• No results found

Empathie - Schrijnende voorbeelden

Ze looft de aanpak van Conover maar ook de undercover aanpak in het algemeen. Ze betoogt dat deze vorm van journalistiek leidt tot meer compassie en respect voor anderen doordat het

5. Pathos in de Undercover journalistiek

5.1 Empathie - Schrijnende voorbeelden

5. Pathos in de Undercover journalistiek

5.1 Empathie - Schrijnende voorbeelden

Pathos, ofwel het inspelen op emoties van het lezende publiek, is het tweede middel van overtuiging. In het begin van de boeken zijn bij alle geanalyseerde undercover journalisten weinig emotionele passages te ontdekken. Daar benadrukken ze hun eigen ervaring en expertise. Zo zetten ze zichzelf neer als betrouwbaar en etaleren ze hun kennis, waarmee ze hun ethos opbouwen. Dit is in lijn met de gebruikelijke opbouw van retorische teksten, waarin auteurs in het exordium en de narratio met name hun ethos verstevigen. Hierdoor is bij de undercover journalisten pas later in het boek ruimte voor pathos.

In de theorie zijn twee vormen van pathos onderscheiden: empathie en negatief pathos. Empathie opwekken kan bijvoorbeeld door schrijnende gevallen te beschrijven; de situaties van mensen die slachtoffer geworden zijn van ‘het systeem’ dat de undercover journalistiek bekritiseerd. Uit de analyse blijkt dat deze schijnende voorbeelden vooral ter illustratie zijn van de morele standpunten van de undercover journalisten.

In Nickle & Dimed beargumenteert Ehrenreich bijvoorbeeld dat een laag inkomen in de Verenigde Staten bij lange na niet voldoende is om één persoon te ondersteunen, laat staan een hele familie. Naarmate het boek vordert, maakt ze dit concreet door persoonlijke voorbeelden te geven. Vele collega’s van haar leven namelijk bij familieleden of andere personen. Sommigen zijn er nog slechter aan toe. Bijvoorbeeld bediende Joan:

“Joan who had fooled me with her numerous and tasteful outfits, lives in a van parked behind a shopping centre at night and showers in Tina’s motel room. The clothes are from thrift shops.”337 En zo beschrijft ze nog veel meer collega’s wiens werk- en woonomstandigheden erbarmelijk zijn. Sommigen leven in een auto, in een boot of in een vervallen hotelappartementje. Wellicht nog aangrijpender is het lot van de 23-jarige schoonmaakster Holly, die Ehrenreich omschrijft als “Visibly unwell—possibly whiter, on a daily basis, than anyone else in the state…think bridal

gowns, tuberculosis, and death.”

Holly is de broodwinnaar thuis en moet zichzelf, haar man en een familielid voeden van 30 dollar in de week. Een van de indrukwekkendste momenten uit het boek vindt plaats wanneer collega’s vragen stellen aan Holly over haar zieke verschijning. Na enig aandringen geeft ze toe dat ze al enkele maanden zwanger is. Ehrenreich eist dat ze een dag vrij neemt, maar ondanks dat Holly haar enkel zwaar heeft geblesseerd, nauwelijks kan eten door misselijkheid en haar werk trillend uitvoert weigert ze ook maar één uurtje eerder naar huis te gaan. De reden: “I had a big fight with

my husband. I didn’t want to go to work this morning but he said I had to.”

68

De angst bij het thuisfront dat ze haar baan en daarmee inkomen verliest maakt dat ze stug door blijft gaan. Die angst is gegrond volgens Ehrenreich, omdat haar baas Ted vaker vrouwen om het minste of geringste heeft ontslagen. Ehrenreich tracht de lezer bij de strot te grijpen door dit voorval op intense wijze te beschrijven. De problemen van de vrije markt geeft Ehrenreich een gezicht. Dit maakt haar roep om meer beschermende wetgeving voor werknemers uit de lagere economische klasse sterker.

Ook de andere schrijvers maken gebruik van schrijnende persoonlijke verhalen om hun statement kracht bij te zetten. In de boeken van Ehrenreich, Conover, McMilan en Vincent komen de zware omstandigheden van tientallen personen aan bod. De gesprekken met en verhalen over slachtoffers en misbruikers van ‘het systeem’, vormen samen met de persoonlijke reflecties erop de kern van hun boeken.

