• No results found

Erkenning en tenuitvoerlegging van de verbindendverklaring in grensoverschrijdende gevallen

3.1 Inleiding

Door erkenning van de verbindendverklaring van de schikking in andere lidstaten worden Europese partijen daadwerkelijk aan de schikkingsovereenkomst gebonden. Indien de uitkomst van de schikking alle betrokken partijen tevreden stelt, hoeft niet te worden

toegekomen aan de vraag naar erkenning en tenuitvoerlegging in het buitenland. Deze vraag speelt met name een rol indien een benadeelde zich verzet tegen de gevolgen van een

schikking.105 Ook indien de vergoedingsplichtige uitkering weigert, kan de vraag naar

erkenning en tenuitvoerlegging in het buitenland van belang zijn.106

3.2 Erkenning van de verbindendverklaring van een WCAM-schikking in andere lidstaten

Erkenning van een verbindendverklaring van een WCAM-schikking in andere landen van de EU zou betekenen dat een benadeelde die geen gebruik heeft gemaakt van zijn opt-out mogelijkheid, ook door de buitenlandse rechter gebonden wordt geacht aan de verbindend verklaarde schikking.107 Ook indien een schadeveroorzakende instantie uitkering weigert, zal

deze door erkenning en tenuitvoerlegging gebonden zijn aan de verplichting tot het uitbetalen van schadevergoeding. Met betrekking tot de erkenning van een verbindend verklaarde WCAM-beschikking, is het van belang of de verbindendverklaring van een WCAM-schikking dient te worden aangemerkt als beslissing of gerechtelijke schikking in de bewoordingen van de Brussel I herschikking. Een beslissing wordt op grond van artikel 36 Brussel I

herschikking automatisch in andere lidstaten erkend, zonder dat daar een vorm van proces aan vooraf gaat. Artikel 59 Brussel I herschikking heeft enkel betrekking op de tenuitvoerlegging van gerechtelijke schikkingen, terwijl het volgens Hazelhorst voor WCAM-schikkingen primair van belang is dat deze zullen worden erkend in andere lidstaten, zodat individuele belanghebbenden die geen gebruik hebben gemaakt van hun opt-out mogelijkheid, niet langer

105 Kamerstukken II, 2003/04, 29 414, p. 3. 106 Ten Wolde & Peters 2013, par. 5. 107 Croiset van Uchelen 2007, par. 8.

een individuele procedure kunnen instellen.108 De definitie van een gerechtelijke schikking is

bij de invoering van de Brussel I herschikking gewijzigd. Onder deze verordening is duidelijk dat ook een schikking die voorafgaand aan de procedure tot stand is gekomen, een

‘gerechtelijke schikking’ in de zin van deze verordening is. Artikel 2 onder b Brussel I herschikking definieert een gerechtelijke schikking als een schikking die door een gerecht van een lidstaat is goedgekeurd of tijdens een procedure voor een gerecht van een lidstaat is getroffen. Nu de definitie van een gerechtelijke schikking is uitgebreid tot een schikking die door het gerecht van een lidstaat is goedgekeurd, valt de verbindend verklaarde WCAM- schikking volgens Hazelhorst zonder twijfel onder de gerechtelijke schikking van artikel 2 onder b Brussel I herschikking.109 In de literatuur is echter ook wel verdedigd dat de WCAM-

schikking überhaupt niet onder de definitie van een gerechtelijke schikking valt.110 Uit de

uitspraak Solo Kleinmotoren/Boch blijkt immers dat een gerechtelijke schikking een contractueel karakter dient te hebben waarvan de inhoud daarvan met name berust op de intenties van partijen.111 Ten Wolde en Peters menen dat deze definitie niet aansluit op een

WCAM-schikking, omdat benadeelden geen partij zijn bij de schikkingsovereenkomst.112 In

het geval dat een WCAM-schikking noch als beslissing, noch als gerechtelijke schikking zal kunnen worden aangemerkt, zou de Brussel I herschikking in zijn geheel geen toepassing hebben ten aanzien van de erkenning en tenuitvoerlegging van verbindend verklaarde WCAM-schikkingen. Het gevolg daarvan zou zijn dat de WCAM-schikkingen, die door het Hof Amsterdam verbindend zijn verklaard, niet in andere lidstaten erkend of tenuitvoergelegd zal kunnen worden, wat in sommige gevallen (bijvoorbeeld bij weigering van de uitkering van schadevergoeding) tot complicaties kan leiden.

