• No results found

Evaluatie en ter ugkoppeling liter atuur

In deze paragraaf zullen eerst de resultaten worden geïnterpreteerd, waarbij de terugkoppeling naar de  literatuur zal plaatsvinden. Aan het einde volgt de conclusie. 

5.3.1 Evaluatie significante  resultaten 

De  variabele  merkbekendheid  levert  geen  enkel  significant  resultaat  op.  Merkbekendheid  heeft  hier  dus  geen  effect  op  het  wel  of  niet  accepteren  van  een  naamsverandering.  Het  is  te  zien  dat  de  significante resultaten van merktrouw wel het verwachte effect opleveren. Hoe hoger de merktrouw bij  de Rebecca FM respondenten, hoe minder men achter het idee staat om de naam te veranderen en hoe  minder de City FM respondenten achter de naam Rebecca FM staan. 

Het  blijkt  bij  de  respondenten  van  Rebecca  FM  inderdaad  zo  te  zijn  dat  hoe  sterker  de  positieve  associaties zijn, hoe positiever ze staan tegenover het accepteren van de gecombineerde naam. 

Verder  bleek,  zoals  verwacht,  dat  de  City  FM  respondenten  meer  open  staan  voor  een  naamsverandering naarmate ze meer negatieve associaties bij de zender hebben en dat ze in dit geval  ook meer open staan voor de acceptatie van de geheel nieuwe naam Guitar FM. 

Opvallend  is  dat  bij  hypothese  3f  bleek  dat  hoe  meer  de  respondenten  van  Rebecca  de  zender  associeerden met ouderwets eentonig (dus negatief), hoe minder ze open staan voor de naam City FM.  Een reden hiervan kan zijn dat deze respondenten de naam City FM te modern en snel vinden voor een  dergelijke zender. 

De variabele gepercipieerde kwaliteit leverde het tegenovergestelde op van wat verwacht werd. Bij de  City  FM  respondenten  leidt  een  hoge  gepercipieerde  kwaliteit  juist  tot  een  hogere  acceptatie  van  de  naam Rebecca FM en bij deze groep leidt dit ook tot een lage acceptatie van de gecombineerde naam.  Dit is opvallend omdat men de kwaliteit van hun zender dus hoog percipieert, maar deze naam liever  niet terugziet in een gecombineerde naam. 

Ook  de  variabele  uniekheid  levert  tegengestelde  resultaten  op.  In  beide  steekproeven  blijkt  dat  hoe  meer  de  zender  als  uniek  wordt  gezien,  hoe  lager  de  acceptatie  van  de  gecombineerde  naam  is.  De  oorzaak  kan  zijn  dat  de  respondenten  hun  zender  zo  uniek  vinden  dat  daar  geen  andere  (vreemde)  naam aan toegevoegd moet worden. 

Betrokkenheid bij  het  merk levert bij  de Rebecca FM respondenten  het  verwachte resultaat op bij  de  acceptatie van de gecombineerde naam. Hoe hoger de betrokkenheid hoe groter de acceptatie. 

Bij category involvement levert het bij één van de significante resultaten maar het verwachte resultaat  op. Hoe hoger de category involvement van de City FM respondenten, hoe lager de acceptatie van de  naam Rebecca FM. Echter, deze hoge category involvement levert voor dezelfde steekproef een lagere  acceptatie  op  van  de  gecombineerde  naam  en  een  hogere  acceptatie  van  de  nieuwe  naam.  Deze

respondenten  willen  dus  geen  naam  waar de  naam  van  de andere zender  in  voorkomt,  maar ze staan  wel open voor de geheel nieuwe naam. 

De drie significante resultaten van de variabele gebruiksfrequentie leveren de verwachte resultaten op.  Hoe vaker de City FM respondent luistert hoe lager de acceptatie is van een naamsverandering in het  algemeen.  Verder blijkt  dit bij  de Rebecca FM respondenten te  leiden tot  een  lage acceptatie van  de  naam City FM en bij de City FM respondenten tot een lage acceptatie van de naam Guitar FM. 

Het bleek in twee gevallen dat hoe hoger de leeftijd van de respondenten hoe meer ze open staan voor  de  naam  Rebecca,  in  het  geval  van  de  City  FM  respondenten  en  hoe  meer  ze  open  staan  voor  e  gecombineerde naam, in het geval van de Rebecca FM respondenten. 

