• No results found

Export en registratie van paarden 1 Het exporteren van paarden

voorkomende hippische conflicten In dit hoofdstuk zal het theoretisch kader rondom de derde deelvraag uiteen worden gezet.

4.3 Export en registratie van paarden 1 Het exporteren van paarden

Het exporteren van paarden is zeer in opkomst. Op 17 maart 2016 is het Europees record van het aantal getransporteerde paarden op een enkele vlucht gehaald met 86 paarden. Voorheen bleef dit aantal rond de 40 paarden maximaal40.

De handel van paarden gaat over de grenzen. Om paarden te kunnen exporteren naar het buitenland moet een paard veel testen ondergaan. Deze testen zijn gerelateerd aan de wetgeving van het land van herkomst en het land van bestemming. De paarden worden voor export vanuit Nederland medisch getest door de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (hierna: NVWA).

De regeling Handel levende dieren en levende producten is in werking getreden op 1 januari 2016. In hoofdstuk 5 van deze regeling is bepaald dat het exporteren van paardachtigen moet gebeuren volgens de regels van de Europese Verordening 2015/262 van de commissie van 17 februari 201541. Deze verordening verwijst naar de richtlijn 90/427/EEG over invoer

van paarden uit derde landen en de richtlijn 2009/156/EG over het handelsverkeer van paarden.

Per 1 januari 2016 is de Europese Verordening 2015/262 voor de identificatie van paardachtigen vastgelegd, deze wordt ook wel de verordening ‘’Paardenpaspoort’’ genoemd. In de verordening staat geregeld aan welke eisen paarden moeten voldoen om geëxporteerd te mogen worden. Ook wordt er gezegd welke instanties er bevoegd zijn om afgifte te doen van de paardenpaspoorten42.

38 HR, 1-4-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1475.

39 Rb. Oost-Brabant, 27-02-2014, nr C/01/267090 / EX RK 13-124 .

40 Equnews Kristof, equnews.be, zoekterm: Europees record: vliegtuig met 86 paarden opgestegen op

Brussel airport, 17 maart 2016.

41 PbEU 2015, L 59/1

31 De NVWA heeft op 10 maart 2016 de aanpassing van het Nederlandse recht uitgewerkt in een algemene instructie, om de regeling te verduidelijken. De instructie heeft de titel: ‘’ Algemene instructie verkeer van levende paardachtigen vanuit Nederland naar andere lidstaten, EER landen en Zwitserland’’43. Hieruit kunnen de exporteurs van paarden vanuit

Nederland naar andere lidstaten, EER landen en Zwitserland opmaken aan welke voorwaarden zij moeten voldoen. De instructie is van toepassing op de verzending van paarden voor handel, maar ook voor het vervoeren van paarden naar andere lidstaten zonder dat er sprake is van een winstoogmerk, bijvoorbeeld in het kader van vakantie of een hippisch evenement. Hieronder vindt u een globale opsomming van de voorwaarden uit de instructie:

1. Er is een nieuw model waar het paardenpaspoort aan moet voldoen die uitgegeven worden na 1 januari 2016.

2. Een paard moet vanaf de leeftijd van 6 maanden worden voorzien van een chip met identificatie nummer. Voor de paarden die uit derde landen worden ingevoerd is de chip niet direct verplicht, de registratie inclusief chip moeten binnen 30 dagen na import plaatsvinden. Tot die tijd moet altijd het douanedocument bij het paard getoond kunnen worden.

3. De keuring door de dierenarts dient binnen 48 uur voor het inladen te geschieden. Behalve bij slachtpaarden, die worden tijdens het inladen gekeurd.

4. De gezondheidsverklaringen worden via Tracescertificering44 vastgelegd. Dit is tien

dagen geldig.

5. De NVWA dierenarts controleert de houdersverklaring, de identificatiedocumenten, de medicijnverklaringen, de importpapieren (bij paarden uit derde landen voor max 30 dagen), de routine uitdraai (bij reistijd langer dan 8 uur), de vergunning van de vervoerder en een getuigschrift van de bestuurders en verzorgers van het transportbedrijf.

4.3.2 De identificatie van paarden

Paarden worden geïdentificeerd met een paardenpaspoort. Een paardenpaspoort wordt uitgegeven door een gemandateerde paspoort uitgevende instantie in Nederland45. In

februari 2016 is vastgesteld dat er 32 instanties hiertoe bevoegd zijn.

