• No results found

Eerlijkheid – Journalistieke werkwijzen

Ze looft de aanpak van Conover maar ook de undercover aanpak in het algemeen. Ze betoogt dat deze vorm van journalistiek leidt tot meer compassie en respect voor anderen doordat het

4. Ethos in de Undercover Journalistiek 1 Deskundigheid - Ooggetuige 1 Deskundigheid - Ooggetuige

4.5 Eerlijkheid – Journalistieke werkwijzen

Vincent pretendeert op geen enkele wijze een objectieve verslaggever te zijn. Wel maakt ze duidelijk dat wat ze schrijft echt gebeurd is: “What follows is the record of that dual journey…

This is what I saw and what I thought. It is what happened to me, inside and out.” 302 Ze is de enige van de onderzochte schrijvers die expliciet schrijft dat haar tekst puur subjectief is. De rest laat dit in het midden. Vermoedelijk omdat Vincent de enige is die niet zozeer de intentie heeft om grote maatschappelijke vraagstukken te voorzien van een antwoord.

Ehrenreich valt op doordat zij de enige is die nergens expliciet benoemt een journalistieke werkwijze te hanteren. Wel trekt ze in haar benadering van haar vraagstukken de vergelijking met de wetenschap:

“the only way to overcome my hesitation was by thinking of myself as a scientist.. In that line of business, you can think all you want, but sooner or later you have to get to the bench and plunge into the everyday chaos of nature.”303

De wetenschappelijke aanpak draait net als de journalistieke aanpak om waarheidsvinding. Via een andere route laat dus ook Ehrenreich weten aan de lezer dat ze de waarheid tracht te vinden. Hierdoor maakt ook zij duidelijk dat haar boek geen fictie is.

4.5 Eerlijkheid – Journalistieke werkwijzen

Conover, Ehrenreich, McMilan en Vincent noemen zichzelf en hun boek dus expliciet journalist(iek). Impliciet laten ze dit ook zien doordat ze journalistieke methoden zoals het afnemen van interviews, het doen van gebalanceerde verslaggeving en het achterhalen en presenteren van (controleerbare) feiten benoemen in hun boek. Deze methoden behoren tot het DNA van de journalistiek. De lezer koppelt ze daarom aan de waarheid. Het zichtbaar maken van deze methoden in de tekst, maakt het geschrift geloofwaardiger.

Interviews zijn cruciaal in de traditionele journalistiek. Voor undercover journalisten is het echter een stuk moeilijker om interviews af te nemen. De mensen die ze willen ondervragen weten namelijk niet dat ze journalist zijn. Toch doen ook undercover journalisten aan vraaggesprekken, zonder hun werkelijke identiteit prijs te geven. Ze zijn sterk verweven met de tekst, waardoor ze soms onopvallend voorbijgaan.

Conover vertelt bijvoorbeeld over een gevangene die hem zeer intrigeert, genaamd Larson. Hij is zo nieuwsgierig naar zijn achtergrond dat hij hem later in het boek bestookt met vragen.304 Ook Vincents nieuwsgierige aard komt gedurende het boek naar boven. Wanneer ze in gesprek gaat met een psychologie stagiaire durft ze de vragen te stellen die haar al lang dwarszitten:

302 Vincent, Voluntary, 10.

303 Ehrenreich, Nickle, 3.

60

“I asked her something about her manner, about what she was learning to do, and how you could really hope to relate to another person as a person if you were practicing the art of galvanizing your own soul.”305

Halverwege Nickle and Dimed beschrijft Ehrenreich het levensverhaal van een alleenstaande moeder van twee kinderen die rond moet komen van het minimumloon:

“This is a story I have to hear, so I call and get a warry invitation to come on over this afternoon.

This is the story more or less as it emerged, since she didn't mind my taking notes, of someone doing in real life what I am doing only in the service of journalism.”306

Door te beschrijven hoe ze notuleert en de afspraak maakte, kan de lezer beredeneren dat ze de vrouw persoonlijk geïnterviewd heeft.

McMilan maakt het meest duidelijk aan de lezers dat ze veel gebruik maakte van vraaggesprekken:

“The bibliography is a thank-you list of sorts, but I’d be remiss if I didn’t single out the people who repeatedly shared their expertise and talents with the random woman (and her assistants) querying them on the other end of the phone.”307

In het vervolg van het zeven pagina tellende hoofdstuk noemt ze alle experts die ze interviewde bij naam.

Gebalanceerde verslaggeving bleek lastiger te signaleren in de onderzochte boeken. In de krant wordt het onderwerp van twee kanten belicht door twee verschillende meningen onder elkaar te zetten. In de meer verhalende vertelwijze van deze journalisten staan die verschillende visies soms hoofdstukken ver uit elkaar.

