• No results found

Hoofdstuk 10 Kwaliteit van leven, gezondheid en zorgbehoeften

11.3 Ervaren erkenning en waardering

Verschillende momenten en initiatieven worden genoemd die erkenning en waardering hebben gegeven, zoals de komst van de Veteranenwet, de Veteranendag, het gekantelde beeld van de Dutchbatter dat het Nederlandse publiek had (van een slecht militair naar een militair die gebruikt is voor politieke belangen, aldus een veteraan), de Veteranenpas en instanties zoals het Veteraneninstituut waar veteranen met vragen en problemen terecht kunnen.

De documentaire van Coen Verbraak wordt dikwijls genoemd als blijk van erkenning. De deelnemers zeggen dat 25 jaar na de missie eindelijk ruimte geboden wordt voor het verhaal en de beleving van de Dutchbatters. Ook het Dutchbat III draaginsigne wordt gezien als een blijk van erkenning en waardering. Eén veteraan ziet dit anders. Hij beschouwt het

draaginsigne niet als een teken van erkenning. Hij ijvert daarentegen voor een nieuwe militaire decoratie. Erkenning betekent voor hem militair onderscheiden worden; een fysieke blijk van erkenning in de vorm van militaire decoratie die hij aan de buitenwereld kan tonen.

Het verschijnen van het NIOD-rapport (2002), de bijeenkomst met Rutte, Hennis-Plasschaert en Dutchbatters in Amersfoort (2015) en de toespraak van Hennis-Plasschaert tijdens

Veteranendag (2016) betekenden voor een aantal veteranen erkenning en waardering. Over het gesprek met de bewindspersonen had één veteraan het idee dat er naar de Dutchbatters werd geluisterd.

“Rutte heeft toen in de Flint, een paar jaar geleden, erkenning namens de regering gebracht voor Dutchbat III. Dat was wel een heel bijzonder moment. Rutte en Hennis liep daar, Dutchbat was bij elkaar geroepen. Althans degene die nog in contact waren.

Rutte was daar en hij gaf ook erkenning namens de regering voor ons werk als Dutchbat III. Dat was ongelofelijk emotioneel. Janken, huilen, ook vloeken, razen, tieren. Maar het was een heel beladen moment. Toen dacht ik wel, je maakt wel deel uit van een grote familie. Je maakt deel uit van die club. Als je nu vraagt voel je je

Dutchbatter, dan zeg ik: ‘Ja, ik voel me wel Dutchbatter.’”

“Ik ben jaren geleden uitgenodigd voor een aankondiging van Hennis op Veteranendag op het Binnenplein. […] Daar zat ik op de tribune. Zij zei dat we [Dutchbatters, red.] er alles aan gedaan hadden. Ik kan haar woorden niet precies herhalen. Maar dat vond ik wel een heel mooi moment. Toen heb ik op de tribune gezeten met mijn echtgenote en toen heb ik echt keihard zitten janken. Dat was gewoon een stukje waardering. Daar werd toen een stuk erkenning gegeven voor dat wij daar gewoon ons uiterste best hadden gedaan om die mensen daar te beschermen. Dat doe je dan op dat moment en dat deed me echt ontzettend goed. Dat zijn van die kleine momentjes. Voor de rest is het, grofweg gezegd, van de 365 dagen die we in het jaar hebben is het 363 dagen in het jaar is het alleen maar negativiteit. Dat voel ik nog steeds wel een beetje.”

Tot slot is er ook een aantal veteranen dat aangeeft geen behoefte te hebben aan extra erkenning en waardering; zij hebben dit ook nooit gemist. Eén veteraan zegt dat de

Dutchbatters de waardering hebben gekregen van de Nederlandse politiek en dat het zo goed is.

“Erkenning en dat soort dingen zoek ik ook niet. Heb ik ook geen behoefte aan. Het heeft voor mij geen meerwaarde in mijn leven. Ik vind dat ik trots kan zijn op, ondanks wat er is gebeurd, nu [het leven, red.] weer heb opgebouwd. Dat vind ik belangrijker dan die erkenning als veteraan zijnde.”

