• No results found

4. Voorspellingen voor het COO-effect in de boekenmarkt

4.1 Extradisciplinaire thematiek

4.1.1 ‘Foreignness’ van film

Nederland is voor veel culturele producten, waaronder film, grotendeels een importland. Er worden meer films uit het buitenland bekeken dan uit Nederland zelf, aangezien de Nederlandse filmindustrie relatief klein is. In de import van films zijn kleinere landen vaak benadeeld, doordat de taal en stijl vaak specifieker zijn, waardoor de film over het algemeen voor buitenlandse consumenten een gevoel van ‘foreignness’ geeft. Dit wordt vaak geciteerd als één van de redenen waarom de Amerikaanse

filmindustrie zo dominerend is in de internationale uitwisseling van films, aangezien de taal bekend is en de markt vanaf het begin groter is (Hoskins en Mirus; Oh). Naast de grootte van de binnenlandse markt is door Fu en Lee ook gevonden dat culturele afstand een belangrijke voorspellingsfactor is voor het succes van buitenlandse films.

In een onderzoek naar de ‘foreignness’ in de Singaporese filmindustrie beschrijft Olivia Khoo hoe er in de laatste decennia een nieuwe vorm van esthetiek en stilistiek in Singaporese film is ontstaan. Naast de meer klassieke Singaporese film die zeker lokale relevantie heeft, maar te plaatsgebonden is om interessant te zijn voor het overzeese publiek, zijn er ook films die dan wel over lokale problematiek vertellen, maar ook in een overlappende taal spreken die voor buitenstaanders begrijpelijk is. Khoo vergelijkt dit met een soort ‘slang’, een soort straattaal ofwel jargon dat slechts deels voor

buitenstaanders te begrijpen is, maar ook weer niet een hele nieuwe taal op zichzelf vormt. In andere woorden is het dus belangrijk dat er een balans is tussen lokale representatie en herkenbaarheid voor buitenstaanders (83).

Het effect dat deze vorm heeft, is dat de films voor buitenstaanders de

aantrekkingskracht hebben van iets vernieuwends, terwijl ook een deel onbereikbaar blijft; exotisch maar ook bekend. Hierdoor zijn de ‘slang’-films die Khoo beschrijft zeer merkbaar voor internationaal succes. Bovendien hebben deze films vaak een soort maatschappijkritisch realisme dat tegen de overheersende positiviteit van de lokaal populaire films werkt. De films laten zien hoe de economische ontwikkelingen die het land rijk hebben gemaakt, er ook voor hebben gezorgd dat mensen zich geëxploiteerd en gealiëneerd voelen in eigen land. Het marginaliserende effect van de economische opleving van het land voor onder andere de werkende klasse en de jeugd vormt vaak de kern van zulke films. Er wordt geprobeerd een alternatief verhaal te vertellen. Om deze

Beunders41

reden worden deze films vaak voor buitenlanders als authentiek gezien en doen ze het ook goed op internationale filmfestivals. Men voelt dat de films dichter bij een essentie en de realiteit van de maatschappij zitten (91). Tegelijkertijd zijn de films ook bewust van deze gemaakte authenticiteit en de manier waarop deze wordt opgebouwd (88). Het feit dat deze films die ‘foreignness’ uitstralen met een kritiek karakter het juist beter doen op internationaal niveau is problematisch. De kritiek heeft de potentie om aan te sluiten op de negatieve beeldvorming die er bij het publiek kan zijn. Het laat zien dat er een bepaalde hiërarchie is van foreignness in het internationale veld waarin de films worden geproduceerd.

Wat we hieruit kunnen leren voor de boekenindustrie, is dat deze foreignness zich hoofdzakelijk relateert aan realisme en maatschappelijke relevantie, waarbij dingen als esthetiek en artistieke kwaliteit secundair zijn. Dit lijkt erg op wat er gebeurt bij literatuur, waarover in het volgende kopje dieper op wordt ingegaan.

4.1.2 Oriëntalisme

Een andere manier om naar de receptie van buitenlandse culturen en culturele producties te kijken, is door de lens van het oriëntalisme. De impact die het beeld van een land en cultuur heeft op het lezerspubliek, de bereidheid die het lezerspubliek heeft om bepaalde werken te lezen en de verwachtingen die het daarbij heeft, zijn allemaal manifestaties van een vorm van oriëntalisme. ‘Orientalisme’ is een term geïntroduceerd door Edward Saïd. Het is een term die vaak gebruikt wordt om postkoloniale literatuur te analyseren. Beeldvorming is hier ook een belangrijk thema, daarom kan het ons helpen om het COO-effect beter te begrijpen.

