• No results found

Enquête voor sociale ondernemingen

In document Opschalen van sociale ondernemingen (pagina 54-58)

Bijlage I. Enquête voor sociale ondernemingen.

Enquête invloed van factoren op de groei van uw sociale onderneming.

Deze enquête is een onderdeel van de masterscriptie van Jessie Schuurman, Masterstudent

Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In deze enquête wordt er gekeken naar de factoren die de groei van sociale ondernemingen beïnvloeden in Nederland. De enquête zal ongeveer zeven minuten duren en bestaat uit 20 vragen. De resultaten van deze enquête zullen enkel gebruikt worden voor dit afstudeeronderzoek. Het deelnemen aan deze enquête is vrijwillig en de gegevens zullen anoniem worden verwerkt.

O Ik ga akkoord met het anonieme gebruik van mijn gegevens voor dit onderzoek. Demografische gegevens

De aankomende twee vragen gaan over uw persoonlijke kenmerken. 1. Wat is uw geslacht?

O man O vrouw

2. Wat is uw leeftijd in jaren?

O <25 jaar O 26-35 jaar O 36-55 jaar O >56 jaar Bedrijfsgegevens

De aankomende negen vragen gaan over kenmerken van uw sociale onderneming. 3. Wat is uw functie binnen de sociale onderneming?

O Medewerker O Manager O Teamleider O Directie 4. Wat is de juridische vorm van uw onderneming?

O Eenmanszaak O VOF O CV O Maatschap O NV O BV O Stichting O Vereniging O Coöperatie

5. Wat is de leeftijd van uw onderneming? O 0 -2 jaar O 3-5 jaar O 6-10 jaar O >11 jaar

6. Wat was de jaarlijkse omzet van uw sociale onderneming in 2018?

O< 5.000 O 5.000-10.000 O 10.000 -25.000 O25.000 – 50.000 O 50.000 – 100.000 O 100.000- 500.000 O 500.000 - 1,5 miljoen O 1,5 – 3 miljoen O 3 – 5 miljoen O >5 miljoen euro omzet 7. Hoe sterk is uw omzet procentueel gestegen in de afgelopen twee jaar?

O <5% O 6%- 10% O 11 – 20% O 21% – 30% O 31 – 40 % O >41%? 8. Hoeveel producten/diensten verkoopt u gemiddeld per maand?

O <25 O 26-50 O 51- 100 O 101 – 200 O 201-300 O 301-500 O 501-1.000 O1.001 – 5.000 O > 5.000 producten/diensten

9. a. Heeft u in de afgelopen vijf jaren subsidie van de overheid ontvangen voor uw sociale onderneming?

O Ja O Nee O Weet ik niet

b. Zo ja, hoe belangrijk was deze subsidie voor de groei van uw onderneming op een schaal van 1 tot 5?

1 = heel belangrijk 2 = belangrijk 3 = neutraal 4 = niet belangrijk = totaal niet belangrijk

c. Zo ja, Hoe veel was de subsidie van de overheid?

Subsidie overheid O <1.000 O 1.000 – 5.000 O 5.000 -10.000 O 10.000 – 15.000 O 15.000- 20.000 O >20.000 euro.

10. Hoe veel medewerkers zijn in totaal werkzaam in uw onderneming? Een medewerker staat gelijk aan een fte.

O <2 fte O 3 – 10 fte O 10-20 fte O 20-50 fte O 50-100 fte O 100-500 fte O> 500 fte. 11. Tot welke industrie behoort uw sociale onderneming?

Vink één optie aan.

Groen bestaat uit verbetering van de leefomgeving, circulariteit en ecoproducten. Sociaal-economisch bestaat uit de arbeidsmarkt, fair trade en de fair chain.

1 2 3 4 5

Cross-sectoraal is een bijdrage leveren aan andere sociale-impactmarkten, zoals adviseur of brancheorganisaties.

O Groen O Sociaal-economisch O Zorg O Onderwijs en cultuur O Cross-sectoraal O Technologie O Anders, namelijk

Organisatiecultuur

De onderstaande drie vragen gaan over de organisatiecultuur. Houdt u bij het beantwoorden van de vragen uw sociale onderneming in gedachten. De vragenlijst bevat drie vragen met vier stellingen per vraag. Er zijn 100 punten te verdelen, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiecultuur beschrijft.

De eerste vraag gaat over dominante kenmerken in uw sociale onderneming. Verdeel 100 punten totaal.

A. De organisatie heeft een zeer persoonlijk karakter. Ze heeft veel weg van een grote familie. De mensen lijken veel met elkaar gemeen te hebben.

B. De organisatie is zeer dynamisch en er heerst een echte ondernemersgeest. De mensen zijn bereid hun nek uit te steken en risico's te nemen.

C. De organisatie is sterk resultaatgericht. Het werk af zien te krijgen is de grootste zorg. De mensen zijn erg competitief en gericht op het boeken van resultaten.

D. De organisatie is strak geleid en gestructureerd. Formele procedures bepalen in het algemeen wat de mensen doen.

De tweede vraag gaat over waar u zich, als leidinggevende, op richt in de sociale onderneming. Verdeel wederom 100 punten over de vier stellingen.

A. Als leidinggevende probeer ik medewerkers te stimuleren en een faciliterende rol aan te nemen.

B. Als leidinggevende probeer ik medewerkers nieuwe taken te laten uitvoeren en meer risico te laten nemen.

C. Als leidinggevende stuur ik medewerkers op resultaatgerichtheid en no-nonsense instelling. D. Als leidinggevende coördineer ik de taken en zorg ik voor een soepele, efficiënt werkende

organisatie.

De derde vraag gaat over personeelsmanagement. Verdeel wederom 100 punten over de vier stellingen.

A. In mijn werkzaamheden als leidinggevende leg ik de focus op samenwerken, consensus en participatie van alle medewerkers.

B. In mijn werkzaamheden als leidinggevende neem ik risico, probeer ik te vernieuwen en geef ik vrijheid aan de medewerkers.

C. In mijn werkzaamheden als leidinggevende leg ik de focus op prestatiegerichtheid.

D. In mijn werkzaamheden stuur ik aan op zekerheid en voorspelbaarheid voor de medewerkers. Organisatiestrategie

De aankomende drie stellingen gaan over de organisatiestrategie.

De vragenlijst bevat twee vragen met drie stellingen per vraag. Totaal worden er per drie stellingen 100 punten verdeeld, afhankelijk van in hoeverre de stelling de organisatiestrategie beschrijft.

Let op: met ‘product’ worden producten en diensten bedoeld.

A. Nauwlettend controleren van de productkwaliteit. B. Reduceren van totale kosten.

C. Verbeteren van bestaande producten.

De aankomende drie stellingen gaan over de organisatiestrategie. Verdeel wederom 100 punten totaal.

A. Concurreren in een specifiek segment van de markt. B. Reduceren van de kosten van het bedrijfsproces.

De aankomende twee stellingen gaan over de organisatiestrategie. Verdeel wederom 100 punten totaal.

A. Mijn sociale onderneming focust zich op de maatschappelijke doelstelling. B. Mijn sociale onderneming focust zich op de financiële doelstelling. Markt

De volgende vragen gaan over de markt van uw sociale onderneming. Wilt u aangeven in welke mate de volgende stellingen overeenstemmen met de dagelijkse gang van zaken binnen uw sociale onderneming?

Ik verzoek u op alle stellingen te reageren door het passende antwoord aan te kruisen. Hierbij staan de cijfers voor de volgende opties: 1= helemaal niet mee eens 2= niet mee eens 3 = neutraal 4 = mee eens 5= zeer mee eens

21 De sociale onderneming heeft voldoende inzicht in de manier waarop concurrenten hun beslissingen definiëren.

     22 Bij het uitstippelen van het beleid wordt nadrukkelijk rekening

gehouden met de strategische toekomstplannen van de concurrentie.

     23 De mogelijkheden om in de toekomst gezamenlijk met concurrenten

nieuwe technologieën te ontwikkelen worden regelmatig onderzocht.

     24 De sociale onderneming analyseert en speelt snel genoeg in op

marktacties van concurrenten.

    

De laatste vier vragen gaan over de uw concurrenten. Wilt u aangeven in welke mate de volgende stellingen overeenstemmen met de dagelijkse gang van zaken binnen uw bedrijfseenheid? Ik verzoek u op alle stellingen te reageren. Hierbij staan de cijfers voor de volgende opties: 1= helemaal niet mee eens 2= niet mee eens 3 = neutraal 4 = mee eens 5= zeer mee eens

1 Binnen de sociale onderneming wordt systematisch alle intern aanwezige marktinformatie onderzocht.

     2 De activiteiten van de diverse medewerkers worden gecoördineerd.      3 Medewerkers komen periodiek bij een om de taken en

marktontwikkelingen te bespreken.

     4 De marktstrategie met behoeften, wensen en problemen van de

afnemer worden gecoördineerd naar alle medewerkers.

     Heeft u naar aanleiding van de vragenlijst nog opmerkingen? Vul ze dan hieronder in. Als u geen opmerkingen heeft mag u het vak leeglaten.

Bedankt voor het deelnemen aan deze enquête. Als u geïnteresseerd bent in de resultaten kunt u uw e-mailadres invullen en worden de resultaten naar u toegestuurd. Voor vragen kunt u contact met mij opnemen via j1.schuurman@student.ru.nl

Bijlage II. SPSS-output de multipele regressieanalyse en interne samenhang

In document Opschalen van sociale ondernemingen (pagina 54-58)