• No results found

Enkele lokale initiatieven

THEMATISCHE DOSSIERS

1.4. Enkele lokale initiatieven

Het netwerk Arbeid en Discriminatie bij het Meldpunt Discriminatie in Antwerpen

Dit netwerk is een samenwerkingsverband tussen verschillende lokale partners die betrokken zijn bij het bevorderen van gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Het wil expertise uitwisselen over discriminatie en diversi-teit, met het oog op preventieve acties en een meer struc-turele aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt.

In 2013 werden door het netwerk enkele prioriteiten vooropgesteld. Om te beginnen werd ingezet op het ontwikkelen van een workshop voor trajectbege-leiders. Het is belangrijk dat zij weten wat discrimi-natie juist inhoudt, en hoe ze er het beste op kunnen reageren. In samenwerking met integratiecentrum De Acht is eind 2013 een vormingsprogramma opgestart.

Een tweede prioriteit bestond in het uitwisselen van expertise en ervaringen. Daarvoor werden enkele externen uitgenodigd. Zo werd de Socio-economische Monitoring toegelicht door een medewerker van het Centrum, en werd er iemand uitgenodigd die vertrouwd is met de Joodse feestdagen en gebruiken, omdat vooral de VDAB daarover een aantal vragen had.

Het non-discriminatiepact van de stad Gent

Op 1 september 2012 werd het non-discriminatiepact van de stad Gent voor het eerst ondertekend door de nieuwe personeelsleden van de stad. De ondertekening is een aanwervingsvoorwaarde. Andere personeels-leden zijn niet verplicht, maar konden het pact in maart 2013 ondertekenen, tijdens de Week van Diversiteit.

De actie werd aangekondigd op het intranet van de stad. Uiteindelijk zetten meer dan duizend personeels-leden hun handtekening.

2. ONDERWIJS

Discriminatie/ Diversiteit 106 * 107

2.1. Tendensen

In 2013 heeft het Centrum 159 dossiers over onder-wijs geopend en behandeld. Dat is een aanzienlijke stij-ging tegenover 2012, toen het 99 dossiers behandelde.

Hoewel er nog steeds sprake is van dezelfde drie discri-minatiecriteria in het onderwijs – racisme, handicap, geloof en levensbeschouwing – waren de dossiers over handicap in de meerderheid. Over geloof en racisme waren er evenveel dossiers.

2.1.1. In Vlaanderen

De tendens van de voorbije jaren zet zich ook binnen het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap voort. De grote meerderheid van de meldingen bij het Centrum gaat over de problemen die ouders en leerlingen onder-vinden wanneer ze redelijke aanpassingen vragen van een onderwijsinstelling vanwege de leerstoornissen, ziekte of handicap van de leerling.

Veel leerkrachten en schooldirecties zijn nog niet vertrouwd met de wettelijke verplichting om rede-lijke aanpassingen te voorzien. Ze vrezen ook dat kinderen met bijzondere leernoden en kinderen die redelijke aanpassingen nodig hebben een extra werk-last impliceren die de draagkracht van de school, menselijk en financieel, zal overschrijden. Ze blijven bang dat inclusief onderwijs te veel inspanningen met zich meebrengt, en zien er de meerwaarde niet van in.

Nochtans voorzien zowel het Gelijke Kansen en Gelijke Behandelingsdecreet van de Vlaamse Gemeenschap als het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap een verplichting voor scholen om te zorgen voor redelijke aanpassingen. Een van de obsta-kels is dat er veel onduidelijkheid bestaat over wat redelijke aanpassingen zijn. Om daaraan tegemoet te komen, heeft het Centrum in 2013 Met een handicap naar de school van je keuze gepubliceerd, een brochure voor een breed publiek over redelijke aanpassingen in het onderwijs.

Een ander probleem stelt zich op het niveau van de Vlaamse regelgeving. Het Inschrijvingsdecreet van 25 november 2011 voorziet dat leerlingen die door een oriënteringsverslag naar het buitengewoon onderwijs georiënteerd worden, in principe het recht hebben om zich toch in een school voor gewoon basis- en/of secundair onderwijs in te schrijven. Maar de

inrich-tende macht behoudt de mogelijkheid om die inschrij-ving ongedaan te maken op grond van het concept

‘onvoldoende draagkracht’.

