• No results found

Hoofdstuk 5 Behoefte aan zorg en ondersteuning

5.6 Afsluiten missie

Aan het einde van de vragenlijst is aan de deelnemers door middel van een open vraag gevraagd wat hen heeft geholpen om de missie af te kunnen sluiten dan wel wat ze anderen gunnen om de missie af te kunnen sluiten. In totaal hebben 153 deelnemers deze vraag beantwoord. Hieronder volgen de meest genoemde antwoorden. Een grote groep deelnemers (N=48) heeft de gevolgen van de missie geaccepteerd. Het relativeren en aanvaarden van wat er tijdens de missie is gebeurd heeft een aantal deelnemers hierbij geholpen. Voor een aantal andere deelnemers hielp het om hun blik op de toekomst te richten en niet in het verleden te blijven hangen. Het oppakken van het dagelijkse leven bij terugkomst hoorde daarbij.

Praten over de missie is volgens veel deelnemers (N=25) erg belangrijk om met de missie verder te kunnen leven en om de ervaringen een plek te kunnen geven. Niet uitsluitend met mede-veteranen, maar ook met familie en vrienden moet over de missie gesproken worden.

Daarnaast is er ook een aantal deelnemers dat hun verhaal in het onderwijs deelt met anderen.

“Ruimte om erover te praten. Een omgeving met mensen die oprecht interesse tonen en luisteren. Relativeringsvermogen. Zaken in perspectief plaatsen. Onze missie was kansloos dus waarom schuldig voelen. Kies voor een coach of ga zelf werken aan

weer verder te gaan na de missie. Men kon er met elkaar over spreken. Sommige deelnemers werken nog steeds bij Defensie en hebben daardoor bijna dagelijks gelijkgestemden om zich heen. Contact met kameraden wordt in het algemeen aan alle mede-veteranen gegund. Ook het thuisfront draagt bij aan het afsluiten van de missie. De opvang door het thuisfront bij terugkomst en in de periode daarna heeft verschillende deelnemers (N=20) geholpen de missie een plek te geven. Luisteren en het tonen van begrip worden daarbij genoemd. Voor een enkele deelnemer is deze opvang pas enkele jaren na de missie gekomen.

“Het heeft heel wat jaren van mijn leven gekost waarin ik mijzelf en mijn omgeving heb verwaarloosd. Defensie heeft in deze tijd geen enkele keer mij benaderd. Met de hulp van mijn huisarts en psychotherapeut heb ik de eerste stappen gemaakt naar herstel. Ik heb mijn vrouw toen leren kennen, zij heeft mij (on)bewust geholpen en mij steeds op het juiste pad gehouden! Daar ben ik haar elke dag dankbaar voor.”

Sommige deelnemers zijn na de Dutchbat III-uitzending nog voor een andere uitzending in Bosnië geweest. Anderen zijn op eigen initiatief teruggegaan om bijvoorbeeld de Mars Mira te lopen, een vredemars ter herdenking van de slachtoffers van de genocide. Al deze deelnemers (N=14) zijn van mening dat hun terugreis heeft bijgedragen aan het verwerkingsproces.

“In 2012 heb ik een terugreis naar Srebrenica gemaakt. Daarna was het goed en kon het boek dicht voor mij. Sindsdien kan ik er beter mee leven met wat er daar gebeurd is.”

Ook is met een open vraag aan de deelnemers gevraagd wat ze eventueel nog nodig hebben om de missie te kunnen afsluiten en waarom. In totaal hebben 205 deelnemers deze vraag beantwoord. Hieronder volgen de meest genoemde antwoorden. De antwoorden van de deelnemers gaan zowel over zorgbehoeften als behoeften rondom erkenning en waardering.

Meerdere deelnemers (N=40) benoemen dat het niet mogelijk is om de missie ooit af te sluiten.

Dat wil niet zeggen dat dit door al deze veteranen als negatief wordt ervaren. Het is een onderdeel van de Nederlandse geschiedenis en daarmee ook een onderdeel van hun leven.