5.3.2 Terugkoppeling literatuur 

In het onderzoek werd de acceptatie van de rebranding van de beide zenders onderzocht, dus volgens  Stuart en Muzellec (2004) het wijzigen van de merknaam. 

Het  meest  opvallend  is  eigenlijk  dat  uit  onderzoek  van  Bosch  en  Hirschey  (1989)  blijkt  dat  bij  alle  bedrijven  uit  hun  steekproef  positieve  reacties  komen  op  het  aankondigen  van  een  naamswijziging,  terwijl bij dit onderzoek al meteen bleek dat de acceptatie van een naamswijziging in het algemeen erg  laag ligt. Wel blijkt uit hun onderzoek dat deze waarderingseffecten maar beperkt en vergankelijk zijn.  Dus uiteindelijk  wordt hetzelfde  effect bereikt als bij  de respondenten van City FM en Rebecca FM:  een lage waardering/ acceptatie van een naamswijziging. 

Hoewel niet verwacht leidde een hoge gepercipieerde kwaliteit bij City FM respondenten tot een lage  acceptatie  van  de  gecombineerde naam. In beide steekproeven bleek  ook  dat  hoe  meer  de  zender als  uniek wordt gezien, hoe lager de acceptatie van de gecombineerde naam is. Hieruit kan geconcludeerd  worden  dat,  in  tegenstelling  tot  wat  verondersteld  werd,  de  respondenten  niet  al  hun  ideeën  over  de  brand equity meenemen naar de gecombineerde naam zoals Daly en Moloney (2004), Rao en Ruckert  (1994)  aangeven.  Zij  zeggen  dat  het  samenvoegen  van  twee  sterke  merken  waarde  toevoegt  en  de  resulterende  equity  groter  wordt  dan  de som  der  delen. Maar hoe kan  dit zijn als  de respondenten al  aangeven de naam niet te willen accepteren? Van Osselaer en Alba (2000) geven aan dat wanneer een  merk wordt samengevoegd met een onbekend merk de associaties de consumenten ertoe leiden om de  kwaliteiten van het bekende merk uit te breiden naar het onbekende merk. Het probleem is hier alleen  weer hetzelfde: Wat als de respondenten niet open staan om deze naam te accepteren? 

Het blijkt uit  onderzoek  van Tapper (2002) dat na een naamswijziging  de  merkbekendheid daalt. Dit  lijkt  ook  overeen  te  komen  met  het  feit  dat  respondenten  veelal  niet  open  staan  voor  een  naamswijziging en een wijziging dus dit effect kan hebben op de merkbekendheid.

Verder blijkt dat, zoals Horsky en Swyngedouw (1987) al hebben aangegeven, dat het wijzigen van de  naam  een  signaal  afgeeft  dat  er  mogelijk  veranderingen  plaatsvinden.  Dit  blijkt  uit  de  vele  reacties  waarbij wordt gezegd dat de naam mag veranderen als de zender maar niet verandert, terwijl er geen  directe  aanleiding  is  gegeven  om  dit  te  denken.  Kumar  en  Blomqvist  (2004)  geven  aan  dat  er  onder  andere  gekeken  moet  worden  naar  de  relatieve  merksterkte  van  de  merken.  In  dit  geval  bleek  dat  nagenoeg  gelijk  te  zijn,  waardoor  behoud  van  beide  merken  of  elementen  daarvan  wenselijk  leek.  Synergie  proberen  te  creëren,  zoals  zijn  aangeven,  lijkt  dan  ook  een  optie,  maar  helaas  staan  de  respondenten  hier  dus  niet  voor  open  waardoor  er,  zoals  zij  ook  aangeven,  risico  ontstaat:  Is  deze  rebranding wel realiseerbaar? 

Het voeren van een geheel nieuwe naam moet volgens Kohli en Hemnes (1995) alleen gedaan worden  als de  naam  een blok aan het been is  geworden. De respondenten staan  ook  niet  erg  open  voor de Z  optie (Guitar FM) en  hoewel  dit ook  kan  komen  omdat de  naam  om  eerder aangegeven redenen  niet  geaccepteerd  wordt,  kan  het  ook  zijn  dat  respondenten  hun  bekende  merknaam  niet  graag  zien  verdwijnen. Het lijkt er dus op dat een radicale maansverandering niet wenselijk is in tegenstelling tot  wat Horsky en Swyngedouw (1987) zeggen. 

