmee vijf waterschappen het beheer van wegen, dat zij als neventaak hebben, bekostigen.

De watersysteemheffing en zuiveringsheffing zijn verreweg de grootste inkomstenbronnen voor de waterschappen.

Tabel Opbrengsten van de vier waterschapsbelastingen (in miljoenen euro), 2014-2018

2014 2016 2018

Watersysteemheffing 1.281 1.369 1.467

Zuiveringsheffing 1.241 1.270 1.291

Verontreinigingsheffing 9 9 8

Heffing wegenbeheer 44 44 46

Bron: Unie van Waterschappen

2. Inwoners en het openbaar bestuur

3.1.1 De mensen in het lokale bestuur 3.1. Gemeenten

3.1.2 De financiën van het gemeentelijke bestuur

3.2.1 De mensen in het provinciale bestuur

3.3 Waterschappen 3.2 De provincie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

3.4 Organisaties in het openbaar bestuur 3.2.2 De financiën van het provinciale bestuur

3.3.1 Omvang en beheergebieden van waterschappen

3.3.2 De mensen in het bestuur van waterschappen

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Regionale verschillen 3. Het openbaar bestuur in functie 2. Inwoners en het openbaar bestuur

3.1.1 De mensen in het lokale bestuur 3.1. Gemeenten

3.1.2 De financiën van het gemeentelijke bestuur

3.2.1 De mensen in het provinciale bestuur

3.3 Waterschappen 3.2 De provincie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

3.4 Organisaties in het openbaar bestuur 3.2.2 De financiën van het provinciale bestuur

3.3.1 Omvang en beheergebieden van waterschappen

3.3.2 De mensen in het bestuur van waterschappen

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Regionale verschillen 3. Het openbaar bestuur in functie

De waterschappen zijn niet de enige overheid die taken op het gebied van het waterbeheer uitvoert. Ook Rijk, provincies, gemeenten en drinkwaterbedrijven80 hebben hierin een rol. Als we de bekostiging van de verschillende onderdelen van het waterbe-heer als insteek kiezen, kunnen we in Nederland binnen het water-beheer de volgende taken, organisaties en financiële instrumenten onderscheiden:

Taak Organisatie Bekostiging

Waterkering, waterkwantiteit en waterkwaliteit (hoofdsysteem)

Rijk (publiek) Algemene middelen, verontreinigings-heffing rijkswateren Waterkering, waterkwantiteit en

waterkwaliteit (regionaal systeem); ondiep grondwater

Waterschap(publiek) Regionale belasting

Afvalwaterzuivering Waterschap (publiek) Regionale belasting

Riolering Gemeente (publiek) Lokale belasting

Drinkwatervoorziening Drinkwaterbedrijf (semipubliek)

Prijs

Grondwater (diep) Provincie (publiek) Regionale belasting Bron: Unie van Waterschappen

De totale kosten van de overheid voor watertaken, inclusief die van de drinkwaterbedrijven, bedroegen in 2017 € 7,1 miljard.

Hiervan betreft 42% de taken die bij de waterschappen zijn belegd. Zie figuur.

Figuur Verdeling totale kosten overheid voor watertaken in 2017 (€ 7,1 miljard)

20

1 14

%

42

22

Waterschappen Rijk

Provincies Gemeenten Drinkwaterbedrijven

Bron: De Staat van Ons Water 2017

80 Formeel zijn drinkwaterbedrijven geen overheden. Wel worden zij in belangrijke mate door de overheid gecontroleerd en voorts geldt dat de aandelen van deze bedrijven alleen in het bezit van overheden mogen zijn.

Duurzaamheid en toekomstbestendigheid van de bekostiging

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bracht in 2014 een rapport uit over het waterbeheer in Nederland. Zie kader.

‘Water Governance in the Netherlands: fit for the future?’

In ‘Water Governance in the Netherlands: Fit for the Future?’

concludeerde de OESO dat Nederland zijn zaken goed op orde heeft en een referentie voor de wereld is. Tegelijkertijd wees de OESO erop dat aan een aantal uitdagingen voor de toekomst aandacht moet worden besteed. Over de financie-ring van het waterbeheer constateert de OESO dat het Nederlandse waterbeheer momenteel een stabiele financiële structuur kent. Wel ziet de OESO voor de lange termijn enkele uitdagingen met betrekking tot de duurzaamheid en toekomstbestendigheid van de bekostiging, met name door toenemende onevenwichtigheid tussen groei- en krimp-regio’s, bouwen op (voor waterbeheer) ongunstige locaties, gevolgen van toenemend medicijngebruik en laag water/

risicobewustzijn van de Nederlanders. De OESO vindt bovendien dat er beter en meer gebruik kan worden gemaakt van economische prikkels om efficiënt om te gaan met ‘te veel’, ‘te weinig’ en vooral ‘te vervuild’ water en pleit voor een striktere toepassing van het principe ‘de vervuiler/gebruiker betaalt’. De OESO richt zich in haar conclusies dus zowel op meer bewustwording (waterbewustzijn) als op economische prikkels gericht op gedragsverandering.