Bij oriëntalisme gaat het vooral om beeldvorming van het exotische. Er is sprake van een inherente ongelijkheid tussen het westen en de ander (het Oriënt), een

resultaat van koloniale verhoudingen die nooit echt zijn verdwenen. Niet alleen kan oriëntalisme worden geobserveerd in de manier waarop teksten over andere culturen praten, maar ook in de verwachtingen die men heeft van teksten, zonder deze teksten te hoeven hebben gelezen.

Oriëntalisme is een term die geïntroduceerd is door Edward Said. “Iedereen die de Oriënt doceert, onderzoekt of beschrijft […] is een oriëntalist, en wat hij of zij

beschrijft is oriëntalisme.” (26) De Oriënt wordt bekeken vanuit het Occident, vanuit Europa (of het Westen, inclusief later Amerika). Het is een gebaseerd op een

Beunders42

machtsverhouding die teruggaat naar eeuwen van kolonialisme en nog steeds voortduurt.

Ik ben van mening dat men zonder het oriëntalisme als een discours te

benaderen onmogelijk de buitengewoon systematische methodiek kan begrijpen waarmee de Europese cultuur in staat is geweest de Oriënt politiek,

maatschappelijk, militair, ideologisch, wetenschappelijk en verbeeldend te beheersen – en zelfs te produceren – in de periode na de verlichting. (28)

Oriëntalisme is gerelateerd aan ‘denkbeeld van Europa’ (32) dat de Europeanen als ‘ons’ tegenoverstelt met de anderen, de niet-Europeanen. Het country-of-origin effect wordt grotendeels veroorzaakt door beeldvorming van landen.

In de vertaalwereld zijn deze zelfde verhoudingen terug te zien in de centrum- periferie:

In grote landen met een dominante positie in het internationale statenstelsel en een centrale positie in de wereldeconomie bestaat zelden veel ontzag voor buitenlandse voorbeelden […] Voor kleine landen en voor landen die achterop zijn geraakt in de internationale concurrentie geldt het tegendeel. Daar wordt aandachtig gevolgd wat zich in de internationale centra afspeelt, wordt veel vertaald, en hebben buitenlandse voorbeelden dikwijls een bijzondere aantrekkingskracht. (Heilbron ‘Nederlandse vertalingen wereldwijd’ 209). Een land krijgt een centrale positie door de grootte van de bevolking, economische schaal van de thuismarkt, productiegehalte en elite status. Ook speelt de centraliteit van de taal een sterke rol. Dit heeft effect op vertaalactiviteit. Heilbron gaat echter niet in op de positie van de consument hierin en hoe die dit effect kan versterken. Deels door eerdere ervaring, deels door reputatie van het land op micro- en macro niveau, kan de voorkeur en afhankelijkheid van centrale landen versterkt worden door het COO-effect. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel.

4.1.3 Wereldliteratuur

31 januari 1827 vraagt Johann Peter Eckermann, op bezoek bij Johann Wolfgang von Goethe (wiens secretaris hij was), wat hij zoal aan het lezen was. Het gesprek ging als volgt:

Beunders43

Oorspronkelijk Duits Nederlandse vertaling G: In diesen Tagen, seit ich Sie nicht gesehen,

habe ich vieles und mancherlei gelesen,

besonders auch einen chinesischen Roman, der mich noch beschäftigt und der mir im hohen Grade merkwürdig erscheint.

E: Chinesischen Roman? Der muß wol sehr fremdartig aussehen.

G: Nicht so sehr, als man glauben sollte. Die Menschen denken, handeln und empfinden fast ebenso wie wir und man fühlt sich sehr bald als ihresgleichen, nur daß bei ihnen alles klarer, reinlicher und sittlicher zugeht.

Es ist bei ihnen alles verständig, bürgerlich, ohne große Leidenschaft und poetischen Schwung und hat dadurch viele Aehnlichkeit mit meinem «Hermann und Dorothea» sowie mit den englischen Romanen des Richardson. Uit: Eckermann, pp. 222-223

G: In deze dagen waarin ik u niet heb gezien heb ik veel verschillende dingen gelezen, vooral ook een Chinese roman die me te denken geeft en die ik zeer merkwaardig vind.

E: Chinese roman? Dat moet wel iets heel vreemds zijn.

