• No results found

Expanded Cinema en Eye Filmmuseum

In document Expanded Cinema als Collectie (pagina 59-77)

De Collectie

Eye is een filmmuseum dat zich met name bezighoudt met standaard filmwerken. De collectie waar dit onderzoek op gericht is valt eigenlijk buiten het vocabulaire van de meeste medewerkers van Eye. Doordat deze instelling en haar medewerkers zo gericht zijn op het medium film, is het moeilijk om deze collectie op een andere manier te benaderen. Wanneer dit niet binnen de gewenste kaders valt, lijkt het alsof niet met deze werken gewerkt kan worden. Uit de interviews met medewerkers van Eye bleek dat er voornamelijk gekozen is voor de term Expanded Cinema bij gebrek aan een betere term (P. d. Fossati 2019) (Meyer 2018) (Monizza, Curator Experimental Film 2018). Door voor deze collectie een naam te kiezen die direct aangeeft dat het gaat om een bredere opvatting van film, is ook direct duidelijk dat op een bredere manier naar de collectie gekeken dient te worden. Met oog op de toekomst is het van belang dat een omschrijving wordt gegeven van de term Expanded Cinema die werkbaar is voor Eye. De studies die zijn besproken in het eerste hoofdstuk maken inzichtelijk dat de traditionele omschrijving van Expanded Cinema erg breed opgevat kan worden. Toch is het van belang om rekening te houden met het soort instituut waar het hier om gaat, namelijk een Filmmuseum. Dit is een organisatie die zich bezighoudt met film. Aangezien de term Expanded Cinema met het gebruik van het woord ‘cinema’ direct verwijst naar het soort werk dat tot deze collectie behoort, bepleit ik ervoor om vast te houden aan deze term. Dit maakt het tevens mogelijk om een kader te bieden aan de werken en de projecten die tot deze collectie behoren. Wanneer de term Time-Based media toegepast zou worden op deze collectie, zou er direct ruimte zijn voor allerlei werken die hieronder vallen maar die tevens verder reiken dan film. Om vast te kunnen houden aan de missie32 en de visie33 van de organisatie is het van belang

32 “EYE is schatbewaarder, gids en pionier in de wereld van de film en de kunst van het bewegend beeld.” (Eye Filmmuseum 2018, 5)

33 “EYE wil wereldwijd toonaangevend zijn in de wijze waarop film en bewegend beeld binnen een museale context wordt getoond. EYE conserveert en presenteert film als kunst, vermaak, cultureel erfgoed en als maatschappelijk document. EYE laat zien hoe bepalend bewegend beeld is voor het ervaren en begrijpen van de wereld. Door verleden, heden en toekomst van film te verbinden verschaft EYE de noodzakelijke context en een ander perspectief. EYE maakt educatieve programma’s en promoot de Nederlandse filmcultuur internationaal in de volle breedte, van nieuw filmtalent op internationale festivals tot en met Nederlandse filmhistorie in

buitenlandse musea. Daarnaast vervult EYE een pioniersrol door een vernieuwende wijze van restaureren, conserveren en presenteren. Dit laatste komt onder meer tot uiting in een innovatief tentoonstellingsprogramma en door te laten zien wat film, buiten de vertrouwde muren van de bioscoop nog meer kan zijn: de vernieuwing van film als ‘hybride’ kunstvorm. De collectie staat nationaal en internationaal ten dienste van het algemene publiek, de filmprofessionals, academici, studenten en het educatieve veld. EYE stelt informatie beschikbaar voor kennisoverdracht, studie en onderzoek en voor het aanjagen van debat over recente cinematografische ontwikkelingen.” (Eye Filmmuseum 2018, 5-6)

59 om de focus van deze collectie te leggen op werken die gemaakt zijn met het gebruik van, gebaseerd op, of voor bewegend beeld. Het gebruik van de term Expanded Cinema brengt dan ook direct kaders aan voor de toekomst van de collectie.