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur

3.1.1 De mensen in het lokale bestuur 3.1. Gemeenten

3.1.2 De financiën van het gemeentelijke bestuur

3.2.1 De mensen in het provinciale bestuur

3.3 Waterschappen 3.2 De provincie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

3.4 Organisaties in het openbaar bestuur 3.2.2 De financiën van het provinciale bestuur

3.3.1 Omvang en beheergebieden van waterschappen

3.3.2 De mensen in het bestuur van waterschappen

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Regionale verschillen 3. Het openbaar bestuur in functie

Staat van het Bestuur 2018 67 1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur

3.1.1 De mensen in het lokale bestuur 3.1. Gemeenten

3.1.2 De financiën van het gemeentelijke bestuur

3.2.1 De mensen in het provinciale bestuur

3.3 Waterschappen 3.2 De provincie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

3.4 Organisaties in het openbaar bestuur 3.2.2 De financiën van het provinciale bestuur

3.3.1 Omvang en beheergebieden van waterschappen

3.3.2 De mensen in het bestuur van waterschappen

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Regionale verschillen 3. Het openbaar bestuur in functie

Naar aanleiding van het OESO-rapport zijn het ministerie van IenW, de Unie van Waterschappen (UvW), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal overleg (IPO) en Vereniging van drinkwaterbedrijven (VEWIN) samen nader onderzoek naar de bekostiging gaan doen. Als onderdeel ervan is binnen vier thema’s naar verbeteringen gezocht:

• Zoetwater (duurzame financiering grond- en oppervlaktewater);

• Waterkwaliteit (diffuse bronnen en nieuwe stoffen);

• Stedelijk waterbeheer;

• Belastingstelsel waterschappen.

In alle deelonderzoeken wordt ook naar de effectiviteit van andere instrumenten dan bekostiging gekeken, zoals communicatie en vergunningverlening. Het vierde onderwerp, het belastingstelsel van de waterschappen, wordt door de UvW uitgewerkt. Hiertoe is de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) ingesteld. De CAB heeft onderzoek gedaan naar de toekomstbestendigheid van het belastingstelsel van de waterschappen op middellange termijn en op basis daarvan voorstellen ontwikkeld. In mei 2018 heeft de CAB haar eindrapport ‘Een stevige basis voor de toekomst: de nieuwe waterschapsbelastingen’ uitgebracht. Na besluitvorming binnen de UvW wordt een advies aan de minister van IenW uitgebracht.

Kosten

De kosten van de waterschappen hebben vooral te maken met hun installaties voor de rioolwaterzuivering en met activiteiten in watersystemen. In 2018 betrof dit respectievelijk 39% en 27% van de totale kosten.

Vooral de kosten van aanleg en onderhoud van waterkeringen zijn fors toegenomen (in de periode 2014-2018 met 66%). De belangrijkste oorzaak hiervan is de deelname van de waterschap-pen in de financiering van het Hoogwaterbeschermings-programma met ingang van 2011. Dit is een Hoogwaterbeschermings-programma van waaruit investeringen in primaire waterkeringen van de water-schappen worden bekostigd. Tot 2011 werd dit volledig door het Rijk gefinancierd en sinds 2014 leggen de waterschappen de helft van de benodigde gelden in. In 2018 ging het om € 190 miljoen.

Tabel Ontwikkeling netto-kosten waterschappen naar beleidsvelden o.b.v.

begrotingen 2014-2018 (nominale bedragen x € 1 mln.)

2014 2016 2018

Aanleg en onderhoud waterkeringen 227 308 377

Inrichting en onderhoud watersystemen 733 736 773

Bouw en exploitatie installaties afvalwaterzuivering 1.064 1.051 1.068

Aanleg en onderhoud land- en vaarwegen 51 49 49

Vergunningverlening, toezicht en handhaving 118 113 108

Belastingheffing en -invordering 111 109 112

Overig 221 231 262

Totaal 2.525 2.597 2.749

Bron: Unie van Waterschappen

Tabel Ontwikkeling netto-kosten waterschappen naar beleidsvelden o.b.v.

begrotingen 2014-2018 (indexcijfers)

2014 2016 2018

Aanleg en onderhoud waterkeringen 100 136 166

Inrichting en onderhoud watersystemen 100 100 105

Bouw en exploitatie installaties afvalwaterzuivering 100 99 100

Aanleg en onderhoud land- en vaarwegen 100 95 97

Vergunningverlening, toezicht en handhaving 100 96 91

Belastingheffing en -invordering 100 99 101

Overig 100 104 118

Totaal 100 103 109

Bron: Unie van Waterschappen

2. Inwoners en het openbaar bestuur

3.1.1 De mensen in het lokale bestuur 3.1. Gemeenten

3.1.2 De financiën van het gemeentelijke bestuur

3.2.1 De mensen in het provinciale bestuur

3.3 Waterschappen 3.2 De provincie

3.3.3 De financiën van de waterschappen

In document Staat van het Bestuur 2018 (pagina 65-68)