11.4 Behoeften erkenning en waardering

De deelnemers geven een aantal zaken aan op het gebied van erkenning en waardering die henzelf of andere Dutchbatters zouden kunnen helpen. Sommigen zouden graag een gebaar vanuit de overheid of Defensie willen zien. Genoemd wordt bijvoorbeeld politieke excuses, omdat de Dutchbatter al 25 jaar in kou staat, of dat Defensie de uiting maakt dat de

Dutchbatters alles hebben gedaan wat ze konden doen en goed werk hebben geleverd.

Andere zaken die genoemd worden zijn financiële compensatie, een militaire decoratie en reünies. Maar voor al deze suggesties geldt dat er ook veteranen zijn die een van deze initiatieven niet zien zitten.

“[Erkenning betekent, red.] Dat mensen weten wat we gedaan hebben in deze periode.

Dat ook de regering aangeeft dat we alles hebben gedaan wat we konden doen op dat moment, de uitslag van dat moment laat ik even middenin: ‘Jullie zijn niet de schuldigen van die massamoord die heeft plaatsgevonden.’ Dat vind ik een mooie erkenning, maar ook de speld die we gekregen hebben. Slaat natuurlijk nergens op, maar dat hele kleine speldje was voor heel veel mensen een klein beetje erkenning en waardering voor wat we daar gedaan hebben.”

“Erkenning kan je niet afdwingen. Het enige wat je kan doen is hopen dat mensen dan begrip krijgen voor de situatie waarin je zat.”

Een aantal veteranen pleit voor het vertellen van het juiste verhaal, dat wil zeggen het verhaal waarin er aandacht wordt besteed aan de ervaringen van de Dutchbatters. Een verhaal dat volgens hen zowel in de media als in het onderwijs verteld moet worden. Veteranen benoemen het gebrek aan kennis bij met name de jonge generaties en pleiten dan ook voor goed

onderwijs over Srebrenica. Ze hekelen hoe de rol van Dutchbat in de Geschiedeniscanon van Nederland is opgenomen. Belang wordt ook gehecht aan onderwijs dat voldoende aandacht geeft aan de historische context van de Dutchbat III-missie, door ook aandacht te besteden aan het ontstaan van de Balkanoorlogen.

“Ik denk dat met name voor de toekomst het belangrijkste is dat we de jeugd de juiste informatie geven. Ik denk dat wij als Dutchbatters nu nog een hele grote bijdrage eraan kunnen leveren door voorlichting op scholen te geven. Hoe het echt was geweest en hoe wij ons zelf op dat moment gevoeld hebben, wat we wel konden en wat we vooral niét konden. Ik denk dat dat met name voor de jeugd enorm belangrijk is.”

Een aantal veteranen hecht ook belang aan herdenken en het stilstaan bij het verleden.

“Ik denk ook er zijn zo veel slachtoffers gevallen, dus wij moeten dat ook blijven herdenken. Onze rol moeten we ook kritisch blijven bekijken. Dat is denk ik heel belangrijk. Daarin is het denk ik altijd goed om aandacht te blijven houden voor de veteranen die eigenlijk zijn vastgelopen met zichzelf. Denk ik goed om daar constant ook zicht op te blijven houden.”

“Welke thema's zou je kunnen gebruiken om de betekenis van 4 en 5 mei, die in de Tweede Wereldoorlog geboren is, te koppelen aan hedendaagse gebeurtenissen? […]

Je ziet nu al dat het 4 en 5 mei comité zoekt naar een thema om de betekenis van vrijheid te laten voortbestaan. Want het is niet alleen vrijheid, maar het is nadenken over alle oorlogsslachtoffers. Na de Tweede Wereldoorlog komen, zeggen ze altijd, de oorlogsconflicten. Srebrenica zou je in mijn optiek daaraan kunnen hangen.

Desolaatheid, pijn, een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis. We moeten het bespreekbaar maken, niet over oordelen.”