Conovers boek bleek het meest gebalanceerd. Hoewel de hoofdmoot het perspectief van de bewaker is, besteedt hij ook veel aandacht aan de mening van de gevangenen. Beiden biedt hij een podium. Zo komt uitgebreid aan bod hoe bewakers gevangenen beschouwen:

“The main feeling was that inmates were like a contagion—and the more you kept a professional distance, the better off you’d be.”308

Maar dit gebeurt ook vice versa, bijvoorbeeld in het volgende dialoog met gevangene Larson:

“Do you think I’m inferior?” he asked. “What do you mean? Because you’re black? Of course not.” “But don’t you think other COs do?” That one I didn’t want to answer, so I tried to make a joke. “Maybe a few of them, but not the black ones.” “Don’t be too sure,” Larson replied.”309

305 Vincent, Voluntary, 31.

306 Ehrenreich, Nickle, 131.

307 McMilan, American, 248.

61

Door beide partijen over elkaar aan het woord te laten zorgt Conover ervoor dat zijn verslaggeving niet eenzijdig is. Bovendien velt hij geen waardeoordeel over de uitspraken en meningen van gevangenen en bewakers, wat ook herinnert aan de traditionele journalistiek. De boeken van Ehrenreich, McMilan en Vincent zijn minder gebalanceerd. Allen belichten het onderwerp vooral vanuit de kant van respectievelijk de minimumloon werkers en de patiënten. Toch is bij allemaal wel merkbaar dat ze aan wederhoor hebben gedaan. Wat hierbij opvalt is dat dit vaak gebeurd in de vorm van een confrontatie. De kernachtige problematiek beschreven in het boek wordt dan richting het einde voorgelegd aan de andere partij.

Vincent geeft bijvoorbeeld in de eerste driekwart van het boek vooral de kant van de patiënten weer middels haar eigen ervaringen en gesprekken die ze met lotgenoten had. Aan het einde van het boek legt ze haar problemen met de psychiatrie voor aan een psychiater, met wie ze een boeiend gesprek heeft over het gebruik van medicatie in de psychiatrie.310

Ook Ehrenreich geeft de ‘andere partij’ – in dit geval de werkgever – de kans om zijn houding naar werknemers te verklaren. Zo confronteert ze toenmalige werkgever Ted over de lage lonen:

“As politely as possible, I asked him why he didn’t just raise the pay. The question seemed to slight right off him. We offer “mother hours” he told me, meaning that the workday was supposedly over at three – as if to say, “With a benefit like that, how could you complain about wages?””311

Een laatste journalistieke methode die zichtbaar is bij de onderzochte undercover journalisten is het presenteren en achterhalen van feitelijke informatie. In de literaire journalistiek zijn feiten weliswaar ondergeschikt aan meningen en gevoelens, toch maken Conover, Ehrenreich en McMilan veel gebruik van feitelijke informatie. Eerder is immers laten zien dat ze veel wetenschappelijke onderzoeken, statistische gegevens en uitspraken van experts aanhalen in hun boeken.

Hierbij valt iets op. Conover, Ehrenreich en McMilan maken die feitelijke informatie controleerbaar door middel van noten met daarin de bron. In het eerder aangehaalde vijfde hoofdstuk van Newjack bijvoorbeeld verwijst Conover continue naar historisch controleerbare bronnen. Dit onderbouwt de betrouwbaarheid van de teksten. Het geschrevene krijgt de aanblik van een wetenschappelijk onderzoek. De enige die geen gebruik maakt van bronnen is Vincent. Het tonen van enorme notenapparaten zorgt ervoor dat de lezer inziet hoeveel uitvoerige research en energie de auteurs hebben gestoken in het boek. Hierdoor creëert de schrijver bij de lezer het gevoel dat de schrijvers uiterst nauwkeurig en eerlijk te werk zijn gegaan. Dit bekrachtigt de autoriteit en geloofwaardigheid van de auteurs verder.

309 Conover, Newjack, 234.

310 Vincent, Voluntary, 183-185.

62

Dat de schrijvers uiterst secuur te werk zijn gegaan maken ze ook op andere manieren duidelijk. Alle onderzochte schrijvers vertellen in het boek dat ze gedurende hun undercover werk (in het geniep) notities maakten. Hieronder twee voorbeelden daarvan; de eerste uit Vincents Voluntary

Madness en de tweede uit Nickle and Dimed van Ehrenreich:

“Usually, I was sitting on my bed… writing in my notebook with a pen, propping it against my upbent knees to keep the writing instrument mostly out of sight.”312

I went home every day not to anything resembling a normal domestic life but to a laptop on which I spent an hour or two recording the day’s events.”313

Door dit soort zinsneden herinneren de undercover journalisten de lezer eraan dat ze verslaggevers zijn. Bovendien wordt hierdoor duidelijk dat de tekst een nauwkeurige weergave is van wat zich heeft afgespeeld. Immers, de undercover reporters noteren blijkbaar alles zo snel mogelijk en vermijden hiermee dat ze moeten putten uit hun lange termijn geheugen.