Dat concept komt in conflict met het inclusief onder-wijs dat het VN-Verdrag vooropstelt en met het prin-cipiële keuzerecht van de ouders. De bewoording

‘draagkrachtafweging’ staat haaks op het VN-Verdrag, dat uitgaat van de inclusieve gedachte dat de omgeving zicht aanpast aan de persoon met een handicap – in plaats van omgekeerd.

Bovendien is het Leerzorgdecreet op de lange baan geschoven. Daardoor blijft het inschrijvingsrecht van leerlingen met een handicap in het gewoon onderwijs zich in een precaire situatie bevinden.

Het ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, dat door de Vlaamse regering werd goedgekeurd en overgemaakt werd aan het Vlaams Parlement, komt op cruciale punten niet tegemoet aan het VN-Verdrag.

Het biedt onvoldoende garanties voor het inschrij-vingsrecht van leerlingen die het gemeenschappelijk curriculum niet kunnen volgen, het houdt vast aan een vooral medische definitie van handicap, en het voor-ziet geen bijkomende financieringsmaatregelen ter ondersteuning van de leerlingen met een handicap en de scholen.

Het Centrum hoopt dat er snel een wetgevend kader voor inclusief onderwijs komt, met garanties voor het recht op redelijke aanpassingen en het recht op inclu-sief onderwijs voor iedereen. Er zou ook een enga-gement in moeten worden opgenomen om inclusief onderwijs progressief te realiseren.

Gaat de grote meerderheid van de meldingen bij het Centrum over redelijke aanpassingen in het onder-wijs, dan delen dossiers over discriminatie op grond van geloof of levensbeschouwing enerzijds en op grond van etnische of nationale afkomst anderzijds de tweede plaats.

Wat de dossiers over geloof en levensbeschouwing betreft, heeft de omzendbrief van 1 februari 2013 van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs (raadsbeslissing

nr. 2013-01-003) inzake het verbod op het dragen van levensbeschouwelijke kentekens in alle instellingen van het Gemeenschapsonderwijs veel onrust veroorzaakt, zowel bij ouders en leerlingen als bij het personeel. De omzendbrief heeft een grote draagwijdte: hij is bijvoor-beeld ook van toepassing op bedrijven en instanties die diensten aan het Gemeenschapsonderwijs leveren, en op stagiairs die in het kader van een studie in de lokalen van het Gemeenschapsonderwijs moeten zijn.

De omzendbrief formaliseert en bestendigt het verbod op voornamelijk het dragen van de islamitische hoofddoek, maar het Centrum heeft ook meldingen ontvangen van sikh-leerlingen, die voortaan geen tulband mogen dragen op school. Een ander effect van de brief was dat de andere onderwijsnetten hun beleid rond levensbeschouwelijke kentekens verstrengd hebben: in de overgrote meerderheid van de Vlaamse scholen is er nu een verbod op levensbeschouwelijke kentekens. Voor leerlingen die vanwege hun geloofs-overtuiging toch een religieus kenteken willen dragen zijn er weinig of geen alternatieven meer. Ze worden voor de keuze geplaatst: onderwijs volgen of de vrijheid van geloof of levensbeschouwing tot uiting brengen.

Het Centrum is bezorgd over de leerlingen die daar-door uit het reguliere onderwijscircuit vallen en via zelfstudie of andere (onzekere) alternatieve onderwijs-routes alsnog een diploma proberen te behalen.

2.1.2. In de Franse Gemeenschap

In de Franse Gemeenschap is ‘handicap’ het vaakst aangehaalde criterium bij discriminatie in het onder-wijs. Die tendens tekent zich al enkele jaren af en heeft zich in 2013 doorgezet. De kwestie van redelijke aanpas-singen op school roept nog heel wat vragen en twijfels op. Daarom publiceerde het Centrum de brochure Met een handicap naar de school van je keuze, waarin rede-lijke aanpassingen op school worden aangekaart. De brochure zorgde ervoor dat ouders van leerlingen of studenten die door hun handicap problemen hadden op school contact opnamen met het Centrum.