G: Niet zo vreemd als men wel zou denken. De mensen denken, voelen en handelen bijna net zoals wij en je voelt je al snel één van hen, alleen is bij hen alles veel zuiverder, reiner, zedelijker. Bij hen is alles weloverwogen, burgerlijk, zonder grote passie en poëtisch vuur. Het heeft daardoor veel overeenkomsten met mijn Hermann und Dorothea en ook met de Engelse romans van Richardson.

Uit: Eckermann, vert. Gerda Meijerink, pp. 206 Goethe beargumenteert hier in het begin van de negentiende eeuw al dat literatuur uit verre landen als China ook de kans verdient om gelezen te worden en dat deze

literatuur niet vreemd is. Het was een opvatting die door zijn tijdgenoten raar werd gevonden. Hij stelde zich een wereld voor waarin er geen talen en landen domineren, in contrast met het nationalisme en kolonialisme dat zeker in die tijd nog erg

overheersend was. Ook nu nog zijn de sporen hiervan terug te zien in de dynamiek tussen landen, waarvan de cultuurindustrie slechts één symptoom is. De idealen van Goethe worden in onze tijd nog steeds niet behaald, terwijl relatieve afstanden tussen landen zijn afgenomen. Hij wil dat we buitenlandse literatuur kunnen behandelen los van het land van waar het vandaan komt en haar kunnen waarderen voor werkelijk literaire kwaliteiten. Toch blijkt uit de besprekingen van beeldvorming hiervoor dat het nog moeilijk blijkt om literatuur uit verre landen te scheiden met het idee dat we bij die landen hebben en het idee van hoe die literatuur zou moeten zijn.

Beunders44

G. Aber freilich wenn wir Deutschen nicht aus dem engen Kreise unserer eigenen Um- gebung hinausblicken, so kommen wir gar zu leicht in diesen pedantischen Dünkel. Ich sehe mich daher gern bei fremden Nationen um und rathe zedem, es auch seinerseits zu thun.

Nationalliteratur will jetzt nicht viel sagen, die Epoche der Weltliteratur ist an der Zeit und jeder muß jetzt dazu wirken, diese Epoche zu beschleunigen.

pp. 224

G: Maar wanneer wij Duitsers niet buiten het kringetje van onze directe omgeving

rondkijken, komen we maar al te snel in de sfeer van kleinzielige eigendunk terecht. Daarom kijk ik graag rond bij vreemde naties en raad ik iedereen aan het ook te doen. Nationale literatuur heeft niet veel meer te zeggen, het tijdperk van de wereldliteratuur staat voor de deur en iedereen moet er nu toe bijdragen dit tijdperk vooruit te helpen.

pp. 208

Aanhangers van de wereldliteratuur, onder andere Marx en Engels, zijn tegen nationalisme en kolonialisme en dromen van een “global community” (Puchner). Er is een streven naar internationale gelijkheid tussen landen, ook op cultureel niveau. Echter is de realiteit vaak dat wereldliteratuur wordt beïnvloed door cultureel

imperialisme, waardoor de teksten altijd slechts vanuit het eigen, westerse perspectief worden bekeken. “World literature has thus remained what it had been since Goethe, both an aspiration and a market-based reality.” (Puchner)

In een zekere zin is de groeiende vraag naar diversificatie van het culturele aanbod, in de vorm van een meer diverse representatie in de boeken en andere cultuurvormen, maar ook een grotere aandacht voor meer diverse auteurs, te zien als een herleving van dit ideaal van wereldliteratuur. Op nationaal en internationaal niveau wordt er gestreefd een meer gelijke verdeling te vinden, een benadering van cultuur die meer representatief is voor de verschillende mensen die er zijn. Het voortrekken van gemarginaliseerde en ondervertegenwoordigde groepen is hierbij een belangrijke strategie bij. Culturele fondsen, in de literatuur vooral het Nederlands Letterenfonds, zetten expliciet hierop in. Voor vertalingen is het bestaande aanbod uit een bepaald taalgebied een belangrijke overweging voor het toekennen van een subsidie. Zo wordt geprobeerd de bestaande scheve verdeling, met een overheersing van het Engelse taalgebied, te contrasteren. “We willen dat diversiteit een vanzelfsprekendheid is. Dat alle verhalen verteld worden en dat alle verhalen gehoord worden”

Beunders45

Het wordt als steeds belangrijker gezien om verder te kijken dan de bekende literaturen, naar de literaturen van andere culturen. Het begrijpen van het COO-effect op boeken zal ons verder helpen te begrijpen waarom ‘vreemde’ literatuur vaak minder aantrekkelijk is. Hierdoor kunnen we wellicht doelgerichter bouwen aan een meer diverse boekenmarkt.