Ieder paard in de Europese Unie dient voorzien te zijn van één levenslang geldig identificatiedocument dat de volgende elementen bevat46:

43 Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit 2016

NVWA, ‘Algemene instructie verkeer van levende paardachtigen vanuit Nederland naar andere lidstaten, EER landen en Zwitserland’, NVWA, Divisie V&I, team TO levend vee 2016.

44 Certificaat van het paard met de gezondheidsverklaringen.

45 Rvo.nl, zoekterm: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, februari 2016, paardenpaspoort

uitgevende instanties.

32 - Een beschrijving in woorden van het paard en zijn kenmerken;

- Een volledige getekende schets waarop in de beschrijving vermelde kenmerken worden afgebeeld;

- Ruimte voor vermeldingen en wijzigingen van de gegevens, indien toegestaan. Voor het model-identificatiedocumet zie bijlage 3.

De Europese verordening heeft directe werking in de Nederlandse rechtsorde. Op 1 maart 2016 is de Regeling identificatie en registratie van dieren aangepast. Onder paragraaf 7b van deze regeling staan de regels voor identificatie en registratie van paardachtigen in Nederland.

In Nederland wordt er gebruik gemaakt van een transponder, oftewel een passief read-only radiofrequentie-identificatiemiddel. De transponder bevat een uniek levensnummers voor paarden die verstrekt worden door de minister. Het unieke levensnummer bevat een 15cijferige code waarin gegevens zijn verwerkt over de individuele paardachtige en de database van het land waarin dergelijke gegevens voor het eerst werden opgeslagen overeenkomstig met het systeem van het Universal Equine Life Number (UELN). Het is verstandig om bij aankoop van een paard zijn chipnummer met het paspoort nummer te vergelijken om na te gaan of dit overeenkomt47.

Bij de paarden die voor 2009 geboren zijn, of die uit het buitenland komen, ontbreekt de transponder. Dit paard moet dan met een andere goedgekeurde en uiterlijk zichtbare identificatiemethode, zoals een schets, te identificeren zijn. Niet elk land accepteert het chipnummer van het paard als enigste identificatiemiddel, daarom is het verstandig om het paspoort ook te voorzien van een exterieurbeschrijving, zoals de schets48.

De reden dat er zo streng wordt toegezien op de identificatie van paarden, is om oneerlijke handel te voorkomen. Maar ook om de gezondheidsnormen voor het consumeren van paardenvlees te kunnen controleren.

De eigenaar van een paard kan aangeven of het paard gebruikt mag worden voor de slacht na overlijden. Als er in het paspoort niet volledig is aangegeven welke medicatie het paard gekregen heeft of als er is aangegeven dat er medicatie is toegediend die schadelijk kan zijn voor de mens, dan is het paard niet meer toegestaan voor de slacht. Dit is ter bescherming van de volksgezondheid.

47 Rvo.nl, zoekterm: Rijksdienst voor ondernemend Nederland, juni 2014, Paardenpaspoort- informatie

voor paardenhouders.

48 Peree 2009

33 4.3.3 Actueel discussiepunt

Artikel 23 van de Verordening 262/2015 bepaald dat een paard ten alle tijden het paspoort bij zich moet hebben. De mensen die hun paard(en) gestald hebben staan bij bijvoorbeeld een pensionstal, moeten het paspoort daar laten. De eigenaren van de paarden vrezen echter voor diefstal en willen daarom de paspoorten in eigen beheer houden. Als een paard gestolen wordt en de mogelijkheid bestaat dat de dief hierbij ook het paspoort in handen krijgt, verhoogt dit het risico dat de paarden worden doorverkocht. Kortom de eigenaren van de paarden zien de aantrekkelijkheid van diefstal verhogen door de invoering van dit artikel. Ze vinden het een situatie waarin de theoretische regels effectief lijken, maar dit blijkt in de praktijk echter minder waar.

Er vinden regelmatig controles door de NVWA plaats waarbij er wordt gekeken of alle paspoorten van de paarden wel op de stal aanwezig zijn49. Een kopie van het paspoort is niet

toegestaan, en daarom worden de eigenaren van paarden verplicht om de paspoorten af te staan als zij hun paard ergens anders dan aan huis willen stallen. Om het risico te beperken wordt er nu in de Nederlandse stallingsovereenkomsten opgenomen dat de houder van het paard direct het paspoort bij controle moet kunnen aantonen. Om dit te kunnen voorzien worden er bij de stal speciale kluizen per paard gemaakt waar het paspoort in wordt bewaard. De eigenaar van het paard en de pensionhouder hebben hiervan een sleutel.

4.4 Het paard en zijn omgeving