Het  gebruiken  van  merkhiërarchie  zoals  Keller  (2003),  Olins  (1989),  en  Laforet  en  Saunders  (1994,  2005) hebben onderzocht lijkt voor de radiozenders geen goede optie te zijn omdat hier geen sprake is  van (bruikbare) verschillende merkniveaus. Er is wel een overkoepelende organisatie, Radio4U, maar  deze is waarschijnlijk nagenoeg onbekend bij de luisteraars omdat deze nooit genoemd wordt. 

Samengevat  blijkt  dus  dat  er  een  aantal  effecten  zijn  zoals  ze  van  tevoren  in  de  hypothesen  waren  opgesteld.  Hoe  hoger  de  gebruikfrequentie,  de  merktrouw  en  de  associaties  met  rock  (positieve  associaties)  hoe  minder  men  achter  een  naamswijziging  staat  en  hoe  sterker  de  associaties  met  ouderwets eentonig (negatief) zijn. 

De  effecten  die zijn  waargenomen  worden ter  verduidelijking  in figuur 5.17 weergeven in  het  eerder  (op pagina 35) gegeven conceptueel model.

Figuur 5.17: Ontdekte effecten van de onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabelen 

5.3.3 Conclusie 

Er  blijkt  bij  de  respondenten  geen  specifieke  voorkeur  te  zijn  voor  één  van  de  merknaamopties.  Eigenlijk blijkt meteen dat de respondenten helemaal niet open staan voor een merknaamverandering.  De  respondenten  die  er  open  voor  staan  zijn  de  respondenten  die  de  zender  City  FM  met  ouderwets  eentonig  associëren.  De  zenders  scoren  hier  echter  niet  hoog  op  en  vandaar  dat  dit  minder  van  toepassing is op deze specifieke case. 

Het  blijkt  dat  merkbekendheid  geen  significante  invloed  heeft  op  de  acceptatie  van  een  wijziging.  Merktrouw  daarentegen  wel,  dit  weerhoudt  respondenten  om  een  wijziging  te  accepteren.  Als  een  zender  wordt  geassocieerd  met  ouderwets  eentonig  staan  de  respondenten  meer  open  voor  een  verandering.  Gepercipieerde  invloed  heeft  een  grote  invloed  bij  beide  steekproeven,  maar  in  tegengestelde richtingen. 

Bepaalde  onderdelen  van  brand  equity  hebben  zeker  invloed  op  de  acceptatie  van  een  merknaamvernedering of de acceptatie van een nieuwe naam. Als de onderdelen hoog scoren dan staat  men al snel niet meer open voor een wijziging van de merknaam. 

In deze specifieke situatie is het voor de beide radiozenders het meest verstandig om beiden hun eigen  naam te voeren gezien de luisteraars niet open lijken te staan om een naamswijziging te accepteren. 

(positieve)  Mer k  Associaties  Mate van  mer kacceptatie  Merkwaarde  betreffende  merken X en Y  X of Y  XY/ YX  Gepercipieerde  kwaliteit  Mer ktr ouw  Keuze voor  merknaam op  basis van  uitkomst  Merk  bekendheid  Zijn X en Y  werkelijk  verschillend?  Te meten van merk X  in betreffende  populatie en voor  merk Y in betreffende  populatie.  Merk  Betrokkenheid  Gebr uiks­  Fr equentie  Uniekheid 

­

HOOFDSTUK 6­ CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 

Dit  onderzoek  naar  de  invloed  van  brand  equity  op  de  acceptatie  van  nieuwe  merknamen  bij  de  samenvoeging van twee merken is uitgevoerd voor Rebecca FM en City FM. Specifiek in deze situatie  geldt dat de doelgroep in principe maar in contact komt met één van beide aparte regio’s. In algemene  termen:  voor  luisteraars  is  één  van  beide  merken  onbekend.  Zo  is  gekomen  tot  de  volgende  probleemstelling: 

Op welke wijze beïnvloedt de brand equity de acceptatie van een nieuwe merknaam bij het samengaan  van twee merken waarbij maar één van de merken bij de populatie bekend is?