In het collectiebeleidsplan maakt Eye onderscheid tussen Experimentele film en Expanded Cinema. De scheidslijn tussen deze twee delen van de collectie is echter niet direct inzichtelijk. Om onduidelijkheid te voorkomen heb ik eerst getracht te achterhalen waar de grens ligt tussen experimentele film en Expanded Cinema (als deze al bestaat). In het huidige collectiebeleidsplan 2018-2021 wordt de volgende beschrijving gegeven van Expanded Cinema:

“Filmmakers betreden steeds vaker de territoria van andere kunsten (beeldende kunst, media art, installatiekunst, fotografie, performance, muziek). Omgekeerd bedienen kunstenaars uit andere disciplines zich steeds vaker van de karakteristieken van de cinema. In beide gevallen wordt het medium film onderzocht, door bijvoorbeeld tijd, ruimte en de vaste positie van de toeschouwer te bevragen, door te experimenteren met nieuwe narratieve structuren en door het enkelvoudige geprojecteerd beeld ter discussie te stellen.

De werken in de collectie Expanded Cinema onderzoeken en reflecteren op één of meer van deze aspecten en bieden een artistiek en cinematografisch antwoord op vragen over de essentie van de cinema. EYE onderzoekt, collectioneert, conserveert en presenteert Expanded Cinema omdat EYE erkent dat belangrijke cinematografische ontwikkelingen zich met grote regelmaat buiten de bioscoopzaal afspelen.” (Eye Filmmuseum 2018, 27)

In deze passage wordt gesproken over een vorm van kunst die interdisciplinair is, maar een sterk verband heeft met de karakteristieken van cinema. In deze kunstvorm onderzoeken kunstenaars het medium waar zij mee werken en bevragen zij de essentie van cinema. Dit sluit aan bij de beschrijvingen van Expanded Cinema uit het eerste hoofdstuk. De vragen die hieruit voortkomen zijn de vraag wat cinema in deze context betekent en hoe deze experimentele vorm van werken afwijkt van de categorie experimentele film. In bovenstaand citaat komt naar voren dat Eye erkent dat belangrijke cinematografische ontwikkelingen zich met grote regelmaat buiten de bioscoopzaal afspelen. Dit lijkt een belangrijk criterium van Expanded Cinema te zijn dat mogelijk niet per se van toepassing is op experimentele film. Toch wordt gesproken

60 van een overlap tussen de twee deelcollecties in de informatie over experimentele film die is gepubliceerd op de website van Eye:

“Galerie in plaats van bioscoop. De experimentele filmscene is een van oudsher besloten, maar internationaal georiënteerde gemeenschap die weinig aansluiting heeft bij de rest van de Nederlandse filmwereld. Het is een subcultuur die zich goeddeels afspeelt buiten de reguliere bioscopen. Vertoningsplekken zijn eerder musea, galeries, cineclubs en speciale festivals; de distributie gaat via eigen kanalen” (Eye Filmmuseum n.d.).

Het verplaatsen van de vertoning van de bioscoopzaal naar de galerie is een typisch kenmerk van Expanded Cinema dat hier toegepast wordt op de experimentele filmcollectie. Om te achterhalen wat de curatoren van de respectievelijke gebieden hierover te zeggen hebben, is dit ook besproken in de interviews die afgenomen zijn in kader van dit onderzoek. Zowel de curator Expanded Cinema als de curator Experimentele Film zijn van mening dat dit onderscheid niet zo eenduidig is (Meyer 2018) (Monizza, Curator Experimental Film 2018). Gezien de experimentele aard van Expanded Cinema werken zal er een overlap tussen de twee deelcollecties bestaan. Niet alle experimentele films zullen echter onder Expanded Cinema vallen en andersom. Uiteindelijk is het aan de betreffende curatoren om te bepalen onder welke deelcollectie een werk valt. De bewuste keuze om de kennis en de expertise van bepaalde curatoren in te zetten voor andere collecties lijkt mij de meest efficiënte manier van werken. Het is echter aan te bevelen om deze curator zo te laten werken dat de objecten nog steeds onder de juiste collectie geschaard kunnen worden. Het advies is dan ook om vanaf nu bij binnenkomende werken na te gaan onder welke deelcollectie en categorie deze werken vallen, om de werken vervolgens in overeenstemming met de bijbehorende richtlijnen te documenteren.

De collectie die onder Expanded Cinema valt kan beschreven worden als kunstwerken die gebruik maken van audiovisueel materiaal, zoals film, video, of multimedia-installaties die de grenzen van film verleggen en de eenzijdige relatie tussen scherm en toeschouwer verwerpen (Tate Enterprises Ltd. n.d.). Het voordeel van een brede opvatting van het begrip Expanded Cinema, door het begrip te linken aan de term Time-Based media, is dat dit direct mogelijkheden biedt om dit deel van de collectie te gebruiken voor een verscheidenheid aan objecten die niet in een andere categorie geplaatst kunnen worden. Om te voorkomen dat alle objecten die lastig te categoriseren zijn direct onder Expanded Cinema vallen, is door mij

61 ervoor gekozen om de Expanded Cinema collectie op te delen in drie categorieën met een bijbehorende omschrijving. Deze drie categorieën verschillen van elkaar en vereisen een andere documentatie- en preserveringsstrategie. De drie categorieën kunnen als volgt omschreven worden:

1. Kunstwerken die onder de term Expanded Cinema vallen vanuit historisch perspectief, voortkomend uit de kunststromingen onder de gelijke naam uit de jaren 1960/197034. Onder deze categorie zou het werk Theresienstadt (Hin and van Beek 1995) van Kees Hin en Sandra van Beek vallen zoals het in 1995 was opgezet.

2. Kunstwerken die niet per se als traditioneel Expanded Cinema werk beschreven kunnen worden, maar ook niet onder een andere deelcollectie vallen. Hierbij wil ik benadrukken dat het nog steeds om kunstwerken gaat. Een voorbeeld van een werk in deze categorie is Mediated Reality van Michelle van Ool (Ool 2017)35. Mocht Eye in de toekomst besluiten om bijvoorbeeld Virtual Reality kunstwerken te creëren, dan zouden deze kunstwerken tot deze categorie behoren, mits het niet gaat om een nieuwe manier van het ontsluiten van een deel van de filmcollectie.

3. De laatste categorie wijkt enigszins af van de traditionele beschrijving van Expanded Cinema, omdat het niet zozeer om kunstwerken gaat, maar eerder om projecten die gericht zijn op het ontsluiten van een deel van de Eye collectie. In dit verband is daarom nadrukkelijk gekozen voor het woord ‘project’ in plaats van kunstwerk. Het gaat hierbij om online en on-site projecten die gericht zijn op verspreiden van een deel van de filmcollectie. Denk hierbij aan projecten als the Scene Machine, de 360° Panorama en Jan Bot.

Aan het begin van dit onderzoek bleek dat het voor veel personen niet helder is wat zij moeten verstaan onder de collectie Expanded Cinema. Er werd ook gezegd dat deze collectie de naam Expanded Cinema enkel heeft verkregen door een gebrek aan een beter passende term. Uit het onderzoek bleek dat het begrip Expanded Cinema passend is voor de collectie waar het om gaat binnen Eye. De voornaamste reden hiervoor is dat het een filmmuseum betreft, waardoor een begrip dat een directe link heeft met film gewenst is. Dit wil niet zeggen dat het begrip passend is voor alle werken in deze collectie. Om deze reden is de keuze gemaakt om de

34 Zoals beschreven in het eerste hoofdstuk.

62 collectie op te delen in drie categorieën. De omschrijving van de collectie en de categorieën is gebaseerd op de omschrijvingen van Expanded Cinema en Time-Based Media uit het eerste hoofdstuk. Helaas was het niet mogelijk om de theorie in de praktijk te testen vanwege een gebrek aan tijd. Dit had mede ermee te maken dat de collectie op dit moment niet op één locatie opgeslagen wordt, waardoor het bestuderen van deze collectie te veel tijd zou kosten gezien de omvang van dit onderzoek.

Documentatie

Het belang van documentatie ten aanzien van deze werken is de laatste jaren steeds meer onder de aandacht gekomen. Dit heeft erin geresulteerd dat de werken die recent zijn toegevoegd aan de collectie voorzien zijn van enige documentatie. Dit wil niet echter zeggen dat alle werken voorzien zijn van een volledige documentatie. Het grootste probleem ligt bij de oudere werken waarbij destijds weinig gedocumenteerd is. De collectie is dan ook, naast bovenstaande drie categorieën, op te delen in twee delen: het deel van de collectie waar enige documentatie aanwezig is en het deel van de collectie waar nog weinig gedocumenteerd is (in een ideale situatie zou dit gaan om werken die zich al in de collectie bevinden en werken die nieuw binnenkomen). Er moet enerzijds overeenstemming bereikt worden over de vraag hoe nieuwe werken aan de collectie worden toegevoegd, zodat iedereen dit op dezelfde manier zal doen. Anderzijds is het van belang dat met terugwerkende kracht naar de bestaande collectie wordt gekeken. De informatie met betrekking tot deze werken is namelijk in beheer van personen die mogelijk niet nog lange tijd aan deze collectie zullen werken. Op het moment dat de informatie niet beschikbaar is voor andere mensen, gaat de informatie en daarmee soms ook de werkbaarheid van de werken verloren. Vooral voor de werken die een groot risico lopen om niet meer tentoongesteld te kunnen worden, zal een strategie ontwikkeld moeten worden om dit te voorkomen.

Op het moment is er geen vaste werkwijze om Expanded Cinema werken goed te documenteren binnen Eye. Er wordt zo nu en dan het een en ander bijgehouden, maar er is geen protocol opgesteld waarmee gewerkt dient te worden. Wel is een registratieformulier voor binnenkomend werk beschikbaar en een formulier voor opname in het digitale archief.36 Deze formulieren zijn echter nog niet toegepast op alle werken en zijn niet eenvoudig te vinden voor alle medewerkers. Deze formulieren bestaan uit een omschrijving van de kunstenaar en het kunstwerk, technische specificaties, installatie-instructies en de rechten. Uit de interviews met

63 de medewerkers bleek dat zij het werk graag willen voorzien van een volledige documentatie, maar dat dit er vaak bij inschiet vanwege de dagelijkse taken die uitgevoerd moeten worden (Haan 2018). Vaak komt de realisatie pas achteraf dat het waardevol was geweest om aandacht te besteden aan documentatie (Meyer 2018). Om te voorkomen dat in de toekomst informatie over deze werken verloren gaat, is het van belang om te onderzoeken welke werken onder deze collectie vallen, hoe deze werken op dit moment vastgelegd zijn en in welke staat de werken momenteel verkeren. Op basis van de informatie in deze scriptie is het mogelijk om door de collectie te gaan en de werken die onder Expanded Cinema vallen te identificeren en vast te leggen tot welke categorie ze behoren. Om deze reden heb ik een checklist37 ontwikkeld die daarbij kan helpen. Deze checklist dient als aanvulling op de huidige formulieren. De vragen in deze checklist zijn gericht op de staat van het werk, de categorie waar het werk onder zou vallen, wie het werk geproduceerd heeft, waar het werk en de verschillende componenten te vinden zijn en of deze specifiek aan dit werk toegewezen moeten worden, welke onderdelen mogelijk vatbaar zijn voor veroudering en wie deze informatie heeft gedocumenteerd voor het geval hier vragen over zijn. De checklist is ontwikkeld om de werken die al langer in de collectie opgenomen zijn te onderzoeken. Daarnaast is de checklist toepasbaar op de werken die aan de collectie toegevoegd worden. Voor Eye kan het waardevol zijn om te registeren of het werk een eigen productie of een coproductie betreft of dat het werk enkel in beheer is gelegd bij Eye, bijvoorbeeld in het kader van financiering door het Filmfonds. De Expanded Cinema collectie van Eye bestaat deels uit eigen producties en deels uit coproducties, maar ook uit werken die niet door Eye of in opdracht van Eye zijn gemaakt. Deze laatste groep werken zijn vaak enkel in het beheer van Eye of zijn aangekocht met het beperkte budget dat hiervoor beschikbaar is. De werken die enkel in het beheer van Eye zijn komen binnen via het Filmfonds, zijn aangekocht of zijn hier ter depot gesteld door de kunstenaar. Met name bij deze werken is het van belang om duidelijk te documenteren wat Eye wel en niet mag doen met deze kunstwerken. Deze checklist zal mogelijk nog aangepast worden op basis van de werkbaarheid in de praktijk. Daarnaast dienen enkele vragen overgenomen te worden uit de reeds bestaande formulieren. Het nalopen van de gehele Expanded Cinema collectie van Eye zal geen eenvoudige taak zijn. Deze taak is echter van groot belang gezien de vergankelijkheid van deze werken.