Gezien het feit dat aan belangenorganisaties strenge voorwaarden zijn gesteld om

representatief te kunnen worden geacht ten aanzien van de benadeelden, ben ik van mening dat in het licht van artikel 2 onder b Brussel I herschikking, de intenties van de

belangenorganisaties parallel kunnen worden gesteld aan de intenties van de benadeelden zelf. Mijns inziens valt een WCAM-schikking derhalve wel binnen de definitie van de

gerechtelijke schikking in de Brussel I herschikking.

Hoewel onder een beslissing van artikel 2 onder a Brussel I herschikking ook een beschikking valt, lijkt het duidelijk dat dient te worden aangesloten bij de meer specifieke bepaling van de gerechtelijke schikking.

108 Hazelhorst & Kramer 2013, p. 49. 109 Hazelhorst & Kramer 2013, p. 50. 110 Ten Wolde & Peters 2013, p. 3.

111HvJ EG 2 juni 1994, ECLI:EU:C:1994:110(Solo Kleinmotoren/Boch). 112 Ten Wolde & Peters 2013, par. 3.

Uit Artikel 59 Brussel I herschikking blijkt dat een gerechtelijke schikking uitvoerbaar is in andere lidstaten zonder dat een verklaring voor uitvoerbaarheid is vereist. De

tenuitvoerlegging kan slechts op een beperkt aantal gronden worden geweigerd en strekken ertoe te verzekeren dat gerechtelijke procedures verlopen met inachtneming van de rechten van de verdediging.113 Artikel 46 Brussel I herschikking is van overeenkomstige toepassing op

de tenuitvoerlegging van een gerechtelijke schikking. Dat artikel bepaalt dat op verzoek van de persoon jegens wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, de tenuitvoerlegging wordt geweigerd indien een van de in artikel 45 genoemde gronden zich voordoen. De rechter mag deze weigeringsgronden enkel op verzoek van de partij die zich tegen de tenuitvoerlegging verzet toepassen en dus niet ambtshalve. Op grond van artikel 45 Brussel I herschikking wordt een gerechtelijke schikking niet tenuitvoergelegd indien de gerechtelijke schikking kennelijk strijdig is met de openbare orde van de aangezochte lidstaat, het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk, niet zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op zijn verdediging nodig was, aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend, betekend of meegedeeld is, tenzij de verweerder tegen de beslissing geen rechtsmiddel heeft aangewend terwijl hij daartoe in staat was. Daarnaast wordt de gerechtelijke schikking geweigerd indien deze onverenigbaar is met een tussen dezelfde partijen in de aangezochte lidstaat gegeven gerechtelijke schikking, of als deze onverenigbaar is met een gerechtelijke schikking die vroeger in een andere lidstaat of in een derde land tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust, mits deze laatste schikking voldoet aan de voorwaarden voor tenuitvoerlegging in de aangezochte lidstaat. Uit artikel 45 lid 3 Brussel I herschikking blijkt dat de bevoegdheid van het Hof Amsterdam, zelf als duidelijk is dat het ten onrechte bevoegdheid heeft aangenomen, door de aangezochte rechter niet mag worden getoetst.114 Uit artikel 52 Brussel I herschikking, dat op grond van

artikel 58 juncto artikel 59 overeenkomstig van toepassing is op de tenuitvoerlegging van gerechtelijke schikkingen, blijkt dat in de aangezochte lidstaat in geen enkel geval zal worden overgegaan tot een onderzoek van de juistheid van de door het hof Amsterdam gegeven beslissing.

113 Ten Wolde & Peters 2013, par. 5.

Hoofdstuk 4. Mogelijkheden ter bevordering van de