Bij Vincent maakt een conversatie met lerares Casey in Meriwether het meeste indruk. Casey vertelt aan Vincent dat ze tegen haar huisarts had voorgelegd weleens zelfmoordgedachten te hebben. Voor ze het wist was ze door de huisarts verwezen naar een psychiatrische inrichting. De lerares vervolgt met bevende stem dat ze zich hier afschuwelijk voelt en zo snel mogelijk naar huis wil. Op de eerste dag werd ze bedreigd door een medepatiënt met wie ze een kamer deelde. Daarnaast kreeg ze een anti-psychotisch middel voorgeschreven om haar te helpen slapen, maar daardoor is ze zich slechter gaan voelen. Vincent adviseert haar om zich respectvol en gehoorzaam te gedragen als ze snel weer buiten wil staan:

“Be polite. Be cooperative. Palm your medication. Keep to yourself. And call legal services.... Whatever you do, don’t lose your temper and don’t be disrespectful. You’re dealing with egos here, and you don’t want your doctor knowing you think she’s a quack or she’ll draw out this whole horror show a lot longer.”338

Vincent gebruikt dit gesprek om een paar kritiekpunten van haar aan het adres van de psychiatrie bloot te stellen: dat je te snel wordt doorverwezen naar een psychiatrische instelling, te snel medicatie krijgt voorgeschreven en hoe je bij het minste afwijkende gedrag langer moet blijven. Dit werkt extra goed omdat Casey een persoon is waarin de lezer zich makkelijk kan verplaatsen. Vincent omschrijft haar als een lief hoogopgeleid meisje en maakt haar daarmee zo ‘normaal’ mogelijk. Caseys gedrag wordt door haar bestempeld als “afraid” , “reeling in disbelief” en “almost breaking down in tears”339, waarmee de schrijfster inspeelt op gevoelens van medelijden

bij de lezer. Het maakt de lezer vermoedelijk gevoeliger voor de kritiek van Vincent op de publieke psychiatrie.

McMilan wekt vooral medelijden op voor de Mexicaanse knoflookplukkers die flink worden uitgebuit. Met name het verhaal van Rosalinda is hartverscheurend. McMilan omschrijft haar als

338 Vincent, Voluntary, 64.

69

een zeer intelligente en lieve jongedame. Ze wil vertaalster worden om haar familie te kunnen onderhouden.340 De uitzichtloosheid van Rosalinda maakt McMilan echter pijnlijk duidelijk:

“None of us earn minimum wage, but you wouldn’t know it from looking at our checks,.. Even though Rosalinda’s tarjeta will show that she came in at 5:30 a.m. and left at 2:30 p.m., a nine-hour day, her check will say she was there for two nine-hours — exactly the number of nine-hours she would have had to work at minimum wage ($8) to earn what she made via piece rate ($16).”341

Zestien dollar voor negen uur werken in de velden. Doordat zij en haar familie illegaal zijn in de Verenigde Staten kan haar werkgever het aantal uren op het loonstrookje simpel aanpassen zonder dat zij dat juridisch aan kunnen vechten. Het maakt duidelijk hoe onbereikbaar een studie, en daarmee de droom van Rosalinda is.

Empathie opwekken voor criminelen en misdadigers lijkt een lastigere opgave, maar Conover slaagt hier toch in. Hij laat in de ontmoetingen en conversaties met criminelen zien hoe weinig kansen zij hebben (gehad) in de maatschappij. Zo beschrijft hij een gesprek met de gevangene Perez. Perez is nog jong en heeft een Mexicaanse achtergrond. Conover vraagt aan hem waar hij zoal aan denkt in de gevangenis. Tot zijn verbazing antwoordt Perez schoorvoetend dat hij bezig is met het plannen van een volgende overval. Hij voegt daaraan toe:

“Conover, you know if you got a felony record you can’t even get a job at McDonalds. Plus, you’d need a GED (General Education Development). You can’t get any job.”342

De eerste reactie van Conover is een ontkenning hiervan. Als je maar hard genoeg je best doet kan je best aan een baan komen. Maar de woorden van Perez blijven Conover achtervolgen. Meerdere anekdotes over de uitzichtloosheid bij gevangenen volgen. De kansloze buurten waar ze vandaan komen, het gebrek aan betaalbaar en goed onderwijs waardoor ze niet aan een goede baan kunnen komen. Conover probeert hiermee begrip op te wekken voor de criminelen in kwestie.

Het gesprek dat Conover het meest bijblijft is er een met gevangene Larson. Hij bespreekt met hem de potentiele uitbreiding van Sing Sing en nieuwe gevangenissen die in New York gebouwd gaan worden. Larson reageert met een passievol betoog:

“I’d die to stop that…The money should all be put back into the poor neighborhoods, back into education for children, to change the things that send people here…Because, dig this. Anyone planning a prison they’re not going to build for ten or fifteen years is planning for a child... So you see? They’ve already given up on that child! Now why, if you could keep that from happening, if you could send that child to a good school and help his family stay together—why are you spending that money to put him in jail?”343

340 McMilan, American Way, 68.

341 McMilan, American Way, 75.

342 Conover, Newjack, 293.

70

Wat dit betoog zo krachtig maakt is dat het uit de mond komt van een gevangene. Daardoor wordt de emotie die eraan vastkleeft nog voelbaarder. Het verhaal van Larson maakt zoveel indruk op Conover dat hij het boek eindigt met een verwijzing ernaar:

“We should recall the words of inmate Larson: stop planning for the incarceration needs of today’s children, and instead begin reducing their poverty and increasing their opportunity.”344 Hiermee maakt Conover de koppeling tussen zijn morele standpunten en een concreet, persoonlijk voorbeeld heel expliciet.