%ERSTELIJNS
Kristel Zeeman is lid van de redactie Kristel Zeeman
werken. Onze praktijk zocht daarom toenadering met andere partners in de zorg en kregen daarbij goed advies van OOGG en de ROS. We dachten: ‘we moeten simpel beginnen, één onderwerp bij de kop pakken’. Dat eerste onderwerp werd overgewicht. We hebben toen de telefoon gepakt en gebeld met zorgverleners die ons logisch leken: huisartsen, diëtisten, oefentherapeuten, lactatiekundigen, psychologen en de sportschool. De mensen die we benaderden waren direct heel enthousiast.
Ze herkenden de problemen en waren blij dat wij met de zelfde dingen zaten en met elkaar om de tafel wilden. Als we met anderen praten over ons project, dan vragen ze vaak hoe we het voor elkaar krijgen. Maar het is zoals Daan Quakernaat, (spreker op het KNOV-congres twee jaar geleden, red.) zegt als hij spreekt over kathedralen bouwen: ‘we waren begonnen met wat stenen op elkaar te zetten, maar hadden nog geen idee hoe de kathedraal eruit zou zien’.”
Deze manier van bouwen aan samenwerking en vooruit-gang kenmerkt de Tielse verloskundigen. “Je begint iets in gang te zetten en dan gaat het lopen. Iedereen is zoekende. Dat weet je eerst niet van elkaar, maar op een
gegeven moment ga je naar elkaar verwijzen. Wees ook niet te bang dat je niets te bieden hebt, want je hebt als vroedvrouw zeker iets te bieden!” Cornel vertelt over de onzekerheid na hun eerste ontmoeting met de huisartsen.
“Meno en ik vertelden over onze plannen, maar er kwam nauwelijks reactie. We kregen de zenuwen: ‘ze vinden het niets!’ Het was een hilarische situatie, we kregen achteraf de slappe lach. Maar na een week kregen we een email. Ze waren zo onder de indruk geweest, dat ze niet veel wisten te zeggen. En eigenlijk paste ons idee heel goed bij hun eigen plannen rondom diabetes.”
Uitgebreid netwerk inspireert
Nu hebben ze regulier overleg met huisartsen, waar allerlei andere onderwerpen ook aan de orde komen;
bijvoorbeeld de aanpak rondom tienermoederschap.
Cornel en Meno hebben beiden contacten in de gemeente-raad. Doordat ze de wethouder kenden, kwamen ze erachter dat er geld was gegaan naar een project van de GGD ‘Rivierenland in balans, waarin ook de Stichting Thuiszorg en het maatschappelijk werk betrokken waren.
De aanpak van tienerouderschap paste daar goed in.
“We zijn gaan kennismaken met elkaar om te zien wat
Van links naar rechts, achterste rij; Anja Ton, projectleider Rivierenland in Balans van de GGD, Carola Pals bewegingstherapie Cesar, (ARRIET PSYCHOLOOG een Sport en Gezondheidscentrum in Tiel. Een beetje tussenin staat collega Bianca Schone.
Dan de voorste rij: collega Irene Plancius met zoon Jens, Cornel Kirpestein, collega Meno Tomatala en wethouder van Volks-gezondheid in Tiel in 2010, Frans van Oostveen.
4V6 43 we professioneel voor elkaar konden betekenen. We
hebben een sociale kaart gemaakt: een voor zorgverleners en een voor tieners. Zo werkt het, want het sluit aan bij de praktijk, in tegenstelling tot een plan van bovenaf.”
Het netwerk breidt zich langzamerhand vanzelf uit, dat maakt Cornel enthousiast. Ze is niet de enige, iedereen plukt vruchten van de intensievere samenwerking. “Het is zo inspirerend om het enthousiasme te proeven van iedereen. Ik zou tegen al mijn collega’s, die nog niet met eerstelijns partners samenwerken, willen zeggen: je weet niet wat je jezelf onthoudt!”
Tweede lijn
Bij de meeste ontwikkelingen in de eerste lijn zijn ook partners uit de tweede lijn betrokken. De samenwerking tussen beide lijnen is gelijkwaardig, de relatie goed. De basis hiervoor werd gelegd toen de tweede lijn in 2000 door een calamiteit omviel en er een compleet nieuw team gynaecologen in loondienst kwam. Cornel: “Zij hebben geen belangen in een maatschap en zijn er erg van doordrongen dat je elkaar als verloskundig zorg-verleners nodig hebt.”
Koester de relatie
Natuurlijk zijn er ook wel eens problemen in de relatie met al die verschillende partners. Meestal gaan die over tegengestelde financiële- of beroepsbelangen. Cornel:
“Mijn stellige overtuiging is dat je belangen moet los - koppelen van de inhoud. Het is in eerste instantie best ingewikkeld deze belangen te zien. Maar als je ze in een overleg met anderen duidelijk uitspreekt, dan kun je daarna weer verder met de inhoud. Richt je op de gedeelde energie die je voelt met de ander. Wees zuinig op de relatie met je professionele partners. Koester en bescherm deze en houd voor ogen dat het uiteindelijk allemaal draait om de zwangere en haar gezin.” Q
[kader][skop]
In dit project van Verloskundig Centrum Tiel staat de zwangere en haar persoonlijke en sociale context centraal. De verloskundigen zijn case managers en werken volgens een model dat gebaseerd is op het
%NGELSE nauwe contacten met andere zorgverleners in de buurt, zoals de huisarts, apotheker, diëtist, oefen-THERAPEUT naar wie zij de cliënte zo nodig kunnen verwijzen.
Samen met hen ontwikkelen zij beleid voor specifieke groepen zwangeren.
Het project is in 2007 gestart en boekte inmiddels concrete resultaten, zoals:
s s
s kundigen, huisartsen en apotheek
s
s van de Academie Verloskunde Maastricht, in het ONDERZOEK
Zie voor meer informatie: www.rondomdezwangere.nl
[kader][skop]
De multidisciplinaire samenwerking waar Verlos-kundig Centrum Tiel deel van uitmaakt, wordt verder ontwikkeld en doorgevoerd in de hele regio Rivierenland, met subsidie van ZonMw. Daarin neemt de Kring De Betuwe in deel. Er worden blauwdrukken ontwikkeld van samenwerking, NETWERKEN overgewicht, allochtoon ouderschap, tienerouders, LAGE verschillende kernen van Rivierenland zullen deze blauwdrukken worden vertaald naar netwerken, afgestemd op de lokale situatie.
Project ‘Rondom de Zwangere’
ZonMw-project ‘De zwangere centraal’