“Ik zal de missie nooit helemaal afsluiten. Het leren en dus terugblikken op deze missie is essentieel. Ik steun mijn collega’s van toen door er te zijn als lotgenoot en daarmee als luisterend oor. Wat ik nodig heb is gerechtigheid en waardering. Met of zonder PTSS. Actief of niet-actief dienend.”

Het ontvangen van een financiële compensatie wordt door de deelnemers veel genoemd (N=30) als middel om de missie af te kunnen sluiten. Dit betreft een financiële compensatie voor de geleden schade die als gevolg van de uitzending is ontstaan.

“Psychische hulp en financiële hulp. Omdat ik bang ben alles te verliezen, waarvoor ik hard gewerkt heb! Ik heb mijn droomhuis op moeten geven, omdat ik na vaststellen van PTSS ontslagen werd en hierdoor geen inkomen meer had. Ik ben bang dat ik mijn

Ook het ontvangen van (psychosociale) ondersteuning zou voor verschillende deelnemers (N=23) helpen om de missie af te kunnen sluiten. Het gaat hen dan bijvoorbeeld om: snelle toegang tot hulpverlening, adequate behandeling, kortere procedure aanvraag militair

invaliditeitspensioen (MIP), maatschappelijke hulp en informatie voor partners van veteranen met PTSS. Sommige deelnemers geven expliciet aan dat deze ondersteuning vanuit Defensie moet komen.

Erkenning door Defensie en de overheid van goed handelen van Dutchbat III als wel excuses dat Dutchbat III op een onmogelijke missie is gestuurd, is voor een aantal deelnemers (N=13) van belang voor het afsluiten van de missie. Dit zal volgens sommige deelnemers mogelijk leiden tot meer begrip vanuit de omgeving en een afname van een gevoel van schuld en schaamte onder Dutchbat III-veteranen.

De jaarlijks terugkerende media-aandacht maakt het voor meerdere deelnemers (N=13) moeilijk om de missie af te kunnen sluiten. Dat zorgt telkens weer voor een confrontatie met het verleden. Deze deelnemers noemen dan ook het stoppen van de (negatieve) berichtgeving in de media als bijdrage om de missie te kunnen afsluiten. De last van deze berichtgeving hangt samen met alle onwaarheden rondom Dutchbat III die tot op de dag van vandaag volgens een groep deelnemers nog rondgaan. Deze deelnemers (N=14) noemen dat het voor hen erg belangrijk is dat ‘de waarheid’ eens wordt verteld. Zij vinden het van belang dat hun perspectief breder bekend wordt.

“Deze missie kun je niet afsluiten, dat blijkt uit het feit dat deze vragenlijst veel emoties losmaakt, terwijl ik dacht het een plek had gekregen. Dit zegt genoeg. Als dit hokje opengaat gevraagd of ongevraagd blijft het een teer punt. De toekomst moet uitwijzen of het definitief een plek kan krijgen en dat hangt af van de beschikbare middelen en de wil van de politiek om recht te zetten in de toekomst. Ook de rol van de media is hierin bepalend, want het wordt bij het minste en geringste weer opgerakeld met alle gevolgen van dien.”

Voor sommige deelnemers (N=10) zou terugkeer naar Bosnië helpen bij het afsluiten van de missie. Met name terugkeer naar de plek waar ze hebben gezeten en ontmoeting met de mensen waarmee ze toentertijd hebben gewerkt.

“Ik heb géén idee, dit is al 25 jaar een open wond. In het beginsel maandelijks, nu jaarlijks komen er berichten in het nieuws. In 2011 ben ik terug geweest om weer een deel af te sluiten. Dit is overigens een goede therapie. Dit zouden ze vanuit Defensie moeten aanbieden aan DB3 veteranen die daar behoefte aan hebben. Betaald door Defensie in groepsverband.”

Tot slot is er ook een groep deelnemers die geen idee heeft wat hen zou helpen (N=18) bij het

“Het is voor mij goed zo. Af en toe post/checkpoint geeft een gevoel van betrokkenheid en niet vergeten te worden. Wordt erg gewaardeerd! Militair zijn zit in je bloed, dat gevoel blijft ook na verlaten van de dienst!”