Andere vaak aangehaalde criteria binnen het domein

‘onderwijs’ in de Franse Gemeenschap waren geloof of levensbeschouwing en raciale criteria.

In 2013 waren er meer dossiers die te maken hadden met geloof dan met racisme. Het probleem is niet nieuw: de meeste dossiers gaan over het dragen van

religieuze symbolen – meestal hoofddoeken – in het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs. Bij gebrek aan een decreet om de situatie op te helderen en om de heersende rechtsonzekerheid te beëindigen, duiken die kwesties bij de start van het schooljaar telkens opnieuw op. De meeste dossiers over discrimi-natie op basis van geloof of levensbeschouwing in het onderwijs gaan over de islam.

In de dossiers over raciale criteria krijgt het Centrum meldingen binnen over weigeringen om in te schrijven, over discriminerende sancties, over uitsluiting en over pesterijen. Over discriminerende pesterijen krijgt het weinig meldingen: amper 17 dossiers op een totaal van 159 in 2013. Nochtans wordt die problematiek vaak aangekaart tijdens ontmoetingen met mensen uit het werkveld (leerkrachten, maatschappelijk werkers, PMS-centra enzovoort). Een aantal recente studies toont ook aan dat het probleem vaker voorkomt in het Franse Gemeenschapsonderwijs. Net als op andere domeinen maakt ook de onderrapportering van deze kwestie het voor het Centrum moeilijk om de cijfers in perspectief te plaatsen.

Het Centrum krijgt veel meldingen van personen van Afrikaanse herkomst over de opleiding verpleeg- en zorgkundige in alle netten van het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs. Die tendens is ook merk-baar wanneer de betrokkenen in de personenzorg beginnen te werken. Ze voelen zich vaak bekeken, hebben de indruk dat ze niet op eerlijk geëvalueerd worden, voelen zich uitgerangeerd en gestigmati-seerd  … De uitlatingen van bepaalde leerkrachten lijken haast in alle scholen dezelfde: “We moeten een einde maken aan de instroom van zwarte verpleeg-sters”, “Ik sla geen gebrabbel uit”, “Jullie zwarten moeten zo worden behandeld”. Daar komen dan nog opmerkingen over lichaamshygiëne en intellectuele capaciteiten bovenop. De melders van zulke voor-vallen hebben het over scholen “waar zwarten geen kans op slagen hebben”.

In sommige gevallen kunnen meerdere klachten over eenzelfde instelling of eenzelfde leerkracht wijzen op een discriminerend patroon. Zo’n patroon draagt bij tot een onzeker makende, vijandige, vernederende, verlagende of kwetsende omgeving voor de studenten en doet afbreuk aan hun persoonlijkheid, hun waar-digheid en hun fysieke of psychische integriteit.

Discriminatie/ Diversiteit 108 * 109

Hoewel dergelijke – vaak overeenstemmende – getui-genissen niet volstaan om een eenduidig beeld van een situatie te krijgen, roepen ze vragen op over het klimaat dat in het onderwijs heerst. Het Centrum heeft zulke

dossiers al meermaals aan de Franse Gemeenschap en de inrichtende machten voorgelegd. Er wordt momen-teel onderzocht met welke structurele acties de hele sector kan worden bereikt.

2.2. Acties

Een andere kijk op diversiteit

Tussen 2011 en 2013 organiseerde de Commissie Diversiteit en Gelijke Onderwijskansen van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) een seminariereeks over diversiteit en onderwijs. Op 4 oktober 2013 werd een rondetafelconferentie georganiseerd over vroegtij-dige schoolverlaters met een migratieachtergrond. Dat vormde voor de VLOR de aanleiding om Een andere kijk op diversiteit te publiceren, de neerslag van de seminariereeks. Het laatste hoofdstuk van dat boek behandelt de vraag ‘Waarom diversiteit tot de kern van het onderwijs behoort’. Dat mondt uit in een pleidooi voor een ander denken, een ander discours, een ander beleid en een ander handelen rond diversiteit; een plei-dooi voor het aanvaarden van diversiteit als norm, als uitgangspunt van ons denken.