Het is noodzakelijk om speciale richtlijnen te ontwikkelen voor de Expanded Cinema collectie, omdat het documenteren van deze werken afwijkt van de standaard filmwerken. Het

64 grootste probleem op dit moment is dat deze werken vaak bestaan uit meerdere onderdelen die moeilijk samen te vatten zijn tot een enkel filmwerk. Daarnaast komt het vaak voor dat een Expanded Cinema werk de vorm van een installatie aanneemt. Hierbij zullen speciale stellages of speciaal materiaal ontwikkeld zijn als vast onderdeel van de installatie. Dit soort onderdelen zal opgeslagen of in ieder geval vastgelegd moeten worden. Ook komt het vaak voor dat een Expanded Cinema werk afhankelijk is van een specifieke locatie. Het zal noodzakelijk zijn om de situatie te beschrijven en beeldmateriaal hiervan te maken. Zelfs met al deze informatie is het beeld nog niet compleet. Expanded Cinema werken werpen namelijk vaak een kritische blik op een maatschappelijk probleem en de opvattingen rondom deze problematiek kunnen afhankelijk zijn van de tijdsgeest. Ook dit soort informatie, in combinatie met de intentie van de kunstenaar en de receptie van het publiek, is een belangrijk en onmisbaar onderdeel van de documentatie.

Om ervoor te zorgen dat een dergelijke manier van documenteren goed ingevoerd en toegepast wordt, is het noodzakelijk dat in een team gewerkt wordt. Hiermee bedoel ik dat iedereen die te maken krijgt met deze collectie op de hoogte is van de manier waarop een werk in de collectie gedocumenteerd en gepreserveerd wordt. Dit geldt niet alleen voor de curator Expanded Cinema, maar ook voor de andere curatoren, de tentoonstellingsmakers en iedereen die op een of andere manier te maken krijgt met het werk. Het is van belang om goed te realiseren dat deze werken afhankelijk zijn van de interpretatie van de conservator of de curator. Om deze reden is het van belang dat bekend is wie de documentatie heeft vastgelegd, zodat de documentatie transparant is en de mogelijkheid bestaat om contact op te nemen met deze persoon. Bij een onvolledige documentatie zal het moeilijk worden om werken in de toekomst op te stellen.

Aangezien in dit onderzoek de focus ligt op de collectie van een filmmuseum, is het van belang om een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende collecties wanneer het aankomt op presentatie. De hoofdfunctie van Eye is het bewaren en beschikbaar stellen van films in Nederland. Een groot deel van het museumgebouw is dan ook gewijd aan de verschillende bioscoopzalen die deze instelling rijk is. Twee van deze zalen zijn zo ingericht dat deze zalen ook gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden, bijvoorbeeld door de stoelen weg te halen. Daarnaast beschikt Eye over een grote tentoonstellingsruimte die vele mogelijkheden biedt ten aanzien van presentatie. Daarnaast zijn er nog verschillende mogelijkheden binnen de twee gebouwen om zowel film als filmgerelateerde objecten te laten zien aan het publiek. Voorbeelden hiervan zijn de looproutes binnen het museum, de buitenkant en de Eye Study in het collectiecentrum. Het vertonen van een film binnen Eye is een

65 gestroomlijnd proces en zal weinig problemen met zich meebrengen voor de afdelingen. De

In document Expanded Cinema als Collectie (pagina 59-77)