De Commissie inzake Leerlingenrechten

Het Centrum is lid van de Commissie inzake Leerlingenrechten, die in het leven werd geroepen naar aanleiding van het recht op inschrij-ving, zoals omschreven in het Vlaamse Gelijke Onderwijskansendecreet van 2002.

In de loop van 2013 behandelde de Commissie zowel weigeringsdossiers van individuele leerlingen als aanmeldingsdossiers. Aanmeldingsdossiers – in 2013 waren er 32, het jaar ervoor 48 – komen voort uit de opdracht die sinds het decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011 aan de Commissie is toevertrouwd. In een aanmeldingsdos-sier wordt beschreven hoe het schoolbestuur of een geheel van schoolbesturen (al dan niet overkoepeld via een Lokaal Overlegplatform) het inschrijvingsbe-leid vorm zal geven. Vooral de communicatie daarover met de ouders is een belangrijk aandachtspunt voor de Commissie.

De Commissie besprak ook 157 weigeringsdossiers:

101 hadden betrekking op het basisonderwijs, 56 op het secundair onderwijs.

Enquête over discriminatie op school

Dit onderzoek naar de perceptie van discriminatie op Franstalige scholen door verschillende onderwijs-actoren werd uitgevoerd door het Centre d’Étude de l’Opinion van de Universiteit van Luik, in opdracht van het Centrum. Uit de studie blijkt dat de perceptie van discriminerend gedrag beperkt is, maar vari-eert naargelang de bevraagde actor (opvoeders en PMS-medewerkers maken er vaker gewag van dan directeurs of onderwijzend personeel) en de context van de school (in steden en in middelbare scholen wordt er vaker gewag van gemaakt). De onderzoe-kers benadrukken ook dat discriminerende effecten voortkomen uit het specifieke functioneren van onder-wijsinstellingen: discriminatie op gebied van schoolre-sultaten en van de gevolgde richting door volwassenen werd het vaakst waargenomen. De onderzoekers stellen onder meer voor om in de lerarenopleiding sterker in te zetten op de rol van leerkrachten in het onderwijs-systeem, en om hen te helpen het thema discriminatie met hun leerlingen aan te pakken.

Met een handicap naar de school van je keuze

Steeds meer leerlingen met een handicap en hun ouders kiezen voor een gewone school. Die school kan hen niet zomaar weigeren. In overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap hebben leerlingen met een handicap, zoals hierboven aangestipt, recht op redelijke aanpas-singen om de drempels te overwinnen die het gewoon onderwijs soms voor hen opwerpt. Bovendien is het de bedoeling dat in de toekomst zo veel mogelijk

leer-lingen met een handicap inclusief onderwijs volgen.

Het Centrum werkte een brochure uit om leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties meer vertrouwd te maken met het begrip ‘redelijke aanpassingen’. In Met een handicap naar de school van je keuze wordt uitgelegd wat redelijke aanpassingen precies zijn, en hoe je ze kan voorzien. Daarnaast belicht de brochure goede praktijken en beschrijft ze wat je kan doen wanneer een redelijke aanpassing geweigerd wordt.

In de zomer van 2013 heeft het Centrum, in samen-werking met de gemeentelijke administraties, de brochures verspreid in scholen en Centra voor

Leerlingenbegeleiding. Ze is beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Duits en kan gratis besteld of gedownload worden op de website van het Centrum. Ze is ook beschikbaar in Vlaamse Gebarentaal en Frans-Belgische Gebarentaal, in Word-formaat voor makkelijke omzetting naar spraak en in gemakkelijk leesbare tekst (easy-to-read).

Met een handicap naar de school van je keuze kwam tot stand met de medewerking van verschillende actoren uit de onderwijswereld en van verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen.